Les 161

(10 juni)

Geef me jouw zegen, heilige Zoon van God.

1. Vandaag oefenen we op een andere manier en nemen we stelling tegen onze woede, opdat onze angsten mogen verdwijnen om voor liefde ruimte te maken. Hier is verlossing, in de eenvoudige woorden waarin we met het idee van vandaag oefenen. Hier is het antwoord op verleiding, dat nooit kan nalaten de Christus daar welkom te heten waar angst en woede tevoren de overhand hadden. Hier wordt de Verzoening compleet gemaakt, wordt veilig aan de wereld voorbijgegaan en de Hemel nu hersteld. Hier is het antwoord van de Stem namens God.

 

2. Totale abstractie is de natuurlijke hoedanigheid van de denkgeest. Maar een deel ervan is nu onnatuurlijk. Het beziet niet alles als één. Het ziet in plaats daarvan slechts fragmenten van het geheel, want alleen zo kon het de partiële wereld bedenken die jij ziet. Het doel van al het zien is jou te tonen wat jij wenst te zien. Al het horen brengt jouw denkgeest slechts de geluiden die hij horen wil.

 

3. Zo werden specifieke vormen gemaakt. En nu moeten we specifieke vormen gebruiken bij het oefenen. We geven ze over aan de Heilige Geest, zodat Hij ze benutten kan voor een doel dat verschilt van wat wij eraan hebben toegekend. Toch kan Hij slechts gebruiken wat wij hebben gemaakt, om ons vanuit een ander gezichtspunt te onderwijzen, zodat we in alles een andere toepassing kunnen zien.

 

4. Eén broeder is alle broeders. Elke denkgeest omvat alle denkgeesten, want elke denkgeest is één. Dat is de waarheid. Maar maken deze gedachten de betekenis van de schepping duidelijk? Brengen deze woorden volmaakte duidelijkheid met zich mee voor jou? Wat anders kunnen ze lijken dan lege klanken, mooi misschien, juist qua gevoel, maar fundamenteel niet begrepen, noch begrijpelijk. De denkgeest die zichzelf geleerd heeft concreet te denken, kan abstractie niet langer vatten in de zin dat ze alomvattend is. We moeten een weinig zien, opdat we veel leren.

 

5. Voor ons gevoel lijkt het ‘t lichaam te zijn dat onze vrijheid beperkt, ons doet lijden, en tenslotte ons leven uitdooft. Maar lichamen zijn slechts symbolen voor een concrete vorm van angst. Angst zonder symbolen vraagt niet om een reactie, want symbolen kunnen voor het betekenisloze staan. Liefde heeft geen symbolen nodig, omdat ze waar is. Maar angst hecht zich aan specifieke zaken, omdat hij onwaar is.

 

6. Lichamen vallen aan, denkgeesten niet. Deze gedachte doet zeker terugdenken aan ons tekstboek, waar deze herhaaldelijk wordt benadrukt. Dit is de reden waarom lichamen gemakkelijk een symbool worden van angst. Er is je vele keren dringend aangeraden om verder dan het lichaam te kijken, want de aanblik ervan brengt het symbool van de ‘vijand’ van de liefde naar voren, welke door Christus’ visie niet wordt gezien. Het lichaam is het doelwit van aanval, want niemand denkt dat hij een denkgeest haat. Maar wat anders dan de denkgeest zet het lichaam tot de aanval aan? En wat anders dan wat denkt aan angst zou de zetel van angst kunnen zijn?

 

7. Haat is specifiek. Er moet iets zijn om aan te vallen. Een vijand moet in zo’n vorm worden waargenomen dat hij aangeraakt, gezien, gehoord, en uiteindelijk gedood kan worden. Wanneer ergens haat op rust, roept die even stellig om de dood als Gods Stem verkondigt dat er geen dood is. Angst is onverzadigbaar, verteert alles waar zijn oog op valt, ziet zichzelf in alles, en is daarom gedwongen om zich tegen zichzelf te keren en om te vernietigen.

 

8. Wie een broeder als een lichaam ziet, ziet hem als symbool van angst. En hij zal aanvallen, omdat wat hij ziet zijn eigen angst is, buiten hemzelf, klaar om aan te vallen en luidkeels huilend om zich weer met hem te verenigen. Vergis je niet in de intensiteit van de razernij die door geprojecteerde angst onvermijdelijk de kop op steekt. Hij briest in toorn, en klauwt in de lucht, in de hysterische hoop dat hij zijn maker kan bereiken en verslinden.

 

9. Dit zien de ogen van het lichaam in iemand die door de Hemel wordt gekoesterd, door de engelen wordt bemind en door God volmaakt geschapen is. Dit is zijn werkelijkheid. En in de visie van Christus wordt zijn beminnelijkheid in zo’n heilige en zo’n prachtige vorm weerspiegeld dat jij je nauwelijks weerhouden kunt aan zijn voeten neer te knielen. Maar in plaats daarvan neem je zijn hand, want jij bent zoals hij in de ogen die hem zo zien. Door een aanval op hem ben jij je eigen vijand, want je zult dan niet zien dat in zijn handen jouw verlossing ligt. Vraag hem alleen hierom en hij zal jou die geven. Vraag hem niet een symbool voor jouw angst te zijn. Zou je willen vragen dat liefde zichzelf vernietigt? Of wil jij dat ze aan jou wordt geopenbaard en je bevrijdt?

 

10. Vandaag oefenen we in een vorm die we al eerder hebben beproefd. Je bereidheid is nu meer binnen handbereik en je komt vandaag nader tot de visie van Christus. Als je vastbesloten bent die te bereiken, zal dat jou lukken vandaag. En als je er eenmaal in bent geslaagd, zul jij niet bereid zijn de getuigen te aanvaarden die de ogen van je lichaam oproepen. Wat je zult zien, zal jou aloude melodieën toezingen die jij je herinneren zult. Jij bent niet vergeten in de Hemel. Wil jij je die dan niet herinneren?

 

11. Kies één broeder uit, als symbool voor alle anderen, en vraag hem om verlossing. Zie hem eerst zo duidelijk als je kunt, in dezelfde vorm als die je gewend bent. Zie zijn gezicht, zijn handen en voeten, zijn kleding. Kijk hoe hij glimlacht, en zie de vertrouwde gebaren die hij zo regelmatig maakt. Denk dan hieraan: wat je nu ziet, verbergt voor jou de aanblik van iemand die jou al je zonden kan vergeven, wiens heilige handen de spijkers kunnen verwijderen die de jouwe doorboren, en die de doornenkroon kan wegnemen die jij op je bloedende hoofd hebt geplaatst. Vraag hem het volgende, zodat hij jou kan bevrijden:

 

Geef me jouw zegen, heilige Zoon van God. Ik wil je met de ogen van Christus aanschouwen, en mijn volmaakte zondeloosheid in jou zien.

 

12. En Hij op Wie jij een beroep doet, zal antwoorden. Want Hij zal de Stem namens God in jou horen, en antwoorden in jouw stem. Aanschouw hem nu, die jij als louter vlees en beenderen hebt gezien, en besef dat Christus tot jou is gekomen. Het idee van vandaag vormt jouw zekere middel ter ontsnapping aan woede en angst. Zorg ervoor dat je het onmiddellijk gebruikt, mocht je in de verleiding komen een broeder aan te vallen en in hem het symbool van jouw angst te zien. En je zult hem plotseling veranderd zien van vijand in verlosser, van de duivel in Christus.


Toelichting:

De toelichting van vandaag heb ik enkele jaren geleden geschreven, toen ik als computeradviseur in New York City werkte. Ik was van plan om die dag thuis te werken, maar mijn klant stond er op dat ik naar zijn kantoor kwam. Dit stuurde mijn plannen volledig in de war.

 

De onderstaande toelichting bevat mijn toenmalige reacties op de les van vandaag.

 

Vandaag ..... nemen we stelling tegen onze woede, opdat onze angsten mogen verdwijnen om voor liefde ruimte te maken (1:1).

 

“Toevallig” begin ik aan deze les, terwijl ik boos ben vanwege de verandering van mijn werkschema! Als ik naar het ego luister ben ik er van overtuigd dat mijn broeder de oorzaak is van mijn boosheid. Ik kan er echter ook voor kiezen om te zien dat mijn broeder me zegent, door mij te laten zien dat ik de hand van Jezus heb losgelaten. Als ik volledig verbonden ben met de Liefde van God in mijn hart, kan niets mijn vrede verstoren. Nu deze gebeurtenis mijn vrede lijkt te verstoren, moet er dus al eerder iets zijn gebeurd. Als ik reageer zoals nu, moet ik al gescheiden zijn geweest van Gods Liefde. Dat maakt het gedrag van mijn broeder me duidelijk, en daarom kan ik het zien als een zegen, als een boodschap van God, als een les die God me graag ziet leren.

 

Totale abstractie is de natuurlijke hoedanigheid van de denkgeest (2:1).

 

Abstractie betreft niet de vorm maar de inhoud. Ze scheidt de kwaliteiten of eigenschappen van iets van het fysieke object waartoe het behoort. Een deel van de denkgeest, zegt Jezus hier, is concreet en specifiek geworden in plaats van abstract. Het ziet fragmenten in plaats van het geheel. Dat is de enige manier waarop wij de wereld kunnen zien:

 

Het doel van al het zien is jou te tonen wat jij wenst te zien (2:5).

 

Als ik iets zie dat me boos of overstuur “maakt”, komt dat doordat ik dit wens te zien. De denkgeest heeft zich dan al afgescheiden van de Liefde van God, of beter: hij denkt of wenst dat gedaan te hebben, aangezien deze afscheiding in feite onmogelijk is. Daardoor versplintert hij de werkelijkheid en ziet specifieke vormen die de afscheiding, onvrede en boosheid rechtvaardigen. Hij creëert illusies die geldige redenen lijken te verschaffen om in onvrede te zijn. Dat kan hij echter alleen bereiken door fragmenten te zien, in plaats van het geheel.

 

Als ik, net als God, het geheel zou kunnen zien, met inbegrip van dingen die ik mij vanuit mijn beperkte perspectief niet eens voor kan stellen, zou ik nooit meer in onvrede zijn. Maar aangezien ik specifieke vormen heb bedacht en daarin ben gaan geloven om mijn afscheiding van God te rechtvaardigen, moeten we nu “specifieke vormen gebruiken bij het oefenen” (3:2). Dat betekent dat de Heilige Geest de specifieke omstandigheden van deze wereld gebruikt om mij terug te brengen naar de waarheid, “zodat Hij ze benutten kan voor een doel dat verschilt van wat wij eraan hebben toegekend. Toch kan Hij slechts gebruiken wat wij hebben gemaakt” (3:3-4). Met andere woorden: we hoeven alleen maar te werken met de vormen die we kennen. De Heilige Geest gebruikt ze “om ons vanuit een ander gezichtspunt te onderwijzen, zodat we in alles een andere toepassing kunnen zien” (3:4).

 

De denkgeest die zichzelf geleerd heeft concreet te denken, kan abstractie niet langer vatten in de zin dat ze alomvattend is (4:7).

 

Ideeën zoals “Eén broeder is alle broeders” en “Elke denkgeest omvat alle denkgeesten” (4:1- 2) zeggen ons weinig of niets. We kunnen ze niet begrijpen. Omdat we gevangen zitten in de illusie helpen deze abstracte begrippen ons niet. We zitten vast aan specifieke vormen zoals het lichaam, omdat het ego kiest voor angst en dit de enige manier is waarop angst werkelijk lijkt te zijn. Angst zelf is niet werkelijk, maar de symbolen van angst kunnen zeer werkelijk lijken. Daarom concentreren we ons op de symbolen, de vormen, het lichaam. We voelen ons beperkt door ons eigen lichaam en de lichamen van anderen, we voelen ons aangevallen door lichamen.

 

Als ik een broeder zie als een lichaam dat me aanvalt, zie ik in feite mijn eigen angst buiten mezelf, klaar om aan te vallen (alinea 8). We denken dat we angstige mensen zullen zien, wanneer we onze angst projecteren, maar wat we zien zijn mensen die ons bang lijken te maken. We zien een monster dat “briest in toorn, en klauwt in de lucht, in de hysterische hoop dat hij zijn maker kan bereiken en verslinden” (8:4). Als ik geërgerd en boos ben op mijn klant, omdat hij me “dwingt” naar zijn kantoor te komen, dan laat die uiterlijke situatie mij in feite mijn eigen angst voor Gods Liefde zien! Ze geeft mij de gelegenheid om voorbij de ogenschijnlijke aanval te zien en mijn broeder om zijn zegen te vragen, zodat ik mijn eigen volmaakte zondeloosheid kan zien.

 

Als ik de Heilige Geest toesta mij mijn broeder te tonen zoals hij is, in plaats van wat mijn angst van hem gemaakt heeft, zal wat ik zie zo ontzagwekkend zijn, dat ik mij nauwelijks weerhouden kan aan zijn voeten neer te knielen (9:3).

 

Maar in plaats daarvan neem je zijn hand, want jij bent zoals hij in de ogen die hem zo zien (9:4).

 

Ik roep de Christus in hem op om mij te zegenen. Ik zie alleen een symbool van mijn eigen angst voor God. Ik geef die angst nu aan de Heilige Geest, en terwijl ik dat doe voel ik een sprankje oprechte dankbaarheid jegens mijn broeder, omdat hij mij deze bevrijding van angst aanbiedt. Ik voel de wrevel, omdat ik naar zijn kantoor moet, van me afglijden.

Ik dank u, Jezus, voor deze les. En ik dank jou, mijn broeder.


Oefeninstructies:

DOEL

Loslaten van de woede en de angst die je op je broeders hebt geprojecteerd en in hen de goddelijke verlosser zien die ze in werkelijkheid zijn.

 

OEFENING

’s Morgens en ’s avonds, minimaal vijf minuten en in het ideale geval dertig minuten of meer.

 

  • Kies één broeder, als symbool voor al je broeders. Door hem te vergeven, vergeef je iedereen.

 

  • Visualiseer hem zo duidelijk mogelijk: zijn gezicht, handen, voeten en kleren, zijn glimlach, zijn vertrouwde gebaren. Door dit te doen kun je in contact komen met alle negatieve beelden die je op hem hebt geprojecteerd. Het lichaam van een ander is één groot projectiescherm.

 

  • Realiseer je dan dat wat je ziet jouw visie van hem als je verlosser blokkeert. Diep binnenin deze persoon bevindt zich een heiligheid die jou kan verlichten met zijn zegen en je kan bevrijden van je zelfopgelegde ketenen. Als je hem zou zien zoals hij werkelijk is, zou je geneigd zijn aan zijn voeten neer te knielen.

 

  • Vraag dit heilige wezen in je broeder om jou te bevrijden. Zeg: “Geef me jouw zegen, heilige Zoon van God. Ik wil je met de ogen van Christus aanschouwen, en mijn volmaakte zondeloosheid in jou zien”. Herhaal deze zinnen enkele keren, op de manier waarop je de zegen zou vragen aan een verlichte meester. Je roept de Christus in hem aan en de Christus in hem zal antwoorden. De schellen zullen van je ogen vallen en je zult je realiseren dat je je volkomen vergist in wie deze persoon is. “Aanschouw hem nu, die jij als louter vlees en beenderen hebt gezien, en besef dat Christus tot jou is gekomen” (12:3). Hij heeft de Christus in jou onthuld.

 

HERHALINGEN

Een of twee minuten op elk heel uur, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.

 

Herhaal het idee en pas dit eventueel toe op een concrete persoon. Dank God voor de zegeningen die Hij je in het afgelopen uur heeft gegeven en vraag Hem om Zijn leiding in het komende uur.

 

ANTWOORD OP VERLEIDINGEN

Gebruik het idee zodra je in de verleiding komt een broeder aan te vallen. Het helpt je om voorbij te zien aan de verschijning van een duivel (12:6) of een wild dier dat klaar staat om je te verslinden (8:2-4), naar de werkelijkheid dat Christus voor je staat.