Les 55

(24 februari)

De herhaling voor vandaag omvat de volgende ideeën:

1. (21) Ik ben vastbesloten de dingen anders te zien.

Wat ik nu zie, zijn slechts de tekenen van ziekte, rampspoed en dood. Dit kan niet zijn wat God voor Zijn geliefde Zoon geschapen heeft. Alleen al het feit dat ik zulke dingen zie, is het bewijs dat ik God niet begrijp. Daarom begrijp ik ook Zijn Zoon niet. Wat ik zie, zegt mij dat ik niet weet wie ik ben. Ik ben vastbesloten de getuigen te zien van de waarheid in mij, in plaats van degene die mij een illusie van mezelf tonen.

 

2. (22) Wat ik zie is een vorm van wraak.

De wereld die ik zie, is beslist niet de weergave van liefdevolle gedachten. Ze is er een beeld van hoe alles alles aanvalt. Ze is allesbehalve een weerspiegeling van de Liefde van God en de Liefde van Zijn Zoon. Het zijn mijn eigen aanvalsgedachten die dit beeld doen ontstaan. Mijn liefdevolle gedachten zullen mij verlossen van deze waarneming van de wereld, en mij de vrede geven die God voor mij heeft bestemd.

 

3. (23) Ik kan aan deze wereld ontsnappen door aanvalsgedachten op te geven.

Hierin, en in niets anders, ligt verlossing. Zonder aanvalsgedachten zou ik geen wereld vol aanval kunnen zien. Wanneer vergeving mij weer bewust laat worden van liefde, zal ik een wereld van vrede, vreugde en veiligheid zien. En dít verkies ik te zien in plaats van datgene waar ik nu naar kijk.

 

4. (24) Ik zie niet wat mijn hoogste belang is.

Hoe kan ik mijn hoogste belang onderkennen wanneer ik niet weet wie ik ben? Wat ik meen dat mijn hoogste belang is, kluistert me alleen maar meer aan de wereld van illusies. Ik ben bereid de Gids te volgen die God mij gegeven heeft om te ontdekken wat werkelijk mijn hoogste belang is, omdat ik inzie dat ik dit niet uit mezelf kan zien.

 

5. (25) Ik weet van niets waartoe het dient.

Voor mij is het doel van alles, te bewijzen dat mijn illusies omtrent mezelf werkelijkheid zijn. Voor dit doel probeer ik alles en iedereen te gebruiken. En hiertoe geloof ik ook dat de wereld dient. Daarom herken ik haar werkelijke doel niet. Het doel dat ik aan de wereld gegeven heb, heeft tot een angstaanjagend beeld van haar geleid. Laat ik mijn denkgeest openstellen voor het werkelijke doel van de wereld, door het doel dat ik haar heb verleend terug te nemen en de waarheid over haar te leren.


Toelichting:

Het patroon dat wordt opgebouwd in de eerste vijftig lessen, wordt met elke herhaling duidelijker. De stijl van deze tien herhalingen is een van de duidelijkste en eenvoudigste in de hele Cursus. Natuurlijk ben ik vastbesloten de dingen anders te zien. “Ziekte, rampspoed en dood” (1:2) zijn niet wat ik wil zien. Dát ik ze zie bewijst dat ik God niet begrijp en niet weet wie ik ben. De wereld die ik zie weerspiegelt aanvalgedachten: “een beeld van hoe alles alles aanvalt” (2:3). In deze wereld leeft alles door het leven van iets anders te vernietigen, of dat nu dierlijk of plantaardig is. En wat is de oorzaak hiervan? Mijn eigen aanvalgedachten.

 

Mijn liefdevolle gedachten zullen mij verlossen van deze waarneming van de wereld, en mij de vrede geven die God voor mij heeft bestemd (2:6).

 

Het veranderen van mijn denkgeest van aanval in liefde verandert de wereld die ik zie.

 

En dit verkies ik te zien in plaats van datgene waar ik nu naar kijk (3:5).

 

Het is geen wonder dat ik in verwarring verkeer met betrekking tot mijn hoogste belang! Ik weet niet wie ik ben, dus hoe kan ik weten wat ik nodig heb? Ik ben bereid de leiding te aanvaarden van de Ene Die mij kent, ik begrijp dat ik niet uit mezelf kan zien wat mijn hoogste belang is, want ik grijp alles aan om mijn illusies over mijzelf in stand te houden. Wat ik dus nodig heb is een manier om mij door de wereld de waarheid over mezelf te laten leren. Zoals ik de wereld nu zie is het een beangstigend oord. Ik wil de waarheid weten.

 

Mijn transformatie hangt af van mijn bereidheid om toe te geven dat ik niet prettig vind wat ik zie, en aangezien wat ik zie voortkomt uit wat ik denk, wil ik veranderen wat ik denk. Ik weet niet wat mijn hoogste belang is, ik wil “bewijzen dat mijn illusies omtrent mezelf werkelijkheid zijn” (5:2). Verward als ik ben kan ik mezelf niet leren wat ik niet weet. Ik heb een stabiele, betrouwbare Leraar nodig en in de Heilige Geest heb ik die Leraar gevonden.

 

Het enige wat ik hoef te doen is mezelf als leerling opstellen, door mijn verkeerde denkwijze op te geven en mijn aanvalgedachten los te laten. Ik denk dat ze me ondersteunen, maar in werkelijkheid vernietigen ze me.

 

Vandaag besluit ik een andere keuze te maken en mijn denkgeest te openen voor een denkwijze die ik tot nu toe niet begrijp.

Ik open mijn hart voor liefde.


Oefeninstructies:

DOEL

Herhalen van de eerste vijftig lessen om ze dieper op je in te laten werken, te zien hoe ze met elkaar verbonden zijn en hoe samenhangend het denksysteem is waarheen ze je leiden.

 

OEFENING

Gebruik voor elke oefenperiode ruim twee minuten.

 

  • Lees aan het begin en het eind van de dag de vijf ideeën plus de toelichting.
  • Oefen daarna elk uur een van de ideeën in een willekeurige volgorde.
  • Oefen elk idee tenminste één keer.
  • Als een bepaald idee je bijzonder aanspreekt, concentreer je daar dan op.

 

Tijdens de uurlijkse oefenperioden:

  • Zoek een rustige plek op waar je alleen bent en lees één van de vijf ideeën en de toelichting daarop. Deze toelichtingen zijn geschreven alsof het je eigen gedachten over het idee zijn. Probeer je voor te stellen dat dit echt zo is. Het kan helpen om regelmatig je eigen naam te noemen.
  • Sluit je ogen en denk na over het idee en de bijbehorende toelichting. Denk vooral na over de kern van de toelichting. Laat verwante gedachten opkomen. Als je denkgeest afdwaalt, herhaal dan het idee en ga door met je overdenkingen. Dit is dezelfde basisoefening als in Les 50, waarin je actief nadenkt over de ideeën om ze dieper in je denkgeest te laten zinken.