Les 204
(23 juli)
De Naam van God is mijn erfgoed.
Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.
"Vrij"
Ik ben niet dit lichaam,
niet de schaduw van tijd,
niet de naam die men mij gaf,
niet de grenzen die ik zie.
Ik ben vrij,
zoals de wind die zonder angst beweegt,
zoals het licht dat zich niet laat vangen,
zoals de liefde die geen vorm behoeft.
De Naam die ik draag
is niet geschreven met inkt,
maar in de stilte van eeuwigheid
waarin ik altijd ben gebleven.
Uitleg en Commentaar op Les 204 en 184:
"De Naam van God is mijn erfgoed."
Les 204 is een herhaling van les 184, en brengt een diepgaand besef van onze ware aard naar voren. De kernboodschap is dat wij niet het lichaam zijn, maar een vrije geest, zoals God ons geschapen heeft. Dit ondermijnt de identificatie met het lichaam en het ego, die ons beperken tot de wereld van tijd en ruimte.
De herhaling van les 184 – De Naam van God is mijn erfgoed – benadrukt dat onze essentie goddelijk is en dat wij altijd deel uitmaken van God. "De Naam van God" verwijst niet alleen naar een woord, maar naar de ware aard van ons wezen: liefde, eenheid en eeuwige geest.
Het lichaam is in deze visie slechts een tijdelijke vorm, een communicatiemiddel binnen de droom van afscheiding. Het werkelijke Zelf blijft onaangetast door ziekte, lijden of dood. Dit inzicht kan bevrijdend zijn, omdat het angst vermindert en een diepe vrede brengt.
De les nodigt uit tot een verschuiving in zelfperceptie: weg van de lichamelijke identiteit en naar een besef van eeuwige vrijheid en verbondenheid met God. Dit is geen intellectuele oefening, maar een ervaring die groeit naarmate men deze gedachte werkelijk toelaat.
Verdieping en toepassingen op Les 184 en 204 :
"De Naam van God is mijn erfgoed."
Deze les is een radicale uitdaging voor hoe we onszelf doorgaans zien. In het dagelijks leven identificeren we ons meestal met ons lichaam, onze gedachten en onze emoties. We zeggen dingen als "ik ben moe", "ik ben ziek", "ik ben bang", en koppelen daarmee ons diepste zelf aan tijdelijke toestanden. Maar deze les nodigt uit tot een veel diepere realisatie: wij zijn géén lichaam – wij zijn eeuwige, vrije geest.
De herhaling van les 184 – De Naam van God is mijn erfgoed – herinnert ons eraan dat onze werkelijke identiteit niet iets is dat we hoeven te verwerven, maar iets dat we al bezitten. Onze ware natuur is goddelijk, voorbij de beperkingen van tijd en ruimte.
Maar hoe breng je deze diepe waarheid in de praktijk?
Toepassingen in het dagelijks leven
1. Oefening in Identiteitsbewustzijn
Probeer in situaties waarin je jezelf beperkt voelt, bewust deze gedachte toe te passen. Bijvoorbeeld:
-
Wanneer je je zorgen maakt over je lichaam ("Ik voel me zwak, ik word ouder, ik ben ziek"), zeg dan innerlijk:
"Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Mijn ware zelf is onaantastbaar en eeuwig." -
Wanneer je je beperkt voelt door angsten en twijfels, herinner jezelf eraan:
"Mijn erfgoed is vrijheid. Ik ben zoals God mij schiep, en niets kan dat veranderen."
Door deze gedachten regelmatig te herhalen, train je jezelf om los te komen van de identificatie met het lichaam en het ego.
2. Vergevingspraktijk: De Bevrijding van Oordelen
Een diepere toepassing van deze les is vergeving. Vaak veroordelen we anderen (en onszelf) op basis van het lichaam en het gedrag, terwijl dit slechts tijdelijke uitingen zijn.
- Wanneer iemand je irriteert of pijn doet, herinner jezelf eraan:
"Deze persoon is niet een lichaam. Hij of zij is vrij, net als ik. Wij delen dezelfde essentie."
Dit helpt je om minder reactief te zijn en te zien dat alle afscheiding uiteindelijk een illusie is.
3. Meditatie en Stilte
Om werkelijk te ervaren wat deze les betekent, is het nuttig om momenten van stilte te nemen.
- Sluit je ogen en herhaal:
"Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij."
Laat de woorden niet slechts in je hoofd blijven, maar voel de waarheid ervan in jezelf.
Stel je voor dat je loskomt van fysieke beperkingen en je bewustzijn uitbreidt tot een gevoel van ruimte en vrede.
Door regelmatig te oefenen, wordt deze waarheid een innerlijke ervaring in plaats van een abstract idee.
Het Verband met Onze Ervaring van Lijden
Veel van ons lijden komt voort uit identificatie met het lichaam: angst voor ziekte, veroudering, pijn en dood. Maar als we onszelf zien als geest – vrij en eeuwig – verliezen deze dingen hun greep op ons. Dit betekent niet dat we het lichaam negeren, maar dat we het zien voor wat het is: een tijdelijk hulpmiddel, niet onze ware identiteit.
Hetzelfde geldt voor emotioneel lijden. Wanneer we onszelf identificeren met gedachten zoals "Ik ben niet goed genoeg"of "Ik ben gefaald", vergeten we dat dit slechts verhalen zijn die het ego ons vertelt. De waarheid is dat onze essentie onaangetast blijft, altijd heel, altijd vrij.
"Vrijheid in Herinnering"
Ik keek naar mijn handen,
en zag een vorm die zal verdwijnen.
Maar diep van binnen fluisterde een stem:
"Jij bent niet dit lichaam."
Ik luisterde naar mijn gedachten,
vol twijfel en angst.
Maar achter de ruis klonk iets stillers:
"Jij bent niet je gedachten."
Ik voelde de wereld trekken,
met haar regels en grenzen.
Maar een zachte zekerheid brak door:
"Jij bent vrij."
Niet gevangen in tijd,
niet gebonden aan een naam,
maar stralend in het licht
waarin ik altijd ben geweest.