Les 179
(28 juni)
God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.
1. (167) Er is één leven, en dat deel ik met God.
God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.
2. (168) Uw genade is mij gegeven. Nu maak ik er aanspraak op.
God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.
Toelichting:
Alinea 11 van de Inleiding op deze herhaling:
In deze alinea wordt weer veel aandacht besteed aan de oefeningen van het Werkboek en aan het herhalen van de ideeën die het presenteert. Herhaling is een van de belangrijkste technieken voor de training van de denkgeest, waar het in de Cursus om gaat. Wanneer we het doen zoals wordt aanbevolen – en ik ben de eerste die toegeeft dat ik dit niet altijd doe – mediteren we elke ochtend en elke avond vijf minuten tot een half uur over het idee van de dag en herhalen dit elk uur. In deze herhaling voegen we de twee gedachten van de lessen die we herhalen toe aan het centrale thema: “God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook”.
Dit is niet nieuw. Het herhalen van spirituele gedachten is in veel religies gebruikelijk, ook in het christendom. In 1959 bezocht ik een avondcollege over bijbelmeditatie. De bedoeling was om bijbelverzen van buiten te leren en op te slaan in het geheugen. Om dit te bereiken moesten ze voortdurend herhaald worden: als je ’s morgens opstond, als je je van de ene plek naar de andere begaf, als je in de bus of de trein zat, en ‘s avonds vlak voordat je ging slapen. De docent definieerde dit als “het Woord van de Heer met Hemzelf delen, en daar je eigen gerelateerde gedachten aan toevoegen”. Hij vertelde dat dit zijn leven radicaal had veranderd.
Het veranderde mijn leven eveneens radicaal. In de loop van de tijd leerde ik honderden bijbelverzen van buiten. Op een avond mediteerde ik voor het slapengaan over de verzen van die dag. Ik maakte er een gebed van, praatte er met God over en paste ze toe op mijn leven. Toen viel ik in slaap terwijl de woorden nog steeds door mij heen gingen.
De volgende morgen werd ik wakker met diezelfde woorden nog steeds in mijn hoofd. Ik geloofde – en geloof nog steeds – dat ze de hele nacht keer op keer als een tape in mijn hoofd waren afgespeeld. Ik stond op met een vreugdevolle explosie van vertrouwen omdat ik besefte dat ik mijn geest werkelijk had gevuld met voedende gedachten.
Hetzelfde geldt voor de gedachten van Een cursus in wonderen. Het is geweldig wanneer deze gedurende de dag, of als je ‘s morgens wakker wordt, spontaan in je opkomen, maar dat lukt niet zonder heel veel herhaling. Zonder deze gedachten te herhalen zal een tape met heel andere woorden keer op keer worden afgespeeld. We hebben onze denkgeest namelijk al uitstekend getraind – maar met de verkeerde gedachten. We moeten ons bewust inspannen en er steeds opnieuw voor kiezen om de gedachten van de dag te onthouden en te herhalen, erover te mediteren en ze in ons leven toe te passen. Dit is een cursus in het trainen van de denkgeest en “trainen” betekent “stelselmatig oefenen.” Wanneer we dit met ons hele hart doen zullen we resultaat boeken.
En zo zullen we inzien, wanneer we deze herhaling hebben beëindigd, dat de woorden die we spreken waar zijn (11:5).
Laten we ons vandaag, en alle dagen daarna, herinneren dat er één leven is, en dat ik dit deel met God (WdI.hV.167.t). En laten we voortdurend bevestigen, elke keer als dat kan, dat Zijn genade mij gegeven is en dat ik daar nu aanspraak op maak (WdI.hV.168.t).
Wees niet ontmoedigd als je het vergeet. Ik vergeet het nog steeds regelmatig. Maar ik herinner het mij ook steeds vaker. Als je vanmorgen alleen de les hebt gelezen, probeer vandaag dan in elk geval één keer de ideeën te herhalen, of neem vóór het slapengaan een paar minuten de tijd om God te bedanken. Probeer vandaag één keer vaker te oefenen dan gisteren. En als je het gisteren helemaal vergeten was, neem dan het besluit om vandaag minstens één keer te oefenen. Elke keer dat je dit doet zet je een grote stap voorwaarts.
De alinea die we morgen behandelen herinnert ons eraan dat woorden slechts hulpmiddelen zijn en de oefeningen alleen dienen om tot een ervaring te komen. Maak dus geen ritueel van de oefeningen, het gaat om de ervaring.
Oefeninstructies:
DOEL
Je voorbereiden op deel II van het Werkboek. Meer tijd en aandacht geven aan de praktische beoefening en het “versnellen van je voetstappen” op je reis naar God. Herkennen van de waarheid van het centrale idee: “God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook”. Maak van deze herhaling een geschenk aan Jezus, en een periode waarin je een nieuwe, maar tegelijkertijd oeroude ervaring met hem deelt.
HET GEBED
Gebruik het gebed in alinea 2 en 3 om de herhalingslessen aan God op te dragen. Je vraagt Hem hierin om je oefening te leiden en je terug te roepen wanneer je afdwaalt, zodat je sneller vooruitkomt op je weg naar Hem.
HET CENTRALE IDEE
Deze herhaling draait om het idee “God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook”. Het doel hiervan is om je op een punt te brengen waar je de waarheid van dit idee werkelijk kunt begrijpen en ervaren. Het doel van de ideeën die herhaald worden is dit centrale idee te ondersteunen, de diverse aspecten ervan te verduidelijken, en het “meer betekenis te geven, meer persoonlijk en waar te laten zijn” (WdI. hV.In.4:2).
Laat dit idee daarom elke dag van deze tiendaagse herhaling tot je doordringen. Begin en eindig de dag ermee; begin en eindig elke oefenperiode ermee en elk idee dat je herhaalt.
OEFENING
’s Morgens en ’s avonds, minimaal vijf minuten en in het ideale geval dertig minuten of meer.
Herhaal het centrale idee: “God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook”, en de twee ideeën die herhaald worden. Herhaal aan het begin en het eind van elk idee het centrale idee. Gebruik de ideeën die je herhaalt om een aspect van het centrale idee te belichten, zodat dit meer betekenis voor je krijgt.
Begeef je dan in een stille meditatie. Houd je denkgeest vrij van woorden. Woorden zijn slechts wegwijzers, ze wijzen in de richting van de betekenis, maar nu zoeken we de directe ervaring van deze betekenis en daarbij staan woorden alleen maar in de weg. Wacht in deze woordeloze leegte “in stille afwachting” (WdI.94.4:1) op de ervaring waarover de woorden spreken, de ervaring van je ware Zelf. Je volledige aandacht is gericht op het laten rusten van je denkgeest “in stille verwachting” (WdI.157.4:3). Je denkgeest is rustig en in evenwicht.
Als je gedachten afdwalen, wat regelmatig zal gebeuren, herhaal dan het centrale idee om jezelf eraan te herinneren waar je op wacht – het bewustzijn van je ware Zelf – en keer terug tot je zwijgend wachten.
Besluit de oefening door het centrale idee nogmaals te herhalen.
HERHALINGEN
De oefeninstructies die in Les 153, alinea 15-18 worden gegeven, gelden ook voor deze herhalingen: ’s morgens en ’s avonds een lange oefenperiode en daar tussendoor op elk heel uur een of twee minuten, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.
Herhaal de twee ideeën, en begin en beëindig elk ervan met het centrale idee. Dank God voor zijn gaven in het afgelopen uur en vraag Zijn Leiding voor het komende uur. Besluit met het centrale idee.