Nawoord

Inleiding:

1. Deze cursus is een begin, niet een einde. Je Vriend gaat met jou mee. Je bent niet alleen. Niemand die een beroep op Hem doet, doet dat tevergeefs. Wat jou ook kwelt, wees ervan overtuigd dat Hij het antwoord heeft en het jou graag wil geven, als jij je eenvoudig tot Hem wendt en Hem erom vraagt. Hij zal jou geen van de antwoorden onthouden die je nodig hebt voor al wat jou lijkt te kwellen. Hij kent de manier om alle problemen op te lossen en alle twijfels weg te nemen. Zijn zekerheid is de jouwe. Je hoeft Hem die slechts te vragen en ze zal jou worden geschonken.

 

2. Zo zeker als de baan van de zon vastligt vóór hij opkomt, nadat hij onder is gegaan, en in de schemerige uren daartussen, zo zeker is jouw thuiskomst. Waarlijk, jouw baan is nog zekerder. Want het is onmogelijk de koers te veranderen van hen die God tot Zich geroepen heeft. Gehoorzaam daarom jouw wil, en volg Hem die jij aanvaard hebt als jouw stem, die vertelt wat je werkelijk verlangt en werkelijk nodig hebt. Zijn Stem is de Stem namens God, en tevens de jouwe. En zo spreekt Hij van vrijheid en waarheid.

 

3. Er worden geen specifieke lessen meer gegeven, want die zijn niet langer nodig. Hoor dus van nu af aan louter de Stem namens God en namens jouw Zelf, wanneer jij je van de wereld terugtrekt om in plaats daarvan de werkelijkheid te zoeken. Hij zal jouw inspanningen richting geven en je precies vertellen wat je moet doen, hoe jij je denkgeest dient te richten, en wanneer je in stilte tot Hem moet komen om Zijn onfeilbare leiding en Zijn betrouwbaar Woord te vragen. Het is Zijn Woord dat God jou gegeven heeft. Het is Zijn Woord dat jij als het jouwe hebt verkozen.

 

4. En nu plaats ik jou in Zijn handen om Zijn trouwe volgeling te zijn, met Hem als Gids door elke moeilijkheid en alle pijn heen die jij wellicht voor werkelijk houdt. En Hij zal je geen genoegens schenken die voorbijgaan, want Hij geeft alleen het eeuwige en het goede. Laat Hij jou verder voorbereiden. Hij heeft jouw vertrouwen verdiend door jou dagelijks te spreken over je Vader en je broeder en je Zelf. Hij zal daarmee doorgaan. Nu ga je met Hem, even zeker als Hij over waar je heengaat, even overtuigd als Hij over hoe je verder moet gaan, even beslist als Hij over het doel, en over je uiteindelijke veilige aankomst.

 

5. Het doel staat vast, en het middel eveneens. Hierop zeggen we: ‘Amen’. Er zal jou precies worden gezegd wat God voor jou wil, telkens wanneer er een keuze te maken valt. En Hij zal spreken namens God en jouw Zelf, en er zo voor zorgen dat de hel jou niet op zal eisen, en dat elke keuze die jij maakt de Hemel meer in je bereik brengt. En zo gaan we van nu af aan met Hem, en wenden ons tot Hem voor leiding en vrede en een vaste richting. Vreugde vergezelt ons op onze weg. Want we gaan huiswaarts naar een open deur, die God ontsloten heeft gehouden als welkom aan ons.

 

6. We vertrouwen onze levensweg toe aan Hem en zeggen: ‘Amen’. In vrede zullen we op Zijn weg voortgaan, en alles aan Hem toevertrouwen. Vol vertrouwen wachten we Zijn antwoorden af, wanneer we Zijn Wil vragen bij alles wat we doen. Hij heeft Gods Zoon lief, zoals wij hem willen liefhebben. En Hij leert ons hoe we hem door Zijn ogen kunnen zien, en hem kunnen liefhebben zoals Hij dat doet. Je gaat niet alleen. Gods engelen zweven dichtbij en overal om jou heen. Zijn Liefde omringt jou, en wees hiervan overtuigd: ik zal jou nooit zonder troost achterlaten. *

* De Nederlandse bijbels geven voor Joh.14:18: ‘Ik zal u niet als wezen/ verweesd achterlaten.’ Dit wijkt af van de King James, zoals geciteerd door de Engelse Course: ‘I will not leave you comfortless’ (Ik zal je niet zonder troost achterlaten).


Toelichting

HOE GA IK VERDER?

 

Gefeliciteerd! Je hebt het hele Werkboek gedaan. Waarschijnlijk heb je er geen idee van hoeveel studenten met het Werkboek beginnen, maar het niet afmaken. Dat jij dit wel hebt gedaan is dus geen geringe prestatie en verdient werkelijk een felicitatie.

Waarschijnlijk komen er nu twee vragen bij je op:

Moet ik de Werkboeklessen herhalen, of is één keer voldoende? Hoe ga ik verder met mijn werk met Een cursus in wonderen, als ik het gevoel heb dat ik klaar ben met de lessen?

 

Moet ik de Werkboeklessen herhalen?

 

Deze vraag kun je alleen zelf beantwoorden, maar ik kan je wel een algemeen antwoord geven. Dat is weliswaar mijn persoonlijke antwoord, maar het is gebaseerd op een objectieve beoordeling van het trainingsdoel van het Werkboek en op gezond verstand.

Wat het gezond verstand betreft: Hoe bepaal je in het algemeen of je een cursus, over welk onderwerp dan ook, wel of niet moet herhalen? Door jezelf de vraag te stellen: “Heb ik geleerd wat deze cursus mij wilde leren?” Zo ja, dan hoef je hem niet te herhalen. Zo nee, dan is het verstandig hem nog een keer te doen.

 

Op de Middelbare School volgde ik drie jaar Franse les. De laatste twee jaren werd dat gedaan door een leraar die zijn kennis niet goed over wist te brengen. Toen ik naar de universiteit ging deed ik een plaatsingstoets Frans, om te weten te komen hoeveel ik van deze taal had geleerd. Het antwoord luidde: bijna niets. Ik begon dus helemaal opnieuw op niveau 1. Ik schaamde mij daar niet voor en vond mezelf geen slechte leerling. Uiteindelijk studeerde ik af met Frans als hoofdvak, woonde een jaar in Frankrijk en werd door een Franse student zelfs aangezien voor een Fransman!

 

Om vast te stellen of het Werkboek je heeft geleerd wat het je wilde leren, hebben we geen schriftelijke test nodig. Het is geen schande als dat niet zo is. Ik ken eerlijk gezegd niemand die erin geslaagd is om in één jaar tijd het hele Werkboek onder de knie te krijgen. Volgens mijn persoonlijke mening heeft iedereen er baat bij om het Werkboek twee, drie, vier keer of zelfs vaker te doen.

 

Om de vraag: “Heb ik geleerd wat het Werkboek me wilde leren?” te kunnen beantwoorden, moeten we eerst weten wat het Werkboek ons probeert te leren. Wat is zijn doel? Als je dat weet is het vrij gemakkelijk om vast te stellen of je dat wel of niet hebt geleerd; of je het doel wel of niet hebt bereikt.

 

Als je mijn toelichtingen hebt gelezen en begrepen en Roberts oefeninstructies hebt opgevolgd, weet je het antwoord.

Het ultieme doel van het Werkboek is het trainen van onze denkgeest om anders naar alles en iedereen in de wereld te gaan kijken; om altijd te denken met God; om altijd te luisteren naar de Stem namens God; en om de hele wereld te vergeven. Het directe doel is haalbaarder en praktischer: ons trainen in een dagelijkse spirituele beoefening, die bestaat uit de gewoonte om elke morgen en avond tijd door te brengen met God en onze denkgeest af te stemmen op Zijn waarheid; om elk uur enkele minuten stil te worden voor een korte ontmoeting met God; om tussen de uurlijkse herinneringen door regelmatig aan God te denken of aan het Werkboekidee van de dag; en om onmiddellijk te reageren op verleidingen, met gebruikmaking van een van de hulpmiddelen uit het probleemoplossend repertoire dat we in het afgelopen jaar hebben ontwikkeld.

 

Het antwoord op de vraag: “Moet ik het Werkboek herhalen?” is dus: Als je de gewoonte van de dagelijkse beoefening zodanig hebt ontwikkeld dat je daarmee door kunt en wilt gaan zonder de ondersteuning van het Werkboek, dan hoef je het niet te herhalen. Je kunt er uiteraard voor kiezen om dat wel te doen, maar dan is het geen noodzaak. Wanneer je deze dagelijkse gewoonte echter niet hebt ontwikkeld, is het verstandig om je opnieuw in te schrijven voor een cursus die je helpt je deze gewoonte alsnog eigen te maken: het Werkboek van Een cursus in wonderen.

 

De vraag of je de gewoonte van de dagelijkse beoefening voldoende hebt ontwikkeld is gemakkelijk te beantwoorde door na te gaan of er nog ochtenden of avonden zijn waarop je geen stille tijd met God doorbrengt; of je de uurlijkse herinneringen regelmatig vergeet en nog vaker de herhalingen tussendoor; of je ego nog vaak opspeelt en je gedachten beheerst, zonder dat deze weerlegd worden door je juist gerichte denkgeest, die weigert naar het ego te luisteren. Als dit zo is, zal het je zeker goed doen om het Werkboek te herhalen.

 

Als je deze vaste gewoonte wel hebt ontwikkeld – niet per se een volmaakte, maar wel een consistente gewoonte – ben je er klaar voor om het Werkboek terzijde te leggen. Net zoals je vroeger zijwieltjes nodig had om te leren fietsen, is de enige manier om te weten of je kunt fietsen, het zonder de zijwieltjes te proberen.

 

Mijn eerste poging om mijn beoefening voort te zetten zonder het Werkboek liep uit op een faliekante mislukking, vergelijkbaar met binnen honderd meter omvallen met de fiets. Na enkele weken deed ik helemaal geen oefeningen meer – en toen had ik het Werkboek al zes keer doorgewerkt! Alleen had ik niet consequent de oefeninstructies opgevolgd, dus het was geen wonder dat ik nog niet de juiste gewoonten had ontwikkeld. Ik besefte dat ik nog niet klaar was om “zonder zijwieltjes te fietsen” en begon opnieuw aan de Werkboeklessen.

 

Hoe ga ik verder als ik klaar ben met het Werkboek?

 

Het Handboek voor leraren biedt duidelijke instructies voor het vervolgen van onze dagelijkse beoefening, nadat we het Werkboek hebben voltooid. Als je denkt dat je er klaar voor bent om zonder het Werkboek verder te gaan, vind je in hoofdstuk 16: “Hoe behoort een leraar van God zijn dag door te brengen?” alle aanwijzingen daarvoor. Maar ook als je eraan twijfelt of je inderdaad zover bent, kan het lezen van deze instructies je helpen om dit vast te stellen.

Dit hoofdstuk spreekt over “de gevorderde leraar van God” en zegt dat een gevorderde spirituele leraar geen structuur of programma meer nodig heeft. De vraag hoe hij zijn dag behoort door te brengen is overbodig, omdat hij onafgebroken in contact staat met de Heilige Geest en diens leiding van moment tot moment volgt. De “gewone” leraar van God – bijvoorbeeld iemand die net klaar is met het Werkboek, wat sowieso een voorwaarde is voor het dragen van de titel “leraar van God” – heeft nog wel structuur nodig. Niet zoveel als iemand die nog met het Werkboek bezig is, maar wel méér dan een gevorderde leraar. Hij is er nog niet klaar voor om zonder structuur te leven, hij is nog in training en nog aan het leren om voortdurend naar de Heilige Geest te luisteren.

 

Vervolgens beschrijft het Handboek tot in detail wat deze structuur inhoudt. Deze komt neer op wat ik in “De praktijk van de Werkboeklessen” in deel 1 als volgt heb samengevat:

 

1. Aan het begin van de dag:

Neem zo spoedig mogelijk na het ontwaken je stille tijd, en ga daar nog een paar minuten mee door nadat je het moeilijk begint te vinden (H16.4:7).

Het doel van deze stille tijd is je te verenigen met God. De duur ervan is niet belangrijk. (H16.4:4-8).

 

2. Aan het einde van de dag:

Dezelfde werkwijze dient ’s avonds te worden gevolgd (H16.5:1), als het mogelijk is vlak voor het slapengaan. (H16.5:6).

 

3. Gedurende de dag:

  • Houd de hele dag God in je gedachten (H16.6:1-14).
  • Wend je tot de Heilige Geest met al je problemen (H16.7:4-5).
  • Reageer op alle verleidingen door je de waarheid te herinneren (H16.8:1-3; 10:8; 11:9).

 

Voor het vervolgen van de beoefening na voltooiing van het Werkboek, adviseer ik om hoofdstuk 16 van het Handboek in zijn geheel te lezen en de tijd te nemen om zorgvuldig te bestuderen wat het precies zegt. De samenvatting die ik hierboven heb gegeven beschrijft alleen de algemene ideeën en kan dienen als hulpmiddel bij je beslissing of je er klaar voor bent om op deze manier verder te gaan.

 

  • Ben je in staat om elke morgen en avond alle tijd te nemen die je nodig hebt voor een ontmoeting met God?
  • Weet je hoe je deze tijd door moet brengen zonder de specifieke instructies van het Werkboek?
  • Ben je voldoende op de hoogte van de meditatievorm van de Cursus om deze toe te kunnen passen?
  • Heb je de gewoonte ontwikkeld om je God gedurende de hele dag te herinneren en kun je dat zonder de hulp van de les van de dag? (Desgewenst kun je daarvoor een tekst uit het Tekstboek of het Werkboek gebruiken).
  • Heb je er een gewoonte van gemaakt om je met al je problemen vanzelfsprekend tot de Heilige Geest te wenden?
  • Ben je in staat om met de waarheid te reageren op elke verleiding? Of heb je nog een Werkboekles nodig die je daarbij helpt?

 

Wanneer je de meeste van deze vragen met “ja” kunt beantwoorden, ben je er klaar voor om het Werkboek los te laten. Als dat niet zo is, heb je er waarschijnlijk baat bij om het (nog een keer) te herhalen.

 

Tips voor de beoefening na het Werkboek.

 

Als je besluit om zonder het Werkboek verder te gaan volgen hier enkele tips die je daarbij behulpzaam kunnen zijn:

 

  • Een overzicht maken van citaten, zowel uit het Tekstboek als uit het Werkboek, die je kunt gebruiken als antwoord op verleidingen, of je tijdens je meditaties sneller naar het stille centrum in jezelf brengen.
  • Bepaalde ideeën of citaten uit de Cursus indelen in categorieën, bijvoorbeeld teksten die helpen bij vergeving, bij angst, enzovoort.
  • Sommige zinnen of passages in het Tekstboek zijn cursief gedrukt. Deze teksten bevatten meestal een oefensuggestie. Je kunt deze teksten noteren en enkele dagen met elk ervan werken.
  • Bij het bestuderen van het Tekstboek kun je ergens door geraakt worden, omdat het toepasselijk is op een concrete situatie in je leven. Maak deze tekst tot een persoonlijke, spirituele oefening. Gebruik hem als inleiding op je meditaties, voor je uurlijkse herinneringen en voor je antwoord op verleidingen.

 

Over het Tekstboek gesproken: Bestudeer het! Lees het niet alleen, bestudeer het en neem daar voldoende tijd voor. Volgens mij vergt het minimaal drie jaar dagelijkse studie om het hele Tekstboek door te nemen. Ik heb het ooit in twee maanden tijd gelezen, maar het heeft me vier jaar gekost om elk hoofdstuk echt in me op te nemen.

Robert Perry en Greg Mackie hebben een studieprogramma van een jaar ontwikkeld, dat later in boekvorm is verschenen als “The Illuminated Text” (*).

 

  • Omdat je niet meer elke dag een Werkboekles doet, is het goed om er zo nu en dan een te doen. Wanneer een bepaalde les bij je opkomt, volg dan je intuïtie en doe deze les.
  • Waren er, bij het doen van het Werkboek, bepaalde lessen die zo effectief of krachtig waren dat je er het liefst één of twee weken mee bezig was geweest? Nu kun je dat doen. Je kunt je eigen oefenprogramma vaststellen. Het gaat om het handhaven van een consistente, dagelijkse beoefening, maar in samenwerking met de Heilige Geest kun je je eigen, persoonlijke leerplan volgen.
  • Een van de technieken die we in het Werkboek hebben toegepast is het gebruik van gerelateerde gedachten. Wanneer dergelijke gedachten bij je opkomen, gebruik ze dan in plaats van de formuleringen in de Cursus, zolang ze de betekenis daarvan niet aantasten.
  • Ook kun je ervoor kiezen om op sommige dagen helemaal geen woorden te gebruiken, maar de dag besteden aan het zoeken en vinden van de vrede van God.

 

Het basisidee voor de beoefening na het Werkboek is, dat je elke techniek en oefensuggestie kunt gebruiken die de Cursus geeft en je concentreert op wat je het meest nodig hebt of wat voor jou het beste werkt. Ook nu gaat het erom deze instructies te gebruiken totdat je ze, net als het Werkboek, niet meer nodig hebt. Dan zal je leven een onafgebroken heilig ogenblik zijn. Dat lijkt onmogelijk, maar de Cursus belooft dat God het mogelijk maakt:

 

Door oefening zul je mettertijd nooit ophouden aan Hem te denken en Zijn liefdevolle Stem te horen, die je voetstappen leidt naar rustige wegen, waar je zult wandelen in ware verdedigingsloosheid. Want je zult weten dat de Hemel jou vergezelt. Ook wil jij je denkgeest geen ogenblik meer van Hem afhouden, zelfs al besteed jij al je tijd eraan om de wereld verlossing aan te reiken. Denk je niet dat Hij dit mogelijk zal maken, voor jou die ervoor gekozen heeft Zijn plan voor de verlossing van de wereld en van jouzelf ten uitvoer te brengen? (WdI.153.18:1-4).

***

(*) “The Illuminated Text” wordt vertaald en uitgegeven door Stichting ECIW Breda als “Toelichtingen op het Tekstboek”.