Les 162
(11 juni)
Ik ben zoals God mij geschapen heeft.
1. Deze ene gedachte, stevig in de denkgeest vastgehouden, zal de wereld verlossen. We zullen dit van tijd tot tijd herhalen, wanneer we een nieuwe leerfase binnengaan. Naarmate je vordert, zal het veel meer voor jou gaan betekenen. Deze woorden zijn heilig, want het zijn de woorden die God als antwoord gaf op de wereld die jij hebt gemaakt. Hierdoor verdwijnt ze, en alle dingen die in haar mistige wolken en ijle illusies worden gezien, vervliegen wanneer deze woorden worden gesproken. Want ze komen van God.
2. Hier is het Woord waardoor de Zoon zijn Vaders geluk, Zijn Liefde en Zijn compleetheid werd. Hier wordt de schepping verkondigd en geëerd zoals ze is. Er is geen droom die niet door deze woorden wordt verjaagd, geen gedachte aan zonde en geen illusie die de droom bevat, die niet zal vervluchtigen ten overstaan van hun macht. Zij zijn de bazuin van het ontwaken die over heel de wereld schalt. De doden ontwaken in antwoord op haar roep. En de levenden die deze klank horen, zullen de dood nimmer aanschouwen.
3. Waarlijk heilig is hij die deze woorden tot de zijne maakt, met deze woorden in zijn denkgeest opstaat, ze zich de hele dag door herinnert en ze ‘s avonds met zich meeneemt als hij slapen gaat. Zijn dromen zijn gelukkig, zijn rust is gewaarborgd, zijn veiligheid zeker en zijn lichaam genezen, omdat hij slaapt en waakt met altijd de waarheid voor ogen. Hij zal de wereld verlossen omdat hij, telkens wanneer hij de woorden van de waarheid oefent, de wereld geeft wat hij ontvangt.
4. Vandaag oefenen we op een eenvoudige manier. Want de woorden die we gebruiken zijn machtig, en hebben geen gedachten naast zich nodig om de denkgeest te veranderen van hem die ze gebruikt. Zo volkomen wordt die veranderd, dat hij nu de schatkamer wordt waarin God al Zijn gaven en al Zijn Liefde plaatst om aan heel de wereld te worden uitgedeeld, vermeerderd door te geven, compleet gehouden omdat hij onbeperkt deelt. En zo leer jij te denken met God. De visie van Christus heeft jou het zicht teruggegeven door jouw denkgeest te redden.
5. We eren jou vandaag. Jou komt het recht toe op de volmaakte heiligheid die je nu aanvaardt. Met deze aanvaarding wordt verlossing naar iedereen gebracht, want wie kan nog zonde koesteren wanneer een heiligheid als deze de wereld gezegend heeft? Wie kan nog wanhopen wanneer volmaakte vreugde de jouwe is, voor allen beschikbaar als remedie tegen ellende en verdriet, tegen alle gevoel van verlies, een remedie voor volledige ontsnapping aan zonde en schuld?
6. En wie zou nu niet een broeder willen zijn voor jou, jij, zijn bevrijder en verlosser? Wie kan nog nalaten jou met een liefdevolle uitnodiging te verwelkomen in zijn hart, verlangend om zich te verenigen met iemand in heiligheid aan hem gelijk? Jij bent zoals God jou geschapen heeft. Deze woorden verjagen de nacht, en de duisternis is voorbij. Het licht is gekomen vandaag om de wereld te zegenen. Want jij hebt de Zoon van God herkend, en in die herkenning ligt de herkenning van de wereld.
Toelichting:
Voor de derde keer komen we als hoofdthema van een les een gedachte tegen die in de Cursus waarschijnlijk het meest wordt herhaald. De woorden “zoals God (mij) geschapen heeft” komen in de Cursus 105 keer voor. De eerste keren in de lessen 93, 94 en 110 en we zullen ze nog een keer tegenkomen in de lessen 201 tot en met 220.
Waarom is dit idee zo belangrijk en waarom wordt het zo vaak herhaald?
Deze ene gedachte, stevig in de denkgeest vastgehouden, zal de wereld verlossen (1:1).
In het Tekstboek wordt het als volgt verwoord:
Je rijst slechts op uit een illusie van wat jij bent tot de aanvaarding van jezelf zoals God jou heeft geschapen (T24.II.14:5).
Dit is reden genoeg om het idee van vandaag te onthouden en steeds weer te herhalen, totdat het deel uitmaakt van ons denkpatroon. We zouden kunnen zeggen dat het uiteindelijke doel van de Cursus niet meer en niet minder is dan ons op het punt te brengen waarop we deze woorden diep in onze denkgeest verankerd hebben.
In alinea vier wordt de oefening van vandaag “eenvoudig” genoemd, omdat we alleen de woorden van de titel hoeven te herhalen: “Want de woorden die we gebruiken zijn machtig, en hebben geen gedachten naast zich nodig om de denkgeest te veranderen van hem die ze gebruikt”(4:2). De verandering van de denkgeest, waar de Cursus op doelt, is de aanvaarding van onszelf zoals God ons geschapen heeft. Door ons op deze gedachte te concentreren, erover te mediteren, haar te herhalen en te bevestigen, versnellen we deze verandering van de denkgeest.
En zo leer jij te denken met God. De visie van Christus heeft jou het zicht teruggegeven door jouw denkgeest te redden (4:4-5).
Les 93 bevat een nuttige aanvulling die de betekenis van deze woorden kan verduidelijken:
Verlossing vraagt slechts het aanvaarden van één gedachte: jij bent zoals God jou heeft geschapen, niet wat jij van jezelf hebt gemaakt. Welk kwaad jij ook denkt te hebben gedaan, je bent zoals God jou heeft geschapen. Wat voor vergissingen je ook hebt begaan, de waarheid over jou is onveranderd. De schepping is eeuwig en onveranderlijk (WdI.93.7:1-4).
We zijn niet wat we van onszelf hebben gemaakt. Onze vergissingen hebben de waarheid over ons niet veranderd. Dat is wat de aanvaarding van dit idee betekent: de erkenning dat niets van wat we gedaan hebben in staat is om onze relatie met God ook maar enigszins te veranderen, evenmin als onze oorspronkelijke aard, die God ons bij onze schepping heeft gegeven. Onze schandelijkste daden, de gedachten die we nooit uit zouden durven spreken... niets daarvan heeft Gods schepping veranderd. Er is geen reden voor schuld, geen reden om ineen te krimpen van angst. Onze ingebeelde “zonden” hebben geen enkel effect. We zijn nog steeds veilig en compleet, geheeld en heel.
Waarlijk heilig is hij die deze woorden tot de zijne maakt, met deze woorden in zijn denkgeest opstaat, ze zich de hele dag door herinnert en ze ’s avonds met zich meeneemt als hij slapen gaat (3:1).
Dit herinnert mij aan wat in het Oude Testament gezegd wordt over Gods woorden: “Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat” (Deut.6:7). Met andere woorden: maak deze woorden tot een deel van je leven.
Erkennen dat “ik ben zoals God mij geschapen heeft” is de Zoon van God erkennen. Het is vrij zijn van schuld. Het is de onschuld van ieder levend wezen zien. Het is God erkennen als de volmaakte Schepper. Het is het verleden loslaten. Het is de wereld vergeven.
Deze woorden bevatten alles wat we nodig hebben: “Ik ben zoals God mij geschapen heeft”.
Oefeninstructies:
DOEL
Aanvaarden van de volmaakte heiligheid die je recht is; de Zoon van God in jezelf erkennen en deze aanvaarding en erkenning aan iedereen schenken.
OEFENING
’s Morgens en ’s avonds, minimaal vijf minuten en in het ideale geval dertig minuten of meer.
Gebruik deze tijd voor een diepe meditatie. Laat de kracht van deze woorden (“Ik ben zoals God mij geschapen heeft”) je naar de plaats in jezelf brengen waar je het Zelf ervaart dat God heeft geschapen als jij.
Begin de meditatie door aan al je zelfbeelden te denken en bij elk ervan te zeggen: “Ik zie mezelf als...” En laat dit beeld dan los door te bevestigen: “Maar ik ben zoals God mij geschapen heeft”.
HERHALINGEN
Een of twee minuten op elk heel uur, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.
Sta even stil bij het idee en laat het je denkgeest tot rust brengen. Bedank je Vader dan voor zijn zegeningen in het afgelopen uur en vraag Zijn leiding voor het komende uur.
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Kies er bewust voor om je denkgeest vandaag onder te dompelen in deze woorden. Begin en eindig de dag ermee en probeer ze daar tussendoor voortdurend in gedachten te houden. Als je dat doet zul je hun kracht ervaren. Ze kunnen je denkgeest transformeren tot de schatkamer waarin al Gods gaven liggen opgeslagen, klaar om door jou te worden uitgedeeld aan de wereld. De les van vandaag veronderstelt dat jouw begrip van dit idee zich inmiddels heeft verdiept, omdat de woorden die we gebruiken geen gedachten naast zich nodig hebben om de denkgeest te veranderen (4:2), terwijl in eerdere lessen over dit thema (94 en 110) nog richtlijnen voor de toepassing werden gegeven.