Les 310

(6 november)

Deze dag breng ik onbevreesd in liefde door.

1. Deze dag, Vader, wil ik met U doorbrengen zoals U verkozen hebt dat al mijn dagen zouden zijn. En wat ik zal ervaren, heeft helemaal niets met tijd van doen. De vreugde die tot me komt is niet iets van dagen of van uren, want ze komt van de Hemel tot Uw Zoon. Deze dag zal Uw zoete herinnering aan mij zijn om U te gedenken, Uw genaderijke roep tot Uw heilige Zoon, het teken dat Uw genade tot me gekomen is en dat het Uw Wil is dat ik vandaag ben bevrijd.

 

2. We brengen deze dag samen door, jij en ik. En heel de wereld sluit zich bij ons aan in ons lied van dank en vreugde voor Hem die ons verlossing geschonken heeft en die ons heeft bevrijd. We hebben onze vrede en heiligheid hervonden. Er is vandaag in ons geen ruimte voor angst, want we hebben liefde in ons hart verwelkomd.


Toelichting:

Vader, al mijn dagen zijn bedoeld om met U door te brengen, vrij van angst en in liefde. Ik breng mijn dagen zelden op deze manier door, maar vandaag doe ik het. Ik open mijn hart en geef deze dag aan U. Laat hem zijn zoals U wilt. Laat me de vreugde ervaren die van de Hemel komt, niet van de tijd (1:2-3). Laat de storende stem in mijn denkgeest zwijgen en laat me het lied van de Hemel horen (2:2). Ik vraag niet om extatische visioenen die me uit deze wereld voeren, ik vraag dat deze dag iets nieuws mag brengen, iets hogers, een voorproefje van wat me wacht aan het einde der tijden.

 

Laat deze dag “Uw zoete herinnering aan mij zijn om U te gedenken” (1:4). Schenk mij Uw genade, Vader. Laat me iets ervaren dat zal dienen als een voortdurende herinnering om steeds weer mijn denkgeest tot U te wenden.

 

Laat deze dag “Uw genaderijke roep tot Uw heilige Zoon” zijn (1:4). Open mijn oren en leer me luisteren. Laat me vandaag Uw roep horen. Laat me de aantrekkingskracht van Uw eeuwige Liefde voelen.

 

Laat deze dag het teken zijn “dat Uw genade tot me gekomen is” (1:4). Laat er een nieuw en intens bewustzijn zijn van Uw invloed in mijn leven, van Uw aanraking. Laat me tekenen zien “dat het Uw Wil is dat ik vandaag ben bevrijd” (1:4). Laat me een nieuw vertrouwen vinden in de zekere uitkomst die me in Uw plan wacht.

 

Laat vandaag een danklied in me opkomen. Verhoog het bewustzijn dat ik me aansluit bij een eeuwig lied, dat gezongen wordt door elk deel van Uw schepping. Laat me, evenals de psalmist, zeggen: “Zingt een nieuw lied voor God de Heer”. Laat me de vreugde herkennen die het leven zelf is, gegeven door God, wanneer heel de wereld zich bij mij aansluit in mijn lied van dank en vreugde (2:2).

 

Er is vandaag in ons geen ruimte voor angst, want we hebben liefde in ons hart verwelkomd (2:4).


Oefeninstructies:

DOEL

De Inleiding op Deel II van het Werkboek klinkt alsof we voor de rest van het jaar proberen het eind van onze spirituele reis te bereiken: “Dit jaar heeft ons tot de eeuwigheid gebracht” (10:8). Het Handboek voor leraren beschrijft in hoofdstuk 16 een bescheidener doel: het bereiken van een punt waarop we oefenen vanuit onze eigen motivatie en inspiratie en niet omdat een boek ons aanraadt dat te doen. Dat betekent dat onze beoefening verandert van een opdracht in een levenswijze. Ik denk dat het goed is deze beide doelen te combineren. We moeten streven naar de eeuwigheid, omdat we, door de lat hoog te leggen, verder komen dan wanneer we dat niet doen, zelfs als dat alleen maar betekent dat we het Werkboek niet meer nodig hebben.

Deel II, dat geen instructies voor de dagelijkse beoefening meer bevat, is een belangrijke stap in die richting. Wanneer je beoefening opbloeit in plaats van verdort, ben je dicht bij het doel van het Werkboek: het overbodig worden ervan.

 

Met andere woorden: we moeten ernaar streven los te komen van tijd en ruimte, zodat we dit doel kunnen bereiken.

 

LEZEN VAN DE LESSEN

De lessen van Deel II zijn anders dan die van Deel I. Na het idee van de dag volgen slechts twee alinea’s, beide in de eerste persoon (ik of wij), die het idee van de dag uitbreiden en toelichten. Hierdoor lijken de lessen van Deel II op de meeste herhalingen van Deel I, waar het idee van de dag wordt gevolgd door een “bijbehorende toelichting” (WdI.hI.In.2:3,3:3), die geschreven is in de eerste persoon en een uitbreiding is van het idee. In de Herhalingen zijn deze bijbehorende toelichtingen onderdeel van de oefening. We lezen ze enkele keren, denken erover na, herhalen ze bij onszelf en “proeven” elk woord. De bedoeling is ze ons eigen te maken, daarom zijn ze geformuleerd alsof het onze eigen woorden zijn. We verbinden ons er zodanig mee dat het meer oefenen dan lezen wordt.

Het is goed om de bijbehorende toelichtingen in Deel II op dezelfde manier te gebruiken. De Inleiding verwijst daar ook naar. Ze spreekt over lezen als een oefening (2:1), een inleiding tot “perioden van woordeloze, diepe ervaring die daarop zouden moeten volgen” (11:2). Als praktische oefening kunnen de twee alinea’s van elke les op de volgende manier worden gebruikt:

 

  • De toelichting op het idee:

Lees deze alinea langzaam een aantal keren en stel je voor dat dit werkelijk je eigen gedachten zijn. Benadruk eventueel de woorden “ik”, “mij” en “mijn”.

  • Het gebed:

 

OCHTEND- EN AVOND MEDITATIE

Deze langere oefenperioden zijn bedoeld als Open Mind meditatie, dus neem de tijd die je nodig hebt voor het gewenste resultaat. Begin met het herhalen van het idee van de dag, maar doe dit op een speciale manier: als een uitnodiging aan God om tot je te komen: “We zeggen de uitnodigende woorden die Zijn Stem ons ingeeft en dan wachten we op Zijn komst” (4:6). Nadat je deze woorden hebt herhaald, wacht je in verwachtingsvolle stilte. Wachten betekent gewoonlijk dat je lichamelijk stil zit of staat, in afwachting van de een of andere gebeurtenis. Hier gaat het echter ook om mentale stilte, in afwachting van een wonderbaarlijke gebeurtenis: het ervaren van God in je denkgeest. Wacht daar als het ware met ingehouden adem op. Wacht in het vertrouwen dat “de Godsherinnering schemert aan de wijde horizonten van onze denkgeest” (9:5). Je wacht dus bewegingloos, maar zeer alert. Je wachten moet vervuld zijn van de verwachting “dat onze Vader Zichzelf openbaart, zoals Hij heeft beloofd” (3:3). Met andere woorden: je wachten is gebaseerd op het vertrouwen dat God Zijn beloften na zal komen. Hij heeft je beloofd dat Hij komt als je daar om vraagt. Probeer zonder gebruik van woorden in deze meditatieve staat te blijven. Als je gedachten afdwalen herhaal dan het idee van de dag, om jezelf terug te brengen naar de staat van zwijgend wachten. “We zullen die gedachte gebruiken om onze denkgeest zo nodig te kalmeren” (3:1).

 

Wanneer je de Open Mind meditatie te moeilijk vindt of wanneer deze niet het gewenste resultaat oplevert, gebruik dan eventueel de Naam-van-God meditatie, zoals bijvoorbeeld Les 222 aangeeft: “Vader, we hebben geen andere woorden op onze lippen en in onze denkgeest dan Uw Naam, nu wij in stilte in Uw Tegenwoordigheid komen en vragen om even in vrede te mogen rusten bij U” (WdII.222.2:1). (Zie ook de oefeninstructies bij les 183184 en Naam van God meditatie.

 

UURLIJKSE HERINNERING

Een of twee minuten op het hele uur (of korter wanneer dat vanwege de omstandigheden niet mogelijk is). Doe een korte versie van de ochtendmeditatie: herhaal het idee als een uitnodiging aan God en wacht in woordeloze stilte op Zijn komst.

 

REGELMATIGE HERHALINGEN

Herhaal het idee van de dag zo vaak mogelijk: “Herhaal het, en laat je denkgeest een kort moment in stilte en vrede verpozen” (WdI.hIII.In.10:5).

 

ANTWOORD OP VERLEIDINGEN

Zodra je in de verleiding komt om je doel te vergeten:

Herhaal het idee om God aan te roepen teneinde deze verleiding te laten verdwijnen (2:9, 10:2).

Als je ergens door van streek raakt, stel dan vast welke behoefte achter dat gevoel zit en zeg: “Ik denk dat ik ..... nodig heb, maar ik heb niets nodig dan de waarheid.

 

LEZEN VAN DE “WAT IS DE WEDERKOMST”-TEKST

Lees vóór de ochtend- of avondoefening de “Wat is de Wederkomst”- tekst die aan de orde is. Lees dit niet oppervlakkig, “ze dienen langzaam gelezen en even overdacht te worden” (11:4).

 

OEFENSUGGESTIE

Het gebed van vandaag is weer een van mijn favorieten. We verlangen allemaal naar een dag die niet van deze wereld is, een dag die we doorbrengen in stille communicatie met God. Dit gebed wakkert dat verlangen aan. Het kan de springplank zijn naar een dag die anders is dan andere. Ik adviseer daarom om het vandaag regelmatig te bidden. Misschien is het een goed idee om er elk uur even voor te gaan zitten.

 

Ik vind het behulpzaam om de gebeden van het Werkboek zin voor zin op een aparte regel te zetten. Vervolgens lees ik een zin, sla hem op in mijn geheugen, doe mijn ogen dicht en spreek de woorden zo oprecht mogelijk uit tegen God. Dan doe ik mijn ogen weer open en herhaal deze procedure met de volgende zin.

 

•••

 

SAMENVATTING

  • Lees de toelichting langzaam en alsof het je eigen woorden zijn.
  • Bid het gebed, eventueel meerdere keren.
  • ’s Morgens en ’s avonds: Herhaal het idee en mediteer daarna enige tijd.
  • Elk heel uur: Herhaal het idee en breng enkele momenten door in stilte.
  • Regelmatige herhalingen: Herhaal het idee gedurende de dag zo vaak mogelijk.
  • Antwoord op verleidingen: Herhaal het idee om je vrede te herstellen zodra deze verstoord raakt en/of je het doel uit het oog verliest.
  • Lees één keer per dag langzaam en aandachtig de “Wat is de Wederkomst”- tekst.

Wat is de Wederkomst  10:

Deel 10: WdII.9.5:5-6

 

1. De Wederkomst van Christus, die zo zeker is als God Zelf, is niets dan de correctie van vergissingen en de terugkeer van innerlijke gezondheid. Ze maakt deel uit van de toestand die terugbrengt wat nooit verloren was, en opnieuw bekrachtigt wat voor eeuwig en altijd waar is. Het is de uitnodiging aan Gods Woord om de plaats van illusies in te nemen, de bereidwilligheid om vergeving op alles te laten rusten, zonder uitzondering en zonder voorbehoud.

 

2. Het is dit alles-insluitende karakter van de Wederkomst van Christus dat haar in staat stelt de wereld te omvangen en jou geborgen te houden in haar zachte komst, die jou en al wat leeft omvat. De bevrijding die de Wederkomst brengt, kent geen eind, daar Gods schepping niet anders dan grenzeloos kan zijn. Vergeving verlicht de weg van de Wederkomst, omdat ze alles als één beschijnt. En zo wordt eenheid ten langen leste herkend.

 

3. De Wederkomst brengt de lessen die de Heilige Geest onderwijst tot een eind, en maakt zo plaats voor het Laatste Oordeel waarin al het leren eindigt in één laatste samenvatting die voorbij zichzelf zal reiken en zich uitstrekt tot God. De Wederkomst is het moment waarop alle denkgeesten in handen van Christus worden gelegd, om in naam van de ware schepping en de Wil van God aan de geest te worden teruggegeven.

 

4. De Wederkomst is de enige gebeurtenis in de tijd waarop de tijd zelf geen invloed heeft. Want ieder die ooit kwam om te sterven, of die nog komen zal, of nu aanwezig is, wordt gelijkelijk bevrijd van wat hij heeft gemaakt. In die gelijkheid wordt Christus hersteld als één Identiteit, waarin de Zonen van God erkennen dat zij allen één zijn. En God de Vader glimlacht naar Zijn Zoon, Zijn ene schepping en Zijn enige vreugd.

 

5. Bid dat de Wederkomst spoedig mag zijn, maar laat het daar niet bij. Ze heeft jouw ogen en oren en handen en voeten nodig. Ze heeft jouw stem nodig. En bovenal behoeft ze jouw bereidwilligheid.

 

"Laten we ons erin verheugen dat we Gods Wil kunnen doen, en ons verenigen in het heilig licht daarvan. Zie, de Zoon van God is één in ons, en door Hem kunnen we de Liefde van onze Vader bereiken."

 

 

In deel 9 van deze bespreking van de Wederkomst zagen we dat we erom kunnen bidden en ons er volledig aan kunnen geven.

Het derde wat we kunnen doen is deel worden van de Verzoening zelf.

 

Laten we ons erin verheugen dat we Gods Wil kunnen doen, en ons verenigen in het heilig licht daarvan. Zie, de Zoon van God is één in ons, en door Hem kunnen we de Liefde van onze Vader bereiken (5:5-6).

 

Gods Wil is Liefde. Gods Wil voor ons is volmaakt geluk. Gods Wil is een eeuwige uitbreiding van de luister van Zijn Wezen. We kunnen dat doen omdat Hij ons geschapen heeft om het te zijn. We kunnen de Liefde van onze Vader bereiken via Zijn Zoon. Het is onze keuze om ons te verenigen in die eenheid van de Zoon, die de vervulling is van Gods Wil.

 

Hier, in onze relaties in de tijd, beginnen we het proces dat culmineert in de Wederkomst, het herstel van de ene Identiteit van Christus. Wanneer we ons verenigen in een gemeenschappelijk doel, om te vergeven en vergeving te ontvangen, om lief te hebben en liefde te ontvangen, verkorten we de tijd totdat het Zoonschap volledig één is. Als we onze relaties aan de Heilige Geest geven, zodat Hij ze kan gebruiken voor Zijn doel en ze, door vergeving, getransformeerd worden tot heilige relaties, verenigen we ons in de vervulling van Gods Wil.

 

We bereiken Gods Liefde via elkaar. We vinden God in elkaar.

 

Heel de werkelijkheid van jouw relatie met Hem ligt in onze relatie tot elkaar (T17.IV.16:7).