Les 38
(7 februari)
Er is niets wat mijn heiligheid niet kan.
1. Jouw heiligheid draait al de wetten van de wereld om. Ze overstijgt elke beperking van tijd, ruimte en afstand en iedere soort grenzen. Jouw heiligheid is in haar macht volkomen onbegrensd, omdat ze jou bekrachtigt als Zoon van God, één met de Denkgeest van zijn Schepper.
2. Door jouw heiligheid wordt de macht van God gemanifesteerd. Door jouw heiligheid wordt de macht van God beschikbaar. En er is niets wat de macht van God niet vermag. Jouw heiligheid kan daarom alle pijn wegnemen, alle leed beëindigen en alle problemen oplossen. Ze kan dit doen met betrekking tot jezelf en ieder ander. Ze heeft dezelfde macht om iedereen te helpen, omdat ze dezelfde macht heeft iedereen te verlossen.
3. Als jij heilig bent, dan is alles wat God geschapen heeft dat ook. Jij bent heilig, omdat al wat Hij geschapen heeft heilig is. En al wat Hij geschapen heeft is heilig, omdat jij dat bent. In de oefeningen van vandaag zullen we de macht van jouw heiligheid benutten voor alle problemen, moeilijkheden of lijden, in iedere vorm waar je toevallig aan denkt, van jezelf of iemand anders. We zullen hierin geen onderscheid maken, omdat er geen onderscheid is.
4. Herhaal in de vier langere oefenperioden, die elk bij voorkeur een volle vijf minuten moeten duren, het idee voor vandaag, sluit je ogen en onderzoek dan je denkgeest op enig gevoel van verlies of droefheid, zoals jij dat ziet. Probeer zo min mogelijk onderscheid te maken tussen een situatie die moeilijk is voor jou en een die moeilijk is voor iemand anders. Duid de situatie concreet aan, en noem ook de naam van de betreffende persoon.
Gebruik bij het toepassen van het idee voor vandaag de volgende vorm:
In de situatie met betrekking tot _________ waarin ik mezelf zie, is er niets wat mijn heiligheid niet kan.
In de situatie met betrekking tot _________ waarin _________ zichzelf ziet, is er niets wat mijn heiligheid niet kan.
5. Misschien wil je van tijd tot tijd deze werkwijze variëren en enkele relevante gedachten van jezelf eraan toevoegen. Zo kun je er bijvoorbeeld gedachten bij opnemen als:
Er is niets wat mijn heiligheid niet kan, want daarin ligt de macht van God.
Breng elke variatie aan die je aanspreekt, maar houd de oefeningen geconcentreerd op het thema: ‘Er is niets wat mijn heiligheid niet kan.’ Het doel van de oefeningen van vandaag is jou geleidelijk het gevoel in te prenten dat je over alle dingen heerschappij hebt, op grond van wat jij bent.
6. Gebruik het idee in de veelvuldige korte oefeningen in zijn oorspronkelijke vorm, tenzij een specifiek probleem rond jou of iemand anders ontstaat, of in je denkgeest opkomt. Hanteer in dat geval de meer toegespitste vorm van het idee en pas het daarop toe.
Toelichting:
Aan het einde van deze les staat de volgende zin: “Het doel van de oefeningen van vandaag is jou geleidelijk het gevoel in te prenten dat je over alle dingen heerschappij hebt, op grond van wat jij bent” (5:5). In een latere les weerklinkt hetzelfde idee:
Er is niets ter wereld dat de macht heeft jou ziek, bedroefd, zwak of fragiel te maken. Maar jij bent het die de macht heeft alle dingen die je ziet de baas te zijn door eenvoudig te herkennen wat jij bent (WdI.190.5:5-6).
Net als ik heb je waarschijnlijk helemaal niet het gevoel dat je de macht bezit alle dingen die je ziet de baas te zijn, of dat je macht onbegrensd is. Waarschijnlijk voel je evenmin dat de macht van God gemanifesteerd wordt door jouw heiligheid en dat je, door te zijn wat je bent, “alle pijn [kunt] wegnemen, alle leed beëindigen en alle problemen oplossen” (2:4). Als je zou denken dat wel te kunnen, zou je waarschijnlijk vermoeden dat je aan grootheidswaan lijdt.
Dit is precies waarom we een les als deze nodig hebben. Wat we werkelijk zijn overstijgt datgene wat we gewoonlijk denken te zijn zover dat, als we woorden horen zoals in deze les, een deel van ons fluistert: “Dit wordt een beetje griezelig”. We hebben geen idee van de macht van onze denkgeest, die door God is geschapen en dezelfde scheppingskracht heeft als de Zijne. En áls we iets van deze macht ervaren schrikken we, en proberen het zo snel mogelijk te vergeten.
Wat we werkelijk zijn “overstijgt elke beperking van tijd, ruimte en afstand en iedere soort grenzen” (1:2). We hebben werkelijk de macht om alle problemen op te lossen, die van onszelf en die van ieder ander. Als het oefenen met het idee van vandaag alleen maar een begin is om dit besef in je wakker te maken, is het een succesvolle les.
Wanneer je geconfronteerd wordt met een situatie die je verontrust en je zegt: “In deze situatie is er niets wat mijn heiligheid niet kan”, verandert er iets in je, zelfs als negentig procent van je denkgeest tegen dit idee protesteert. Er is een heel klein beetje geloof. Misschien verandert deze tien procent in elf procent. En als je het nog eens doet in twaalf procent.
We hebben allemaal wel eens verhalen gelezen over mensen die tot ongelooflijke dingen in staat zijn, alleen omdat ze in zichzelf geloven. Dat is niet hetzelfde als waar de Cursus het over heeft, maar het illustreert wel het principe.
De Cursus heeft het over de kracht van het geloof, maar vooral over de macht van wat we in Gods ogen zijn. Hij heeft het over de macht van onze heiligheid.
Jij en ik zijn gemaakt van goddelijke materie. Als dat werkelijk tot ons doordringt kunnen we de wereld veranderen.
Het ware leren is constant en zo vitaal in zijn veranderingskracht dat een Zoon van God het ene moment zijn macht onderkennen kan en het volgende de wereld veranderen (T7.V.7:5).
Oefeninstructies:
DOEL
Jou geleidelijk het gevoel inprenten dat je over alle dingen heerschappij hebt, op grond van wat jij bent (5:5).
OEFENING
Vier keer, bij voorkeur een volle vijf minuten.
- Herhaal het idee en sluit dan je ogen.
- Onderzoek je denkgeest op zorgen of problemen, in je eigen leven of in het leven van iemand anders. Doe je best om deze als hetzelfde te zien. Met betrekking tot je eigen problemen zeg je: “In de situatie met betrekking tot ..... waarin ik mezelf zie, is er niets wat mijn heiligheid niet kan”. Met betrekking tot de problemen van een ander zeg je: “In de situatie met betrekking tot ..... waarin ..... zichzelf ziet, is er niets wat mijn heiligheid niet kan”.
- Voel je vrij om af en toe eigen gedachten toe te voegen die verband houden met het idee van vandaag, maar blijf dicht bij dit thema, wijk daar niet te ver van af. Dergelijke gedachten kunnen het idee concreter voor je maken.
Deze les introduceert de belangrijke oefening om verwante gedachten te laten opkomen. Later worden hier meer instructies over gegeven.
HERHALINGEN
Zo vaak mogelijk.
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Zodra zich een specifiek probleem voordoet – bij jezelf of een ander – pas het idee dan daar op toe.