Les 46
(15 februari)
God is de Liefde waarin ik vergeef.
1. God vergeeft niet omdat Hij nooit veroordeeld heeft. En er moet veroordeling zijn voordat vergeving nodig is. Vergeving is de grote noodzaak van deze wereld, maar dat komt omdat ze een wereld van illusies is. Zij die vergeven, bevrijden zichzelf zo van illusies, terwijl zij die nalaten te vergeven, zich daaraan binden. Zoals jij alleen jezelf veroordeelt, zo vergeef jij ook alleen jezelf.
2. Maar alhoewel God niet vergeeft, is Zijn Liefde toch de basis voor vergeving. Angst veroordeelt en liefde vergeeft. Vergeving maakt zodoende ongedaan wat door angst is voortgebracht, en laat de denkgeest terugkeren tot het gewaarzijn van God. Hierom kan vergeving werkelijk verlossing worden genoemd. Het is het middel waardoor illusies verdwijnen.
3. De oefeningen van vandaag vragen minstens drie oefenperioden van een volle vijf minuten, en zo veel mogelijk korte toepassingen. Begin de langere oefenperioden zoals gewoonlijk door het idee van vandaag bij jezelf te herhalen. Sluit hierbij je ogen en gebruik een minuut of twee om je denkgeest af te zoeken op mensen die jij niet vergeven hebt. Het doet er niet toe ‘hoezeer’ je hen niet hebt vergeven. Je hebt hen helemaal vergeven, of helemaal niet.
4. Als je de oefeningen goed doet, zal het jou niet moeilijk vallen een aantal mensen te vinden die je niet vergeven hebt. Je mag er gerust van uitgaan dat iedereen die je niet mag, een geschikt onderwerp vormt. Noem ieder bij naam en zeg:
God is de Liefde waarin ik jou, [naam], vergeef.
5. De bedoeling van de eerste fase van de oefenperioden vandaag is jou in staat te stellen jezelf te vergeven. Nadat je het idee hebt toegepast op al degenen die in je denkgeest zijn opgekomen, zeg je tegen jezelf:
God is de Liefde waarin ik mezelf vergeef.
Besteed dan de rest van de oefenperiode eraan om verwante ideeën toe te voegen, zoals:
God is de Liefde waarmee ik mezelf liefheb.
God is de Liefde waarin ik gezegend ben.
6. De vorm van de toepassing kan aanmerkelijk variëren, maar het centrale idee moet niet uit het oog worden verloren. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen:
Ik kan niet schuldig zijn, want ik ben een Zoon van God.
Ik ben reeds vergeven.
Angst is onmogelijk in een denkgeest die door God wordt bemind.
Het is niet nodig aan te vallen, want liefde heeft mij vergeven.
De oefenperiode dient echter te eindigen met de herhaling van het idee van vandaag zoals dat oorspronkelijk is gegeven.
7. De korte oefenperioden kunnen ofwel bestaan uit een herhaling van het idee voor vandaag in zijn oorspronkelijke of in een verwante vorm, al naargelang je voorkeur. Zorg er echter voor dat je het meer specifiek toepast, mocht dat nodig zijn. En dat zal nodig zijn op elk moment van de dag waarop jij je bewust wordt van enigerlei negatieve reactie op iemand, al dan niet aanwezig. Zeg hem in dat geval in stilte:
God is de Liefde waarin ik jou vergeef.
Toelichting:
Alles wat de Cursus ons wil leren over het principe van de Verzoening is samengevat in de eerste zin:
God vergeeft niet omdat Hij nooit veroordeeld heeft (1:1).
Steeds weer benadrukt de Cursus dat God geen wrekende God is, dat Hij niet boos op ons is, dat Hij niets weet van straf. God veroordeelt niet, dat heeft Hij nooit gedaan. Zijn hart staat eeuwig voor ons open.
In deze wereld van illusies, waar wederzijdse veroordeling een manier van leven (of dood?) is geworden, is vergeving noodzakelijk. Niet Gods vergeving, maar die van onszelf. Vergeving is de manier waarop we onszelf bevrijden van illusies. Alle veroordeling is zelf-veroordeling. De schuld die we in anderen zien is de weerspiegeling van onze eigen schuld, en wanneer we anderen bevrijden van onze veroordeling zijn we zelf bevrijd.
Zoals jij alleen jezelf veroordeelt, zo vergeef jij ook alleen jezelf (1:5).
Zoals in latere lessen duidelijk zal worden, is ons enige doel in deze wereld haar vergeving te schenken en haar te bevrijden van de last van schuld die wij op haar hebben gelegd. Dit brengt onze denkgeest terug naar het bewustzijn van God. We vinden God door iedereen in onze omgeving te bevrijden, ons oordeel over hen terug te nemen en hen, net als onszelf, te erkennen als waardige scheppingen van God: “je komt nader tot Hem door Zijn Zoon te waarderen” (T11.IV.7:2).
Door de ketenen van veroordeling weg te nemen van iedereen die ik ken, ben ik in staat mezelf te vergeven. Het geeft een warm gevoel van binnen als ik zeg: “God is de Liefde waarin ik mezelf vergeef” (5:3). Misschien ben ik me niet eens bewust van enige vorm van schuld, maar als ik mezelf zegen met vergeving smelt er iets en dan weet ik dat vergeving nodig was. In mij is een onbewust mechanisme van zelfkritiek werkzaam. Als ik mij daar bewust van word en me voorstel dat God Zijn Liefde over me uitstort als vloeibaar goud, dan weet ik dat Hij me volledig accepteert zoals ik ben. Zo’n moment gaat zelden voorbij zonder tranen van dankbaarheid.
Oefeninstructies:
DOEL
Leren dat je jezelf vergeeft door anderen te vergeven.
OEFENING
Tenminste drie keer, gedurende een volle vijf minuten.
- Herhaal het idee met gesloten ogen. Zoek in je denkgeest naar personen die je niet helemaal vergeven hebt. Dat is waarschijnlijk niet zo moeilijk, elk gebrek aan volledige liefde is een teken van niet-vergeven. Zeg tegen iedereen die bij je opkomt: “God is de Liefde waarin ik jou, [naam] vergeef”. Dit zal je in staat stellen jezelf te vergeven.
- Als je dit een minuut of twee hebt gedaan, zeg je tegen jezelf: “God is de Liefde waarin ik mezelf vergeef”. Laat voor de rest van de tijd gedachten bij je opkomen die verwant zijn aan dit idee. Ze hoeven niet letterlijk hetzelfde te zijn, maar ook niet te ver ervan verwijderd. Kijk eventueel nog eens naar de instructies die eerder gegeven zijn over gerelateerde of verwante gedachten.
HERHALINGEN
Zo vaak mogelijk. Herhaal het idee in de originele formulering of in de vorm van een verwante gedachte.
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Wanneer je je bewust wordt van een negatieve reactie op iemand, al dan niet aanwezig, zeg dan in gedachten tegen deze persoon: “God is de Liefde waarin ik jou vergeef”.