Les 147

(27 mei)

Mijn denkgeest bevat enkel wat ik denk met God:


Toelichting:

Vandaag wil ik naar de dingen kijken die ik waarde toeken en ze opnieuw in overweging nemen. Waarom doe ik wat ik doe? Waar hecht ik waarde aan? Als we goed kijken naar de dingen die we waarderen blijken ze vaak nogal dwaas te zijn. Als ik bijvoorbeeld in een relatie de voedende warmte van ware intimiteit begin te ervaren, is niets het waard om me daarvoor af te sluiten. Een ander voorbeeld: Ik herinner me een fundamentalistische kerkgemeenschap die verdeeld raakte vanwege de vraag of het wel of niet zondig was om tijdens een kerkdienst gitaar te spelen. Hoe kan het dat iemand zo’n meningsverschil waardevol genoeg vindt om mensen af te wijzen die ooit zijn beste vrienden waren?

 

Vergeving ziet dat niets het waard is om een ander kind van God uit mijn hart te bannen. Ons bewustzijn bevat zoveel principes, zoveel dingen die we belangrijker vinden dan liefde, belangrijker dan eenheid en belangrijker dan een vredige denkgeest. Ben ik al zover dat ik een vredige denkgeest meer waardeer dan al het andere? Ben ik al op het punt waarop ik alles, wat de liefde die door me heen stroomt blokkeert, onmiddellijk opzij kan zetten?

 

We moeten ons bewust worden van de bron van onze pijn. We lijden als we ons hart sluiten, als we weigeren te vergeven, als we ons vastklampen aan onrecht dat ons is aangedaan en weigeren onze grieven los te laten. Maar “Liefde koestert geen grieven” (WdI.68.t).

Vergeving is een geschenk aan mezelf, de verlossing van mijn pijn. Wat waardeer ik meer dan de vrije stroom van liefde, de warmte van de verbondenheid met mijn broeders en zusters? Ik wil niet langer waarde geven aan wat geen waarde heeft, en voor vergeving kiezen.

 

Vanmorgen en vanavond neem ik vijf minuten de tijd om mijn denkgeest open te stellen en te zuiveren van alle gedachten die me zouden kunnen misleiden (WdI. hIV.In.5:2). Ik wil me herinneren dat mijn denkgeest Gods eigen gedachten bevat en alles wat minder waard is dan dat opzij zetten. Ik wil deze gedachten waarderen boven al het andere. Ik wil me verheugen over de overeenstemming van Gods Denkgeest met de mijne.

Het delen van Zijn gedachten is het enige wat werkelijk waardevol is.


Oefeninstructies:

DOEL

Hoewel Deel I van het Werkboek nog 80 lessen bevat, is deze herhaling toch een voorbereiding op Deel II. Ook de volgende herhaling (Herhaling V) kondigt deze voorbereiding aan. Het Werkboek neemt kennelijk aan dat we een aantal hobbels hebben genomen (zie bijvoorbeeld WdI.122.10:2-4) en dat we ons, nu we minder weerstand hebben, kunnen concentreren op de voorbereiding op het belangrijkste deel van het Werkboek: Deel II.

 

OEFENING

Twee keer ongeveer zeven minuten, aan het begin en aan het einde van de dag.

 

  • Besteed de eerste vijf minuten aan het centrale thema van deze herhaling: “Mijn denkgeest bevat enkel wat ik denk met God”. Breng je denkgeest tot rust en herhaal dit idee enkele keren langzaam, je bewust van de betekenis van deze woorden. Laat deze gedachte alle andere gedachten vervangen. Onze gebruikelijke gedachten zijn, zoals in de alinea’s 3 en 4 wordt beschreven, niet-vergevingsgezind. Misschien is dit niet meteen herkenbaar omdat ze zich in allerlei vermommingen aan je voordoen. Ze verbergen de waarheid dat je denkgeest enkel bevat wat je denkt met God. Door je te concentreren op dit ene, ware idee, kom je in contact met de ware staat van je denkgeest, die alleen Gods Gedachten denkt. Dit bereidt je voor op een dag die deze ware staat van zijn weerspiegelt, en waarin de gedachten die je denkt afkomstig zijn van God (6:1-2). 

 

  • Begin na deze vijf minuten aan de tweede fase. Lees de beide ideeën die herhaald worden, sluit je ogen en herhaal ze langzaam in jezelf. Elk woord bevat een geschenk van God. Sta je denkgeest toe dit geschenk te ontvangen. “Laat elk woord stralen van de betekenis die God eraan gegeven heeft” (7:4). Ontvang de betekenis die Hij in deze woorden heeft gelegd, want deze ontvankelijkheid is de ware staat van je denkgeest.

 

Het doel van de eerste fase is je voor te bereiden op de tweede fase. Door je vijf minuten uitsluitend te concentreren op een gedachte van God, bereid je je voor op het uitsluitend zien van de betekenis die God aan de twee herhaalde ideeën gegeven heeft.

 

HERHALINGEN

Op elk uur ongeveer een minuut.

Besteed een rustig moment aan het centrale thema en herhaal daarna de twee ideeën van de dag. Doe dat langzaam, en gun jezelf de tijd om de betekenis te zien die God daar voor jou aan gegeven heeft.

 

OPMERKING

Herhaal deze oefening ’s avonds, voordat je gaat slapen. Realiseer je dat het centrale thema deze dag, door jouw trouwe beoefening, “tot een bijzonder moment van zegen en geluk heeft gemaakt” (9:3), zowel voor jezelf als voor de wereld. Realiseer je ook dat je, terwijl je in slaap valt, omhuld bent door Gods dank. Want je maakt nu aanspraak op het erfgoed dat Hij je heeft gegeven.