Les 101
(11 april)
Gods Wil voor mij is volmaakt geluk.
1. Vandaag zullen we doorgaan met het thema geluk. Dit is een sleutelbegrip om te begrijpen wat verlossing betekent. Jij gelooft nog steeds dat hiervoor lijden wordt verlangd als boete voor jouw ‘zonden’. Dat is niet zo. En toch moet je dit wel denken zolang jij gelooft dat zonde werkelijk is en dat Gods Zoon zondigen kan.
2. Als zonde werkelijk is, dan is straf gerechtvaardigd en onontkoombaar. Verlossing kan zodoende niet anders dan door lijden worden verworven. Als zonde werkelijk is, dan moet geluk wel illusie zijn, want ze kunnen niet beide waar zijn. Zij die zondig zijn staan alleen borg voor dood en pijn, en dat is waarom ze vragen. Want ze weten dat dit op hen wacht en hen opsporen en vinden zal, ergens, ooit, in enige vorm die de rekening vereffent die ze God schuldig zijn. In hun angst willen ze aan Hem ontsnappen. En toch achtervolgt Hij hen en ontsnappen kunnen ze niet.
3. Als zonde werkelijk is, moet verlossing pijn betekenen. Pijn is de prijs voor zonde, en als zonde werkelijk is valt er nooit aan lijden te ontkomen. Verlossing moet gevreesd worden, want ze zal doden, maar langzaam, en alles wegnemen voordat ze de weldaad van een welkome dood vergunt aan slachtoffers van wie niet veel meer dan beenderen rest voordat de verlossing is bevredigd. Haar toorn is grenzeloos, genadeloos, maar volkomen rechtvaardig.
4. Wie zou zo’n barbaarse straf opzoeken? Wie zou verlossing niet willen ontvluchten en de Stem die hem dit aanbiedt proberen te smoren op iedere mogelijke manier? Waarom zou hij proberen te luisteren en Haar aanbod aanvaarden? Als zonde werkelijk is, is haar aanbod de dood, toegediend in een wrede vorm die moet passen bij de verdorven wensen waaruit zonde is ontstaan. Als zonde werkelijk is, is verlossing je bittere vijand geworden, de vloek van God over jou die Zijn Zoon gekruisigd heeft.
5. Jij hebt vandaag de oefenperioden nodig. De oefeningen leren dat zonde niet werkelijk is en dat alles waarvan jij gelooft dat het wel uit zonde moet voortvloeien, nooit zal gebeuren, omdat het geen oorzaak heeft. Aanvaard de Verzoening met een open denkgeest, die nergens de sluimerende overtuiging koestert dat jij van Gods Zoon een duivel hebt gemaakt. Er is geen zonde. We oefenen vandaag zo vaak we kunnen met deze gedachte, omdat die de basis vormt voor het idee van vandaag.
6. Gods Wil voor jou is volmaakt geluk omdat er geen zonde is en lijden geen oorzaak heeft. Vreugde is gerechtvaardigd, en pijn is alleen het teken dat jij jezelf verkeerd begrepen hebt. Vrees niet de Wil van God. Maar wend je ernaartoe in het vertrouwen dat die jou van alle gevolgen bevrijden zal die de zonde in haar koortsachtige verbeelding heeft gewrocht. Zeg:
Gods Wil voor mij is volmaakt geluk.
Er is geen zonde; ze heeft geen gevolg.
Zo moet je je oefenperioden beginnen, en dan opnieuw proberen de vreugde te vinden die deze gedachten in je denkgeest zullen opwekken.
7. Geef deze vijf minuten van harte, om de zware last weg te nemen die jij jezelf oplegt door de waanzinnige overtuiging dat zonde werkelijk is. Ontsnap vandaag aan de waanzin. Je bent de weg naar de vrijheid ingeslagen, en nu geeft het idee van vandaag jou vleugels, en hoop om je almaar sneller naar het wachtend einddoel te spoeden: vrede. Er is geen zonde. Onthoud dit vandaag en zeg tegen jezelf zo vaak je kunt:
Gods Wil voor mij is volmaakt geluk.
Dit is de waarheid, want er is geen zonde.
Toelichting:
Als Een cursus in wonderen over verlossing spreekt heeft hij het over gelukkig zijn. Dit staat in contrast met de gebruikelijke opvatting over verlossing, die een pijnlijke loutering van onze zonden inhoudt. Als we eerlijk zijn tegen onszelf moeten we toegeven dat het idee “boeten voor onze zonden” diep geworteld is in ons bewustzijn en in allerlei duidelijke en minder duidelijke vormen opduikt. Een van de meest subtiele, maar gemakkelijk te ontdekken vormen als je ernaar op zoek gaat, is ons schuldgevoel over gelukkig zijn.
Is dat je nog nooit opgevallen? Op de een of andere manier voelt het niet goed of veilig om “te” gelukkig te zijn of om “teveel” geluk te hebben. We hebben het vreemde gevoel dat ons, als we “overgelukkig” zijn, iets vervelends zal overkomen. Het bekende gezegde “dit is te mooi om waar te zijn” is een voorbeeld van dit syndroom. In Sondra Ray’s training over liefdevolle relaties wordt altijd de vraag gesteld: “Hoe goed kun je tegen geluk?”
Dat is een interessante vraag.
We kunnen ons schuldig voelen wanneer wij gelukkig zijn als een vriend om de een of andere reden verdrietig of overstuur is, en ons verplicht voelen om mee te gaan in zijn ellende. En het idee dat we altijd gelukkig zouden kunnen zijn lijkt te gek voor woorden. Wij denken dat ellende een natuurlijk onderdeel van het leven is, en zelfs dat lijden de enige manier is om te voelen dat we echt leven (luister maar eens met “Cursusoren” naar het lied van Carly Simon: “Haven’t got time for the pain”). We denken dat we het lijden nodig hebben en realiseren ons niet dat al deze ideeën rechtstreeks herleid kunnen worden tot ons geloof in zonde en straf. We realiseren ons niet dat we in feite kiezen om ongelukkig te zijn.
Er is geen enkele reden voor zelfbestraffing. We hoeven niet te boeten voor onze zonden, omdat er geen zonden bestaan. Sommigen van ons zullen, als ze dit lezen, onmiddellijk denken dat dit gevaarlijke gedachten zijn. Als zonden niet bestraft worden, kunnen zondaars hun gang gaan. We denken dat straf nodig is om grenzen te stellen aan het kwaad. In deze wereld, waarin het bestaan van lichamen werkelijkheid lijkt te zijn, moeten inderdaad soms grenzen worden gesteld, al is dat waarschijnlijk veel minder vaak nodig dan we denken. Maar een discussie over de toepassing van deze ideeën op sociaal wangedrag (criminaliteit e.d.) kan ons maandenlang afleiden en is niet waar het nu om gaat. Wij geloven dat God eist dat we boete doen voor de zonden die we tegen Hem hebben begaan. Maar hoe zit het als we dat helemaal niet hebben gedaan? Als onze “zonden” voor Hem niets anders betekenen dan van een mug een olifant maken, en Hem op geen enkele wijze beïnvloeden?
Hoe kunnen we gelukkig zijn als we geloven dat God boos op ons is? Hoe kunnen we uitzien naar een verlossing die alleen bereikt kan worden door pijn? De hel is geen verlossing! Een God van Liefde vraagt dergelijke dingen niet van ons. God is niet boos. Zijn Wil voor ons is volmaakt geluk. Als zonde werkelijk is, dan is straf ook werkelijk; en als straf werkelijk is, dan hebben we alle reden om van God weg te vluchten. En dat is precies de reden waarom het ego een dergelijk beeld van God promoot. Maar: “Er is geen zonde” (5:4) zegt deze les, en ze spoort ons aan om vandaag zo vaak we kunnen met deze gedachte te oefenen (5:5).
Als ik over deze ideeën nadenk komt iets bij me op dat zich bijna elke dag voordoet. Als ik iets doe wat ik zelf afkeur, of iets nalaat waarvan ik vind dat ik het zou moeten doen, of mezelf ergens om veroordeel, betrap ik mezelf vaak op de gedachte dat ik gedurende een bepaalde periode berouw moet voelen, voordat ik weer gelukkig mag zijn. Alleen maar beseffen dat ik mijn vergissing werkelijk heb gemaakt en besluiten om mijn denkgeest te veranderen kan onmogelijk voldoende zijn om gelukkig te mogen zijn, nietwaar? Moet ik niet eerst boeten voor mijn zonde? Op zijn minst tien minuten doorbrengen in meditatie? Wat een onzin!
Maar toch blijven die gedachten terugkomen en dat maakt me duidelijk dat ik mijn denkgeest nog steeds niet heb bevrijd van het schuld-en-boete idee; dat ik nog steeds denk dat ik God iets schuldig ben. Maar het enige wat God op dat moment – en op elk moment – voor mij wil is geluk. “God gehoorzamen” betekent dus: “gelukkig zijn”. Het betekent het loslaten van mijn eigenzinnige boetedoening en me verheugen in Zijn Liefde. Het betekent de Verzoening voor mijzelf aanvaarden. Wat is een betere manier om af te rekenen met zonde dan door te stoppen mij erdoor naar beneden te laten trekken in een zielige zelfvernedering en te weigeren hem de macht te geven mij weg te houden van mijn geluk?
Vandaag weiger ik mezelf de last van schuld op te leggen. Ik hef mijn hoofd op, glimlach, en eer God door gewoon gelukkig te zijn. Het grootste geschenk dat ik iedereen kan geven is mijn geluk.
Gods Wil voor mij is volmaakt geluk.
Dit is de waarheid, want er is geen zonde (7:6-7).
Oefeninstructies:
DOEL
Leren dat zonden geen werkelijkheid zijn en dat Gods Wil voor jou daarom vreugde is, geen straf. Ervaren van die vreugde en ontsnappen aan de zware last die je jezelf hebt opgelegd, door te geloven dat zonden werkelijk zijn.
OEFENING
De eerste vijf minuten van elk uur. Als dit niet mogelijk is, doe dan de alternatieve oefening (zie instructies bij les 93 en 94).
- Zeg: “Gods Wil voor mij is volmaakt geluk. Er is geen zonde; ze heeft geen gevolg”.
- Doe dan dezelfde meditatieoefening als gisteren. Kijk diep in jezelf, om die plek te vinden waar Gods Wil voor jou verblijft, de plek waar louter vreugde heerst. “Vreugde is gerechtvaardigd” (6:2), omdat je nooit gezondigd hebt. Richt al je aandacht op je intentie om die bron van vreugde in jezelf te bereiken. Roep je denkgeest terug wanneer hij verstrikt raakt in “nietige gedachten en dwaze doelen” (WdI.100.8:5) en zoek vol vertrouwen Gods Wil in je, wetend dat dit je zal bevrijden van alle pijn die je jezelf hebt bezorgd.
HERHALINGEN
Herhaal zo vaak mogelijk: “Gods Wil voor mij is volmaakt geluk. Dit is de waarheid, want er is geen zonde”.
OPMERKING
“Jij hebt vandaag de oefenperioden nodig” (5:1), want ze leren je dat zonden niet werkelijk zijn. Ze brengen je de aanvaarding van de Verzoening. Je voeten hebben reeds het pad naar de vrijheid betreden en de oefening van vandaag kan je vleugels geven om je reis te versnellen, evenals de hoop dat je steeds sneller zult vorderen. Oefen daarom vol vreugde, “geef deze vijf minuten van harte” (7:1).