Les 227

(15 augustus)

Dit is het heilig ogenblik van mijn bevrijding.

1. Vader, vandaag ben ik vrij, omdat mijn wil de Uwe is. Ik dacht een andere wil te maken. Maar al wat ik los van U gedacht heb, bestaat niet. En ik ben vrij, omdat ik me vergist heb en mijn eigen werkelijkheid allerminst met mijn illusies heb beroerd. Nu geef ik ze op en leg ze aan de voeten van de waarheid neer, opdat ze voor eeuwig uit mijn denkgeest kunnen worden weggenomen. Dit is het heilig ogenblik van mijn bevrijding. Vader, ik weet dat mijn wil één is met die van U.

 

2. En zo vinden we vandaag onze blijde terugkeer naar de Hemel die we in werkelijkheid nooit hebben verlaten. Op deze dag legt de Zoon van God zijn dromen neer. Op deze dag komt de Zoon van God weer thuis, bevrijd van zonde en met heiligheid bekleed, en met het juiste denken ten langen leste weer in hem hersteld.


Toelichting:

Deze les herinnert ons er weer aan dat de oefenperioden bedoeld zijn als heilige ogenblikken. Natuurlijk zal niet elke periode een gelukzalige ervaring van woordeloze zegen zijn. Maar alleen al de bereidheid om je denkgeest tot God te wenden kan beschouwd worden als een heilig ogenblik, of je nu bewust iets speciaals ervaart of niet.

 

Het oorspronkelijk heilig ogenblik, waaruit de Cursus is ontstaan, was het moment waarop Bill Thetford zei: “Er moet een andere manier zijn,” en Helen antwoordde dat ze hem zou helpen deze te vinden. Wat telt is de mentale verschuiving in de richting van Gods doel. Als we trouw oefenen en er klaar voor zijn om haar te ontvangen, zal de rechtstreekse ervaring van de waarheid, waarover het Werkboek spreekt, naar ons toe komen. Niet door onze inspanningen, maar door Gods genade.

 

Begin de oefenperiode van vandaag door na te denken over de betekenis van het idee: “Dit is het heilig ogenblik van mijn bevrijding” en blijf daarna in stilte zitten, open en ontvankelijk voor wat je gegeven wordt. Het is goed om elke oefenperiode zo in te gaan: verwachtingsvol wachtend op wat Gods Stem tegen je zegt.

 

Ik ben al vrij, vandaag, nu. Mijn afscheidingsgedachte heeft geen invloed op mijn werkelijkheid, dus mijn ingebeelde gevangenschap is evenmin werkelijk. “Maar al wat ik los van U gedacht heb, bestaat niet” (1:3). Wat heerlijk om te weten dat mijn gedachte van God afgescheiden te zijn niet waar is! Hoe genezend om die gedachte op te geven, haar aan de voeten van de waarheid neer te leggen en voor eeuwig uit mijn denkgeest te laten wegnemen (1:5). Dit is het genezingsproces van de Cursus: elke gedachte, die een wil buiten die van God lijkt uit te drukken, naar Zijn Tegenwoordigheid brengen om uit mijn denkgeest verwijderd te worden, met Gods eigen verzekering dat ze geen enkele invloed heeft gehad. Ik ben nog steeds Zijn Zoon.

 

Op deze manier wordt mijn denkgeest genezen en het bewustzijn van mijn Identiteit hersteld.


Oefeninstructies:

DOEL

De Inleiding op Deel II van het Werkboek klinkt alsof we voor de rest van het jaar proberen het eind van onze spirituele reis te bereiken: “Dit jaar heeft ons tot de eeuwigheid gebracht” (10:8). Het Handboek voor leraren beschrijft in hoofdstuk 16 een bescheidener doel: het bereiken van een punt waarop we oefenen vanuit onze eigen motivatie en inspiratie en niet omdat een boek ons aanraadt dat te doen. Dat betekent dat onze beoefening verandert van een opdracht in een levenswijze. Ik denk dat het goed is deze beide doelen te combineren. We moeten streven naar de eeuwigheid, omdat we, door de lat hoog te leggen, verder komen dan wanneer we dat niet doen, zelfs als dat alleen maar betekent dat we het Werkboek niet meer nodig hebben.

Deel II, dat geen instructies voor de dagelijkse beoefening meer bevat, is een belangrijke stap in die richting. Wanneer je beoefening opbloeit in plaats van verdort, ben je dicht bij het doel van het Werkboek: het overbodig worden ervan.

 

Met andere woorden: we moeten ernaar streven los te komen van tijd en ruimte, zodat we dit doel kunnen bereiken.

 

LEZEN VAN DE LESSEN

De lessen van Deel II zijn anders dan die van Deel I. Na het idee van de dag volgen slechts twee alinea’s, beide in de eerste persoon (ik of wij), die het idee van de dag uitbreiden en toelichten. Hierdoor lijken de lessen van Deel II op de meeste herhalingen van Deel I, waar het idee van de dag wordt gevolgd door een “bijbehorende toelichting” (WdI.hI.In.2:3,3:3), die geschreven is in de eerste persoon en een uitbreiding is van het idee. In de Herhalingen zijn deze bijbehorende toelichtingen onderdeel van de oefening. We lezen ze enkele keren, denken erover na, herhalen ze bij onszelf en “proeven” elk woord. De bedoeling is ze ons eigen te maken, daarom zijn ze geformuleerd alsof het onze eigen woorden zijn. We verbinden ons er zodanig mee dat het meer oefenen dan lezen wordt.

Het is goed om de bijbehorende toelichtingen in Deel II op dezelfde manier te gebruiken. De Inleiding verwijst daar ook naar. Ze spreekt over lezen als een oefening (2:1), een inleiding tot “perioden van woordeloze, diepe ervaring die daarop zouden moeten volgen” (11:2). Als praktische oefening kunnen de twee alinea’s van elke les op de volgende manier worden gebruikt:

 

  • De toelichting op het idee:

Lees deze alinea langzaam een aantal keren en stel je voor dat dit werkelijk je eigen gedachten zijn. Benadruk eventueel de woorden “ik”, “mij” en “mijn”.

  • Het gebed:

 

OCHTEND- EN AVOND MEDITATIE

Deze langere oefenperioden zijn bedoeld als Open Mind meditatie, dus neem de tijd die je nodig hebt voor het gewenste resultaat. Begin met het herhalen van het idee van de dag, maar doe dit op een speciale manier: als een uitnodiging aan God om tot je te komen: “We zeggen de uitnodigende woorden die Zijn Stem ons ingeeft en dan wachten we op Zijn komst” (4:6). Nadat je deze woorden hebt herhaald, wacht je in verwachtingsvolle stilte. Wachten betekent gewoonlijk dat je lichamelijk stil zit of staat, in afwachting van de een of andere gebeurtenis. Hier gaat het echter ook om mentale stilte, in afwachting van een wonderbaarlijke gebeurtenis: het ervaren van God in je denkgeest. Wacht daar als het ware met ingehouden adem op. Wacht in het vertrouwen dat “de Godsherinnering schemert aan de wijde horizonten van onze denkgeest” (9:5). Je wacht dus bewegingloos, maar zeer alert. Je wachten moet vervuld zijn van de verwachting “dat onze Vader Zichzelf openbaart, zoals Hij heeft beloofd” (3:3). Met andere woorden: je wachten is gebaseerd op het vertrouwen dat God Zijn beloften na zal komen. Hij heeft je beloofd dat Hij komt als je daar om vraagt. Probeer zonder gebruik van woorden in deze meditatieve staat te blijven. Als je gedachten afdwalen herhaal dan het idee van de dag, om jezelf terug te brengen naar de staat van zwijgend wachten. “We zullen die gedachte gebruiken om onze denkgeest zo nodig te kalmeren” (3:1).

 

Wanneer je de Open Mind meditatie te moeilijk vindt of wanneer deze niet het gewenste resultaat oplevert, gebruik dan eventueel de Naam-van-God meditatie, zoals bijvoorbeeld Les 222 aangeeft: “Vader, we hebben geen andere woorden op onze lippen en in onze denkgeest dan Uw Naam, nu wij in stilte in Uw Tegenwoordigheid komen en vragen om even in vrede te mogen rusten bij U” (WdII.222.2:1). (Zie ook de oefeninstructies bij les 183184 en Naam van God meditatie.

 

UURLIJKSE HERINNERING

Een of twee minuten op het hele uur (of korter wanneer dat vanwege de omstandigheden niet mogelijk is). Doe een korte versie van de ochtendmeditatie: herhaal het idee als een uitnodiging aan God en wacht in woordeloze stilte op Zijn komst.

 

REGELMATIGE HERHALINGEN

Herhaal het idee van de dag zo vaak mogelijk: “Herhaal het, en laat je denkgeest een kort moment in stilte en vrede verpozen” (WdI.hIII.In.10:5).

 

ANTWOORD OP VERLEIDINGEN

Zodra je in de verleiding komt om je doel te vergeten:

Herhaal het idee om God aan te roepen teneinde deze verleiding te laten verdwijnen (2:9, 10:2).

 

LEZEN VAN DE “WAT IS VERGEVING”-TEKST

Lees vóór de ochtend- of avondoefening de “Wat is vergeving”- tekst die aan de orde is. Lees dit niet oppervlakkig, “ze dienen langzaam gelezen en even overdacht te worden” (11:4).

•••

 

SAMENVATTING

  • Lees de toelichting langzaam en alsof het je eigen woorden zijn.
  • Bid het gebed, eventueel meerdere keren.
  • ’s Morgens en ’s avonds: Herhaal het idee en mediteer daarna enige tijd.
  • Elk heel uur: Herhaal het idee en breng enkele momenten door in stilte.
  • Regelmatige herhalingen: Herhaal het idee gedurende de dag zo vaak mogelijk.
  • Antwoord op verleidingen: Herhaal het idee om je vrede te herstellen zodra deze verstoord raakt en/of je het doel uit het oog verliest.
  • Lees één keer per dag langzaam en aandachtig de “Wat is vergeving”- tekst.

Wat is vergeving 7:

Deel 7: WdII.1.4:1-3

 

1. Vergeving ziet in dat wat jij dacht dat je broeder jou heeft aangedaan, niet heeft plaatsgevonden. Wat ze niet doet is: zonden kwijtschelden en ze werkelijk maken. Ze ziet dat er geen zonde is geweest. En in die zienswijze zijn al jouw zonden vergeven. Wat is zonde anders dan een onjuist idee omtrent Gods Zoon? Vergeving ziet eenvoudig de onjuistheid daarvan en laat het daarom los. Wat dan vrij is om nu de plaats daarvan in te nemen, is de Wil van God.

 

2. Een niet-vergevende gedachte is er een die een oordeel velt dat ze niet in twijfel trekt, ook al is het niet waar. De denkgeest is gesloten en zal niet worden bevrijd. De gedachte beschermt projectie en trekt haar ketenen strakker aan, zodat vervormingen meer versluierd en verborgen zijn, minder makkelijk toegankelijk voor twijfel en nog verder weggehouden van gezond verstand. Wat kan er komen tussen een starre projectie en het doel dat ze als haar gewenste bestemming gekozen heeft?

 

3. Een niet-vergevende gedachte doet vele dingen. In koortsachtige actie jaagt ze haar doel na, waarbij ze verwringt en omverwerpt wat ze als een doorkruising van haar gekozen pad beschouwt. Verdraaiing is haar doel en tevens het middel waarmee ze dat tot stand wil brengen. Ze doet woeste pogingen de werkelijkheid te vermorzelen, zonder zich ook maar enigszins te bekommeren om wat haar gezichtspunt lijkt tegen te spreken.

 

"Vergeving daarentegen is stil en doet in alle rust niets. Ze schendt geen enkel aspect van de werkelijkheid, en probeert die evenmin te verdraaien tot een verschijningsvorm die haar aanstaat. Ze kijkt alleen, en wacht, en oordeelt niet."

 

Wie niet wil vergeven, moet wel oordelen, want hij moet zijn onvermogen om te vergeven rechtvaardigen. Maar wie zichzelf vergeven wil, moet leren de waarheid te verwelkomen precies zoals die is.

 

5. Doe daarom niets en laat vergeving je tonen wat jou te doen staat, via Hem die je Gids is, je Verlosser en Beschermer, sterk in hoop en zeker van jouw uiteindelijk succes. Hij heeft jou al vergeven, want dat is Zijn functie, Hem gegeven door God. Nu moet jij Zijn functie delen en vergeven wie Hij heeft verlost, wiens zondeloosheid Hij ziet, en wie Hij eert als de Zoon van God.

 

 

Vergeving daarentegen is stil en doet in alle rust niets” (4:1).

Als we deze woorden kunnen begrijpen hebben we een duidelijk beeld van wat vergeving werkelijk is. Het woord “daarentegen” refereert aan de twee voorafgaande alinea’s, die beschrijven wat een niet-vergevende gedachte is, met name 3:1: “Een niet-vergevende gedachte doet vele dingen”. Vergeving daarentegen doet niets. Niet-vergevende gedachten zijn hoogst actief en proberen onafgebroken dingen te laten passen in hun beeld van de werkelijkheid; vergevende gedachten haasten zich niet om dingen te interpreteren of proberen te begrijpen. Ze doen niets en laten alles zijn zoals het is.

 

Ook in deze les wordt de nadruk gelegd op stilte en rust. Het oefenen van het heilig ogenblik als het oefenen van vergeving bestaat uit stil zijn, tot rust komen, niets doen. De gebruikelijke staat van onze denkgeest is het product van de training door het ego: actief en constant aan het werk. Daarom is er meestal veel oefening voor nodig om de gewoonte van voortdurende mentale activiteit te doorbreken en de nieuwe gewoonte te ontwikkelen om stil en rustig te zijn.

 

Een van de trucjes van het ego, waar ik vaak mee te kampen heb, is dat het me een schuldgevoel probeert te geven als ik stil word en niets doe. Als ik probeer tien minuten te gaan zitten, overspoelt het ego mijn denkgeest met gedachten over wat ik in plaats daarvan hoor te doen. In de mentale staat waarin vergeving plaatsvindt, laten we alles gewoon zijn zoals het is, zonder ergens over te oordelen. “Ze schendt geen enkel aspect van de werkelijkheid, en probeert die evenmin te verdraaien tot een verschijningsvorm die haar aanstaat” (4:2). De verschijningsvorm die het ego gewoonlijk aanstaat, is de een of andere vorm van “ik heb gelijk en zij hebben ongelijk”, of: “Ik ben goed en zij zijn slecht”, of alleen maar: “Ik ben beter dan hij of zij”. En nog eenvoudiger: “Ik ben niet zoals hij of zij”. Al deze gedachten hebben dezelfde basis: Ik ben anders dan anderen en daarom van hen afgescheiden. En elk van deze gedachten verdraait de werkelijkheid, want de werkelijkheid is dat we hetzelfde zijn, dat we gelijk zijn, dat we één zijn. Vergeving brengt dergelijke gedachten tot zwijgen en verdrijft alle inspanningen om de werkelijkheid in een “meer wenselijke” vorm te kneden.

 

Ze kijkt alleen, en wacht, en oordeelt niet” (4:3). Vergeving ontkent niet wat ze ziet, maar ze interpreteert het niet. Ze wacht op de betekenis die de Heilige Geest er aan geeft. “Mijn partner heeft een affaire”. Vergeving kijkt, en wacht, en oordeelt niet. “Mijn kind is ziek”. Vergeving kijkt, en wacht, en oordeelt niet. “Mijn baas heeft me ontslagen”. Vergeving kijkt, en wacht, en oordeelt niet.

Wij denken zo snel dat we weten wat iets betekent! Maar we vergissen ons, we weten het niet. Ons begrip is gebaseerd op afscheiding en dat begrip begrijpt niets.

 

Het meest heilzame wat we kunnen doen wanneer er iets verontrustends gebeurt in ons leven is... niets. Onze denkgeest stil en rustig laten worden en ons openen voor het genezende licht van de Heilige Geest. Een heilig ogenblik zoeken. Als we dit tot een vaste gewoonte maken in ons leven zullen we de wereld op een volkomen andere manier gaan zien. Liefde zal door ons heen stromen en in elke situatie genezing brengen, in plaats van pijn.