Les 174
(23 juni)
God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.
1. (157) Nu wil ik ingaan tot Zijn Tegenwoordigheid.
God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.
2. (158) Vandaag leer ik te geven zoals ik ontvang.
God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.
Toelichting:
Alinea 6 van de Inleiding op deze herhaling:
In deze alinea spreekt Jezus in de eerste persoon: “Ik maak de reis met jou” (6:1). Een aspect van de Cursus dat minder aandacht lijkt te krijgen dan veel andere, is de persoonlijke aanwezigheid van de auteur in ons leven. Misschien voelen sommigen van ons zich ongemakkelijk bij het idee dat Jezus ons op deze tocht vergezelt. Dit is met name het geval wanneer we het gevoel hebben dat we “ontsnapt” zijn aan een Christelijke opvoeding die we als beperkend hebben ervaren, en waarin veel nadruk werd gelegd op een “persoonlijke Verlosser” en de aanbidding van Jezus als Gods enige Zoon. Jezus nu zien als onze metgezel lijkt teveel op wat we achter ons hebben gelaten.
In de Verklaring van Termen worden we eraan herinnerd dat er “wrange idolen” zijn gemaakt “van hem die slechts een broeder voor de wereld wilde zijn” (VvT5.5:7). Als we veel “schaduwfiguren” uit het verleden met ons meedragen die onze waarneming van hem vervormen, heeft onze relatie met hem genezing nodig. Ons wordt gevraagd hem onze illusies te vergeven en te zien welk een dierbare broeder hij voor ons wil zijn (VvT5.5:8).
De Cursus gaat met dit thema even mild om als met alle andere:
Het is mogelijk zijn woorden te lezen en er baat bij te vinden zonder hem in je leven te aanvaarden. Maar hij zou jou nog wat meer kunnen helpen als jij jouw vreugde en verdriet met hem wilt delen en ze beide wilt achterlaten om Gods vrede te vinden (VvT5.6:6-7).
Als je het idee om een relatie met Jezus aan te gaan dus verwarrend vindt of het je zelfs tegenstaat, maak je dan geen zorgen, het is oké. Jezus biedt aan onze twijfels en angsten met hem te delen om zichzelf toegankelijk te maken. Hij begrijpt wat we doormaken, omdat hij dit zelf ook heeft doorgemaakt. Hoewel hij een plaats heeft bereikt waar onzekerheid en pijn geen betekenis hebben, begrijpt hij het als wij dit ervaren. We hoeven niet bang te zijn dat we contact zoeken met een ongenaakbare figuur, machtig en hoog boven ons verheven, die onze onzekerheid als irrelevant wegwuift. Hij ziet wat wij zien. Hij is zich bewust van alle illusies die ons angst aanjagen en de werkelijkheid die ze voor ons lijken te hebben. Maar hij houdt in zijn gedachten de weg vast “die hem eruit heeft geleid en nu jou eruit zal leiden samen met hem” (6:5). Hij is als een oudere broer die de reis heeft volbracht en terug is gekomen om ons naar huis te leiden. Hij weet dat het Zoonschap niet compleet is tot wij dezelfde weg bewandeld hebben als hij. Hij is nu bij ons en wijst ons de weg.
Vandaag wil ik mij in mijn stille tijd bewust zijn van zijn aanwezigheid. Wanneer ik de Aanwezigheid van God binnenga wil ik mij bewust zijn van iemand die naast mij staat en mijn hand vasthoudt als ik me angstig voel. Ik ben bereid mijn onzekerheid en pijn aan hem te geven, zodat hij me kan helpen ze te overwinnen. Wanneer ik van hem de genade ontvang die me in staat stelt mijn angsten en twijfels opzij te zetten, wil ik leren geven zoals ik ontvang. Na deze tijd met hem wil ik alles wat ik ontvangen heb delen met anderen. Ik wil Gods vertegenwoordiger zijn in de wereld, de “zonden” van anderen vergeven, hun denkgeest geruststellen en hen de vrede aanbieden die mij gegeven is.
Oefeninstructies:
DOEL
Je voorbereiden op deel II van het Werkboek. Meer tijd en aandacht geven aan de praktische beoefening en het “versnellen van je voetstappen” op je reis naar God. Herkennen van de waarheid van het centrale idee: “God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook”. Maak van deze herhaling een geschenk aan Jezus, en een periode waarin je een nieuwe, maar tegelijkertijd oeroude ervaring met hem deelt.
HET GEBED
Gebruik het gebed in alinea 2 en 3 om de herhalingslessen aan God op te dragen. Je vraagt Hem hierin om je oefening te leiden en je terug te roepen wanneer je afdwaalt, zodat je sneller vooruitkomt op je weg naar Hem.
HET CENTRALE IDEE
Deze herhaling draait om het idee “God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook”. Het doel hiervan is om je op een punt te brengen waar je de waarheid van dit idee werkelijk kunt begrijpen en ervaren. Het doel van de ideeën die herhaald worden is dit centrale idee te ondersteunen, de diverse aspecten ervan te verduidelijken, en het “meer betekenis te geven, meer persoonlijk en waar te laten zijn” (WdI. hV.In.4:2).
Laat dit idee daarom elke dag van deze tiendaagse herhaling tot je doordringen. Begin en eindig de dag ermee; begin en eindig elke oefenperiode ermee en elk idee dat je herhaalt.
OEFENING
’s Morgens en ’s avonds, minimaal vijf minuten en in het ideale geval dertig minuten of meer.
Herhaal het centrale idee: “God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook”, en de twee ideeën die herhaald worden. Herhaal aan het begin en het eind van elk idee het centrale idee. Gebruik de ideeën die je herhaalt om een aspect van het centrale idee te belichten, zodat dit meer betekenis voor je krijgt.
Begeef je dan in een stille meditatie. Houd je denkgeest vrij van woorden. Woorden zijn slechts wegwijzers, ze wijzen in de richting van de betekenis, maar nu zoeken we de directe ervaring van deze betekenis en daarbij staan woorden alleen maar in de weg. Wacht in deze woordeloze leegte “in stille afwachting” (WdI.94.4:1) op de ervaring waarover de woorden spreken, de ervaring van je ware Zelf. Je volledige aandacht is gericht op het laten rusten van je denkgeest “in stille verwachting” (WdI.157.4:3). Je denkgeest is rustig en in evenwicht.
Als je gedachten afdwalen, wat regelmatig zal gebeuren, herhaal dan het centrale idee om jezelf eraan te herinneren waar je op wacht – het bewustzijn van je ware Zelf – en keer terug tot je zwijgend wachten.
Besluit de oefening door het centrale idee nogmaals te herhalen.
HERHALINGEN
De oefeninstructies die in Les 153, alinea 15-18 worden gegeven, gelden ook voor deze herhalingen: ’s morgens en ’s avonds een lange oefenperiode en daar tussendoor op elk heel uur een of twee minuten, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.
Herhaal de twee ideeën, en begin en beëindig elk ervan met het centrale idee. Dank God voor zijn gaven in het afgelopen uur en vraag Zijn Leiding voor het komende uur. Besluit met het centrale idee.