Les 173

(22 juni)

God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.

1.  (155) Ik doe een stap terug en laat Hem de weg wijzen.

God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.

 

2.  (156) Ik ga met God in volmaakte heiligheid.

God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.


Toelichting:

Alinea 5 van de Inleiding op deze herhaling:

Het Zelf, dat louter Liefde is, volmaakt consistent in Zijn Gedachten, is “wat ons opwacht aan het einde van de reis” (5:1). Ik moet mezelf er vaak aan herinneren waar ik naar op weg ben op deze spirituele tocht. Soms lijkt de reis zo lang te duren, door “talloze situaties en in de loop der tijd die geen einde lijkt te hebben” (T24.VI.7:2). Het is noodzakelijk om mijn doel voor ogen en in gedachten te houden. “Laten we ons herinneren dat dit ons is beloofd” (5:4). Ik ben op weg om mijn Zelf te vinden en mij is beloofd dat ik Het aan het einde van de reis zál vinden: een Zelf in altijddurende eenheid met God, een Zelf in volmaakte vrede met Zichzelf. Dat is het waard om “voor te gaan”.

De reis lijkt lang te zijn, maar “elke stap die we zetten brengt ons een beetje dichterbij” (5:2). Elke minuut waarin ik pauzeer om mij dit te herinneren brengt me dichterbij. Elke keer dat ik mijn hart in liefde open voor een broeder brengt me dichterbij. Elke ochtend en elke avond, waarop ik de tijd neem om te oefenen, rustig te gaan zitten en te luisteren, brengt me dichterbij. De weg die de Cursus aanbiedt is geen snelweg en hij is niet altijd boeiend. Maar hij werkt. Ik begrijp dat dit werk gedaan moet worden. De verwrongen gedachten van het ego moeten ongedaan worden gemaakt en vervangen worden door iets anders. De vele vermommingen van angst moeten worden ontmaskerd en vervangen worden door liefde. Soms zou ik willen dat dit onmiddellijk gebeurde. Soms vraag ik me af waarom het zo lang moet duren en waarom ik zo langzaam vooruit kom. En dan zie ik hoe mijn eigen gedachten me afleiden en vertragen en weet ik waarom.

 

Af en toe voel ik me zelfs dankbaar dat het zo lang duurt, dat God niets tegen mijn wil forceert zodat er, als ik aan het eind van mijn reis ben, geen spoortje onzekerheid is over het feit dat dit mijn wil is, samen met de Zijne. En dan kan ik opgewekt doorgaan met het werk dat de Cursus mij te doen geeft, in de wetenschap dat dit – althans voor mij – de enige weg is die werkt.

 

Deze herhaling [wanneer ze gedaan wordt zoals aanbevolen] zal de tijd onmetelijk bekorten (5:3).

 

Als ik dus ongeduldig word, is hier het middel om de tijd te bekorten. Dit middel wordt me dag na dag op een zilveren schaaltje aangereikt. Neem ik het aan? Gebruik ik het aangeboden middel om de tijd te bekorten? Ik zeg zo vaak dat ik zou willen dat het sneller gaat. Maar als ik het middel om dit te bewerkstelligen niet gebruik, wat zegt dat dan over mijn wens? De regelmaat waarmee ik oefen is de maatstaf voor mijn ware verlangen.

 

Als ik oefen met het doel voor ogen en er aan denk waarvoor ik het doe, zal het te behalen voordeel maximaal zijn. Als ik daarentegen door de oefeningen sukkel alsof het een verplichting is die me is opgelegd, een vervelend karwei dat ik moet klaren, zal het resultaat aanzienlijk minder zijn.

 

Vandaag wil ik mijn hart verheffen “van de stof naar het leven” (5:4). Ik wil mijn ogen opslaan en mij het glorieuze doel herinneren, de compleetheid van mijn Zelf, dat wacht op mijn herinnering. Ik wil dat de inwendige honger, die nooit weg is, gestild wordt.

 

De twee ideeën die vandaag herhaald worden komen overeen met deze vijfde alinea. “Ik doe een stap terug en laat Hem de weg wijzen” door de instructies op te volgen die de weg bekorten, en ik word aangemoedigd om mijn weg te vervolgen omdat ik “met God ga in volmaakte heiligheid”.

 

Deze cursus [werd] gezonden om het pad van licht voor ons te ontsluiten, en ons stap voor stap te leren hoe we terug kunnen keren naar het eeuwige Zelf dat we dachten te hebben verloren (5:4).

 

Dank U, Vader, voor deze cursus. Dank U voor zijn stap-voor-stap instructies. Dank U voor deze herhaling, voor de tijd die ik met U door mag brengen, in stilte, luisterend, wachtend, wetend dat elke minuut mij dichter bij mijn doel brengt, dat elke minuut de tijd onmetelijk bekort. Dank U voor het ontsluiten van het pad van licht.


Oefeninstructies:

DOEL

Je voorbereiden op deel II van het Werkboek. Meer tijd en aandacht geven aan de praktische beoefening en het “versnellen van je voetstappen” op je reis naar God. Herkennen van de waarheid van het centrale idee: “God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook”. Maak van deze herhaling een geschenk aan Jezus, en een periode waarin je een nieuwe, maar tegelijkertijd oeroude ervaring met hem deelt.

 

HET GEBED

Gebruik het gebed in alinea 2 en 3 om de herhalingslessen aan God op te dragen. Je vraagt Hem hierin om je oefening te leiden en je terug te roepen wanneer je afdwaalt, zodat je sneller vooruitkomt op je weg naar Hem.

 

HET CENTRALE IDEE

Deze herhaling draait om het idee “God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook”. Het doel hiervan is om je op een punt te brengen waar je de waarheid van dit idee werkelijk kunt begrijpen en ervaren. Het doel van de ideeën die herhaald worden is dit centrale idee te ondersteunen, de diverse aspecten ervan te verduidelijken, en het “meer betekenis te geven, meer persoonlijk en waar te laten zijn” (WdI. hV.In.4:2).

 

Laat dit idee daarom elke dag van deze tiendaagse herhaling tot je doordringen. Begin en eindig de dag ermee; begin en eindig elke oefenperiode ermee en elk idee dat je herhaalt.

 

OEFENING

’s Morgens en ’s avonds, minimaal vijf minuten en in het ideale geval dertig minuten of meer.

 

Herhaal het centrale idee: “God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook”, en de twee ideeën die herhaald worden. Herhaal aan het begin en het eind van elk idee het centrale idee. Gebruik de ideeën die je herhaalt om een aspect van het centrale idee te belichten, zodat dit meer betekenis voor je krijgt.

 

Begeef je dan in een stille meditatie. Houd je denkgeest vrij van woorden. Woorden zijn slechts wegwijzers, ze wijzen in de richting van de betekenis, maar nu zoeken we de directe ervaring van deze betekenis en daarbij staan woorden alleen maar in de weg. Wacht in deze woordeloze leegte “in stille afwachting” (WdI.94.4:1) op de ervaring waarover de woorden spreken, de ervaring van je ware Zelf. Je volledige aandacht is gericht op het laten rusten van je denkgeest “in stille verwachting” (WdI.157.4:3). Je denkgeest is rustig en in evenwicht.

 

Als je gedachten afdwalen, wat regelmatig zal gebeuren, herhaal dan het centrale idee om jezelf eraan te herinneren waar je op wacht – het bewustzijn van je ware Zelf – en keer terug tot je zwijgend wachten.

Besluit de oefening door het centrale idee nogmaals te herhalen.

 

HERHALINGEN

De oefeninstructies die in Les 153, alinea 15-18 worden gegeven, gelden ook voor deze herhalingen: ’s morgens en ’s avonds een lange oefenperiode en daar tussendoor op elk heel uur een of twee minuten, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.

 

Herhaal de twee ideeën, en begin en beëindig elk ervan met het centrale idee. Dank God voor zijn gaven in het afgelopen uur en vraag Zijn Leiding voor het komende uur. Besluit met het centrale idee.