Les 195

(14 juli)

Alles is een les die God me graag ziet leren.

1. Dankbaarheid is een les die moeilijk te leren valt voor hen die de wereld verkeerd bekijken. Wat ze hoogstens kunnen doen is zichzelf beschouwen als beter af dan anderen. En ze proberen tevreden te zijn, omdat een ander meer lijkt te lijden dan zij. Hoe armzalig en kleinerend zijn zulke gedachten! Want wie heeft reden tot dankbaarheid waar anderen minder reden hebben? En wie zou minder kunnen lijden omdat hij een ander meer ziet lijden? Jij bent je dankbaarheid alleen aan Hem verschuldigd die elke oorzaak van leed over heel de wereld liet verdwijnen.

 

2. Het is waanzinnig om vanwege lijden dank te zeggen. Maar het is even waanzinnig om niet dankbaar te zijn jegens Degene die jou het onfeilbare middel aanreikt waardoor alle pijn wordt genezen en lijden wordt vervangen door gelach en geluk. Evenmin zouden zij die zelfs maar ten dele bij hun verstand zijn, kunnen weigeren de stappen te zetten die Hij aangeeft en de weg te volgen die Hij voor hen uitzet, om zo uit een gevangenis te ontsnappen waarvan ze dachten dat die geen deur bezat naar de bevrijding die zij nu zien.

 

3. Je broeder is je ‘vijand’, omdat jij in hem de rivaal voor jouw vrede ziet, een plunderaar die zijn vreugde van jou rooft en jou met niets anders achterlaat dan een donkere wanhoop, zo bitter en meedogenloos dat er geen hoop overblijft. Nu is wraak het enige wat er nog te wensen valt. Nu kun je slechts proberen hem neer te halen om samen met jou, even nutteloos als jijzelf, neer te liggen in de dood, met even weinig in zijn graaiende vingers als in de jouwe.

 

4. Je biedt God jouw dankbaarheid niet aan omdat je broeder meer slaaf is dan jij, noch zou je verstandigerwijze in woede kunnen ontsteken als hij vrijer lijkt te zijn. Liefde maakt geen vergelijkingen. En dankbaarheid kan alleen oprecht zijn als die met liefde geschiedt. We danken God onze Vader dat in ons alle dingen hun vrijheid zullen vinden. Het zal nooit zo zijn dat sommige worden bevrijd, terwijl andere gebonden blijven. 6Want wie kan in de naam van liefde marchanderen?

 

5. Zeg daarom dank, maar in oprechtheid. En laat jouw dankbaarheid ruimte maken voor allen die samen met jou willen ontsnappen: de zieken, de zwakken, de behoeftigen en de angstigen, en zij die rouwen om een ogenschijnlijk verlies of die schijnbare pijn voelen, die kou of honger lijden, of die de weg van de haat en het pad van de dood gaan. Al dezen gaan met jou mee. Laten we onszelf niet met hen vergelijken, want zo splitsen we hen af van onze gewaarwording van de eenheid die wij met hen delen, zoals zij die noodzakelijkerwijs delen met ons.

 

6. We danken onze Vader voor maar één ding: dat we van niets dat leeft gescheiden zijn, en daarom één zijn met Hem. En we verheugen ons erover dat er nooit uitzonderingen kunnen worden gemaakt die onze heelheid zouden verminderen, of onze functie zouden schaden of veranderen om Diegene compleet te maken die Zelf compleetheid is. Wij zeggen dank voor al wat leeft, want anders zeggen we dank voor niets en verzuimen we Gods gaven aan ons te herkennen.

 

7. Laat onze broeders dan hun vermoeide hoofd tegen onze schouders leggen, terwijl ze een poosje rusten. We zeggen dank voor hen. Want als we hen naar de vrede kunnen leiden die wij willen vinden, opent de weg zich uiteindelijk voor ons. Een aloude deur zwaait opnieuw vrij open, een sinds lang vergeten Woord weerklinkt weer in onze herinnering en neemt in klaarheid toe zodra we opnieuw bereid zijn te luisteren.

 

8. Ga dus dankbaar de weg van de liefde. Want haat is vergeten wanneer we vergelijkingen naast ons neerleggen. Wat rest er nog als blokkade voor vrede? De angst voor God is nu eindelijk opgeheven, en we vergeven zonder te vergelijken. Op die manier kunnen we er niet voor kiezen sommige dingen over het hoofd te zien, en toch andere dingen vast te houden, nog steeds als ‘zonden’ achter slot en grendel opgeborgen. Wanneer jouw vergeving totaal is, zul jij totaal dankbaar zijn, want je zult zien dat alles recht op liefde heeft verdiend door liefdevol te zijn, precies zoals jouw Zelf.

 

9. Vandaag leren we aan dankbaarheid te denken in plaats van aan kwaadheid, kwaadaardigheid en wraak. Alles is ons gegeven. Als we dit weigeren in te zien, hebben we daarom nog geen recht op onze bitterheid en op een zelfbeeld dat ons in een oord van genadeloze vervolging ziet, waar we onophoudelijk gesard en slecht behandeld worden, zonder dat er enige gedachte of zorg aan ons of onze toekomst wordt besteed. Dankbaarheid wordt de enige gedachte waarmee we deze waanzinnige manier van zien vervangen. God heeft voor ons gezorgd en noemt ons Zoon. Kan er meer zijn?

 

10. Onze dankbaarheid zal de weg naar Hem plaveien en onze leertijd meer bekorten dan waarvan je ooit kon dromen. Dankbaarheid gaat hand in hand met liefde, en waar het ene is moet het andere wel worden aangetroffen. Want dankbaarheid is slechts een aspect van de Liefde die de Oorsprong van heel de schepping is. God zegt jou, Zijn Zoon, dank dat jij bent wat jij bent: Zijn eigen completering en de Bron van liefde, samen met Hem. Jouw dankbaarheid jegens Hem is één met de Zijne jegens jou. Want liefde kan geen andere weg gaan dan de weg van dankbaarheid, en die gaan wij die de weg bewandelen naar God.


Toelichting:

In deze les wordt dankbaarheid zowel van een donkere als van een lichte kant bekeken. Eerst wordt besproken dat, zolang ons denken afgestemd is op het ego, onze dankbaarheid in feite een aanval is op anderen. Vervolgens wordt gezegd dat dankbaarheid alleen oprecht kan zijn “als die met liefde geschiedt” (4:3).

 

De donkere kant van dankbaarheid komt voort uit het perspectief van het ego. Dit is het soort dankbaarheid dat bidt: “Godzijdank ben ik niet zoals anderen; Godzijdank ben ik beter af”. Deze “dankbaarheid” is gebaseerd op vergelijking. Het is de dankbaarheid die we voelen als we een groter huis of een mooiere auto hebben dan een ander, of een partner die aantrekkelijker is. Het is de dankbaarheid die afhankelijk is van anderen die minder hebben of meer lijden dan wij. Ze komt voort uit een zienswijze die onze broeder als een rivaal voor onze vrede beschouwt (3:1) en zich erover verheugt als het hem niet goed gaat. Dit soort dankbaarheid is in feite niets anders dan een vorm van wraak. Als we eerlijk naar onszelf kijken zullen we ontdekken dat we veel vaker aan deze valse dankbaarheid toegeven dan we ons realiseren. Oprechte dankbaarheid is iets volkomen anders:

 

We danken God onze Vader dat in ons alle dingen hun vrijheid zullen vinden.

Het zal nooit zo zijn dat sommige worden bevrijd, terwijl andere gebonden blijven (4:4-5).

 

We danken onze Vader voor maar één ding: dat we van niets dat leeft gescheiden zijn, en daarom één zijn met Hem (6:1).

 

Wij zeggen dank voor al wat leeft, want anders zeggen we dank voor niets (6:3).

 

Vandaag voel ik vreugde omdat de geschenken die ik heb ontvangen van iedereen zijn. Ik ben dankbaar voor alles wat leeft, voor iedereen die ik ontmoet. Ik verheug me over het feit dat iedereen de weg met mij gaat, dat niemand is uitgesloten. Ik ben dankbaar dat ieder van jullie, die dit leest, een deel is van mij; dat niemand zijn of haar erfdeel kan verliezen en een ander kan benadelen. Ik erken dat, wanneer iemand van ons benadeeld wordt, ik zelf benadeeld word en ik dank God “dat alles recht op liefde heeft verdiend” (8:6), omdat alles deel is van mijn Zelf. Als ik vandaag het gevoel heb dat de wereld mij kwelt, onder druk zet of geen aandacht of zorg voor me heeft, kies ik ervoor deze dwaze gedachten te vervangen door dankbaarheid (9:1-4).

 

God heeft voor ons gezorgd en noemt ons Zoon. Kan er meer zijn? (9:5-6).

 

Een ander woord voor dankbaarheid is “waardering”. De volgende citaten uit de Cursus gaan daarover:

 

Er valt maar één gelijke gift aan al Gods gelijke Zonen te schenken, en dat is totale waardering (T6.V.A.4:7).

 

Alleen eer is een passende gave voor hen die God Zelf geschapen heeft als het eren waard, en die Hij eert. Geef hun de waardering die God hun steeds ten deel laat vallen, omdat ze Zijn geliefde Zonen zijn in wie Hij welbehagen heeft (T7.VII.6:1-2).

 

In het Koninkrijk zijn er geen afgodendienaars, maar er bestaat wel hoge waardering voor al wat God geschapen heeft, vanuit de vredige wetenschap dat eenieder deel is van Hem (T10.III.6:1).

 

God weet dat Zijn Zoon net zo volkomen vrij van schuld is als Hijzelf, en je komt nader tot Hem door Zijn Zoon te waarderen (T11.IV.7:2).

 

De enige reactie op jouw broeder die op z’n plaats is, is waardering. Hem is dank verschuldigd, zowel voor zijn liefdevolle gedachten als voor zijn verzoeken om hulp, want beide zijn in staat jou bewust te maken van liefde, mits jij ze juist waarneemt (T12.I.6:1-2).

 

In het heilig ogenblik delen we ons vertrouwen in Gods Zoon, want samen erkennen we dat hij dat geheel en al waard is, en in ons besef van zijn waardigheid kunnen we niet twijfelen aan zijn heiligheid. En aldus hebben we hem lief (T15.VI.2:5-6).


Oefeninstructies:

DOEL

Leren “aan dankbaarheid te denken in plaats van aan kwaadheid, kwaadaardigheid en wraak” (9:1). Je ondankbare houding laten vervangen door oprechte dankbaarheid.

 

OEFENING

’s Morgens en ’s avonds, minimaal vijf minuten en in het ideale geval dertig minuten of meer.

 

Opnieuw worden ons geen specifieke oefeninstructies gegeven. Er wordt alleen gezegd dat we vandaag dankbaarheid moeten leren. Dit betekent dat we zowel onze ondankbare houding als onze liefdeloze dankbaarheid dienen te vervangen door ware, liefdevolle dankbaarheid. Liefdeloze dankbaarheid houdt in dat we dankbaar zijn omdat we onszelf beschouwen als beter af dan anderen (alinea 1). Dit impliceert uiteraard vergelijkingen, die concurrerend en daardoor liefdeloos zijn. “Liefde maakt geen vergelijkingen” (4:2). Liefdevolle dankbaarheid dankt God voor zegeningen die Hij iedereen schenkt, niet alleen mij. Het betekent ook dankbaar zijn voor al onze broeders, zelfs voor degenen “die de weg van de haat en het pad van de dood gaan” (5:2). Probeer dus tijdens de oefenperioden je ondankbaarheid of liefdeloze dankbaarheid te herkennen en deze te vervangen door ware dankbaarheid.

 

Volgens deze les kunnen we dankbaar zijn:

 

  • Aan Hem die elke oorzaak van leed over heel de wereld liet verdwijnen (1:7).
  • Jegens Degene die ons het onfeilbare middel aanreikt waardoor alle pijn wordt genezen (2:2).
  • God onze Vader, omdat in ons alle dingen hun vrijheid zullen vinden (4:4).
  • Voor allen die samen met ons willen ontsnappen: de zieken, de zwakken, de behoeftigen en de angstigen, en zij die rouwen om een ogenschijnlijk verlies, of die schijnbare pijn voelen, die kou of honger lijden, of die de weg van de haat en het pad van de dood gaan (5:2).
  • Omdat we van niets dat leeft gescheiden zijn, en daarom één zijn met Hem (6:1).
  • Voor onze broeders (7:2) en voor al wat leeft (6:3).
  • Omdat alles recht op liefde heeft verdiend door liefdevol te zijn, precies zoals ons Zelf (8:6).
  • Omdat alles ons gegeven is (9:2).
  • Omdat God voor ons heeft gezorgd en ons Zoon noemt (9:5).

 

Je kunt God ook danken voor specifieke zegeningen die je hebt ontvangen, maar beschouw deze slechts als een afspiegeling van de niet-specifieke zegeningen die Hij iedereen schenkt.

 

HERHALINGEN

Een of twee minuten op elk heel uur, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.

 

Kijk naar de gebeurtenissen in het afgelopen uur die je nog steeds bedrukken en bevrijd jezelf van die last door te zeggen: “Liefde is de weg die ik in dankbaarheid ga”.

 

Zie jezelf de weg van liefde gaan, vrij van alle wereldse zorgen en vervuld van dankbaarheid jegens je Vader omdat Hij je alles heeft gegeven.

 

ANTWOORD OP VERLEIDINGEN

Herhaal het idee zodra je in de verleiding komt om je slecht behandeld te voelen, en vervang je bitterheid door ware dankbaarheid, die gerechtvaardigd is omdat God je alles heeft gegeven.