Les 191
(10 juli)
Ik ben de heilige Zoon van God Zelf.
1. Dit is jouw bevrijdingsverklaring van onderworpenheid aan de wereld. En hiermee wordt ook heel de wereld bevrijd. Je ziet niet wat je gedaan hebt door de wereld de rol te geven van cipier van de Zoon van God. Wat zou ze anders kunnen zijn dan kwaadaardig en bang, voor schaduwen bevreesd, bestraffend en barbaars, alle redelijkheid ontberend, blind, en waanzinnig van haat?
2. Wat deed je dat dit jouw wereld zou moeten zijn? Wat deed je dat dit is wat jij ziet? Ontken je eigen Identiteit en dit is wat overblijft. Je ziet chaos en verkondigt dat jij dat zelf bent. Er is geen tafereel dat verzuimt hier voor jou van te getuigen. Er is geen klank die niet spreekt van broosheid in en buiten jou, geen ademhaling die je niet dichter bij de dood lijkt te brengen, geen hoop die je koestert die niet in tranen zal vergaan.
3. Ontken je eigen Identiteit, en je zult niet ontsnappen aan de waanzin die geleid heeft tot deze vreemde, onnatuurlijke en spookachtige gedachte die de schepping bespot en God uitlacht. Ontken je eigen Identiteit, en je valt in je eentje het universum aan, zonder vriend, een nietig stofdeeltje tegenover de legioenen van je vijanden. Ontken je eigen Identiteit, en kijk naar het kwaad, de zonde en de dood, en zie hoe de wanhoop elk greintje hoop uit je vingers graait, en jou met niets achterlaat dan de wens te sterven.
4. Maar wat is het anders dan een spel dat je speelt, waarin Identiteit kan worden ontkend? Jij bent zoals God jou geschapen heeft. Al het andere behalve dit ene geloven is je reinste dwaasheid. In deze ene gedachte wordt iedereen bevrijd. In deze ene waarheid zijn alle illusies verdwenen. In dit ene feit wordt verkondigd dat zondeloosheid voor eeuwig deel uitmaakt van alles, de binnenste kern is van het bestaan ervan en zijn waarborg voor onsterfelijkheid.
5. Laat slechts het idee van vandaag een plaats vinden te midden van jouw gedachten en je bent ver uitgestegen boven de wereld en boven alle wereldse gedachten die haar gevangen houden. En vanuit dit veilige ontsnappingsoord zul je terugkeren en haar bevrijden. Want hij die zijn ware Identiteit aanvaarden kan is waarlijk verlost. En zijn verlossing is het geschenk dat hij iedereen geeft, uit dankbaarheid jegens Hem die de weg wees naar het geluk dat zijn hele perspectief op de wereld heeft veranderd.
6. Eén heilige gedachte zoals deze en je bent vrij: jij bent de heilige Zoon van God Zelf. En met deze heilige gedachte leer je tevens dat jij de wereld hebt bevrijd. Je hoeft de wereld niet op een wrede manier te gebruiken en dan deze barbaarse behoefte erin te zien. Je bevrijdt haar van jouw gevangenschap. Je zult geen vernietigend beeld zien van jezelf terwijl je met angst en beven door de wereld gaat, en de wereld zich in doodsstrijd kronkelt omdat jouw angsten het doodsstempel op haar hart hebben gedrukt.
7. Wees vandaag blij hoe uiterst makkelijk de hel ongedaan wordt gemaakt. Je hoeft jezelf alleen te zeggen:
Ik ben de heilige Zoon van God Zelf. Ik kan niet lijden, ik kan geen pijn hebben, ik kan geen verlies lijden, noch nalaten alles te doen wat verlossing me vraagt.
En met die gedachte is alles waar je naar kijkt totaal veranderd.
8. Een wonder heeft alle oeroude, donkere spelonken verlicht waar doodsrituelen weerklonken sinds het begin van de tijd. Want de tijd heeft zijn greep op de wereld verloren. De Zoon van God is gekomen in heerlijkheid, om de verlorenen te redden, de hulpelozen te verlossen, en de wereld de gave van zijn vergeving te schenken. 4Wie zou de wereld als donker en zondig kunnen zien, wanneer Gods Zoon eindelijk opnieuw gekomen is om haar te bevrijden?
9. Jij die jezelf als zwak en broos ziet, met vergeefse verwachtingen en verwoeste dromen, slechts geboren om te sterven, te huilen en pijn te lijden, luister hiernaar: alle macht op aarde en in de Hemel is jou gegeven. Er is niets wat jij niet kunt doen. Je speelt het spel van de dood, speelt dat je hulpeloos bent, jammerlijk verklonken aan ontbinding en verval in een wereld die jou geen genade betoont. Maar als jij haar genade verleent, zal haar genade op jou stralen.
10. Laat dan de Zoon van God uit zijn slaap ontwaken en, terwijl hij zijn heilige ogen opent, opnieuw terugkeren om de wereld te zegenen die hij heeft gemaakt. Ze begon in dwaling, maar ze zal eindigen als de weerspiegeling van zijn heiligheid. En hij zal niet meer slapen en dromen van de dood. Sluit je dus vandaag bij mij aan. Jouw glorie is het licht dat de wereld verlost. Houd verlossing niet langer tegen. Kijk naar de wereld om je heen en zie het lijden daar. Is jouw hart niet bereid je vermoeide broeders rust te brengen?
11. Ze moeten op jouw eigen bevrijding wachten. Ze blijven geketend, tot jij vrij bent. Ze kunnen de genade van de wereld niet zien, tot jij die in jezelf vindt. Ze lijden pijn, tot jij de greep die pijn op jou heeft, verworpen hebt. Ze sterven, tot jij je eigen eeuwige leven aanvaardt. Jij bent de heilige Zoon van God Zelf. Herinner je dit, en heel de wereld is vrij. Herinner je dit, en Hemel en aarde zijn één.
Toelichting:
Opnieuw klinkt een van de sleutelbegrippen van de Cursus: Je bent zoals God jou geschapen heeft. Alles wat God schept is gelijk aan Hem: heilig, zondeloos, schuldeloos, eeuwig, en een oneindige bron van liefde. Zoals al eerder werd gezegd: we zijn geen mensen die een spirituele ervaring zoeken, we zijn spirituele wezens die denken dat ze een menselijke ervaring hebben. We ontstaan niet pas bij onze geboorte en verdwijnen niet als het lichaam ophoudt met functioneren. We zijn deel van een onsterfelijk wezen, geheel bestaand buiten de tijd. “Ik ben de heilige Zoon van God Zelf”.
Hoe we onszelf zien bepaalt hoe we de wereld zien. We geven de wereld de rol van cipier van de Zoon van God (1:3). Als we onszelf zien als afgescheiden, geisoleerde wezens, hebben we onszelf onvermijdelijk de rol van slachtoffer toebedeeld. Dan worden we een nietig stofdeeltje in een orkaan, ronddwarrelend in het universum, zonder aandacht voor ons welzijn. De wereld weerspiegelt de onjuiste identiteit die we hebben aangenomen. Zij getuigt van onze kwetsbaarheid, en al onze ervaringen bevestigen dat de dood werkelijk en verlies onvermijdelijk is. Dat is het gevolg van projectie. De wereld wordt onze cipier en maakt ons tot slachtoffer. Als we onze Identiteit als de heilige Zoon van God ontkennen, onze Identiteit zoals God ons geschapen heeft, maken we de wereld tot een plaats van kwaad, zonde, dood en wanhoop. (3:3). Dit nemen we de wereld kwalijk, hoewel we haar zelf deze rol hebben toebedeeld.
Als ik vandaag naar de wereld kijk zal ik mezelf de vraag stellen: Wat heb ik gedaan dat dit mijn wereld zou moeten zijn? (2:1). En ik zal antwoorden: Ik heb mijn identiteit als Gods Zoon ontkend (2:3). Het aanvaarden van mijn Identiteit is dus de wereld vergeven voor wat ze mij niet heeft aangedaan. Het corrigeren van die ene vergissing verandert de wereld die ik zie. De wereld die ik zie kan geen werkelijkheid zijn, want onze ware Identiteit kan niet werkelijk worden ontkend. Onze ingebeelde identiteit als “niet-Gods-Zoon” is slechts een dwaas spelletje, dat geen invloed en geen gevolgen heeft. Als we onze ware Identiteit beginnen te aanvaarden, zullen alle illusies, die zijn voortgekomen uit onze vergissing, verdwijnen (alinea 4). Deze les vraagt ons onze Identiteit te erkennen tijdens het heilig ogenblik:
Laat slechts het idee van vandaag een plaats vinden te midden van jouw gedachten en je bent ver uitgestegen boven de wereld en boven alle wereldse gedachten die haar gevangen houden. En vanuit dit veilige ontsnappingsoord zul je terugkeren en haar bevrijden (5:1-2).
We stijgen boven de wereld uit naar een veilige plaats, waar we de onmogelijkheid zien van een wereld die ons tot slachtoffer maakt, omdat we onze eeuwige, onkwetsbare natuur herkennen.
Les 184 bevat een soortgelijke beschrijving in alinea 10. In het heilig ogenblik aanvaarden we de Verzoening voor onszelf, we erkennen onze ware Identiteit. En vervolgens keren we terug om de boodschap van deze gedeelde Identiteit naar de wereld te brengen, zodat we tegelijk met haar bevrijd worden. Het besef van onze Identiteit is voldoende om ons, en daarmee de wereld, voorgoed van elk probleem te bevrijden. Vasthouden aan onze kleine, individuele identiteit betekent een “vernietigend beeld zien van jezelf terwijl je met angst en beven door de wereld gaat, en de wereld zich in doodsstrijd kronkelt omdat jouw angsten het doodsstempel op haar hart hebben gedrukt” (6:5).
Wil ik werkelijk doorgaan met het spelen van dit dwaze, tragische spel? Wil ik doorgaan de wereld te verwijten dat ze mijn behoeften niet vervult en mij niet geeft waar ik recht op heb? Of geef ik toe dat ik mijn Zelf heb ontkend en de wereld daarvan de schuld geef?
In het laatste deel spreekt deze les in gloedvolle bewoordingen over de Zoon van God: Hij “is gekomen in heerlijkheid, om de verlorenen te redden” (8:3). Wie is deze Zoon van God? Niet alleen Jezus, ook jij en ik. Deze les roept ons op ons te realiseren dat onze glorie het licht is dat de wereld verlost (10:5) en dat we verlossing niet langer tegen moeten houden (10:6). Ze vraagt ons naar het lijden van de wereld te kijken – niet er overheen te walsen en te zeggen: “Het is slechts een illusie” – en daar vanuit ons hart op te reageren.
Hoe kunnen we onze broeders verlossen uit hun lijden? Door onze eigen bevrijding te aanvaarden en onze eigen Identiteit te erkennen (11:1-5).
Jij bent de heilige Zoon van God Zelf. Herinner je dit, en heel de wereld is vrij. Herinner je dit, en Hemel en aarde zijn één (11:6-8).
Oefeninstructies:
DOEL
Voorbijgaan aan je zwakke, broze en angstige zelfbeeld, dat het gevolg is van de ontkenning van je ware Identiteit, en je herinneren dat je de heilige Zoon van God Zelf bent. Dit zal jou en de wereld bevrijden van alle lijden.
OEFENING
’s Morgens en ’s avonds, minimaal vijf minuten en in het ideale geval dertig minuten of meer.
Er worden geen specifieke instructies gegeven voor de beoefening van vandaag. “Je hoeft jezelf alleen te zeggen: Ik ben de heilige Zoon van God Zelf. Ik kan niet lijden, ik kan geen pijn hebben, ik kan geen verlies lijden, noch nalaten alles te doen wat verlossing me vraagt” (7:2-4). Door deze woorden uit te spreken, en te menen wat je zegt, keer je de ontkenning van je Identiteit om, en aanvaard je de kracht en glorie van je ware aard.
Nu zie je de wereld als een gevangenis, gevuld met vijanden die tegen je zijn. Het is de ontkenning van je ware Identiteit die je de wereld zo laat zien, omdat ze op deze manier je valse identiteit ondersteunt. Wanneer je je ontkenning omkeert door de woorden van de oefening van vandaag – bevrijd je de wereld. Door je glorie als Zoon van God te erkennen bevrijd je degenen die geketend zijn, die geen genade zien, die pijn lijden, en zelfs degenen die sterven. Dit is je motivatie om vandaag te oefenen – je eigen verlossing en die van alle anderen.
Buiten de tijd die je wijdt aan het herhalen van deze woorden, met zoveel mogelijk zekerheid en ernst, is het aan jou hoe je de rest van de oefenperioden doorbrengt. Laat je daarbij leiden door je eigen inspiratie en door de Heilige Geest.
HERHALINGEN
Een of twee minuten op elk heel uur, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.
Doe een korte versie van de ochtend- en avondoefening. Besluit met het vragen om Gods leiding in het komende uur en dank Hem voor Zijn gaven in het afgelopen uur.