Les 13
(13 januari)
Een betekenisloze wereld baart angst.
1. Het idee van vandaag is in wezen een andere vorm van het voorgaande, behalve dat het uitgesprokener is over de emotie die wordt opgeroepen. Eigenlijk is een betekenisloze wereld onmogelijk. Niets zonder betekenis bestaat. Hieruit volgt echter niet dat je niet zult denken dat je iets waarneemt dat geen betekenis heeft. Integendeel, je zult hoogstwaarschijnlijk menen dat je het wel waarneemt.
2. Het onderkennen van betekenisloosheid wekt in alle afgescheidenen diepe verontrusting. Het vormt een situatie waarin God en het ego elkaar ‘tarten’ om uit te maken wiens betekenis geschreven moet worden in de lege ruimte die de betekenisloosheid biedt. Het ego stormt als een bezetene binnen om daar zijn eigen ideeën neer te zetten, bang dat de leegte anders gebruikt kan worden om er zijn eigen onmacht en onwerkelijkheid mee aan te tonen. En alleen in dit opzicht heeft het gelijk.
3. Daarom is het van wezenlijk belang dat jij het betekenisloze leert onderkennen en het zonder angst aanvaardt. Als je angstig bent, is het zeker dat jij de wereld met eigenschappen begiftigt die ze niet bezit en bevolkt met beelden die niet bestaan. Voor het ego zijn illusies een beveiligingsmechanisme, zoals ze dat ook stellig zijn voor jou, die jezelf gelijkstelt met het ego.
4. De oefeningen van vandaag, die zo’n drie tot vier keer moeten worden gedaan, telkens ongeveer een minuut op z’n hoogst, dienen op een iets andere manier te worden uitgevoerd dan de voorgaande. 2 Herhaal met gesloten ogen het idee van vandaag voor jezelf. 3 Open dan je ogen en kijk langzaam om je heen, terwijl je zegt:
Ik kijk naar een betekenisloze wereld.
Herhaal deze uitspraak voor jezelf terwijl je rondkijkt. Sluit weer je ogen en besluit dan met:
Een betekenisloze wereld baart angst omdat ik denk dat ik wedijver met God.
5. Je zult het misschien moeilijk vinden om enige vorm van weerstand tegen deze slotuitspraak te vermijden. Wat voor vorm die weerstand ook aanneemt, onthoud dat je in wezen bang bent voor zo’n gedachte vanwege de ‘wraak’ van de ‘vijand’. Er wordt niet van jou verwacht dat je deze uitspraak op dit moment al gelooft; je zult hem waarschijnlijk als iets absurds van de hand wijzen. Let echter zorgvuldig op alle tekenen van verbloemde of onverbloemde angst die hij misschien opwekt.
6. Dit is onze eerste poging tot het uitspreken van een expliciete oorzaak-en-gevolgrelatie van een soort dat je uiterst onbedreven bent te herkennen. Blijf niet bij de slotuitspraak stilstaan, en probeer er behalve tijdens de oefenperioden zelfs niet eens aan te denken. Dat is voor dit moment genoeg.
Toelichting:
De betekenisloze wereld die we zien verstoort onze vrede, maar roept ook angst op. Na ons een aantal dagen overtuigd te hebben van het feit dat de wereld betekenisloos is, lijkt de Cursus nu zijn koers te wijzigen:
Eigenlijk is een betekenisloze wereld onmogelijk. Niets zonder betekenis bestaat (1.2:3).
De Inleiding op het Tekstboek zegt: “niets onwerkelijks bestaat” (TIn.2:3), nu wordt ons verteld dat niets betekenisloos’ bestaat. Het gaat er niet om dat wij bang zijn omdat we niet-bestaande, betekenisloze dingen zien, het gaat er om dat we denken dat we betekenisloze dingen zien en ons haasten om er onze eigen betekenis aan te geven. We zien geen betekenis omdat we niet bereid zijn de betekenis te zien die God er al aan gegeven heeft. En het zien van betekenisloosheid roept angst in ons op:
Het vormt een situatie waarin God en het ego elkaar ‘tarten’ om uit te maken wiens betekenis geschreven moet worden in de lege ruimte die de betekenisloosheid biedt. Het ego stormt als een bezetene binnen om daar zijn eigen ideeën neer te zetten, bang dat de leegte anders gebruikt kan worden om er zijn eigen onmacht en onwerkelijkheid mee aan te tonen. En alleen in dit opzicht heeft het gelijk (2:2-4).
Als het ego zich niet zou haasten om alles een betekenis te geven, zou de betekenis die God eraan gegeven heeft inderdaad de onwerkelijkheid van het ego aantonen. Daarom grijpt het ego een lege ruimte van betekenisloosheid meteen aan als een gelegenheid om er zijn betekenis aan toe te kennen. Het is bang voor de betekenis die God er al aan heeft toegekend. De Cursus benadrukt dat wij, als we ons niet zo zouden haasten om alles onze eigen betekenis te geven, een boodschap van liefde en schoonheid zouden horen. Wat de uiterlijke situatie ook lijkt te zijn, dit is altijd waar.
Wanneer bijvoorbeeld een van onze broeders misleid is door het ego en ons verbaal aanvalt, is de boodschap die we in zijn woorden horen – hoe hij deze ook formuleert – de boodschap die we kiezen te horen. We geven zijn woorden de betekenis die onze broeder er, naar onze mening, aan geeft.
Wanneer onze denkgeest afgestemd is op de Heilige Geest horen we een boodschap die de Christus in ons bevestigt en liefde in ons opwekt – wat een ander ook zegt of doet. Dan horen we geen aanval, maar een roep om hulp of liefde.
Welke boodschap je broeder jou geeft is aan jou.
Wat zegt hij je? Wat wil jij dat hij zegt?
Jouw beslissing over hem bepaalt de boodschap die jij ontvangt (T9. II.5:1-4).
Het idee dat we wedijveren met God en bang zijn voor Zijn wraak lijkt misschien onzinnig, maar deze les vraagt ons het idee gewoon toe te passen. In deze fase van het leerproces gaat het hoofdzakelijk om de bewustwording dat we bang zijn om het betekenisloze te verlaten. We weten nog niet waarom we daar bang voor zijn, maar door de oefeningen toch te doen werken we aan onze bereidheid om toe te geven: “Ik weet niet wat dit betekent”.
Daarom vraagt deze les ons ook om elke vorm van angst op te merken. We hoeven haar niet te overwinnen, we hoeven haar alleen maar te voelen.
Accepteer gewoon dat het loslaten van iets, dat geen aanwijsbare betekenis heeft, je angstig maakt en dat de reden daarvoor zou kunnen zijn dat er ergens, diep in de duisternis van je onbewuste, een verborgen angst leeft voor de betekenis die God aan alles geeft als je Hem Zijn gang laat gaan.
Oefeninstructies:
DOEL
Je realiseren dat je onvrede voelt omdat je instinctief aanvoelt dat de wereld inhoudsloos is, een onbeschreven blad. Dit roept bij het ego de angst op dat de waarheid erop zal worden geschreven. Deze les helpt je aanvaarden dat de wereld inderdaad een onbeschreven blad is, en uit te wissen wat jij er op hebt geschreven, zodat je kunt zien wat God er op heeft geschreven.
OEFENING
Drie of vier keer, gedurende ongeveer een minuut (niet langer).
- Sluit je ogen en herhaal het idee.
- Doe je ogen open, kijk langzaam om je heen en herhaal: “Ik kijk naar een betekenisloze wereld”.
- Doe je ogen weer dicht en zeg: “Een betekenisloze wereld baart angst omdat ik denk dat ik wedijver met God”.
OPMERKING
Maak je geen zorgen als je deze laatste uitspraak niet gelooft. Je kunt het raar vinden en je ertegen verzetten. Dat geeft niets. Wees je gewoon bewust van je weerstand, welke vorm deze ook aanneemt. De werkelijke oorzaak ervan is het feit dat deze verklaring je verborgen angst voor Gods wraak wakker maakt. Diep van binnen geloof je dat je God hebt verslagen door je eigen betekenis aan de wereld te geven en dat je nu, als gevolg daarvan, overgeleverd bent aan Zijn toorn. Om aan deze overtuiging te ontsnappen heb je haar naar je onderbewustzijn verbannen. De verklaring van vandaag brengt haar weer naar boven. Dat is de reden waarom deze verklaring angst oproept en de behoefte haar te ontkennen. Blijf er daarom niet bij stilstaan en denk er zelfs niet aan, behalve tijdens de oefenperioden.