Les 113
(23 april)
Voor de herhaling ‘s ochtends en ‘s avonds:
1. (95) Ik ben één Zelf, verenigd met mijn Schepper.
Sereenheid en volmaakte vrede zijn mijn deel, omdat ik één Zelf ben, volkomen heel, één met heel de schepping en met God.
2. (96) Verlossing komt vanuit mijn ene Zelf.
Vanuit mijn ene Zelf, wiens kennis nog altijd in mijn denkgeest verblijft, zie ik Gods volmaakte plan voor mijn verlossing volmaakt vervuld.
3. Op het hele uur:
Ik ben één Zelf, verenigd met mijn Schepper.
Op het halve uur:
Verlossing komt vanuit mijn ene Zelf.
Toelichting:
Er is iets enorm aantrekkelijks aan het idee om “één Zelf” te zijn. De moderne psychologie spreekt over integratie van de verschillende aspecten van ons zijn. Vaak hebben we het gevoel dat we uit afzonderlijke delen bestaan, die soms met elkaar samenwerken, maar meestal met elkaar in strijd zijn. De Jungiaanse analyse noemt dit “de schaduw”: een verzameling van alle duistere, onderdrukte neigingen die ons achtervolgen als donkere figuren in onze dromen.
De Cursus houdt ons een verenigd Zelf voor, “een denkgeest die met zichzelf in vrede is” (WdII.8.3:4). Hij vertelt ons dat we niet in conflict kunnen zijn, omdat we slechts één Zelf zijn. Het Tekstboek spreekt over de oorlog tegen onszelf (hoofdstuk 23) en zegt dat het schijnbare conflict dat we zien in de wereld om ons heen, niets anders is dan de reflectie van een illusie die we meedragen in onze denkgeest.
Maar vrede begint in de wereld die als anders waargenomen wordt, en leidt vanuit deze nieuwe waarneming naar de Hemelpoort en de weg daarachter (WdI.200.8:2).
Vrede begint in onszelf, in de sereniteit en kalmte van een geïntegreerd zelf, in een denkgeest die vrij is van conflict en aanval.
Het Zelf waar we het over hebben is méér dan een compleet individu. Het is een Zelf dat door iedereen wordt gedeeld, “één met heel de schepping en met God” (1:2). Als we onszelf bevrijden van conflicten in onszelf, zal het conflict met de wereld op wonderbaarlijke wijze verdwijnen.
Dit is de reden waarom verlossing vanuit het ene Zelf komt. Als we de waarheid van ons ene, duurzame Zelf erkennen, zal deze heelheid zich op een natuurlijke wijze uitbreiden naar anderen. Vanuit de cirkel van Verzoening (T14.V) brengen we anderen naar hun eigen heelheid.
Vandaag breng ik alle conflicten in mijn denkgeest tot rust. Ik scheid me af van de afscheiding. Ik neem de tijd om in alle rust mijn identificatie met het beeld van een versplinterd zelf te doorbreken en te verzinken in het bewustzijn van het ene Zelf in me, Degene die ik werkelijk ben. Tegenstrijdige beelden van mezelf komen en gaan onvoorstelbaar vaak, ze kunnen dus geen werkelijkheid zijn. Er is iets wat daaronder ligt, onder alle ruis van een bestaan waarin zich allerlei drama’s lijken af te spelen. Die bestendigheid ben ik, niet de kortstondige flitsen van gedachten die mijn aandacht opeisen. Ik omhels dit ene Zelf. “Verlossing komt vanuit mijn ene Zelf”. Deze eenheid is mijn verlossing. Deze eenheid is mijn werkelijkheid.
Oefeninstructies:
DOEL
Een tweede kans om de laatste twintig lessen in praktijk te brengen. Dit zal je helpen om met vastere tred en een sterker vertrouwen verder te gaan (In.12:3).
OPMERKING
Probeer de onderstaande instructies zo nauwkeurig mogelijk op te volgen. Als je een oefenperiode mist – een lange of een korte – omdat het niet mogelijk is op de aangegeven tijdstippen te oefenen, belemmert dit je voortgang niet. Maak je daar dus geen zorgen over. Als je echter oefenperioden mist omdat je er niet de tijd voor neemt, vertraagt dit je voortgang wel. Je hebt ze gemist omdat je dacht dat andere dingen je meer op zouden leveren. Zodra je je herinnert dat je oefeningen je alles kunnen bieden (4:5), is het goed om meteen een oefening te doen, als een bevestiging dat verlossing je werkelijke doel is. Wees eerlijk tegen jezelf. Laat “Ik wil niet oefenen” niet doorgaan voor “Ik kan niet oefenen”. Leer onderscheid te maken tussen situaties die werkelijk ongeschikt zijn om te oefenen en situaties waarin je wel zou kunnen oefenen als je dat zou willen.
OEFENING
Twee keer, ’s morgens en ’s avonds, gedurende vijf minuten of langer. In het ideale geval zijn dit de eerste en de laatste vijf minuten van de dag.
-
Lees de twee ideeën van de dag en de daarbij behorende toelichtingen, en sla ze op in je geheugen.
-
Sluit je ogen en begin na te denken over deze beide ideeën. Laat op de volgende manier verwante gedachten bij je opkomen: Onderzoek je denkgeest op de behoeften, problemen en zorgen in je leven. Laat bij elk daarvan gedachten opkomen die verwant zijn aan de beide ideeën en pas deze toe op de bewuste behoefte, probleem of zorg. Met andere woorden: pas de ideeën creatief toe om de behoefte, het probleem of de zorg te verdrijven.
-
Laat dan de bewuste toepassing los, herhaal de ideeën en laat spontaan verwante gedachten bij je opkomen. Vertrouw daarbij op de natuurlijke wijsheid van je denkgeest, wat een belangrijk thema is in deze derde herhaling. Span je niet in, laat de gedachten vanzelf opkomen. Ze hoeven niet rechtstreeks verwant te zijn aan de ideeën, maar ze mogen er ook niet mee in strijd zijn. Als je gedachten afdwalen, of er niets meer bij je opkomt, herhaal de ideeën dan en probeer het opnieuw.
-
Als je dit hebt geprobeerd maar het voor jou niet werkt, kan de volgende, meer gestructureerde versie behulpzaam zijn:
- Laat een behoefte, probleem of zorg bij je opkomen en benoem dit concreet, bijvoorbeeld: “Ik zie mijn conflict met ..... (naam) als een probleem”.
- Herhaal één of beide ideeën van de dag. Bijvoorbeeld: “Ik ben geest”.
- Onderzoek, terwijl je dit doet, of er enig inzicht bij je opkomt met betrekking tot de behoefte, het probleem of de zorg waar je het idee op toepast. Bijvoorbeeld: “Als geest kan ik niet gekwetst worden. Ik ben volkomen onkwetsbaar”.
- Ga door met het op laten komen van dergelijke verwante gedachten, of ga verder met de volgende behoefte, probleem of zorg.
HERHALINGEN
Elk uur en elk half uur, gedurende een moment.
- Herhaal de ideeën van de dag: het eerste op het volle uur, het tweede op het halve uur.
- Sta je denkgeest toe om gedurende een moment te rusten in stilte en vrede.
- Probeer het idee daarna in gedachten te houden, klaar om te gebruiken als antwoord op verleidingen.
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Herhaal het idee dat je het laatst hebt gebruikt zodra je vrede verstoord dreigt te raken. Door dit idee toe te passen op alles wat er die dag gebeurt maak je al die gebeurtenissen heilig.
OPMERKING
De korte oefenperioden (de herhalingen om het half uur) en het antwoord op verleidingen zijn even belangrijk als de lange oefenperioden. Door de herhalingen over te slaan pas je datgene, wat je in de ochtend- en avondoefening hebt geleerd, niet toe op je leven, waar je juist de geweldige uitwerking ervan kunt ervaren. Laat dit niet onbenut (10:1). Versterk het geleerde elk half uur en leg de ideeën daarna niet naast je neer (11:3). Houd ze klaar voor gebruik als antwoord op alle kleine verstoringen van je vrede. Op deze manier smeed je een ononderbroken keten van je lange oefenperioden naar alle dagelijkse beslommeringen.