Les 93

(3 april)

Er woont licht en vreugde en vrede in mij.

1. Jij denkt dat je de woning bent van slechtheid, duisternis en zonde. Jij denkt dat als iemand de waarheid over jou kon zien, hij zou worden afgestoten en voor je terug zou deinzen als voor een giftige slang. Jij denkt dat als jou de waarheid over jou werd geopenbaard, je met zo’n intense afschuw zou worden vervuld, dat je halsoverkop de hand aan jezelf zou slaan, omdat het je onmogelijk zou zijn nog verder te leven na dit te hebben gezien.

 

2. Dit zijn overtuigingen die zo vast verankerd zijn dat het moeilijk is je te helpen inzien dat ze op niets zijn gebaseerd. Dat je fouten gemaakt hebt, is duidelijk. Dat je op zonderlinge manieren verlossing hebt gezocht, misleid en misleidend bent geweest, bang voor dwaze fantasieen en wilde dromen, en je hebt neergebogen voor afgoden uit stof gemaakt – dit alles is waar, gemeten naar wat jij nu gelooft.

 

3. Vandaag zetten we hier een vraagteken bij, niet vanuit het gezichtspunt van wat jij denkt, maar vanuit een heel ander referentiekader, waarin zulke loze gedachten zonder betekenis zijn. Deze gedachten stemmen niet overeen met Gods Wil. Deze vreemde overtuigingen deelt Hij niet met jou. Dit is op zich voldoende bewijs dat ze ondeugdelijk zijn, maar jij ziet niet in dat dit zo is.

 

4. Waarom zou je niet overlopen van vreugde als jou wordt verzekerd dat al het kwaad dat jij denkt te hebben gedaan, nooit is gedaan, dat al je zonden niets zijn, dat je zo zuiver en heilig bent als jij werd geschapen, en dat er licht en vreugde en vrede in jou woont? Jouw zelfbeeld kan niet de Wil van God weerstaan. Jij denkt dat dit de dood is, maar het is leven. Jij denkt dat je vernietigd wordt, maar je wordt verlost.

 

5. Het zelf dat jij gemaakt hebt, is niet de Zoon van God. Daarom bestaat dit zelf helemaal niet. En alles wat het schijnt te denken en te doen, betekent niets. Het is noch slecht, noch goed. Het is onwerkelijk, en meer niet. Het levert geen strijd met de Zoon van God. Het krenkt hem niet en valt zijn vrede niet aan. Het heeft de schepping niet veranderd, noch eeuwige zondeloosheid tot zonde, noch liefde tot haat verlaagd. Wat voor macht kan dit zelf dat jij gemaakt hebt, dan bezitten, wanneer het de Wil van God weerspreekt?

 

6. God staat voor jouw zondeloosheid garant. Steeds en steeds weer moet dit worden herhaald, totdat het wordt aanvaard. Het is waar. God staat voor jouw zondeloosheid garant. Niets kan haar raken, of dat veranderen wat God als eeuwig heeft geschapen. Het zelf dat jij hebt gemaakt, slecht en vol zonde, is zonder betekenis. God staat voor jouw zondeloosheid garant, en er woont licht en vreugde en vrede in jou.

 

7. Verlossing vraagt slechts het aanvaarden van één gedachte: jij bent zoals God jou heeft geschapen, niet wat jij van jezelf hebt gemaakt. Welk kwaad jij ook denkt te hebben gedaan, je bent zoals God jou heeft geschapen. Wat voor vergissingen je ook hebt begaan, de waarheid over jou is onveranderd. De schepping is eeuwig en onveranderlijk. God staat voor jouw zondeloosheid garant. Jij bent en zult eeuwig precies zo zijn zoals je werd geschapen. Licht en vreugde en vrede wonen in jou omdat God die daar heeft geplaatst.

 

8. In onze langere oefenperioden vandaag – waarbij je het meest baat zult hebben als je ze vijf minuten doet aan het begin van elk uur dat je wakker bent – dien je te beginnen met het uitspreken van de waarheid over jouw schepping:

 

Er woont licht en vreugde en vrede in mij.

God staat voor mijn zondeloosheid garant.

 

Zet dan je dwaze zelfbeelden opzij, en besteed de rest van de oefenperiode eraan te proberen te ervaren wat God jou gegeven heeft in plaats van wat jij voor jezelf hebt verordonneerd.

 

9. Jij bent wat God geschapen heeft, of wat jij hebt gemaakt. Eén Zelf is waar, het andere is er niet. Probeer de eenheid van je ene Zelf te ervaren. Probeer Zijn Heiligheid te waarderen en de liefde waaruit Het geschapen werd. Probeer aan het Zelf dat God als jou geschapen heeft geen afbreuk te doen door Zijn verhevenheid te verbergen achter de nietige afgoden van zondigheid en kwaad die jij gemaakt hebt om in Zijn plaats te stellen. Laat Het tot het Zijne komen. Hier ben jij, Dit ben Jij. En er woont licht en vreugde en vrede in jou, omdat dit zo is.

 

10. Misschien ben je niet bereid of ook maar in staat om de eerste vijf minuten van elk uur voor deze oefeningen te gebruiken. Maar probeer het wanneer je kunt. Denk er op zijn minst aan elk uur deze gedachten te herhalen:

 

Er woont licht en vreugde en vrede in mij.

God staat voor mijn zondeloosheid garant.

 

Probeer er dan tenminste een minuutje voor te nemen je ogen te sluiten en te beseffen dat dit een verklaring is van de waarheid over jou.

 

11. Als zich een situatie voordoet die verontrustend lijkt, verjaag deze illusie van angst dan snel door deze gedachten opnieuw te herhalen. Mocht je in de verleiding komen om kwaad op iemand te worden, zeg hem dan in stilte:

 

Er woont licht en vreugde en vrede in jou.

God staat voor jouw zondeloosheid garant.

 

Je kunt vandaag veel doen voor de verlossing van de wereld. Je kunt vandaag veel doen om je dichter te brengen bij de rol in de verlossing die God jou heeft toegewezen. En je kunt vandaag veel doen om je denkgeest ervan te overtuigen dat het idee van vandaag inderdaad de waarheid is.


Toelichting:

Het idee van vandaag is bijzonder positief en vertelt de waarheid over mij. De eerste alinea van deze les is echter behoorlijk negatief en vertelt wat het ego mij over mezelf heeft geleerd – en goed! Ik denk dat ik de woning ben van slechtheid, duisternis en zonde (1:1). Weinigen van ons denken bewust zo over zichzelf en als zulke gedachten opkomen, onderdrukken we ze snel.

 

De manier waarop ik op mezelf reageer verraadt echter dat ik wel degelijk zo slecht over mezelf denk. Want waarom wil ik mijn “privé-gedachten” zo graag beschermen? Waarom zie ik zo op tegen een zelfonderzoek en het onderzoeken van mijn innerlijke drijfveren?

 

Waarom ben ik bang om het lichaam te verlaten en voor God te verschijnen, wanneer die mogelijkheid in me opkomt? Dat komt omdat ik diepgewortelde twijfels heb over mijn eigen goedheid en waarde.

 

Stel dat ik iemand tegen zou komen die gedachten kan lezen. Zou ik mij op mijn gemak voelen bij zo iemand? Stel dat iedereen die ik tegenkom mijn gedachten kan zien. Dat ik een helm zou dragen met een filmscherm op mijn voorhoofd, dat al mijn gedachten vertoont aan iedereen die naar me kijkt. Hoe zou ik me dan voelen? Ik twijfel er niet aan dat ik mij bijzonder ongemakkelijk zou voelen en misschien zelfs bang, want er gaan voortdurend gedachten door me heen die ik niet graag wil laten zien.

 

Zelfs wanneer ik er redelijk zeker van ben dat mijn bedoelingen zuiver zijn, zijn er vaak onderliggende drijfveren die ik liever verberg. Ook mijn meest welwillende daden zijn soms doorregen met een bepaalde wrok of een gevoel van slachtofferschap en vermengd met verborgen motieven. Soms ben ik mij bewust van een zeker wantrouwen tegenover mezelf. Volgens de Cursus heeft ieder van ons deze twijfel over zichzelf. Heimelijk denken we, of geloven we zelfs bewust, dat we niet helemaal betrouwbaar, goed en liefdevol zijn. En zoals deze les zegt is het moeilijk deze overtuigingen over onszelf los te laten.

Toch is dat precies het doel van de Cursus:

 

Hij beoogt ..... de blokkades weg te nemen voor het bewustzijn van de aanwezigheid van liefde, die jouw natuurlijk erfgoed is (TIn.1:7).

 

De waarheid is dat ik in mijn diepste Zelf volkomen beminnenswaard en volkomen liefdevol ben (T1.III.2:3-4). Licht en vreugde en vrede wonen in mij; ik ben hun thuis en als schepping van God blijven ze voorgoed bij mij.

Om een begin te maken met het in twijfel trekken van de verborgen negatieve overtuigingen over mezelf (wat een van de manieren is waarop de Cursus “schuld” definieert), en met mezelf te zien zoals God me geschapen heeft, heb ik “een heel ander referentiekader” nodig (3:1), een andere staat van bewustzijn. Dat is wat de Heilige Geest voor mij doet; dat is wat er gebeurt in het heilig ogenblik. De waarheid is:

 

... dat al het kwaad dat jij denkt te hebben gedaan, nooit is gedaan, dat al je zonden niets zijn, dat je zo zuiver en heilig bent als jij werd geschapen, en dat er licht en vreugde en vrede in jou woont (4:1).

 

In Star Trek beweert Mr. Spock dat mensen niet altijd logisch denken. Onze denkgeest verzint automatisch allerlei argumenten om onze onschuld tegen te spreken. Of we wijzen het idee dat we onschuldig zijn als absurd van de hand, als onredelijk en onlogisch, zonder er serieus over na te denken. Waarom? Omdat we denken dat we doodgaan als we de waarheid over onze onschuld erkennen. Het ego is zo geïdentificeerd met een schuldig zelfbeeld dat bedreiging daarvan betekent dat we worden bedreigd in ons voortbestaan. “Maar het is leven” (4:3), niet de dood.

 

Wanneer de Heilige Geest ons onze onschuld toont, worden we bang omdat dit onze hele wereld op zijn kop zet en het referentiekader onderuit haalt dat gebaseerd is op onze oordelen. Het is beangstigend om te denken dat we ons volslagen vergist hebben met betrekking tot onszelf, zelfs wanneer deze vergissing eruit bestaat dat we onszelf veroordelen en we in waarheid schuldeloos zijn.

 

Een van de methoden die deze les gebruikt om ons oude, schuldige zelfbeeld onderuit te halen is het steeds opnieuw herhalen van de woorden “God staat voor jouw zondeloosheid garant” (6:1 en nog op zes andere plaatsen in deze les). Veelvuldig herhalen is een uitstekende manier om de denkgeest te herprogrammeren. Daarom wordt ons gevraagd om, als het mogelijk is, aan het begin van elk uur vijf minuten te wijden aan het herhalen van deze ideeën en ons te realiseren dat dit de waarheid is over onszelf:

 

Er woont licht en vreugde en vrede in mij.

God staat voor mijn zondeloosheid garant (8:2-3, 10:4-5; 11:3-4).

 

De Cursus bedoelt niet dat God ons ziet als arme, zondige schepselen en ons zondeloos maakt. Dat is niet nodig, omdat we zondeloos geschapen zijn. Je hebt nooit gezondigd, zegt deze les. Ik denk dat dat wél zo is (en mensen die me kennen denken dat ook...), ik geloof dat ik gezondigd heb, ik ben er volkomen van overtuigd dat ik dat heb gedaan... maar ik heb nooit gezondigd. Ik heb vergissingen begaan, maar geen zonden, omdat er geen zonden bestaan. “Zondigen zou zijn: de werkelijkheid geweld aandoen, en daarin slagen” (T19.II.2:2) en dat is eenvoudigweg onmogelijk.

 

De Zoon van God kan zich vergissen, kan zichzelf misleiden, hij kan zelfs de kracht van zijn denkgeest tegen zichzelf keren. Maar zondigen kan hij niet. Er is niets wat hij kan doen dat zijn werkelijkheid op enigerlei wijze echt zou kunnen veranderen, of hem echt schuldig maken (T19.II.3:1-3).

 

Mijn zondeloosheid is gegarandeerd omdat ik niet kan zondigen; dat is simpele logica. Als iets onmogelijk gedaan kan worden, dan staat vast dat ik het niet zal doen en nooit gedaan heb.

 

De oefeningen van vandaag zijn pogingen om het Zelf te ervaren, onze werkelijkheid zoals God deze geschapen heeft. Dat betekent dat we het “andere zelf” los moeten laten en ons moeten openen voor de onmetelijke liefde die in ons is, in ons stroomt, ons omringt en omhelst. En dan die geweldige woorden: “Hier ben jij, Dit ben Jij” (9:7). Dit ben Jij! Als het kan, denk dan aan de meest directe en overweldigende ervaring van Gods aanwezigheid die je ooit hebt gehad, en zeg tegen jezelf: Wat ik op dat moment heb ervaren, Dat ben Ik. Dat is wat Ik ben.


Oefeninstructies:

DOEL

Voorbij het geloof gaan dat je zondig en slecht bent, en het zondeloze Zelf ervaren dat God geschapen heeft als jij.

 

OEFENING

De eerste vijf minuten van elk uur.

 

  • Herhaal: “Er woont licht en vreugde en vrede in mij. God staat voor mijn zondeloosheid garant”. Ik vind het behulpzaam om achter elke kwaliteit even te pauzeren: Licht... vreugde... vrede..., zodat ik de waarde van elk woord kan voelen.
  • Besteed de rest van deze oefenperiode aan een meditatie, waarin je voorbij al je dwaze zelfbeelden probeert te gaan. Reik diep binnenin jezelf naar het Zelf dat God geschapen heeft als jij en dat vervuld is van licht en vreugde en vrede. Probeer de eenheid, de heiligheid en de liefde van dit Zelf te ervaren. “Laat het tot het Zijne komen” (9:6). Bewaar een houding van vertrouwen, verlangen en vastberadenheid en verdrijf afleidende gedachten door het idee te herhalen.
  • Alternatief: Wanneer je niet in staat of bereid bent om de eerste vijf minuten van elk uur te oefenen, herhaal dan op zijn minst elk uur: “Er woont licht en vreugde en vrede in mij. God staat voor mijn zondeloosheid garant”. Sluit dan even je ogen en probeer te beseffen dat dit de waarheid over jou is.

 

ANTWOORD OP VERLEIDINGEN

  1. Wanneer zich een situatie voordoet die onrust veroorzaakt, dan meteen: “Er woont licht en vreugde en vrede in mij. God staat voor mijn zondeloosheid garant”.
  2. Wanneer een persoon je boos of angstig lijkt te maken, zeg dan in gedachten tegen hem of haar: “Er woont licht en vreugde en vrede in jou. God staat voor jouw zondeloosheid garant”.

 

OPMERKING

Vandaag wordt begonnen met een reeks lessen waarin je gevraagd wordt om de eerste vijf minuten van elk uur waarop je wakker bent te oefenen. Om je te helpen deze uitdaging aan te gaan bevatten deze lessen veel aanmoedigingen. In de les van vandaag vind je deze aanmoediging terug in de laatste zinnen, die zeggen dat je door te oefenen veel doet voor de verlossing van de wereld, dat je dichter bij je rol in Gods verlossingsplan komt, en dat je dichter bij de overtuiging komt dat licht en vreugde en vrede zich werkelijk in jou bevinden.