Open mind meditatie
Meditatie is een fundamenteel onderdeel van de Werkboek-beoefening en de training daarin begint al vroeg, in les 41. Daar leren we de standaardtechniek van het naar binnen keren en wordt deze een belangrijk onderdeel van de dagelijkse beoefening.
Wanneer het Werkboek het tweede deel nadert begint de meditatie echter van vorm te veranderen. Tot nu toe hebben we tijdens de meditatie woorden gebruikt die ons helpen om ons te concentreren en ons naar ons doel leiden. Nu wordt van ons gevraagd om voorbij woorden te gaan en nonverbaal te oefenen.
Dit is een wezenlijk nieuwe vorm van mediteren – althans voor het Werkboek. Maar het is tevens zijn voorkeursvorm, die op veel plaatsen wordt onderwezen:
- Herhaling V (les 171-180), Inleiding, alinea 12
- Herhaling VI (les 201-220), Inleiding, alinea 4-6
- Deel II (Les 221-360), Inleiding, alinea 3-5
- De laatste lessen (les 361-365), Inleiding, alinea 1
Waarom heeft deze methode de voorkeur? Omdat ze ons voorbij woorden meevoert naar een directe ervaring. Wanneer het Werkboek spreekt over het “ontstijgen van woorden” (WdI.hVI.In.4:1), bedoelt het bijna altijd de Open Mind meditatie. In feite is het ontstijgen van woorden belangrijk om dezelfde redenen als de belangrijkheid van woorden zelf. De Cursus beschrijft een nieuwe wereld met een nieuwe betekenis. Woorden zijn zo belangrijk in de Cursus omdat ze naar die nieuwe wereld verwijzen. Ze vertegenwoordigen betekenis en daarom zijn het uitstekende “bemiddelaars”. Om ons die nieuwe wereld binnen te leiden helpen ze ons om daarmee in contact te komen. Zoals alle bemiddelaars belemmeren ze echter een rechtstreekse ontmoeting. Wanneer twee partijen klaar zijn om zich te verenigen eindigt het werk van de bemiddelaar. Uiteindelijk dienen we woorden dus opzij te zetten om een volledige, rechtstreekse ervaring te verkrijgen.
We wachten op de ervaring en beseffen dat alleen hierin overtuigingskracht ligt. We bedienen ons van woorden en proberen telkens en telkens weer daaraan voorbij te gaan naar hun betekenis, die ver voorbij hun klank gelegen is. De klank wordt zwakker en verdwijnt naarmate we de Bron van de betekenis naderen. Het is Hier dat we rust vinden (WdI.hV.In.12:3-6).
Open Mind meditatie is niet bedoeld om ons in een toestand te brengen die niet in woorden kan worden uitgedrukt; het gaat erom onze denkgeest te bevrijden van alle woorden, zodat we die staat vanzelf bereiken. We laten dus alle woorden en gedachten los en handhaven een nonverbale aandacht, een zuiver, verwachtingsvol wachten op de komst van God. Onze denkgeest wordt als een wolkeloze hemel, gevuld met niets anders dan “stille verwachting” (WdI.157.4:3), wachtend totdat de zon opkomt aan de horizon. Deze woordeloze aandacht vinden we terug in de volgende poëtische tekst:
De Godsherinnering schemert aan de wijde horizonten van onze denkgeest. Nog even, en ze zal weer opkomen. Nog even, en wij die Gods Zonen zijn, zijn veilig thuis, waar Hij wil dat we zijn (WdII.In.9:5-7).
Anders dan bij andere meditatievormen gebruiken en herhalen we dus geen woorden, behalve wanneer onze gedachten afdwalen. Het doel is onze denkgeest vrij te maken van alle woorden, zelfs van de woorden van de Cursus. De meesten van ons vinden dit moeilijk. We spreken gemakkelijk over het voorbijgaan aan woorden, maar als het erop aankomt om dat te doen vinden we het behoorlijk moeilijk. Wanneer we ons deze techniek echter eigen maken, zal ze ons veel voldoening geven. En we moeten haar ons eigen maken. Er is een reden waarom het laatste deel van het Werkboek de voorkeur geeft aan deze methode. Uiteindelijk gaat het in de Cursus niet om het krijgen van een beeld van de Hemel, het gaat erom daar heen te gaan.
PRAKTISCHE TOEPASSING
1. Herhaal het idee van de dag als een uitnodiging aan God om tot je te komen.
Stel je voor dat je je beoefening in de Handen van de Heilige Geest legt.
2. Laat, ter voorbereiding op een rechtstreekse ervaring, alle woorden en gedachten los, evenals alles wat je denkt te weten en te begrijpen.
Gebruik desgewenst de volgende tekst als introductie:
Ik weet niet wat ik ben.
Ik weet niet wat mijn eigenschappen zijn.
Ik weet niet wat God is.
Ik weet niet wat de wereld is.
Ik weet niet wat waar en wat onwaar is.
Ik weet niet wat mij gelukkig maakt.
Ik wil mijn lichaam en zijn behoeften vergeten.
Ik wil het verleden en de toekomst vergeten.
Ik wil met volledig lege handen tot mijn God komen.
3. Houd je denkgeest in een staat van stilte, als in een vacuüm.
In negatieve zin is dit vacuüm een leegte, in positieve zin is deze leegte gevuld met zichzelf, als een verlangen om gevuld te worden. De essentie van deze techniek is om zowel de negatieve als de positieve kant van het vacuüm toe te laten: wacht in een lege denkgeest, die vrij is van woorden, gedachten en ideeën, verwachtingsvol op een volheid die van God afkomstig is.
3a. Laat alle woorden, gedachten en ideeën los.
- Loslaten van woorden: Herhaal geen woorden. Het zijn slechts symbolen die rechtstreeks weten in de weg staan.
- Loslaten van gedachten en ideeën: laat alles los wat je denkt te weten en te begrijpen. Je “kennis” staat werkelijke kennis in de weg.
3b. Wacht op de volheid die van God afkomstig is.
- Wacht in verwachtingsvolle stilte op God (of waarheid, of vrede, enzovoort).
- Laat je denkgeest stil zijn, alleen gevuld met zuivere verwachting. Wacht als iemand die wacht op de zonsopgang.
- Stel je denkgeest open voor een volkomen nieuw weten, een weten dat woorden overstijgt.
- Blijf ontspannen, doe geen enkele moeite. “Stel je denkgeest voor Hem open. Wees stil en rust” (WdI.128.7:7-8).
4. Wanneer je gedachten afdwalen (wat regelmatig zal gebeuren) gebruik dan enkele woorden om terug te keren naar het stille, nonverbale wachten.
Desgewenst kun je hiervoor een enkel woord gebruiken zoals het idee van de dag, of de zin: “Deze gedachte wil ik niet. In plaats daarvan kies ik..... (herhaal het idee van de dag).
5. Realiseer je dat je oefent onder de hoede van de Heilige Geest.
Stel je open voor Zijn hulp en sta Hem toe je beoefening in een bepaalde richting te leiden. Dat kan zijn door een woord of gedachte om je op te concentreren (dat gaat tegen de regels in, maar in dit geval is Hij het die dit doet...) of door een vredige, open denkgeest. Of misschien geeft Hij je een bepaalde instructie, of een beeld, of een andere ervaring. Omdat dit ingaat tegen de richtlijnen over deze meditatievorm is het van groot belang om onderscheid te maken tussen ZIJN ingevingen en je eigen gedachten en dagdromen.
6. Besluit met het herhalen van het idee van de dag.