Les 148
(28 mei)
Mijn denkgeest bevat enkel wat ik denk met God:
Toelichting:
Wat voor mij obstakels in mijn denkgeest lijken te zijn, oncontroleerbare gedachten die mij hinderen op mijn spirituele pad, zijn mijn verdedigingen tegen de waarheid. Niets kan mijn denkgeest binnenkomen zonder mijn toestemming. Niemand denkt de gedachten in mijn denkgeest behalve ikzelf (en God). Les 26 leerde mij dat mijn aanvalgedachten een aanval zijn op mijn eigen onkwetsbaarheid. Ik denk weliswaar dat ik iemand anders aanval, maar in werkelijkheid val ik mijn eigen Identiteit als Zoon van God aan.
Het ego heeft een slim, uit meerdere lagen bestaand verdedigingssysteem opgebouwd tegen de waarheid en dit verborgen in duisternis en vermommingen. Het proces dat de Cursus mij aanbiedt ontmaskert deze verdedigingen, maakt me er bewust van, beoordeelt ze als krankzinnig en helpt me ze los te laten. Ze zijn allemaal onwaar en wat niet waar is kan de waarheid niet aantasten. Onder alle camouflage van het ego bevat mijn denkgeest nog steeds enkel wat ik denk met God. De rest is een illusie zonder werkelijke macht om waar dan ook invloed op te hebben.
Ziekte is een zeer prominent en effectief verdedigingssysteem van het ego. Hoewel de oorzaak van ziekte in mijn denkgeest ligt, lijkt het een aanval van buitenaf te zijn, van een zichtbare of onzichtbare vijand met een zichtbaar effect op mijn lichaam. Ik moet mij er constant tegen verdedigen en als ik er toch door getroffen word, moet ik er met alle middelen tegen vechten. Zodra de ene ziekte overwonnen is, lijkt een andere te verschijnen met een nog verwoestender effect.
De meeste mensen zijn niet bereid te accepteren dat ziekte alleen in de denkgeest plaatsvindt. Ik heb het ook nog niet volledig geaccepteerd, ik ben nog te bang. We hebben dus alle redenen om door te gaan met het bestrijden van ziekten op de manier waarop we dat tot nu toe hebben gedaan, maar we moeten ons wel realiseren dat we alleen de symptomen verzachten en niet de oorzaak wegnemen. Alleen wanneer steeds meer mensen gaan beseffen dat onze denkgeest enkel bevat wat we denken met God, en dat al het andere een illusie is van eigen makelij, zal de behoefte aan de tussenweg van fysieke medicatie beginnen te verdwijnen.
Tijdens mijn beoefening van vandaag lever ik een bijdrage aan de ultieme remedie voor alle ziekten. Als ik mijn eigen innerlijke verdedigingen onderzoek – die in feite vormen van zelfaanval zijn – en ze loslaat, werk ik samen met de macht van God om de mensheid te verlossen van ziekten, en tegelijkertijd van alle verdedigingssystemen van het ego tegen de waarheid.
Als ik mijn denkgeest zuiver van “alle gedachten die zouden kunnen misleiden” (WdI.hIV.In.5:2), en alle gedachten die ik ontvang onder de leiding van Zijn Denkgeest stel (WdI.hIV.In.5:4), ben ik niet in mijn eentje aan het werk. “Ze [de gedachten] zullen niet van jou alleen afkomstig zijn, want ze zullen alle gedeeld worden met Hem” (WdI.hIV.In.6:1).
Ik wil vandaag de aanbevolen tijd gebruiken om mij de ware Bron van al mijn gedachten te herinneren, en de Heilige Geest de gelegenheid geven mijn denkgeest te zuiveren van het spinrag van misleiding. ’s Morgens zal ik vijf minuten nemen “om de dag in de banen te leiden die God aangegeven heeft” (WdI.hIV.In.5:4).
Elke keer als ik dit doe, elke dag waarop ik er aan denk om te oefenen, breng ik mezelf en de wereld een stukje dichter bij de dag waarop alle misleiding zal oplossen in het licht.
Oefeninstructies:
DOEL
Hoewel Deel I van het Werkboek nog 80 lessen bevat, is deze herhaling toch een voorbereiding op Deel II. Ook de volgende herhaling (Herhaling V) kondigt deze voorbereiding aan. Het Werkboek neemt kennelijk aan dat we een aantal hobbels hebben genomen (zie bijvoorbeeld WdI.122.10:2-4) en dat we ons, nu we minder weerstand hebben, kunnen concentreren op de voorbereiding op het belangrijkste deel van het Werkboek: Deel II.
OEFENING
Twee keer ongeveer zeven minuten, aan het begin en aan het einde van de dag.
- Besteed de eerste vijf minuten aan het centrale thema van deze herhaling: “Mijn denkgeest bevat enkel wat ik denk met God”. Breng je denkgeest tot rust en herhaal dit idee enkele keren langzaam, je bewust van de betekenis van deze woorden. Laat deze gedachte alle andere gedachten vervangen. Onze gebruikelijke gedachten zijn, zoals in de alinea’s 3 en 4 wordt beschreven, niet-vergevingsgezind. Misschien is dit niet meteen herkenbaar omdat ze zich in allerlei vermommingen aan je voordoen. Ze verbergen de waarheid dat je denkgeest enkel bevat wat je denkt met God. Door je te concentreren op dit ene, ware idee, kom je in contact met de ware staat van je denkgeest, die alleen Gods Gedachten denkt. Dit bereidt je voor op een dag die deze ware staat van zijn weerspiegelt, en waarin de gedachten die je denkt afkomstig zijn van God (6:1-2).
- Begin na deze vijf minuten aan de tweede fase. Lees de beide ideeën die herhaald worden, sluit je ogen en herhaal ze langzaam in jezelf. Elk woord bevat een geschenk van God. Sta je denkgeest toe dit geschenk te ontvangen. “Laat elk woord stralen van de betekenis die God eraan gegeven heeft” (7:4). Ontvang de betekenis die Hij in deze woorden heeft gelegd, want deze ontvankelijkheid is de ware staat van je denkgeest.
Het doel van de eerste fase is je voor te bereiden op de tweede fase. Door je vijf minuten uitsluitend te concentreren op een gedachte van God, bereid je je voor op het uitsluitend zien van de betekenis die God aan de twee herhaalde ideeën gegeven heeft.
HERHALINGEN
Op elk uur ongeveer een minuut.
Besteed een rustig moment aan het centrale thema en herhaal daarna de twee ideeën van de dag. Doe dat langzaam, en gun jezelf de tijd om de betekenis te zien die God daar voor jou aan gegeven heeft.
OPMERKING
Herhaal deze oefening ’s avonds, voordat je gaat slapen. Realiseer je dat het centrale thema deze dag, door jouw trouwe beoefening, “tot een bijzonder moment van zegen en geluk heeft gemaakt” (9:3), zowel voor jezelf als voor de wereld. Realiseer je ook dat je, terwijl je in slaap valt, omhuld bent door Gods dank. Want je maakt nu aanspraak op het erfgoed dat Hij je heeft gegeven.