Les 118
(28 april)
Voor de herhaling ‘s ochtends en ‘s avonds:
1. (105) Gods vrede en vreugde behoren mij toe.
Vandaag zal ik Gods vrede en vreugde aanvaarden, in blije ruil voor alle substituten die ik heb gemaakt voor vrede en geluk.
2. (106) Laat ik stil zijn en naar de waarheid luisteren.
Laat mijn eigen zwakke stem stil zijn, en laat mij de machtige Stem voor de Waarheid Zelf horen, die me verzekert dat ik Gods volmaakte Zoon ben.
3. Op het hele uur:
Gods vrede en vreugde behoren mij toe.
Op het halve uur:
Laat ik stil zijn en naar de waarheid luisteren.
Toelichting:
De vervangingen die ik heb gemaakt voor vrede en geluk staan mij in de weg bij het aanvaarden van Gods vrede en vreugde. Ik bezit Gods vrede en vreugde al, maar mijn ego heeft besloten dat dit niet voldoende is. De Cursus zegt: het wil méér dan alles (T29.VII.2:3). Mijn heelheid is niet genoeg. Deze paragraaf van het Tekstboek zegt in feite dat mijn zoektocht naar méér dan alles blijkt uit het gegeven dat ik in deze wereld ben.
Niemand komt hier zonder nog hoop, een of andere langslepende illusie, of een droom te hebben dat er buiten hem iets is wat hem geluk en vrede brengen zal (T29.VII.2:1).
Ik ben op zoek naar geluk en vrede, maar ik zoek ze buiten mezelf. Ik ontken dat ze in mijzelf aanwezig zijn, waar God ze geplaatst heeft. Om de vrede en vreugde te vinden die onafscheidelijk met mij verbonden zijn, moet ik alle vervangingen die ik heb gemaakt omruilen. Ik moet ophouden het geluk buiten mezelf te zoeken. Dat is niet gemakkelijk, zoals ik heb gemerkt. Maar het gebeurt geleidelijk aan. Beetje bij beetje leren we dat wat we in de wereld zoeken daar niet gevonden kan worden, in ieder geval niet in een blijvende vorm. Tegelijkertijd beginnen we beetje bij beetje iets te voelen van de vreugde en vrede in onszelf.
Als we beide ervaringen tegen elkaar afwegen, begint duidelijk te worden dat de vreugde en vrede die van binnenuit komen veel betrouwbaarder en bevredigender zijn dan die welke van buiten lijken te komen. We kunnen een poosje proberen ons aan beide vast te houden, maar dat werkt niet. Uiteindelijk zullen we loslaten en ons in de armen van God laten vallen. Uiteindelijk zullen we eenvoudig Gods vrede en vreugde aanvaarden.
Mijn eigen stem blijft proberen om aan te geven hoe het zou moeten zijn. De Cursus zegt echter dat we op moeten houden met naar ons eigen advies te luisteren: “Neem nu ontslag als je eigen leraar” (T12.V.8:3). We moeten ophouden met denken dat we de controle hebben, dat we weten wat we moeten doen en wat nodig is. In plaats daarvan moeten we leren luisteren. Net als iemand die dreigt te verdrinken, vormen onze inspanningen om onszelf te redden de grootste hindernis voor degene die ons wil redden. We moeten onze Redder vertrouwen, ons ontspannen en loslaten.
De beste manier om dit te leren is door het gewoon te doen. Gewoon vijf of tien of vijftien minuten gaan zitten (afhankelijk van wat de les aanraadt of wat goed voelt) en, na het idee van de dag herhaald te hebben, alleen nog maar stil zijn. Op sommige dagen vind ik dat ontzettend moeilijk. Zodra ik ga zitten beginnen mijn gedachten te kwetteren: “Ik mag niet vergeten X te bellen... ik moet nog yoghurt halen... wat ga ik doen aan mijn relatie met X?... ik moet de was nog doen... ik ben te zwaar en daar ga ik dood aan”... Enzovoort, enzovoort. Dan haal ik een keer diep adem. En nog een keer, en nog een keer. Ik herhaal het idee van de dag: “Laat ik stil zijn en naar de waarheid luisteren”. Of ik zeg “Help!” tegen de Heilige Geest. Ik laat de gedachten komen en gaan. Ik doe een stap terug en kijk ernaar. Ik probeer er niet in mee te gaan. En ik luister. Misschien vang ik een woord op van mijn Leraar.
En soms gebeurt dat. Soms word ik helemaal rustig en verstomt het gekwetter van mijn gedachten tot een dof gemurmel op de achtergrond, zoals het geroezemoes in een druk restaurant waar ik niet echt aandacht aan besteed. Ik blijf stil zitten en luister. Ik weet niet hoe het voor jou is, maar voor mij is het een waardevolle oefening. Soms blijft het een hele dag bij me en merk ik dat ik naar de Stem aan het luisteren ben in plaats van naar mezelf. En dat is precies waar het om gaat.
Oefeninstructies:
DOEL
Een tweede kans om de laatste twintig lessen in praktijk te brengen. Dit zal je helpen om met vastere tred en een sterker vertrouwen verder te gaan (In.12:3).
OPMERKING
Probeer de onderstaande instructies zo nauwkeurig mogelijk op te volgen. Als je een oefenperiode mist – een lange of een korte – omdat het niet mogelijk is op de aangegeven tijdstippen te oefenen, belemmert dit je voortgang niet. Maak je daar dus geen zorgen over. Als je echter oefenperioden mist omdat je er niet de tijd voor neemt, vertraagt dit je voortgang wel. Je hebt ze gemist omdat je dacht dat andere dingen je meer op zouden leveren. Zodra je je herinnert dat je oefeningen je alles kunnen bieden (4:5), is het goed om meteen een oefening te doen, als een bevestiging dat verlossing je werkelijke doel is. Wees eerlijk tegen jezelf. Laat “Ik wil niet oefenen” niet doorgaan voor “Ik kan niet oefenen”. Leer onderscheid te maken tussen situaties die werkelijk ongeschikt zijn om te oefenen en situaties waarin je wel zou kunnen oefenen als je dat zou willen.
OEFENING
Twee keer, ’s morgens en ’s avonds, gedurende vijf minuten of langer. In het ideale geval zijn dit de eerste en de laatste vijf minuten van de dag.
-
Lees de twee ideeën van de dag en de daarbij behorende toelichtingen, en sla ze op in je geheugen.
-
Sluit je ogen en begin na te denken over deze beide ideeën. Laat op de volgende manier verwante gedachten bij je opkomen: Onderzoek je denkgeest op de behoeften, problemen en zorgen in je leven. Laat bij elk daarvan gedachten opkomen die verwant zijn aan de beide ideeën en pas deze toe op de bewuste behoefte, probleem of zorg. Met andere woorden: pas de ideeën creatief toe om de behoefte, het probleem of de zorg te verdrijven.
-
Laat dan de bewuste toepassing los, herhaal de ideeën en laat spontaan verwante gedachten bij je opkomen. Vertrouw daarbij op de natuurlijke wijsheid van je denkgeest, wat een belangrijk thema is in deze derde herhaling. Span je niet in, laat de gedachten vanzelf opkomen. Ze hoeven niet rechtstreeks verwant te zijn aan de ideeën, maar ze mogen er ook niet mee in strijd zijn. Als je gedachten afdwalen, of er niets meer bij je opkomt, herhaal de ideeën dan en probeer het opnieuw.
-
Als je dit hebt geprobeerd maar het voor jou niet werkt, kan de volgende, meer gestructureerde versie behulpzaam zijn:
- Laat een behoefte, probleem of zorg bij je opkomen en benoem dit concreet, bijvoorbeeld: “Ik zie mijn conflict met ..... (naam) als een probleem”.
- Herhaal één of beide ideeën van de dag. Bijvoorbeeld: “Ik ben geest”.
- Onderzoek, terwijl je dit doet, of er enig inzicht bij je opkomt met betrekking tot de behoefte, het probleem of de zorg waar je het idee op toepast. Bijvoorbeeld: “Als geest kan ik niet gekwetst worden. Ik ben volkomen onkwetsbaar”.
- Ga door met het op laten komen van dergelijke verwante gedachten, of ga verder met de volgende behoefte, probleem of zorg.
HERHALINGEN
Elk uur en elk half uur, gedurende een moment.
- Herhaal de ideeën van de dag: het eerste op het volle uur, het tweede op het halve uur.
- Sta je denkgeest toe om gedurende een moment te rusten in stilte en vrede.
- Probeer het idee daarna in gedachten te houden, klaar om te gebruiken als antwoord op verleidingen.
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Herhaal het idee dat je het laatst hebt gebruikt zodra je vrede verstoord dreigt te raken. Door dit idee toe te passen op alles wat er die dag gebeurt maak je al die gebeurtenissen heilig.
OPMERKING
De korte oefenperioden (de herhalingen om het half uur) en het antwoord op verleidingen zijn even belangrijk als de lange oefenperioden. Door de herhalingen over te slaan pas je datgene, wat je in de ochtend- en avondoefening hebt geleerd, niet toe op je leven, waar je juist de geweldige uitwerking ervan kunt ervaren. Laat dit niet onbenut (10:1). Versterk het geleerde elk half uur en leg de ideeën daarna niet naast je neer (11:3). Houd ze klaar voor gebruik als antwoord op alle kleine verstoringen van je vrede. Op deze manier smeed je een ononderbroken keten van je lange oefenperioden naar alle dagelijkse beslommeringen.