Les 306
(2 november)
De gave van Christus is al wat ik zoek vandaag.
1. Wat anders dan de visie van Christus zou ik vandaag willen aanwenden, wanneer die mij een dag kan bieden waarop ik een wereld zie die zo op de Hemel lijkt dat een aloude herinnering bij mij terugkeert? Vandaag kan ik de wereld die ik heb gemaakt vergeten. Vandaag kan ik aan alle angst voorbijgaan en liefde, heiligheid en vrede hervinden. Vandaag word ik verlost en opnieuw geboren in een wereld van genade en zorgzaamheid, van liefdevolle goedheid en de vrede van God.
2. En zo, onze Vader, keren we terug tot U, terwijl we ons herinneren dat we nooit zijn weggegaan, en ons herinneren welke Uw heilige gaven zijn aan ons. Dankbaar en erkentelijk komen we, met lege handen, met open hart en open denkgeest, en vragen slechts om wat U geeft. Wij kunnen niets aanbieden wat toereikend is voor Uw Zoon. Maar in Uw Liefde is de gave van Christus de zijne.
Toelichting:
Deze laatste lessen van het Werkboek vertellen me vaak dat ik vandaag de werkelijke wereld kan binnengaan:
Vandaag kan ik de wereld die ik heb gemaakt vergeten. Vandaag kan ik aan alle angst voorbijgaan en liefde, heiligheid en vrede hervinden (1:2-3).
Dit is waar. Wanneer de wereld die op de Hemel lijkt (1:1) werkelijkheid is, dan bestaat hij nu en kan ik haar binnengaan op elk moment dat ik daartoe bereid ben. Toch lijkt deze les te spreken vanuit een verheven positie die ver buiten mijn huidige bereik ligt. Ik heb niet het gevoel dat ik op het punt sta het einde van de reis te bereiken. Jij wel? Ik zou graag aan alle angst voorbijgaan, maar dat is tot dusverre niet het geval. Misschien af en toe, in een heilig ogenblik. Lessen zoals deze lijken dus iets boven mijn pet te gaan... maar in werkelijkheid is dat niet zo.
De les van vandaag vereist bijvoorbeeld helemaal geen verheven staat van zijn. Ze zegt dat de gave van Christus het enige is wat ik vandaag zoek. Ik zoek hem, ik bezit hem niet reeds met mijn volledige bewustzijn. Ze herinnert mij er alleen maar aan dat ik vandaag de wereld kan vergeten, dat ik vandaag voorbij alle angst kan gaan en liefde kan hervinden. Ze herinnert mij eraan dat dit is wat ik, in de kern van mijn wezen, werkelijk wil. Ik heb het nodig om eraan herinnerd te worden dat het doel dat ik zoek bereikbaar is, en niet slechts een ijdele droom.
Een van de middelen die volgens de Cursus naar verlossing leiden is het heilig ogenblik: een korte pauze, waarin ik mijn denkgeest gelegenheid geef de werkelijke wereld binnen te gaan en een andere staat van zijn te bereiken (T27.IV.2:1-4), die in feite mijn natuurlijke staat van zijn is, de staat waarin God mij geschapen heeft. Ik ben misschien nog te angstig om me daar helemaal aan over te geven, maar ik kan het een paar minuten proberen en voor even de wereld vergeten, aan mijn angst voorbijgaan, en een voorproefje van de Hemel ervaren, een glimp opvangen van het licht van de Hemel. Dat kan ik regelmatig doen, is het maar voor twee seconden.
Ook al ben ik nog niet in staat om deze gesteldheid vast te houden, ik kan haar ervaren en deze ervaring mee terugnemen. De Cursus zegt dat deze staat van zijn slechts zelden kan worden gehandhaafd. Zelfs Jezus zegt in het begin van het Tekstboek dat uitsluitend naar de Stem namens God luisteren de laatste les was die hij leerde en dat dit “inspanning en een grote bereidheid tot leren vergt” (T5. II.3:9-11). We hoeven dus niet te wanhopen en moeten dat ook niet doen. De heilige ogenblikken zijn alles wat we nodig hebben om uiteindelijk, als we daar helemaal klaar voor zijn, de definitieve beslissing te nemen ons niet meer terug te trekken van Liefde. Dat einde staat vast. Op dit moment kunnen we tevreden zijn met het feit dat we aan het genezen zijn, dat we onze relatie met God voeden, en dat we uiteindelijk allemaal thuis worden gebracht.
Oefeninstructies:
DOEL
De Inleiding op Deel II van het Werkboek klinkt alsof we voor de rest van het jaar proberen het eind van onze spirituele reis te bereiken: “Dit jaar heeft ons tot de eeuwigheid gebracht” (10:8). Het Handboek voor leraren beschrijft in hoofdstuk 16 een bescheidener doel: het bereiken van een punt waarop we oefenen vanuit onze eigen motivatie en inspiratie en niet omdat een boek ons aanraadt dat te doen. Dat betekent dat onze beoefening verandert van een opdracht in een levenswijze. Ik denk dat het goed is deze beide doelen te combineren. We moeten streven naar de eeuwigheid, omdat we, door de lat hoog te leggen, verder komen dan wanneer we dat niet doen, zelfs als dat alleen maar betekent dat we het Werkboek niet meer nodig hebben.
Deel II, dat geen instructies voor de dagelijkse beoefening meer bevat, is een belangrijke stap in die richting. Wanneer je beoefening opbloeit in plaats van verdort, ben je dicht bij het doel van het Werkboek: het overbodig worden ervan.
Met andere woorden: we moeten ernaar streven los te komen van tijd en ruimte, zodat we dit doel kunnen bereiken.
LEZEN VAN DE LESSEN
De lessen van Deel II zijn anders dan die van Deel I. Na het idee van de dag volgen slechts twee alinea’s, beide in de eerste persoon (ik of wij), die het idee van de dag uitbreiden en toelichten. Hierdoor lijken de lessen van Deel II op de meeste herhalingen van Deel I, waar het idee van de dag wordt gevolgd door een “bijbehorende toelichting” (WdI.hI.In.2:3,3:3), die geschreven is in de eerste persoon en een uitbreiding is van het idee. In de Herhalingen zijn deze bijbehorende toelichtingen onderdeel van de oefening. We lezen ze enkele keren, denken erover na, herhalen ze bij onszelf en “proeven” elk woord. De bedoeling is ze ons eigen te maken, daarom zijn ze geformuleerd alsof het onze eigen woorden zijn. We verbinden ons er zodanig mee dat het meer oefenen dan lezen wordt.
Het is goed om de bijbehorende toelichtingen in Deel II op dezelfde manier te gebruiken. De Inleiding verwijst daar ook naar. Ze spreekt over lezen als een oefening (2:1), een inleiding tot “perioden van woordeloze, diepe ervaring die daarop zouden moeten volgen” (11:2). Als praktische oefening kunnen de twee alinea’s van elke les op de volgende manier worden gebruikt:
- De toelichting op het idee:
Lees deze alinea langzaam een aantal keren en stel je voor dat dit werkelijk je eigen gedachten zijn. Benadruk eventueel de woorden “ik”, “mij” en “mijn”.
- Het gebed:
OCHTEND- EN AVOND MEDITATIE
Deze langere oefenperioden zijn bedoeld als Open Mind meditatie, dus neem de tijd die je nodig hebt voor het gewenste resultaat. Begin met het herhalen van het idee van de dag, maar doe dit op een speciale manier: als een uitnodiging aan God om tot je te komen: “We zeggen de uitnodigende woorden die Zijn Stem ons ingeeft en dan wachten we op Zijn komst” (4:6). Nadat je deze woorden hebt herhaald, wacht je in verwachtingsvolle stilte. Wachten betekent gewoonlijk dat je lichamelijk stil zit of staat, in afwachting van de een of andere gebeurtenis. Hier gaat het echter ook om mentale stilte, in afwachting van een wonderbaarlijke gebeurtenis: het ervaren van God in je denkgeest. Wacht daar als het ware met ingehouden adem op. Wacht in het vertrouwen dat “de Godsherinnering schemert aan de wijde horizonten van onze denkgeest” (9:5). Je wacht dus bewegingloos, maar zeer alert. Je wachten moet vervuld zijn van de verwachting “dat onze Vader Zichzelf openbaart, zoals Hij heeft beloofd” (3:3). Met andere woorden: je wachten is gebaseerd op het vertrouwen dat God Zijn beloften na zal komen. Hij heeft je beloofd dat Hij komt als je daar om vraagt. Probeer zonder gebruik van woorden in deze meditatieve staat te blijven. Als je gedachten afdwalen herhaal dan het idee van de dag, om jezelf terug te brengen naar de staat van zwijgend wachten. “We zullen die gedachte gebruiken om onze denkgeest zo nodig te kalmeren” (3:1).
Wanneer je de Open Mind meditatie te moeilijk vindt of wanneer deze niet het gewenste resultaat oplevert, gebruik dan eventueel de Naam-van-God meditatie, zoals bijvoorbeeld Les 222 aangeeft: “Vader, we hebben geen andere woorden op onze lippen en in onze denkgeest dan Uw Naam, nu wij in stilte in Uw Tegenwoordigheid komen en vragen om even in vrede te mogen rusten bij U” (WdII.222.2:1). (Zie ook de oefeninstructies bij les 183, 184 en Naam van God meditatie.
UURLIJKSE HERINNERING
Een of twee minuten op het hele uur (of korter wanneer dat vanwege de omstandigheden niet mogelijk is). Doe een korte versie van de ochtendmeditatie: herhaal het idee als een uitnodiging aan God en wacht in woordeloze stilte op Zijn komst.
REGELMATIGE HERHALINGEN
Herhaal het idee van de dag zo vaak mogelijk: “Herhaal het, en laat je denkgeest een kort moment in stilte en vrede verpozen” (WdI.hIII.In.10:5).
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Zodra je in de verleiding komt om je doel te vergeten:
Herhaal het idee om God aan te roepen teneinde deze verleiding te laten verdwijnen (2:9, 10:2).
Als je ergens door van streek raakt, stel dan vast welke behoefte achter dat gevoel zit en zeg: “Ik denk dat ik ..... nodig heb, maar ik heb niets nodig dan de waarheid.”
LEZEN VAN DE “WAT IS DE WEDERKOMST”-TEKST
Lees vóór de ochtend- of avondoefening de “Wat is de Wederkomst”- tekst die aan de orde is. Lees dit niet oppervlakkig, “ze dienen langzaam gelezen en even overdacht te worden” (11:4).
OEFENSUGGESTIE
Probeer de eerste alinea van deze les te lezen alsof je in je eigen dagboek schrijft; alsof het je eigen spontane gedachten zijn, en kijk of dit je ervaring van deze woorden verandert.
Voor een aanvullende oefening kun je aan enkele situaties in je leven denken. Noteer bij elke ervan het belangrijkste doel waar je naar op zoek bent. En zeg dan tegen jezelf: “Al wat ik in deze situatie zoek is de gave van Christus; het bereiken van (noem het doel dat je in de situatie zoekt) is bijzaak.”
•••
SAMENVATTING
- Lees de toelichting langzaam en alsof het je eigen woorden zijn.
- Bid het gebed, eventueel meerdere keren.
- ’s Morgens en ’s avonds: Herhaal het idee en mediteer daarna enige tijd.
- Elk heel uur: Herhaal het idee en breng enkele momenten door in stilte.
- Regelmatige herhalingen: Herhaal het idee gedurende de dag zo vaak mogelijk.
- Antwoord op verleidingen: Herhaal het idee om je vrede te herstellen zodra deze verstoord raakt en/of je het doel uit het oog verliest.
- Lees één keer per dag langzaam en aandachtig de “Wat is de Wederkomst”- tekst.
Wat is de Wederkomst 6:
Deel 6: WdII.9.3:2
1. De Wederkomst van Christus, die zo zeker is als God Zelf, is niets dan de correctie van vergissingen en de terugkeer van innerlijke gezondheid. Ze maakt deel uit van de toestand die terugbrengt wat nooit verloren was, en opnieuw bekrachtigt wat voor eeuwig en altijd waar is. Het is de uitnodiging aan Gods Woord om de plaats van illusies in te nemen, de bereidwilligheid om vergeving op alles te laten rusten, zonder uitzondering en zonder voorbehoud.
2. Het is dit alles-insluitende karakter van de Wederkomst van Christus dat haar in staat stelt de wereld te omvangen en jou geborgen te houden in haar zachte komst, die jou en al wat leeft omvat. De bevrijding die de Wederkomst brengt, kent geen eind, daar Gods schepping niet anders dan grenzeloos kan zijn. Vergeving verlicht de weg van de Wederkomst, omdat ze alles als één beschijnt. En zo wordt eenheid ten langen leste herkend.
3. De Wederkomst brengt de lessen die de Heilige Geest onderwijst tot een eind, en maakt zo plaats voor het Laatste Oordeel waarin al het leren eindigt in één laatste samenvatting die voorbij zichzelf zal reiken en zich uitstrekt tot God.
"De Wederkomst is het moment waarop alle denkgeesten in handen van Christus worden gelegd, om in naam van de ware schepping en de Wil van God aan de geest te worden teruggegeven."
4. De Wederkomst is de enige gebeurtenis in de tijd waarop de tijd zelf geen invloed heeft. Want ieder die ooit kwam om te sterven, of die nog komen zal, of nu aanwezig is, wordt gelijkelijk bevrijd van wat hij heeft gemaakt. In die gelijkheid wordt Christus hersteld als één Identiteit, waarin de Zonen van God erkennen dat zij allen één zijn. En God de Vader glimlacht naar Zijn Zoon, Zijn ene schepping en Zijn enige vreugd.
5. Bid dat de Wederkomst spoedig mag zijn, maar laat het daar niet bij. Ze heeft jouw ogen en oren en handen en voeten nodig. Ze heeft jouw stem nodig. En bovenal behoeft ze jouw bereidwilligheid. Laten we ons erin verheugen dat we Gods Wil kunnen doen, en ons verenigen in het heilig licht daarvan. Zie, de Zoon van God is één in ons, en door Hem kunnen we de Liefde van onze Vader bereiken.
We vervolgen het overzicht van de betekenis van de Wederkomst:
6. De overgave van alle denkgeesten aan Christus (3:2).
De Wederkomst is een gezamenlijke gebeurtenis waaraan alle denkgeesten deelnemen. Eén voor één, in een steeds groter wordend aantal, gaan denkgeesten het rijk van ware waarneming binnen en nemen de werkelijke wereld waar die hen getoond wordt door vergeving. Elke genezen denkgeest trekt de denkgeesten om zich heen aan, om zich bij hem te voegen in de cirkel van Verzoening, totdat elk fragment zich met het geheel heeft verenigd – of beter: totdat elk fragment zijn plaats in het geheel heeft ingenomen.
Verlossing ..... maakt je opnieuw bewust van de heelheid van de fragmenten die jij als verbrokkeld en gescheiden waarneemt (H19.4:1-2).
De Wederkomst is het hoogtepunt van dit proces.