9. Wat is de Wederkomst?
(Lessen 301 - 310)
Inleiding:
1. De Wederkomst van Christus, die zo zeker is als God Zelf, is niets dan de correctie van vergissingen en de terugkeer van innerlijke gezondheid. Ze maakt deel uit van de toestand die terugbrengt wat nooit verloren was, en opnieuw bekrachtigt wat voor eeuwig en altijd waar is. Het is de uitnodiging aan Gods Woord om de plaats van illusies in te nemen, de bereidwilligheid om vergeving op alles te laten rusten, zonder uitzondering en zonder voorbehoud.
2. Het is dit alles-insluitende karakter van de Wederkomst van Christus dat haar in staat stelt de wereld te omvangen en jou geborgen te houden in haar zachte komst, die jou en al wat leeft omvat. De bevrijding die de Wederkomst brengt, kent geen eind, daar Gods schepping niet anders dan grenzeloos kan zijn. Vergeving verlicht de weg van de Wederkomst, omdat ze alles als één beschijnt. En zo wordt eenheid ten langen leste herkend.
3. De Wederkomst brengt de lessen die de Heilige Geest onderwijst tot een eind, en maakt zo plaats voor het Laatste Oordeel waarin al het leren eindigt in één laatste samenvatting die voorbij zichzelf zal reiken en zich uitstrekt tot God. De Wederkomst is het moment waarop alle denkgeesten in handen van Christus worden gelegd, om in naam van de ware schepping en de Wil van God aan de geest te worden teruggegeven.
4. De Wederkomst is de enige gebeurtenis in de tijd waarop de tijd zelf geen invloed heeft. Want ieder die ooit kwam om te sterven, of die nog komen zal, of nu aanwezig is, wordt gelijkelijk bevrijd van wat hij heeft gemaakt. In die gelijkheid wordt Christus hersteld als één Identiteit, waarin de Zonen van God erkennen dat zij allen één zijn. En God de Vader glimlacht naar Zijn Zoon, Zijn ene schepping en Zijn enige vreugd.
5. Bid dat de Wederkomst spoedig mag zijn, maar laat het daar niet bij. Ze heeft jouw ogen en oren en handen en voeten nodig. Ze heeft jouw stem nodig. En bovenal behoeft ze jouw bereidwilligheid. Laten we ons erin verheugen dat we Gods Wil kunnen doen, en ons verenigen in het heilig licht daarvan. Zie, de Zoon van God is één in ons, en door Hem kunnen we de Liefde van onze Vader bereiken.
Toelichting:
Deel 1: WdII.9.1:1-2
“De Wederkomst van Christus, die zo zeker is als God Zelf, is niets dan de correctie van vergissingen en de terugkeer van innerlijke gezondheid. Ze maakt deel uit van de toestand die terugbrengt wat nooit verloren was, en opnieuw bekrachtigt wat voor eeuwig en altijd waar is.”
De manier waarop de Cursus de Wederkomst ziet, verschilt drastisch van wat de meeste orthodoxe christelijke kerken daarover leren. Daar betekent het een tweede fysieke verschijning van Jezus, die terugkeert (gewoonlijk op een bovennatuurlijke manier, “op een wolk van glorie”) om rechter en heerser van de wereld te zijn.
De Cursus herdefinieert deze term volledig, zoals hij bijna alle belangrijke christelijke termen die hij gebruikt herdefinieert en er een nieuwe inhoud aan geeft. Volgens de Cursus betekent de Wederkomst:
- De correctie van vergissingen (1:1).
- De terugkeer van innerlijke gezondheid (1:1).
- De uitnodiging aan Gods Woord om de plaats van illusies in te nemen (1:3).
- De bereidwilligheid om volledig te vergeven (1:3).
- De herkenning van volmaakte eenheid (2:3-4).
- De overgave van alle denkgeesten aan Christus (3:2).
1. De correctie van vergissingen (1:1).
In plaats van een definitieve gebeurtenis, die de duivel ten val brengt in de veldslag van Armageddon, is de Wederkomst een milde correctie van ons onjuiste geloof in zonde en afscheiding. De oude zienswijze met betrekking tot de Wederkomst zag het kwaad als een werkelijk bestaande macht, die tegengesteld was aan God en Hem had bestreden en overwonnen. De Cursus ziet het kwaad niet als een werkelijke macht. Duisternis is geen “ding”, het heeft geen substantie, het is slechts de afwezigheid van licht. Het kwaad is dus geen tegengestelde van God, maar een vergissing: het onjuiste idee dat iets wat tegengesteld is aan God kan bestaan.
De Wederkomst is de correctie van dit onjuiste idee. Er is niets wat overwonnen of ten val gebracht moet worden.
Ze [de Wederkomst] maakt deel uit van de toestand die terugbrengt wat nooit verloren was, en opnieuw bekrachtigt wat voor eeuwig en altijd waar is (1:2).
2. De terugkeer van innerlijke gezondheid (1:1).
Alle denkgeesten, die het krankzinnige idee van de afscheiding van God koesteren, zullen genezen van dit waanidee. De Wederkomst is een gebeurtenis aan het einde van de tijd. Het is het moment waarop elk aspect van de denkgeest van Gods Zoon, dat in zijn waanzin gelooft een afgescheiden deel te zijn, volledig tot het bewustzijn van eenheid komt:
De Wederkomst is het moment waarop alle denkgeesten in handen van Christus worden gelegd (3:2).
De Zonen van God erkennen dat zij allen één zijn (4:3).
Zolang één deel van de denkgeest niet genezen is, is de heelheid van Christus niet manifest. “De terugkeer van innerlijke gezondheid” betekent dat het gehele Zoonschap wordt teruggebracht tot het bewustzijn van Zijn eenheid. Dit motiveert ons om uit te reiken naar de wereld en deze te genezen. Zonder onze broeders kunnen we onze Identiteit niet volledig kennen, omdat iedereen daar deel van uitmaakt. De genezing van mijn broeder is mijn genezing. Niemand kan worden uitgesloten van de cirkel van Verzoening.
Jij bent één Zelf, verenigd en veilig in licht en vreugde en vrede. Jij bent Gods Zoon, één Zelf, met één Schepper en één doel: het bewustzijn van dit eenzijn tot alle denkgeesten te brengen, opdat ware schepping het alzijn en de eenheid van God uitbreiden kan (WdI.95.12:1-2).
Deel 2: WdII.9.1:3
“Het is de uitnodiging aan Gods Woord om de plaats van illusies in te nemen, de bereidwilligheid om vergeving op alles te laten rusten, zonder uitzondering en zonder voorbehoud.”
We vervolgen het overzicht van de betekenis van de Wederkomst, zoals Een cursus in wonderen deze ziet:
3. De uitnodiging aan Gods Woord om de plaats van illusies in te nemen (1:3).
Dit is de visie van de Cursus op het einde van de wereld en de tijd. De werkelijke wereld gaat vooraf aan de Wederkomst. Onze waarneming wordt individueel en collectief gezuiverd, zodat we de weerspiegeling van de Hemel kunnen waarnemen. De Wederkomst is het moment waarop alle denkgeesten verenigd zijn in deze ware waarneming. Dit “maakt deel uit van de toestand die terugbrengt wat nooit verloren was” (1:2). De zuivering van onze waarneming en de vereniging van onze denkgeesten in die waarneming is “de uitnodiging aan Gods Woord om de plaats van illusies in te nemen” (1:3). Onze onjuiste waarneming is gecorrigeerd, onze denkgeesten zijn verenigd in innerlijke gezondheid. Nu ligt de weg open voor de laatste stap, die door God wordt gezet.
4. De bereidwilligheid om volledig te vergeven (1:3).
Wat houdt deze verenigde waarneming in? “De bereidwilligheid om vergeving op alles te laten rusten, zonder uitzondering en zonder voorbehoud” (1:3). Met andere woorden: de bereidwilligheid om geen zonde te zien, maar alleen de volmaakte schepping van God.
Deze vier definities gaan dus over het ongedaan maken van de vergissingen van onze denkgeest, niet over uiterlijke veranderingen. Wanneer de denkgeest is genezen, zal de wereld vanzelf veranderen, omdat ze slechts een weerspiegeling is van de toestand van de denkgeest.
De vergeving waarover hier gesproken wordt houdt in dat we:
- alles vergeven hebben: elke persoon, elke situatie en omstandigheid, God, onszelf;
- zonder uitzondering vergeven hebben: niets en niemand uitgesloten;
- zonder voorbehoud vergeven hebben: van ganser harte, overvloedig en vreugdevol.
De Wederkomst is het moment in de tijd waarop vergeving totaal wordt en de denkgeest geen enkel oordeel en geen enkele veroordeling meer bevat.
Deel 3: WdII.9.2:1-2
“Het is dit alles-insluitende karakter van de Wederkomst van Christus dat haar in staat stelt de wereld te omvangen en jou geborgen te houden in haar zachte komst, die jou en al wat leeft omvat. De bevrijding die de Wederkomst brengt, kent geen eind, daar Gods schepping niet anders dan grenzeloos kan zijn.”
We vervolgen punt 4 van het overzicht: De bereidwilligheid om volledig te vergeven (1:3).
De Wederkomst van Christus is alles-insluitend (2:1). Alle denkgeesten worden gezamenlijk genezen. Dit stelt haar in staat “de wereld te omvangen en jou geborgen te houden in haar zachte komst, die jou en al wat leeft omvat” (2:1). Wanneer iets of iemand uitgesloten zou zijn van vergeving, hoe zou er dan volmaakte vrede kunnen zijn? Dan zou conflict nog steeds bestaan. Omdat de Wederkomst “al wat leeft omvat” zijn we allemaal samen geborgen. Vergeving is totaal en universeel en omvat alles.
De bevrijding die de Wederkomst brengt, kent geen eind, daar Gods schepping niet anders dan grenzeloos kan zijn (2:2).
De bevrijding kent geen eind... ze stopt niet voordat alles is ingesloten. Alle onderdrukking, alle slavernij en elke beperking is verdwenen. Hoe zou het anders kunnen, aangezien Gods schepping geen grenzen kent? Dit is het einddoel dat we voor ogen moeten houden wanneer we ons kleine aandeel leveren door vergevingsgezind te zijn in onze dagelijks relaties.
De dag zal komen waarop mijn en jouw denkgeest geen enkele grief meer koestert jegens iets of iemand, en niemand meer een grief koestert jegens ons. Alle schuld zal verdwenen zijn, evenals alle boosheid. “En God Zelf zal alle tranen wissen” (Les 301). Waar we duisternis zagen, zien we alleen nog licht (Les 302). Wat zal die dag een zuivere en onvervalste vreugde brengen! Gods Wil voor ons, ons volmaakt geluk, zal dan worden gerealiseerd en gekend. En ons hart zal overvloeien van dankbaarheid, wanneer we onze stemmen opnieuw verenigen in het vergeten Liefdeslied, dat het hele universum vult.
Deel 4: WdII.9.2:3-4
“Vergeving verlicht de weg van de Wederkomst, omdat ze alles als één beschijnt. En zo wordt eenheid ten langen leste herkend.”
We vervolgen het overzicht van de betekenis van de Wederkomst:
5. De herkenning van volmaakte eenheid (2:3-4).
Vergeving verlicht de weg van de Wederkomst, omdat ze alles als één beschijnt. En zo wordt eenheid ten langen leste herkend (2:3-4).
Door totale vergeving verdwijnen alle barrières, alle schijnbare redenen voor afscheiding, waardoor onze eenheid “ten langen leste wordt herkend”. Elke vorm van niet-vergeven is een reden voor afscheiding, een rechtvaardiging om onszelf afgezonderd te houden. Omgekeerd is elke reden om onszelf afgezonderd te houden een vorm van niet-vergeven, een oordeel over een ander. Om de weg te bereiden voor de Wederkomst van Christus, die de herkenning van eenheid betekent, moet vergeving eerst totaal worden.
Sommigen van ons herinneren zich misschien nog het lied “Prepare, the way of the Lord” (Bereid u, de weg van de Heer) uit de musical Godspell; anderen kennen deze woorden mogelijk uit de Bijbel, toen Johannes de Doper de komst van Jezus aankondigde: “Bereid de weg des Heren”. Vergeving is de manier waarop wij de weg van de Heer bereiden met betrekking tot de Wederkomst van Christus. “Vergeving verlicht de weg van de Wederkomst”. Ze verwijdert de barrières naar ons bewustzijn van eenheid.
Deel 5: WdII.9.3:1
“De Wederkomst brengt de lessen die de Heilige Geest onderwijst tot een eind, en maakt zo plaats voor het Laatste Oordeel waarin al het leren eindigt in één laatste samenvatting die voorbij zichzelf zal reiken en zich uitstrekt tot God.”
Het proces dat de Cursus ziet als het einde van de wereld begint met de individuele leerweg van onze denkgeest om waarneming te corrigeren, oftewel om te leren vergeven, totdat vergeving de hele wereld omvat. Ieder van ons zal in toenemende mate de werkelijke wereld zien, totdat iedere denkgeest is genezen – en dat is de Wederkomst. Dit herstelt de staat van zijn waarin de werkelijkheid weer herkend wordt. De lessen zijn voorbij. De Wederkomst maakt plaats voor het Laatste Oordeel.
Het Tekstboek heeft het Laatste Oordeel al besproken in de hoofdstukken 2 en 3 (T2.VIII; T3.VI). Bij de bespreking van het volgende “Wat is”- gedeelte komen we daarop terug. De bovenstaande zin geeft daar echter reeds een vooruitblik op. Het Laatste Oordeel wordt hier “één laatste samenvatting” genoemd, de sluitsteen van al het leren. Misschien is de beste beschrijving te vinden in een passage waarin de term “Laatste Oordeel” niet eens voorkomt, namelijk in Hoofdstuk 17, paragraaf II: “De vergeven wereld”. Hierin wordt gesproken over het bereiken van de werkelijke wereld en de laatste evaluatie van de wereld die het Zoonschap zal ondernemen, geleid door de Heilige Geest:
De werkelijke wereld wordt simpelweg bereikt door de totale vergeving van de oude, de wereld die jij zonder vergeving ziet. De Grote Omvormer van de waarneming zal samen met jou zorgvuldig de denkgeest gaan onderzoeken die deze wereld heeft gemaakt, en de schijnbare redenen waarom jij die gemaakt hebt voor je blootleggen. In het licht van de werkelijke rede die Hij brengt wanneer je Hem volgt, zal Hij jou tonen dat hier helemaal geen rede is. Elke plek die door Zijn rede wordt aangeraakt wordt levendig van schoonheid, en wat lelijk leek in de duisternis van je gebrek aan rede, wordt plotseling tot lieflijkheid bevrijd (T17.II.5:1-4).
Dit is het moment waarop de klemmende vraag “Waarom hebben we de wereld gemaakt?” volledig beantwoord zal worden en we zullen zien “dat hier helemaal geen rede is”. Onder Zijn vriendelijke leiding zullen we “de schijnbare redenen waarom jij die [deze wereld] gemaakt hebt” onderzoeken. En uiteindelijk zullen we in staat zijn om naar het “verschrikkelijke” moment van de oorspronkelijke afscheidingsgedachte te kijken. Wat in onze angst onherroepelijk lelijk leek te zijn “wordt levendig van schoonheid” en de lieflijkheid van onze verenigde denkgeest zal in ons bewustzijn worden hersteld en bevrijd. De oerschuld zal eindelijk ongedaan worden gemaakt en we zullen onze onschuld weer kennen.
Het Laatste Oordeel, dat volgt op de Wederkomst, zal een laatste, grote les in vergeving zijn. Deze les zal “voorbij zichzelf reiken”, want ze zal eindelijk en voorgoed de laatste barrière van schuld verwijderen, onze collectieve schuld over het idee dat we geprobeerd hebben ons Gods troon toe te eigenen. Ze zal “zich uitstrekken tot God”, want ze zal de herinnering van God volledig herstellen in onze verenigde denkgeest. De weg voor God ligt volledig open, zodat Hij naar ons uit kan reiken en ons weer in Zijn Armen kan sluiten. We zullen eindelijk thuis zijn.
Deel 6: WdII.9.3:2
“De Wederkomst is het moment waarop alle denkgeesten in handen van Christus worden gelegd, om in naam van de ware schepping en de Wil van God aan de geest te worden teruggegeven.”
We vervolgen het overzicht van de betekenis van de Wederkomst:
6. De overgave van alle denkgeesten aan Christus (3:2).
De Wederkomst is een gezamenlijke gebeurtenis waaraan alle denkgeesten deelnemen. Eén voor één, in een steeds groter wordend aantal, gaan denkgeesten het rijk van ware waarneming binnen en nemen de werkelijke wereld waar die hen getoond wordt door vergeving. Elke genezen denkgeest trekt de denkgeesten om zich heen aan, om zich bij hem te voegen in de cirkel van Verzoening, totdat elk fragment zich met het geheel heeft verenigd – of beter: totdat elk fragment zijn plaats in het geheel heeft ingenomen.
Verlossing ..... maakt je opnieuw bewust van de heelheid van de fragmenten die jij als verbrokkeld en gescheiden waarneemt (H19.4:1-2).
De Wederkomst is het hoogtepunt van dit proces.
Deel 7: WdII.9.4:1-2
“De Wederkomst is de enige gebeurtenis in de tijd waarop de tijd zelf geen invloed heeft. Want ieder die ooit kwam om te sterven, of die nog komen zal, of nu aanwezig is, wordt gelijkelijk bevrijd van wat hij heeft gemaakt.”
“De Wederkomst is de enige gebeurtenis in de tijd waarop de tijd zelf geen invloed heeft” (4:1). De Wederkomst is de herinnering van wat eeuwig en onveranderlijk is. Het is een “gebeurtenis in de tijd”, dat wil zeggen dat ze plaatsvindt binnen de context van de tijd, maar de tijd tevens beëindigt. De Wederkomst beïnvloedt de tijd, maar de tijd kan de Wederkomst niet beïnvloeden.
“Want ieder die ooit kwam om te sterven, of die nog komen zal, of nu aanwezig is, wordt gelijkelijk bevrijd van wat hij heeft gemaakt” (4:2). Wanneer we zeggen dat bij de Wederkomst “alle denkgeesten in handen van Christus worden gelegd” (3:2), omvat dit “alle” niet alleen de mensen die nu leven, maar ook degenen die gestorven zijn of nog geboren worden. Hoewel de Wederkomst dus plaatsvindt binnen de tijd, transformeert ze de tijd. Ze gaat terug in het verleden om degenen te bevrijden die ooit geleefd hebben en omvat eveneens degenen die nog in een lichaam geboren zullen worden. Het is een tijd-overstijgende gebeurtenis, waarvan niemand is uitgesloten. Het Tekstboek zegt dat wonderen het verleden ongedaan maken in het heden en zo de toekomst bevrijden (T1.I.13:3). Het idee dat we het verleden letterlijk “ongedaan” kunnen maken is wonderbaarlijk en geruststellend. Ons wordt verteld dat de Heilige Geest alle gevolgen van onze verkeerde keuze ongedaan zal maken als we Hem laten begaan (T5.VII.6:10). De Wederkomst is daar de uiteindelijke manifestatie van, waarbij iedereen, zelfs in verleden en toekomst, “bevrijd [wordt] van wat hij heeft gemaakt”, oftewel: we worden bevrijd van de illusies die we hebben verzonnen.
Wannéér dit gebeurt weten we niet. De Cursus zegt dat de Heilige Geest niet beperkt wordt door de tijd (T15.I.2:3-5), maar voor ons is het moeilijk te begrijpen hoe hij terug kan gaan naar het verleden en iets kan genezen wat vanuit ons perspectief al gebeurd is. De Cursus is er echter duidelijk over dat dit zo is. Bij de Wederkomst zal elke onjuiste waarneming van het begin tot aan het einde van de tijd worden gecorrigeerd. In geen enkele denkgeest zal nog iets achterblijven van veroordeling en schuld.
Deel 8: WdII.9.4:3-4
“In die gelijkheid wordt Christus hersteld als één Identiteit, waarin de Zonen van God erkennen dat zij allen één zijn. En God de Vader glimlacht naar Zijn Zoon, Zijn ene schepping en Zijn enige vreugd.”
Bij de Wederkomst, die “de bereidwilligheid [is] om vergeving op alles te laten rusten, zonder uitzondering en zonder voorbehoud” (1:3), wordt iedereen – in verleden, heden en toekomst – “gelijkelijk bevrijd van wat hij heeft gemaakt” (4:2). De woorden “in die gelijkheid” (4:3) refereren aan deze gelijkheid van vergeving, de gelijkheid van de bevrijding van schuld en veroordeling.
In die gelijkheid wordt Christus hersteld als één Identiteit, waarin de Zonen van God erkennen dat zij allen één zijn (4:3).
Misschien zeggen we dat we eenheid willen, maar willen we het middel tot eenheid ook? Het middel dat eenheid herstelt is vergeving. Het Tekstboek zegt in hoofdstuk 20 dat we een bepaald doel willen bereiken, maar het middel daartoe afwijzen; dat we, wanneer we aarzelen om het middel te gebruiken, in feite bang zijn voor het doel. We kunnen zeggen dat we eenheid willen, maar toch aarzelen om volledige vergeving te schenken. Misschien klagen we dat volledig vergeven te moeilijk is, dat dit teveel gevraagd is, maar het werkelijke probleem is dat we bang zijn voor de eenheid die vergeving ons zou brengen:
Om het doel te bereiken, vraagt de Heilige Geest inderdaad weinig. Hij vraagt niet meer dan ook het middel te mogen geven. Het middel is ondergeschikt aan het doel. En wanneer je aarzelt, komt dit doordat het doel jou angst aanjaagt, niet het middel. Onthoud dit, want anders bega je de vergissing te geloven dat het middel moeilijk is (T20.VII.3:1-5).
Ben ik bereid om te erkennen dat ik één ben met “die persoon” in mijn leven? Als ik een probleem heb met vergeven komt dat niet doordat vergeven te moeilijk is. Het komt doordat ik de eenheid die het brengt niet wil.
Vraag slechts: ‘Wens ik hem werkelijk zonder zonde te zien?’ En vergeet niet, terwijl je dit vraagt, dat zijn zondeloosheid jouw uitweg is uit de angst (T20.VII.9:2-3).
Elke keer wanneer ik daartoe bereid ben, komt de Wederkomst dichterbij. “En God de Vader glimlacht naar Zijn Zoon, Zijn ene schepping en Zijn enige vreugd” (4:4). Wanneer we bereid zijn elkaar te zien als zondeloos en onze eenheid te erkennen, ziet God de Vader Zijn Zoon en glimlacht. Wij zijn Zijn ene schepping en Zijn enige vreugd en alleen wanneer we de barrières van zonde en schuld afbreken en elkaar vergeven, wordt deze eenheid gezien en wordt de vreugde van de Vader in en door ons heen uitgedrukt.
Deel 9: WdII.9.5:1-4
“Bid dat de Wederkomst spoedig mag zijn, maar laat het daar niet bij. Ze heeft jouw ogen en oren en handen en voeten nodig. Ze heeft jouw stem nodig. En bovenal behoeft ze jouw bereidwilligheid.”
Wat kunnen we doen met betrekking tot de Wederkomst?
- Bid erom. Vraag dat ze spoedig mag zijn, wens haar, hunker ernaar, wacht in rustig ongeduld op haar komst.
- Geef jezelf volledig aan haar. “Ze heeft jouw ogen en oren en handen en voeten nodig. Ze heeft jouw stem nodig. En bovenal behoeft ze jouw bereidwilligheid” (5:2-4).
Wij zijn het middel waardoor de Wederkomst kan plaatsvinden.
Laten we onze ogen geven om overal liefde te zien, in plaats van fouten te zoeken en schuld te zien. Laten we onze oren geven om alleen de Stem namens God te horen en elke roep om liefde om ons heen te beantwoorden. Laten we onze handen geven om de handen van degenen naast ons te nemen en hen naar huis te leiden. Laten we onze voeten geven om naar diegenen te gaan die in nood verkeren. Laten we onze stem geven om woorden van genezing te spreken, van vergeving en bevrijding. En vooral: laten we onze bereidwilligheid geven om ons aan te sluiten bij de grote kruistocht ter correctie van de dwaze vergissing van zonde en schuld, waar we die ook maar tegenkomen.
Met andere woorden: wij zijn degenen die Hem terugbrengen. In werkelijkheid is Hij nooit weggeweest, we brengen Hem alleen terug in ons bewustzijn. Het gaat om de terugkeer van de herinnering van onze Identiteit. Het werk dat we voor onszelf doen is de krachtigste manier om de Wederkomst uit te nodigen. De manier waarop we, door vergeving en ware waarneming, bevestigen dat we dezelfde identiteit hebben als onze broeders en Christus, is de manier waarop de Wederkomst plaatsvindt.
Ieder van ons heeft een belangrijke rol in dit proces. “Mijn rol is essentieel voor Gods verlossingsplan” (WdI.100.t). De kleine verandering in je denkgeest, wanneer je de Cursus elke dag beoefent, die schijnbaar onbeduidende verandering die je in staat stelt de automobilist die je snijdt in het verkeer te vergeven, of de vriend die liefdeloos handelt; elk vriendelijk gebaar, elk moment waarop je ervoor kiest een roep om liefde te zien in plaats van een aanval, draagt bij aan het ontwaken van deze Grote Denkgeest, de Enige die we in werkelijkheid zijn. Jij bent het niet die ontwaakt, het is de Christus. Hij is wat terugkeert, Hij keert terug in jou.
En wanneer jij jezelf laat genezen, zie je al degenen om je heen, of die in je denkgeest opkomen, of met wie je in aanraking komt, of wie geen contact met je schijnen te hebben, samen met jou genezen. Misschien zul je ze niet allemaal herkennen, noch beseffen hoe groot jouw geschenk aan heel de wereld is, wanneer jij genezing tot je laat komen. Maar jij wordt nooit alleen genezen. En talloos velen zullen het geschenk ontvangen dat jij ontvangt wanneer jij genezen wordt (WdI.137.10:1-4).
Elke keer dat je oefent, komt het bewustzijn daarvan op zijn minst een beetje dichterbij; menigmaal wordt duizend jaar of meer bespaard (WdI.97.3:2).
De Heilige Geest zal met vreugde vijf minuten van elk uur uit jouw handen aannemen en ze door deze gekwelde wereld dragen waar pijn en ellende lijken te regeren. Hij zal niet één denkgeest overslaan die ontvankelijk en bereid is om de genezende gaven die zij brengen te aanvaarden, en Hij zal ze overal neerleggen waar Hij weet dat ze welkom zijn. En ze zullen toenemen in genezende kracht, telkens wanneer iemand ze als zijn eigen gedachten aanvaardt en ze benut om te genezen. Zo zal elk geschenk aan Hem duizendvoudig en nog eens tienduizend maal meer vermenigvuldigd worden. En wanneer het aan jou teruggegeven wordt, zal het ‘t kleine geschenk dat jij gegeven hebt net zozeer in macht overtreffen als de schittering van de zon het zwakke schijnsel overstraalt dat een vuurvliegje voor een onbestendig ogenblik maakt om dan weer uit te doven. De gestage glans van dit licht houdt aan en leidt je uit de duisternis, en je zult de weg niet meer kunnen vergeten (WdI.97.5:1-6:3).
Dit is wat er vandaag gebeurt. Elke lichtflits treft elke denkgeest in de wereld en brengt deze een beetje dichter bij de waarheid. We zien het sneeuwbaleffect van verlichting. En de sneeuwbal is veel te groot geworden om nog genegeerd te worden. Victor Hugo zei: “Niets is zo machtig als een idee waarvoor de tijd gekomen is”. De tijd voor dit idee is gekomen. Het is hier en wij maken er deel van uit.
Deel 10: WdII.9.5:5-6
“Laten we ons erin verheugen dat we Gods Wil kunnen doen, en ons verenigen in het heilig licht daarvan. Zie, de Zoon van God is één in ons, en door Hem kunnen we de Liefde van onze Vader bereiken.”
In deel 9 van deze bespreking van de Wederkomst zagen we dat we erom kunnen bidden en ons er volledig aan kunnen geven.
Het derde wat we kunnen doen is deel worden van de Verzoening zelf.
Laten we ons erin verheugen dat we Gods Wil kunnen doen, en ons verenigen in het heilig licht daarvan. Zie, de Zoon van God is één in ons, en door Hem kunnen we de Liefde van onze Vader bereiken (5:5-6).
Gods Wil is Liefde. Gods Wil voor ons is volmaakt geluk. Gods Wil is een eeuwige uitbreiding van de luister van Zijn Wezen. We kunnen dat doen omdat Hij ons geschapen heeft om het te zijn. We kunnen de Liefde van onze Vader bereiken via Zijn Zoon. Het is onze keuze om ons te verenigen in die eenheid van de Zoon, die de vervulling is van Gods Wil.
Hier, in onze relaties in de tijd, beginnen we het proces dat culmineert in de Wederkomst, het herstel van de ene Identiteit van Christus. Wanneer we ons verenigen in een gemeenschappelijk doel, om te vergeven en vergeving te ontvangen, om lief te hebben en liefde te ontvangen, verkorten we de tijd totdat het Zoonschap volledig één is. Als we onze relaties aan de Heilige Geest geven, zodat Hij ze kan gebruiken voor Zijn doel en ze, door vergeving, getransformeerd worden tot heilige relaties, verenigen we ons in de vervulling van Gods Wil.
We bereiken Gods Liefde via elkaar. We vinden God in elkaar.
Heel de werkelijkheid van jouw relatie met Hem ligt in onze relatie tot elkaar (T17.IV.16:7).