De Laatste Lessen

(Lessen 361 - 365)

Inleiding:

1. Onze laatste lessen zullen zoveel mogelijk vrij van woorden blijven. We gebruiken ze alleen bij het begin van onze oefening, en alleen maar om ons eraan te herinneren dat we ernaar streven daaraan voorbij te gaan. Laten we ons tot Hem wenden die ons voorgaat op de weg en onze schreden zeker maakt. Aan Hem laten we deze lessen over, zoals we voortaan ons leven geven aan Hem. Want we willen niet opnieuw terugkeren naar het geloof in zonde, dat gemaakt heeft dat de wereld lelijk en onveilig leek, aanvallend en vernietigend, gevaarlijk in al haar wegen en zo verraderlijk dat er geen hoop op vertrouwen en ontsnapping aan pijn mogelijk leek.

 

2. Zijn weg is de enige waarmee we de vrede vinden die God ons gegeven heeft. Het is Zijn weg die ieder in het eind moet gaan, omdat dit het eind is dat God Zelf heeft vastgesteld. In de droom van de tijd lijkt het heel ver weg. Maar in waarheid is het al hier, en dient het ons al als genadige leiding op de weg die we moeten gaan. Laten we samen de weg volgen die de waarheid ons wijst. En laten we de leiders zijn van onze vele broeders die op zoek zijn naar de weg, maar hem niet vinden.

 

3. En laten we onze denkgeest toewijden aan dit doel, en al onze gedachten erop richten de functie van verlossing te dienen. Ons is het als doel gegeven de wereld te vergeven. Het is het doel dat God ons gegeven heeft. Zijn einde van de droom is wat we zoeken, en niet het onze. Want we zullen niet anders kunnen dan erkennen dat al wat we vergeven, deel uitmaakt van God Zelf. En zo wordt de herinnering van Hem teruggegeven, volledig en compleet.

 

4. Het is onze functie ons op aarde Hem te herinneren, zoals het ons gegeven is in de werkelijkheid Zijn eigen compleetheid te zijn. Laten we dus niet vergeten dat ons doel gedeeld wordt, want het is die gedachtenis die de Godsherinnering bevat en de weg wijst naar Hem en naar de Hemel van Zijn vrede. Zullen we onze broeder, die ons dit kan bieden, dan niet vergeven? Hij is de weg, de waarheid en het leven dat ons de weg toont. In hem huist de verlossing die ons, door de vergeving die wij hem schonken, geboden wordt.

 

5. We zullen dit jaar niet beëindigen zonder de gave die onze Vader aan Zijn heilige Zoon heeft beloofd. Wij zijn vergeven nu. En we zijn van alle toorn verlost die we God hadden toegedacht, om te ontdekken dat het een droom was. We hebben onze innerlijke gezondheid hervonden, waarmee we begrijpen dat kwaadheid waanzin is, aanval dwaasheid en wraak niet meer dan een malle fantasie. We zijn van de toorn verlost omdat we begrepen hebben dat we ons hadden vergist. Niets meer dan dat. En is een vader boos op zijn zoon omdat die de waarheid niet begrepen heeft?

 

6. We komen in alle eerlijkheid tot God en zeggen dat we het niet begrepen hebben, en vragen Hem ons te helpen Zijn lessen te leren, met behulp van de Stem van Zijn eigen Leraar. Zou Hij Zijn Zoon willen kwetsen? Of zou Hij Zich haasten hem te antwoorden en zeggen: ‘Dit is Mijn Zoon, en al wat het Mijne is, is het zijne’? Wees er zeker van dat Hij zo zal antwoorden, want dit zijn Zijn eigen woorden aan jou. En meer dan dat kan niemand ooit hebben, want deze woorden bevatten alles wat er is, en alles wat er is, en alles wat er in alle tijden en in eeuwigheid zal zijn.


Oefeninstructies

DOEL

Je beoefening en je leven in de handen van de Heilige Geest leggen, zodat Hij je Gids wordt voor je verdere reis door het leven. Je volgt Zijn weg en leidt je broeders lang diezelfde weg. De kern van deze weg is het uitbreiden van vergeving naar anderen en daardoor leren dat je zelf vergeven bent.

 

‘S MORGENS EN ‘S AVONDS

Herhaal de woorden van de les en realiseer je, terwijl je dit doet, dat je de waarheid niet hebt begrepen (WdII.Ll.In.6:1) en dat je geloof in een zondige wereld een vergissing was (WdII.Ll.In.1:5). Nu kom je met lege handen tot Gods eigen Leraar en vraagt Hem je te helpen Zijn lessen te leren (WdII.Ll.In.6:1).

 

Dit heilig ogenblik wil ik U geven.

Ik zet mijn oude overtuigingen opzij en geef deze oefenperiode aan U, zodat ze een heilig ogenblik mag worden.

 

Neemt U het in handen.

Ik zet mijn gedachten en woorden opzij en leg deze oefenperiode volledig in Uw handen.

 

Want U wil ik volgen, in de zekerheid dat Uw leiding mij vrede geeft.

Ik doe dit, opdat U mij langs Uw weg van liefde kunt leiden. En alleen op die weg zal ik vrede vinden.

 

Begeef je na het uitspreken van deze woorden in een Open Mind meditatie. Open je denkgeest voor de aanwezigheid van de Heilige Geest en handhaaf die openheid zonder het gebruik van woorden.

 

Het kan behulpzaam zijn je voor te stellen dat je denkgeest Zijn heilige tempel is. Misschien is hij gewoonlijk een “rommelkamer”, die je vult met allerlei gedachten, maar gedurende deze oefenperiode is het Zijn tempel, die alleen gevuld wordt met Zijn aanwezigheid. Hij heeft dit ogenblik in handen. Dat betekent dat je je gedachten en woorden bij de deur achterlaat. Als je dat vergeet en met volle handen de tempel binnenkomt, zeg dan: “Neemt U het in handen.” Houd voor de rest van je oefenperiode dit beeld in gedachten. Vertrouw erop dat Hij je hoort en naar deze heilige plaats zal komen.

 

Als Hij komt, geeft Hij je misschien een woord om te herhalen, of een gedachte om bij stil te staan. Of misschien hoor je Gods Stem zeggen: “Dit is Mijn Zoon, en al wat het Mijne is, is het zijne” (WdII.Ll.In.6:3). Of Hij schenkt je “een rustige, open denkgeest” (1:3). Hoe dan ook, Hij zal komen om je naar een leven te leiden waarin je Hem volgt op Zijn weg van vergeving.

 

UURLIJKSE HERINNERING

Een of twee minuten op het hele uur (of korter wanneer dat vanwege de omstandigheden niet mogelijk is). Doe een korte versie van de ochtend- en avondoefening. Herhaal het idee als een uitnodiging aan God en wacht dan in woordeloze stilte op Zijn komst.

 

HERHALINGEN

Herhaal het idee van de dag zo vaak mogelijk: “Herhaal het, en laat je denkgeest een kort moment in stilte en vrede verpozen” (WdI.hIII.In.10:5).

 

ANTWOORD OP VERLEIDINGEN

Herhaal het idee zodra je in onvrede raakt, als een manier om de Heilige Geest te vragen deze onvrede te verdrijven.