Les 213

(1 augustus)

Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij.

Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.

1. (193) Alles is een les die God me graag ziet leren.

 

Een les is een wonder dat God mij geeft in plaats van de gedachten die ik heb gemaakt en die mij schaden. Wat ik van Hem leer wordt de manier waarop ik word bevrijd. En dus verkies ik Zijn lessen te leren en die van mij te vergeten.

 

Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.


Toelichting:

Elke omstandigheid in het leven biedt me de keuze tussen een wonder dat me zal verlossen, of egogedachten die me zullen schaden. Of zoals het Tekstboek het uitdrukt:

 

Hier is moord jouw keuze. Maar van bovenaf valt de keus op wonderen in plaats van moord (T23.IV.5:5-6).

 

Dat is de les die alles mij te leren heeft, vandaag en elke dag. Naar welke stem zal ik luisteren, op dit moment en het volgende en het volgende: naar de stem van het ego of naar Die van de Heilige Geest? Het is altijd het een of het ander, nooit allebei.

 

Wat je ook beslist, jij zult uit jezelf geen beslissingen nemen. Want beslissingen worden samen met afgoden, of samen met God genomen. En jij vraagt hulp aan de antichrist of aan Christus, en wie jij kiest zal zich met je verbinden en jou zeggen wat je te doen staat (T30.I.14:7-9)

 

Dit speelt in elk situatie waarin ik terecht kom. Het ego biedt zijn interpretatie aan en de Heilige Geest de Zijne, en ik kies naar welk van de twee ik luister. Ik kan het wonder kiezen of de dood. Mijn keuze bepaalt mijn waarneming en mijn ervaring van de situatie. Welke zal ik vandaag kiezen?

 

Wanneer de verleiding om aan te vallen de kop opsteekt om je denkgeest te verduisteren en moordzuchtig te maken, herinner je dan dat je de strijd van bovenaf kunt zien. Zelfs in vormen die je niet herkent, ken je de tekenen. Er is een steek van pijn, een knagend schuldgevoel en bovenal een verlies aan vrede. Dit ken je goed. Wanneer die zich voordoen, verlaat dan niet jouw hoge plek, maar kies snel een wonder in plaats van moord (T23. IV.6:1-5).

 

Deze keuze zal me bevrijden. De Heilige Geest is altijd bij me om me te helpen de juiste keuze te maken. Ik kan op elk moment kiezen om de lessen te leren die God me graag ziet leren, en vergeten wat ik mezelf heb geleerd.

 

Wanneer we alleen maar deze ene les zouden toepassen en er een gewoonte van zouden maken om alles voor te leggen aan de Heilige Geest, in plaats van te proberen het zelf uit te zoeken (wat altijd betekent: met de hulp van het ego) zou alles op zijn plek vallen. Dit is voldoende om ons te bevrijden. Wat de Heilige Geest bijvoorbeeld anders ziet dan het ego is het lichaam:

 

De Heilige Geest ziet het lichaam niet zoals jij het ziet, omdat Hij weet dat de enige werkelijkheid van iets, wat ook, de dienst is die het God bewijst ten behoeve van de functie die Hij eraan geeft (T8.VII.3:6).

 

Als ik ervoor kies mijn lichaam te beschermen en het tot het centrum te maken van wat ik doe; als ik de vergissing maak om mijn lichaam te zien als mezelf, kies ik voor moord. Maar ik ben niet een lichaam. Ik besta niet om mijn lichaam te dienen, ik besta om God te dienen door mijn functie te vervullen. Als ik luister naar de Heilige Geest moet ik bereid zijn om in te zien dat het lichaam voor mijn werkelijkheid geen enkele betekenis heeft (WdI.96.3:7) en alleen nuttig is als communicatiemiddel waarmee ik mijn broeders kan bereiken.

 

Laat ik, op elk moment dat ik me openstel om de Stem namens God te horen, mezelf eraan herinneren dat ik niet een lichaam ben.


Oefeninstructies:

OEFENING

Zorgvuldig herhalen van de laatste twintig lessen, zodat je in een versneld tempo de weg naar God kunt gaan. Met deze laatste herhaling wordt Deel I van het Werkboek afgesloten.

 

OEFENING

’s Morgens en ’s avonds minimaal vijftien minuten. Gedurende deze oefenperioden kun je een Open Mind meditatie doen. De uitgebreide instructies hiervoor vind je na de Inleiding herhaling VI.

 

  • Begin met het herhalen van het centrale thema: “Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij”.

 

  • Herhaal vervolgens het idee van de dag en eventueel de cursief gedrukte zinnen daaronder, die bedoeld zijn als hulp bij het oefenen (WdI.hVI.In.6:5).

 

  • Sluit dan je ogen en laat alle mentale rommel en overtuigingen over jezelf en de wereld los. Breng en houd je denkgeest in stille gereedheid om de ervaring van God te ontvangen. Gebruik geen woorden. Wacht alleen maar stil en verwachtingsvol op die ervaring. Vertrouw op de Heilige Geest, in plaats van op woorden. Geef je oefentijd aan Hem en stel je open voor Zijn leiding, waardoor je meditatie misschien in een onverwachte richting wordt geleid.

 

  • Wanneer een afleidende gedachte opkomt – wat ongetwijfeld regelmatig zal gebeuren – zeg dan onmiddellijk: “Deze gedachte wil ik niet. In plaats daarvan kies ik”..... (WdI.hVI.In.6:2) herhaal het idee van de dag : "Alles is een les die God me graag ziet leren". Dit is waarschijnlijk de meest effectieve manier die het Werkboek aanreikt om afdwalende gedachten te verdrijven.

 

  • Besluit je oefening door nogmaals te herhalen: “Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij”.

 

HERHALINGEN

Een of twee minuten op elk heel uur, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.

 

Herhaal het idee van de dag en het centrale thema. Maak je denkgeest dan voor een moment leeg en wacht in stilte op de vrede van God.

 

Herhaal ook tussendoor zo vaak mogelijk het idee van de dag en het centrale thema.

 

ANTWOORD OP VERLEIDINGEN

Zodra je in onvrede dreigt te raken, bevestig dan onmiddellijk je vrijheid door te zeggen:Deze gedachte wil ik niet. In plaats daarvan kies ik”..... herhaal het idee van de dag : "Alles is een les die God me graag ziet leren".

 

OPMERKING

De voorafgaande achtenveertig lessen hebben ons getraind in een basis-oefenvorm, die bestaat uit een langere oefenperiode ’s morgens en ’s avonds en een herhaling op elk heel uur. Wat daarbij ontbrak waren de regelmatige herhalingen tussendoor, waaraan daarvóór zoveel belang werd gehecht. Nu worden deze frequente herhalingen weer aan de instructies toegevoegd, zodat we, ter voorbereiding op Deel II, beschikken over de complete viervoudige oefenstructuur: ‘s morgens en ’s avonds stille tijd, op elk heel uur een herhaling, frequente herhalingen tussendoor en antwoord op verleidingen.

 

In deze laatste herhaling worden tijdens de oefensessies geen woorden meer gebruikt. We herhalen het idee van de dag en het centrale thema en worden dan stil, zonder woorden en gedachten. Dit helpt ons om “in een hoger tempo en langs een korter pad te komen tot de vrede en sereniteit van God” (WdI.hVI.In.4:2). Het helpt ons ook om ons voor te bereiden op de vormloosheid van Deel II.

 

Het is mogelijk dat God tot ons komt in de gedaante van de Heilige Geest, die ons inspireert om op een speciale manier te oefenen. Hij kan ons ook, zoals de laatste lessen zeggen, een woord of een gedachte geven om ons te helpen, of alleen maar stilheid en een rustige, open denkgeest (WdII.361-365.1:3). Als Hij ons naar een bepaalde oefenvorm leidt is dat prima. Anders wachten we in stilte. In overeenstemming met dit vertrouwen in de Heilige Geest vraagt Jezus ons elke oefenperiode in Zijn Handen te leggen en deze volledige herhaling aan Hem te wijden.