Les 157
(6 juni)
"In Zijn Tegenwoordigheid"
Ik heb gezocht in de wereld,
in vormen die vervagen,
in stemmen die spreken en zwijgen,
in tijd die altijd ontsnapt.
Ik heb gewacht op een teken,
een hand die de weg zou wijzen,
maar elk antwoord was slechts
een echo van mijn eigen onzekerheid.
Vandaag leg ik het zoeken neer.
Vandaag stap ik niet vooruit,
maar naar binnen,
waar stilte geen leegte is,
maar een ruimte vol aanwezigheid.
Geen vragen meer,
geen oordeel over wat was,
geen angst voor wat komt.
Alleen de erkenning
dat ik al ben waar ik altijd zocht.
Hier, in dit stille centrum,
waar het Zelf spreekt zonder woorden,
waar Licht niet schijnt maar ís,
waar vrede niet komt en gaat
maar eenvoudig rust.
Ik wil ingaan tot Zijn Tegenwoordigheid,
niet als een verzoek,
maar als een erkenning:
Ik ben nooit ergens anders geweest.
Uitgebreide uitleg over het gedicht en de les
Les 157 uit Een Cursus in Wonderen ("Nu wil ik ingaan tot Zijn Tegenwoordigheid") nodigt de leerling uit om te stoppen met zoeken buiten zichzelf en de directe ervaring van Gods aanwezigheid toe te laten.
-
Het eerste deel van het gedicht weerspiegelt de zoektocht van de mens in de wereld, waar we proberen betekenis te vinden in vergankelijke dingen: geluiden, vormen, tijd, externe antwoorden. Deze zoektocht leidt echter vaak tot teleurstelling, omdat de antwoorden die de wereld biedt tijdelijk en incompleet zijn.
-
Het tweede deel van het gedicht markeert een verschuiving: het loslaten van de externe zoektocht en het betreden van een diepere, innerlijke ruimte. Dit is de kern van de les – een erkenning dat de tegenwoordigheid van God niet iets is dat bereikt of verworven moet worden, maar iets dat altijd al aanwezig is.
-
Het derde deel beschrijft de ervaring van deze tegenwoordigheid. Het gaat niet om concepten, niet om intellectueel begrijpen, maar om een directe innerlijke rust waarin er geen behoefte meer is om te oordelen of te vrezen.
-
De laatste regels drukken de belangrijkste les uit: we hoeven nergens heen, niets te doen, behalve ons herinneren dat we nooit afgescheiden zijn geweest van God. De tegenwoordigheid is geen bestemming, maar een realisatie.
Dit gedicht probeert de kern van les 157 te vangen: de overgang van zoeken naar vinden, van twijfel naar zekerheid, van illusie naar waarheid.
Verdieping van het Gedicht en de Les 157
Les 157 uit Een Cursus in Wonderen vraagt om een bewuste verschuiving van waarneming: weg van de fysieke wereld en de illusies van tijd en ruimte, naar een innerlijke realisatie van eeuwige aanwezigheid. De essentie is dat we niet hoeven te reizen om Gods tegenwoordigheid te vinden – we hoeven alleen maar te erkennen dat we er al zijn. Dit is geen intellectueel begrip, maar een directe ervaring.
Laten we het gedicht verder analyseren en verdiepen in het licht van de leer uit Een Cursus in Wonderen:
1. De zoektocht naar betekenis in de wereld
"Ik heb gezocht in de wereld,
in vormen die vervagen,
in stemmen die spreken en zwijgen,
in tijd die altijd ontsnapt."
Dit verbeeldt de menselijke neiging om betekenis buiten zichzelf te zoeken. We identificeren ons met een wereld van dualiteit, van vormen die komen en gaan, van stemmen die ons beloven te leiden maar uiteindelijk slechts reflecties zijn van onze eigen onrust.
Cursus-inzicht:
Volgens Een Cursus in Wonderen is de wereld die we waarnemen niet de werkelijkheid, maar een projectie van onze gedachten. We geloven dat we verloren zijn, en dus zoeken we buiten onszelf naar dat wat we denken te missen. Maar wat we zoeken, is nooit werkelijk verloren geweest.
2. Het besef dat het zoeken ons niet heeft gebracht waar we willen zijn
"Ik heb gewacht op een teken,
een hand die de weg zou wijzen,
maar elk antwoord was slechts
een echo van mijn eigen onzekerheid."
We verlangen vaak naar een extern signaal – een wonderbaarlijke openbaring of een zekere richting. Maar zolang we onze antwoorden buiten onszelf zoeken, blijven we gevangen in twijfel.
Cursus-inzicht:
De ware gids is al in ons. De Heilige Geest (of innerlijke leiding) spreekt niet via dramatische signalen, maar via de stille zekerheid die we in ons hart kunnen voelen. Het zoeken zelf houdt ons gevangen in het idee dat we afgescheiden zijn, terwijl het antwoord al in ons ligt.
3. De verschuiving van zoeken naar vinden
"Vandaag leg ik het zoeken neer.
Vandaag stap ik niet vooruit,
maar naar binnen,
waar stilte geen leegte is,
maar een ruimte vol aanwezigheid."
Dit markeert de ommekeer die de les vraagt: we stoppen met streven naar externe doelen en keren terug naar de stilte.
Cursus-inzicht:
De tegenwoordigheid van God is geen ervaring die we moeten 'verdienen' of 'verkrijgen'. Ze is er altijd geweest. Alleen ons geloof in afscheiding verhinderde ons haar te zien. Door ons denken stil te maken, maken we ruimte voor de herkenning dat we al één zijn met God.
4. Het einde van oordeel en angst
"Geen vragen meer,
geen oordeel over wat was,
geen angst voor wat komt.
Alleen de erkenning
dat ik al ben waar ik altijd zocht."
Hier vindt de kerntransformatie plaats: het besef dat de reis nooit een reis in afstand was, maar een reis in bewustzijn.
Cursus-inzicht:
Het verleden en de toekomst zijn illusies. Onze pijn komt voort uit de gehechtheid aan schuld (het verleden) of angst (de toekomst). Wanneer we inzien dat we nooit afgescheiden zijn geweest, verdwijnen oordeel en angst vanzelf.
5. De directe ervaring van Zijn Tegenwoordigheid
"Hier, in dit stille centrum,
waar het Zelf spreekt zonder woorden,
waar Licht niet schijnt maar ís,
waar vrede niet komt en gaat
maar eenvoudig rust."
Dit beschrijft de ervaring die de Cursus beoogt: een stille, onwrikbare vrede die niet afhankelijk is van uiterlijke omstandigheden.
Cursus-inzicht:
De waarheid van wie we zijn is onveranderlijk. Gods Tegenwoordigheid is niet iets wat fluctueert; het is onze perceptie die schommelt. Wanneer we ons losmaken van gedachten van het ego, ervaren we een vrede die altijd al aanwezig was.
6. De ultieme erkenning: er is nooit afstand geweest
"Ik wil ingaan tot Zijn Tegenwoordigheid,
niet als een verzoek,
maar als een erkenning:
Ik ben nooit ergens anders geweest."
Dit is de ultieme conclusie: de hemel is geen verre bestemming, maar een staat van bewustzijn die altijd toegankelijk is.
Cursus-inzicht:
De grootste illusie is dat we denken dat we God moeten vinden. In werkelijkheid zijn we nooit ergens anders geweest. Onze enige taak is deze waarheid te aanvaarden en toe te laten.
Samenvatting en verdiepende reflectie
Les 157 leert ons dat we niet hoeven te zoeken naar verlichting, omdat we er al deel van uitmaken. De verschuiving die nodig is, is er een van perceptie: van twijfel naar zekerheid, van angst naar vertrouwen, van zoeken naar vinden.
Het gedicht weerspiegelt deze reis door:
- Het zoeken in de wereld (illusie).
- Het besef dat zoeken buiten onszelf niet werkt.
- De keuze om naar binnen te keren.
- Het loslaten van oordeel en angst.
- De directe ervaring van tegenwoordigheid.
- De uiteindelijke erkenning: we zijn nooit afgescheiden geweest.
De les nodigt ons uit om dit niet alleen intellectueel te begrijpen, maar te ervaren. Dit gebeurt niet door inspanning, maar door stilte, overgave en de bereidheid om de waarheid toe te laten.
Les 157: "Nu wil ik ingaan tot Zijn Tegenwoordigheid."
Uitgebreide uitleg
Deze les leert ons dat onze heiligheid niet alleen onszelf, maar ook de wereld om ons heen beïnvloedt. Wanneer we onze heiligheid erkennen, transformeren we onze perceptie van de wereld.
Diepere spirituele inzichten
-
De wereld weerspiegelt de heiligheid die we in onszelf erkennen.
-
Wanneer we licht en liefde uitstralen, brengen we zegeningen naar anderen.
-
Onze heiligheid is een kracht die vreugde en genezing verspreidt.
Praktische toepassing en oefening
-
Herhaal: "In mijn heiligheid schijnt de wereld vandaag."
-
Oefen in het zien van de wereld als een weerspiegeling van je innerlijke vrede en licht.
-
Vraag jezelf af: Hoe kan ik vandaag een bron van licht zijn voor anderen?
Meditatie & contemplatie
Visualiseer een stralend licht in je hart dat zich uitbreidt en de hele wereld verlicht.