Les 88
(29 maart)
Vandaag zullen we deze ideeën herhalen:
Door verlossing in plaats van een aanval te kiezen, kies ik er louter voor te herkennen wat er al is. Verlossing is een besluit dat al genomen is. Aanval en grieven zijn geen opties. Dat is de reden waarom ik altijd kies tussen waarheid en illusie, tussen wat er is en wat er niet is. Het licht is gekomen. Ik kan alleen het licht kiezen, want het heeft geen alternatief. Het heeft de duisternis vervangen, en de duisternis is verdwenen.
2. De volgende vormen zouden bruikbaar kunnen blijken voor de specifieke toepassing van dit idee:
Dit kan mij geen duisternis tonen, want het licht is gekomen.
Het licht in jou is al wat ik wil zien, [naam].
Ik wil hierin alleen zien wat er is.
3. (76) Ik sta onder geen andere wetten dan die van God.
Dit is de volmaakte formulering van mijn vrijheid. Ik sta onder geen andere wetten dan die van God. Ik word er voortdurend toe verleid andere wetten te bedenken en die macht over mij te geven. Ik lijd alleen vanwege mijn geloof in die wetten. Ze hebben geen enkel werkelijk effect op mij. Ik ben volkomen vrij van de effecten van alle wetten behalve die van God. En Zijn wetten zijn de wetten van de vrijheid.
4. De volgende specifieke toepassingsvormen van dit idee kunnen misschien bruikbaar zijn:
Mijn waarneming hiervan toont me dat ik in wetten geloof die niet bestaan.
Ik zie hierin alleen Gods wetten aan het werk.
Laat ik hierin Gods wetten aan het werk laten, en niet de mijne.
Toelichting:
De ideeën die vandaag worden herhaald lijken over twee verschillende dingen te gaan, maar hebben een gemeenschappelijke basis die in deze les wordt uitgelegd. Deze gemeenschappelijke basis kan als volgt worden uitgedrukt: Alleen wat van God is, is werkelijk, wat daaraan tegengesteld lijkt te zijn is slechts een illusie zonder macht, behalve de macht die ik er door mijn geloof aan geef.
Verlossing is een besluit dat al genomen is. Aanval en grieven zijn geen opties. Dat is de reden waarom ik altijd kies tussen waarheid en illusie, tussen wat er is en wat er niet is (1:3-5).
Ik heb geen alternatief voor het licht, want er is geen alternatief. Mijn ervaring van duisternis is een waanvoorstelling, want er is geen duisternis: “Ik kan alleen het licht kiezen, want het heeft geen alternatief” (1:7). Daarom zegt het Tekstboek dat de afloop van mijn drama hier op aarde vaststaat: “God is onvermijdelijk, en jij kunt Hem evenmin vermijden als Hij jou” (T4.I.9:11). In mijn zoektocht naar het veranderen van mijn waarneming, zoek ik in feite naar iets dat er al is – het enige dat er is. Alleen Gods wetten heersen over mij. De andere wetten, waarvan ik denk dat ze macht over mij hebben, zijn wetten die ik heb verzonnen.
Ik lijd alleen vanwege mijn geloof in die wetten. Ze hebben geen enkel werkelijk effect op mij (3:5-6).
De wetten van het ego kunnen mij niet beperken. Ik kan me er nu van bevrijden, omdat ik er in werkelijkheid al vrij van ben. Ze hebben geen macht. Het ego lijkt af en toe bijzonder sterk te zijn, mijn automatische pijn- en woedereacties lijken buiten mijn controle te liggen en mij in hun macht te hebben. Maar dat is niet zo. Ik ben vrij van deze wetten van chaos, zonde en schuld, straf en afscheiding. De genezing van elke relatie is onvermijdelijk, omdat Gods wetten ons verbinden, niet scheiden.
“Een gelukkige afloop staat voor alles vast” (WdII.292.t), omdat er geen andere wetten en geen andere wil zijn dan die van God. Alleen mijn geloof geeft macht aan de illusie van een tegengestelde wil en tegengestelde wetten.
Vandaag wil ik vanuit dit inzicht naar alles kijken. Waar ik duisternis meen te zien verkondig ik de werkelijkheid van het licht. Waar ik wetten zie die tegen Gods werk ingaan, verklaar ik ze zonder macht. Dank U, Vader, voor de zekerheid van Uw plan en de werkelijkheid van Uw licht.
Oefeninstructies:
OEFENING
Twee keer (één keer per idee), gedurende vijftien minuten.
- Aanbevolen wordt om de eerste helft van de dag te oefenen met het eerste idee, en de tweede helft van de dag met het tweede.
- Lees gedurende drie tot vier minuten rustig het idee en de toelichting daarop. Herhaal dit eventueel en denk erover na.
- Sluit je ogen en besteed de rest van de oefenperiode aan het luisteren naar de boodschap die de Heilige Geest voor je heeft.
Denk daarbij aan het volgende:
- Luister “rustig maar aandachtig”: luister in stilte en met al je aandacht.
- Bewaar een houding van vertrouwen (deze boodschap behoort mij toe), verlangen (ik wil deze boodschap ontvangen) en vastbeslotenheid (ik zal deze boodschap ontvangen).
- Tien minuten alleen maar luisteren biedt de denkgeest alle kans om af te dwalen. Wanneer dat gebeurt herhaal dan de eerste fase. Als je maar heel even wordt afgeleid, realiseer je dan dat de afleidende gedachten geen macht hebben en vervang ze door je vastbeslotenheid om te slagen. Wees vastberaden: “Houd aan je voornemen vast” (4:1), “Weiger op een zijspoor te worden gebracht” (5:2).
Het kan behulpzaam zijn om aan het begin concreet om de boodschap te vragen en dat tussendoor te herhalen, bijvoorbeeld: “Wat is Uw boodschap voor mij vandaag?” Je kunt deze vraag ook gebruiken als hulpmiddel om afdwalende gedachten terug te roepen.
HERHALINGEN
Herhaal het idee zo vaak mogelijk. Gebruik het eventueel als een manier om je vastbeslotenheid om te slagen te versterken.
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Wanneer je vrede verstoord dreigt te raken herhaal het idee dan in een vorm die past bij de situatie (zie alinea 6).
- Je kunt een van de drie zinnen aan het eind van elke les gebruiken en toepassen op de situatie die je vrede verstoort. Bijna elke zin bevat het woord “dit” of “deze” of “naam”. Deze woorden kun je vervangen door de bewuste situatie of persoon.
- Je kunt ook een eigen formulering gebruiken, in de vorm van verwante gedachten. Ontspan je en laat een zin opkomen waarmee je de essentie van het idee kunt toepassen op de actuele situatie of persoon.