Les 96
(6 april)
Verlossing komt vanuit mijn ene Zelf.
1. Hoewel je één Zelf bent, ervaar jij jezelf als twee: als goed en kwaad, liefhebbend en hatend, denkgeest en lichaam. Dit gevoel in tegenpolen opgesplitst te zijn brengt gevoelens van acuut en constant conflict teweeg, en leidt tot verwoede pogingen de tegenstrijdige elementen van dit zelfbeeld met elkaar te verenigen. Je hebt veel van zulke oplossingen gezocht, en niet een ervan heeft geholpen. De tegenstellingen die jij in jezelf ziet, zullen nooit verenigbaar zijn. Slechts één ervan bestaat.
2. Het feit dat waarheid en illusie niet verenigd kunnen worden, wat je ook probeert, welke middelen je ook aanwendt en waar je het probleem ook ziet, moet worden aanvaard, wil je worden verlost. Voor je dit hebt aanvaard, zul je een eindeloze reeks doelen nastreven die je niet bereiken kunt, een zinloze serie spenderingen van tijd en inspanning, hoop en twijfel, elk even nutteloos als de vorige, en evenzeer als de volgende tot mislukken gedoemd.
3. Problemen die geen betekenis hebben, kunnen niet worden opgelost binnen het kader waarin ze zijn gesteld. Voor twee zelven, met elkaar in strijd, is geen oplossing te vinden, en er is geen raakpunt van goed en kwaad. Het zelf dat jij hebt gemaakt, kan nooit jouw Zelf zijn, noch kan jouw Zelf in tweeën worden gesplitst en blijven wat Het is en voor altijd moet zijn. Denkgeest en lichaam kunnen niet beide bestaan. Doe geen poging de twee te verenigen, want de een ontkent dat de ander werkelijk kan zijn. Als jij lichaam bent, is je denkgeest uit je zelfconcept verdwenen, want hij heeft dan geen plaats waar hij werkelijk deel van jou zou kunnen zijn. Als jij geest bent, kan het lichaam voor jouw werkelijkheid geen enkele betekenis hebben.
4. De geest maakt van de denkgeest gebruik als middel om zijn Zelfexpressie te vinden. En de denkgeest die de geest dient, is in vrede en vervuld van vreugde. Zijn kracht komt van de geest en hij vervult blijmoedig zijn functie hier. Toch kan de denkgeest zichzelf ook van de geest gescheiden zien, en zichzelf in een lichaam waarnemen waarmee hij zich verwart. Zonder zijn functie kent hij dan ook geen vrede en is vreugde aan zijn gedachten vreemd.
5. Maar de denkgeest kan los van de geest niet denken. Hij heeft de Bron van zijn kracht verloochend en ziet zichzelf als hulpeloos, beperkt en zwak. Losgeraakt nu van zijn functie, denkt hij dat hij alleen en afgescheiden is, aangevallen wordt door legers die tegen hem te hoop lopen en dat hij zich schuil houdt in de broze veste van het lichaam. Nu moet hij het ongelijke met het gelijke verenigen, want dit is waar hij denkt dat hij toe dient.
6. Verspil hieraan verder geen tijd. Wie kan de zinloze conflicten oplossen die een droom vertoont? En wat kan zo’n oplossing in werkelijkheid betekenen? Welk doel zou die kunnen dienen? Waar dient die voor? Verlossing kan illusies geen werkelijkheid verlenen, noch een probleem oplossen dat niet bestaat. Misschien hoop jij dat ze dit kan. Maar zou je willen dat Gods plan voor de bevrijding van Zijn geliefde Zoon hem leed berokkent en nalaat hem te bevrijden?
7. Jouw Zelf behoudt Zijn Gedachten, en die blijven in jouw denkgeest en in de Denkgeest van God. De Heilige Geest bewaart de verlossing in jouw denkgeest en biedt hem de weg naar vrede aan. Verlossing is een gedachte die je deelt met God, omdat Zijn Stem die voor jou heeft aanvaard en in jouw naam geantwoord heeft dat het is volbracht. Zo wordt de verlossing bewaard als één van de Gedachten die jouw Zelf lief zijn en die Het voor jou koestert.
8. We zullen vandaag proberen deze gedachte te vinden, waarvan de aanwezigheid in jouw denkgeest wordt gegarandeerd door Hem die tot jou spreekt vanuit jouw ene Zelf. Onze oefening van vijf minuten per uur zal een zoektocht naar Hem in je denkgeest zijn. Verlossing komt vanuit dit ene Zelf via Hem die de Brug vormt tussen je denkgeest en dit Zelf. Wacht geduldig, en laat Hem tot jou spreken over je Zelf en wat je denkgeest kan doen als hij aan het Zelf is teruggegeven en vrij is dienstbaar te zijn aan Zijn Wil.
9. Begin met dit te zeggen:
Verlossing komt vanuit mijn ene Zelf. Zijn Gedachten staan mij ter beschikking.
Zoek dan Zijn Gedachten, en eis ze als de jouwe op. Dit zijn je eigen werkelijke gedachten die jij verloochend hebt, toen jij je denkgeest in een wereld van dromen liet ronddwalen, om in hun plaats illusies te vinden. Hier zijn jouw gedachten, de enige die jij hebt. Verlossing is in hun midden, vind die daar.
10. Als je hierin slaagt, zullen de gedachten die bij jou opkomen, je laten weten dat je verlost bent en dat je denkgeest de functie gevonden heeft die hij poogde te verliezen. Jouw Zelf zal hem verwelkomen en vrede schenken. In kracht hersteld zal die opnieuw uitstromen van de geest naar de geest in alle dingen die door de Geest als Zichzelf geschapen zijn. Jouw denkgeest zal alles zegenen. De verwarring is voorbij, jij bent hersteld, want je hebt jouw Zelf gevonden.
11. Jouw Zelf weet dat jij niet falen kunt vandaag. Misschien blijft je denkgeest nog een tijdje onzeker. Laat je hierdoor niet ontmoedigen. De vreugde die jouw Zelf ervaart, zal Het voor jou bewaren, en ze zal uiteindelijk in vol bewustzijn de jouwe zijn. Elke keer dat je vijf minuten van een uur eraan besteedt naar Hem te zoeken die je denkgeest met je Zelf verbindt, schenk je Hem een nieuwe schat om voor jou te bewaren.
12. Elke keer dat jij vandaag je radeloze denkgeest voorhoudt dat verlossing voortkomt uit jouw ene Zelf, voeg je aan je toenemende voorraad een nieuwe schat toe. En dit alles wordt ieder gegeven die erom vraagt en het geschenk aanvaarden wil. Bedenk dan hoeveel jou gegeven wordt om deze dag te geven, opdat dit jou gegeven wordt!
Toelichting:
Hoewel je één Zelf bent, ervaar jij jezelf als twee: als goed en kwaad, liefhebbend en hatend, denkgeest en lichaam (1:1).
Onszelf als verdeeld zien is een universele ervaring. Het doen van deze les maakt dat opnieuw duidelijk: aan de ene kant willen we oefenen omdat we naar God toe willen, omdat we verlichting willen; aan de andere kant verzet iets in ons zich, zodra het tijd is om vijf minuten te oefenen. Het lijkt alsof er twee zelven in ons zijn, een “goed” en een “slecht”. Het ene wil het licht en het andere houdt vast aan het duister.
Ik heb het grootste deel van mijn leven op deze manier doorgebracht, gelovend dat deze beleving van mezelf de waarheid was. Maar er was ook iets in me dat me vertelde dat dit niet klopte. Hoe kon ik uit twee zelven bestaan? Hoe kon mijn natuur zo verdeeld zijn, lichaam en geest, zoals mijn Christelijke opvoeding mij had geleerd? Het was niet logisch. De natuur van iets, van alles, is altijd één.
De Cursus legt uit dat slechts één “zelf” echt is: de geest. Het andere, het afgescheiden zelf dat meent een lichaam te zijn, is onwerkelijk, een verzinsel. Ik ben niet verdeeld en elk bewijs van het tegendeel is een truc van het ego, een zelfmisleiding.
Uitgaande van de illusie verdeeld te zijn in twee tegengestelde zelven, heeft de denkgeest veel oplossingen gezocht. Hij heeft zichzelf bedrogen door te geloven in de werkelijkheid van deze splitsing en een lichamelijk wezen te zijn. Daarom houdt hij zich eindeloos bezig met pogingen om alles op deze manier te laten werken – wat nooit lukt. Zo wordt de denkgeest de dienaar van het lichaam. Hij probeert allerlei manieren te bedenken om het ’t lichaam naar de zin te maken, het te plezieren, het veilig te stellen en het eeuwig te laten bestaan. Door dit te doen heeft de denkgeest zijn ware functie verloren. Door zijn gerichtheid op het lichaam is hij voor het grootste deel zijn zicht op de geest kwijtgeraakt. Hij moet zijn ware functie: het dienen van de geest, herwinnen:
De geest maakt van de denkgeest gebruik als middel om zijn Zelfexpressie te vinden (4:1).
Dit is wat ons vrede brengt en de denkgeest vervult met vreugde, terwijl het dienen van het lichaam niets anders brengt dan conflict en pijn. De gedachten van de geest vinden uitdrukking via onze denkgeest; dat is waar de denkgeest voor is bestemd.
De Heilige Geest is de vertegenwoordiger van goddelijke Hulp. Hij brengt de denkgeest terug naar zijn ware functie: het dienen van de geest. Hij vertegenwoordigt de geest, ons ware Zelf, en roept ons voortdurend op ons vergeefs geklungel, om op het lichamelijke niveau verlossing te vinden, opzij te zetten en onze denkgeest te openen voor de geest.
Als jij geest bent, kan het lichaam voor jouw werkelijkheid geen enkele betekenis hebben (3:7).
Omdat we onze denkgeest hebben gescheiden van zijn ware functie denken we dat we alleen en afgescheiden zijn. We hebben een Helper nodig die ons herinnert aan onze ware verbinding met de geest. Onze geest – ons Zelf – “behoudt Zijn Gedachten, en die blijven in jouw denkgeest en in de Denkgeest van God” (7:1). Als geest blijven we zoals God ons geschapen heeft. We proberen dus niet onze denkgeest te veranderen, maar het doel dat hij dient. In de oefeningen van vandaag proberen we de verbinding met de geest te herstellen, de afleidende problemen van het lichaam dat we denken te zijn opzij te zetten, en ons te openen voor de gedachten van de geest. Daarmee geven we de denkgeest de gelegenheid zijn functie als kanaal voor de geest terug te vinden:
In kracht hersteld zal die [jouw Zelf] opnieuw uitstromen van de geest naar de geest in alle dingen die door de Geest als Zichzelf geschapen zijn. Jouw denkgeest zal alles zegenen (10:3-4).
Dat is onze functie, dat is waarvoor we geschapen zijn:
Gods Wezen uitbreiden is de enige functie van de geest (T7.IX.3:1).
Ik ben mezelf dus opnieuw aan het ontdekken als uitbreiding van God. God is Liefde en dus ben ik dat ook. God schept, dus doe ik dat ook. Hier op aarde is scheppen genezen, elke schepping van God herstellen in zijn natuurlijke staat van zijn.
Het “Zelf” waar de Cursus over spreekt staat niet los van mij, het is wie ik ben! Als er sprake is van het zoeken naar de gedachten van mijn ene ware Zelf kan de indruk worden gewekt dat ik probeer te communiceren met een Wezen dat los van mij staat. Maar ik ben het Zelf. “Hier ben jij. Dit ben Jij” zegt les 93 (9:7). We brengen de denkgeest in contact met de geest, maar ik ben dat allemaal al. Het licht is al in me, de gedachten die ik zoek zijn mijn eigen gedachten, die ik alleen uit mijn bewustzijn heb verbannen.
Wat we precies moeten oefenen wordt niet in detail beschreven. Misschien vraag je je af: “waar wacht ik op als ik vijf minuten stil zit?” Dat kan niemand je vertellen, maar je zult het weten als je het vindt. De les houdt er rekening mee dat we vandaag de verbinding met het Zelf misschien nog niet vinden. Ze gebruikt woorden zoals “Als je hierin slaagt...” (10:1), en: “Misschien blijft je denkgeest nog een tijdje onzeker” (11:2). Ze zegt ook dat we niet ontmoedigd moeten raken als dat het geval is (11:3).
We moeten ons ontspannen, geduldig zijn en de oefeningen gewoon doen. Elke keer dat we oefenen schenkt dit ons Zelf vreugde, hoewel ook die vreugde misschien nog niet tot ons bewustzijn doordringt. Maar het Zelf bewaart die vreugde en brengt deze in ons volle bewustzijn als we “succes hebben” en zeker worden van ons ene, ware Zelf.
Oefeninstructies:
DOEL
Het vinden van de verlossingsgedachte diep binnenin je denkgeest, waardoor deze kan genezen en zijn ware functie kan uitoefenen tot zegen van iedereen.
OEFENING
De eerste vijf minuten van elk uur. Als dit niet mogelijk is, doe dan de alternatieve oefening (zie instructies bij les 93 en 94).
- Zeg: “Verlossing komt vanuit mijn ene Zelf. Zijn Gedachten staan mij ter beschikking”.
- De rest van de oefenperiode bestaat uit een combinatie van mediteren – waarbij je in contact probeert te komen met je werkelijke gedachten, zoals in Les 45 – en luisteren naar de Heilige Geest, waarbij je luistert naar spiritueel onderwijs, zoals in Les 76. Zoek diep in je denkgeest naar de aanwezigheid van de Heilige Geest. Hij is daar om je je ware gedachten te tonen, de gedachten van je ware Zelf en in het bijzonder de gedachte van verlossing. Als je succes hebt zullen gedachten bij je opkomen die je vertellen dat je verlost bent en kunt verlossen. Deze gedachten zullen je denkgeest vullen met kracht en hem in staat stellen alle denkgeesten te zegenen. Houd je denkgeest in een toestand van rustige oplettendheid, luister in vertrouwen en haal je gedachten terug wanneer ze afdwalen.
HERHALINGEN
Herhaal het idee zo vaak mogelijk. Stel je daarbij voor dat je een nieuwe schat aan je schatkamer toevoegt, een schat waar je elk moment aanspraak op kunt maken.
OPMERKING
Misschien vraag je je af of je vandaag wel succes zult hebben, maar je Zelf weet dat je niet kunt falen. Je oefeningen geven Het vreugde en Het zal deze vreugde voor jou bewaren in je schatkamer, totdat je er klaar voor bent om hem op te halen en te ervaren.