Les 40
(9 februari)
Ik ben als Zoon van God gezegend.
1. Vandaag zullen we beginnen aanspraak te maken op enkele van de vreugden waarop jij recht hebt omdat je bent wat jij bent. Vandaag worden er geen lange oefenperioden van je verlangd, maar zijn heel regelmatige korte noodzakelijk. Eenmaal per tien minuten zou heel wenselijk zijn, en je wordt ernstig aangeraden je op dit tijdschema toe te leggen en waar enigszins mogelijk je eraan te houden. Mocht je het vergeten, probeer het opnieuw. Mochten er lange onderbrekingen zijn, probeer het opnieuw. Telkens wanneer het je weer te binnen schiet, probeer het opnieuw.
2. Je hoeft voor de oefenperioden je ogen niet te sluiten, hoewel je waarschijnlijk zult merken dat het beter gaat als je dat wel doet. Maar in de loop van de dag kun je in een aantal situaties komen waarin het niet uitvoerbaar is om je ogen te sluiten. Loop hierom geen oefenperiode mis. Je kunt onder alle omstandigheden heel goed oefenen, als je dat werkelijk wilt.
3. De oefeningen van vandaag vragen weinig tijd en geen inspanning. Herhaal het idee voor vandaag en voeg er vervolgens verscheidene eigenschappen aan toe die jij associeert met een Zoon van God, en pas die dan toe op jezelf. Eén oefenperiode kan er bijvoorbeeld zo uitzien:
Ik ben als Zoon van God gezegend.
Ik ben gelukkig, vredig, liefdevol en voldaan.
Een andere kan deze vorm hebben:
Ik ben als Zoon van God gezegend.
Ik ben kalm, rustig, zeker en vol vertrouwen.
Staat je maar weinig tijd ter beschikking, dan volstaat het eenvoudig tegen jezelf te zeggen dat je gezegend bent als Zoon van God.
Toelichting:
We kunnen niet ontsnappen aan het belang dat het Werkboek hecht aan onze oprechte pogingen om te oefenen zoals wordt aanbevolen. De oefeningen van deze les zijn aan de ene kant meer ontspannen dan die van gisteren en aan de andere kant intensiever. Het is onmogelijk de volgende woorden te lezen en te denken dat het er niet toe doet of we wel of niet de instructies opvolgen:
Vandaag worden er geen lange oefenperioden van je verlangd, maar zijn heel regelmatige korte noodzakelijk. Eenmaal per tien minuten zou heel wenselijk zijn, en je wordt ernstig aangeraden je op dit tijdschema toe te leggen en waar enigszins mogelijk je eraan te houden. Mocht je het vergeten, probeer het opnieuw. Mochten er lange onderbrekingen zijn, probeer het opnieuw. Telkens wanneer het je weer te binnen schiet, probeer het opnieuw (1:2-6).
Probeer het opnieuw... probeer het... probeer het... probeer het...
Hoe vaker we de lessen herhalen, des te meer invloed ze zullen hebben op onze denkgeest. Hoe kun je “een cursus in het trainen van je denkgeest” doen zonder mentale discipline? Dat kan niet, zo simpel is het.
Er wordt je echter geen schuldgevoel opgedrongen. De auteur weet dat we ongedisciplineerd en vergeetachtig zijn en heeft er begrip voor dat er soms “lange onderbrekingen zijn” (1:5). Het is juist ons gebrek aan discipline dat de oefeningen noodzakelijk maakt. Maar hij veroordeelt ons niet. Hij zegt eenvoudig: “Mocht je het vergeten, probeer het opnieuw”.
Gebruik het vergeten echter niet als excuus om het voor de rest van de dag op te geven. Elke keer als je er aan denkt om te oefenen voeg je een schakel toe aan de “aaneengeschakelde keten van vergeving die, eenmaal voltooid, de Verzoening vormt” (T1.I.25:1).
De auteur van de Cursus wijst er op dat ook het feit dat je niet alleen bent of je ogen niet kunt sluiten geen excuus is om niet te oefenen. “Je kunt onder alle omstandigheden heel goed oefenen, als je dat werkelijk wilt” (2:4).
De oefening van vandaag bestaat in feite uit het zo vaak mogelijk uitspreken van positieve bevestigingen. “Ik ben als Zoon van God gezegend. Ik ben kalm, rustig, zeker en vol vertrouwen” (3:7-8). Dit neemt ongeveer tien of vijftien seconden in beslag, misschien iets meer als je nog andere woorden bedenkt die je kunt associeren met het feit dat je de Zoon van God bent. Bijvoorbeeld: “Ik ben sereen, capabel en onwankelbaar, ik ben vreugdevol, stralend en liefdevol.” Enzovoort.
Is het echt een beproeving om op deze manier te oefenen? Het ego vindt van wel en zal zich verzetten. Ik schrik er niet meer van, maar verbaas me nog wel steeds over de veelheid van manieren die het ego bedenkt om me af te leiden en me af te houden van het oefenen van mijn eigen geluk – want dat is wat we aan het doen zijn. Het onafgebroken verzet van het ego tegen mijn geluk heeft me overtuigd van de waarheid van de volgende woorden: Het ego heeft jou niet lief (T9.VII.3:5). Op grond van wat ik ben: een uitbreiding van God, heb ik recht op geluk. Het ego moet zich wel tegen dit idee verzetten, omdat zijn bestaan afhangt van mijn geloof dat ik mij van God heb afgescheiden. Daarom wil het dat ik ongelukkig ben. Het wil dat ik geloof dat ik het niet verdien om gelukkig te zijn. Het wil weliswaar ook niet dat ik me diep ellendig voel, want dat zou me ertoe kunnen brengen om eens goed over alles na te denken, maar het zorgt voor een vleugje droefheid en een vaag gevoel van verlies in zelfs mijn beste perioden. Net niet genoeg om naar die andere Stem te gaan luisteren, de Stem die spreekt over mijn eenheid met God. Geluk is gevaarlijk voor het ego. Geluk zegt dat de afscheiding niet waar is. En ze is niet waar!
Oefeninstructies:
DOEL
Je in contact brengen met de vreugdevolle dingen waar je als Zoon van God recht op hebt.
OEFENING
Vandaag zijn er geen langere oefenperioden, maar regelmatige korte. Eenmaal per tien minuten is wenselijk.
Sluit indien mogelijk je ogen, herhaal het idee en voeg er enkele eigenschappen aan toe die jij bij een Zoon van God vindt horen, bijvoorbeeld: “Ik ben als Zoon van God gezegend, ik ben gelukkig, vredig, liefdevol en voldaan”.
OPMERKING
Het is duidelijk dat het Werkboek graag wil dat we vandaag oefenen zoals wordt aanbevolen. We worden aangemoedigd om ons aan het schema te houden en ons te realiseren dat dit “weinig tijd en geen inspanning” vergt. Er worden ook drie voorstellen gedaan voor het geval we de oefening niet volgens het schema kunnen doen:
- Als je merkt dat je vergeten bent om te oefenen, ook al is dit gedurende een lange periode, voel je dan niet schuldig en geef het niet op, maar pak gewoon de oefening weer op.
- Als het niet mogelijk is om je ogen te sluiten – wat vaak het geval zal zijn – laat dit je er dan niet van weerhouden om te oefenen. Oefen gewoon met open ogen.
- Als je niet genoeg tijd hebt om te oefenen zoals is aanbevolen, herhaal dan alleen het idee. Dat vergt ongeveer vier seconden.