Les 235

(23 augustus)

God in Zijn goedheid wil dat ik ben verlost.

1. Ik hoef maar naar alle dingen te kijken die me lijken te kwellen en met volmaakte zekerheid mezelf te verzekeren: ‘God wil dat ik hiervan word verlost,’ om ze eenvoudig te zien verdwijnen. Ik hoef maar in gedachten te houden dat mijn Vaders Wil voor mij louter geluk is, om te merken dat louter geluk tot mij is gekomen. En ik hoef me maar te herinneren dat Gods Liefde Zijn Zoon omringt en zijn zondeloosheid voor eeuwig volmaakt bewaart, om er zeker van te zijn dat ik ben verlost en voor altijd veilig in Zijn Armen. Ik ben de Zoon die Hij liefheeft. En ik ben verlost, omdat God in Zijn goedheid het zo wil.

 

2. Vader, Uw Heiligheid is de mijne. Uw Liefde heeft mij geschapen en mijn zondeloosheid voor eeuwig tot deel van U gemaakt. Ik draag schuld noch zonde in mij, want die is er niet in U.


Toelichting:

Als we eerlijk naar onze gedachten kijken zullen we de vele manieren zien waarop we juist het tegenovergestelde geloven van wat deze les zegt, namelijk: “God is boos op ons en wil dat we gestraft worden”. Een dramatische stem in ons binnenste vertelt ons dat we de pijn die we ondervinden verdienen, en dat ons elke vreugde wordt ontzegd omdat we die niet verdienen.

 

Voor degenen die hun klachten over de wereld, en de manieren waarop deze hen slecht behandelt beginnen op te sommen, heeft de Cursus een kort en bondig advies: “Geef deze dwaze gedachten op!” (H15.3:1). We hebben de macht om deze dingen om te keren. Het enige wat we daarvoor hoeven te doen is onszelf ervan te verzekeren: “God wil dat ik hiervan word verlost” (1:1). God wil niet dat ik pijn heb, of verdrietig ben, of eenzaam. Door mijn gedachten hierover te veranderen kan ik de wereld veranderen.

 

Wij denken dat onze pijn en verdriet veroorzaakt worden door de gebeurtenissen in de wereld; de Cursus leert ons dat het precies andersom is. Het is ons geloof in Gods boosheid dat ons laat lijden; ons geloof in Zijn genade en liefde kan ons leven transformeren. Wat verandering nodig heeft bevindt zich niet in de buitenwereld, maar hier, in onze eigen denkgeest.

 

Vandaag wil ik mij herinneren dat ik voor altijd veilig in Zijn Armen rust (1:3). Ik wil mijn denkgeest vullen met de gedachte dat mijn Vader wil dat ik gelukkig ben. Aangezien Hij Liefde is en van mij houdt, kan Hij niets anders voor mij willen.


Oefeninstructies:

DOEL

De Inleiding op Deel II van het Werkboek klinkt alsof we voor de rest van het jaar proberen het eind van onze spirituele reis te bereiken: “Dit jaar heeft ons tot de eeuwigheid gebracht” (10:8). Het Handboek voor leraren beschrijft in hoofdstuk 16 een bescheidener doel: het bereiken van een punt waarop we oefenen vanuit onze eigen motivatie en inspiratie en niet omdat een boek ons aanraadt dat te doen. Dat betekent dat onze beoefening verandert van een opdracht in een levenswijze. Ik denk dat het goed is deze beide doelen te combineren. We moeten streven naar de eeuwigheid, omdat we, door de lat hoog te leggen, verder komen dan wanneer we dat niet doen, zelfs als dat alleen maar betekent dat we het Werkboek niet meer nodig hebben.

Deel II, dat geen instructies voor de dagelijkse beoefening meer bevat, is een belangrijke stap in die richting. Wanneer je beoefening opbloeit in plaats van verdort, ben je dicht bij het doel van het Werkboek: het overbodig worden ervan.

 

Met andere woorden: we moeten ernaar streven los te komen van tijd en ruimte, zodat we dit doel kunnen bereiken.

 

LEZEN VAN DE LESSEN

De lessen van Deel II zijn anders dan die van Deel I. Na het idee van de dag volgen slechts twee alinea’s, beide in de eerste persoon (ik of wij), die het idee van de dag uitbreiden en toelichten. Hierdoor lijken de lessen van Deel II op de meeste herhalingen van Deel I, waar het idee van de dag wordt gevolgd door een “bijbehorende toelichting” (WdI.hI.In.2:3,3:3), die geschreven is in de eerste persoon en een uitbreiding is van het idee. In de Herhalingen zijn deze bijbehorende toelichtingen onderdeel van de oefening. We lezen ze enkele keren, denken erover na, herhalen ze bij onszelf en “proeven” elk woord. De bedoeling is ze ons eigen te maken, daarom zijn ze geformuleerd alsof het onze eigen woorden zijn. We verbinden ons er zodanig mee dat het meer oefenen dan lezen wordt.

Het is goed om de bijbehorende toelichtingen in Deel II op dezelfde manier te gebruiken. De Inleiding verwijst daar ook naar. Ze spreekt over lezen als een oefening (2:1), een inleiding tot “perioden van woordeloze, diepe ervaring die daarop zouden moeten volgen” (11:2). Als praktische oefening kunnen de twee alinea’s van elke les op de volgende manier worden gebruikt:

 

  • De toelichting op het idee:

Lees deze alinea langzaam een aantal keren en stel je voor dat dit werkelijk je eigen gedachten zijn. Benadruk eventueel de woorden “ik”, “mij” en “mijn”.

  • Het gebed:

 

OCHTEND- EN AVOND MEDITATIE

Deze langere oefenperioden zijn bedoeld als Open Mind meditatie, dus neem de tijd die je nodig hebt voor het gewenste resultaat. Begin met het herhalen van het idee van de dag, maar doe dit op een speciale manier: als een uitnodiging aan God om tot je te komen: “We zeggen de uitnodigende woorden die Zijn Stem ons ingeeft en dan wachten we op Zijn komst” (4:6). Nadat je deze woorden hebt herhaald, wacht je in verwachtingsvolle stilte. Wachten betekent gewoonlijk dat je lichamelijk stil zit of staat, in afwachting van de een of andere gebeurtenis. Hier gaat het echter ook om mentale stilte, in afwachting van een wonderbaarlijke gebeurtenis: het ervaren van God in je denkgeest. Wacht daar als het ware met ingehouden adem op. Wacht in het vertrouwen dat “de Godsherinnering schemert aan de wijde horizonten van onze denkgeest” (9:5). Je wacht dus bewegingloos, maar zeer alert. Je wachten moet vervuld zijn van de verwachting “dat onze Vader Zichzelf openbaart, zoals Hij heeft beloofd” (3:3). Met andere woorden: je wachten is gebaseerd op het vertrouwen dat God Zijn beloften na zal komen. Hij heeft je beloofd dat Hij komt als je daar om vraagt. Probeer zonder gebruik van woorden in deze meditatieve staat te blijven. Als je gedachten afdwalen herhaal dan het idee van de dag, om jezelf terug te brengen naar de staat van zwijgend wachten. “We zullen die gedachte gebruiken om onze denkgeest zo nodig te kalmeren” (3:1).

 

Wanneer je de Open Mind meditatie te moeilijk vindt of wanneer deze niet het gewenste resultaat oplevert, gebruik dan eventueel de Naam-van-God meditatie, zoals bijvoorbeeld Les 222 aangeeft: “Vader, we hebben geen andere woorden op onze lippen en in onze denkgeest dan Uw Naam, nu wij in stilte in Uw Tegenwoordigheid komen en vragen om even in vrede te mogen rusten bij U” (WdII.222.2:1). (Zie ook de oefeninstructies bij les 183184 en Naam van God meditatie.

 

UURLIJKSE HERINNERING

Een of twee minuten op het hele uur (of korter wanneer dat vanwege de omstandigheden niet mogelijk is). Doe een korte versie van de ochtendmeditatie: herhaal het idee als een uitnodiging aan God en wacht in woordeloze stilte op Zijn komst.

 

REGELMATIGE HERHALINGEN

Herhaal het idee van de dag zo vaak mogelijk: “Herhaal het, en laat je denkgeest een kort moment in stilte en vrede verpozen” (WdI.hIII.In.10:5).

 

ANTWOORD OP VERLEIDINGEN

Zodra je in de verleiding komt om je doel te vergeten:

Herhaal het idee om God aan te roepen teneinde deze verleiding te laten verdwijnen (2:9, 10:2).

 

LEZEN VAN DE “WAT IS VERLOSSING”-TEKST

Lees vóór de ochtend- of avondoefening de “Wat is verlossing”- tekst die aan de orde is. Lees dit niet oppervlakkig, “ze dienen langzaam gelezen en even overdacht te worden” (11:4).

 

OEFENSUGGESTIE

Let op de instructies die deze les geeft met betrekking tot het antwoord op verleidingen. Wanneer iets je pijn lijkt te doen, verzeker jezelf er dan van dat God wil dat je daarvan wordt verlost (1:1) en zie het verdwijnen. De fysieke situatie verandert misschien niet, maar de macht die ze over je gevoelens heeft verdwijnt.

 

•••

 

SAMENVATTING

  • Lees de toelichting langzaam en alsof het je eigen woorden zijn.
  • Bid het gebed, eventueel meerdere keren.
  • ’s Morgens en ’s avonds: Herhaal het idee en mediteer daarna enige tijd.
  • Elk heel uur: Herhaal het idee en breng enkele momenten door in stilte.
  • Regelmatige herhalingen: Herhaal het idee gedurende de dag zo vaak mogelijk.
  • Antwoord op verleidingen: Herhaal het idee om je vrede te herstellen zodra deze verstoord raakt en/of je het doel uit het oog verliest.
  • Lees één keer per dag langzaam en aandachtig de “Wat is verlossing”- tekst.

Wat is verlossing 5:

Deel 5: WdII.2.3:1-3

 

1. Verlossing is een belofte, gedaan door God, dat jij jouw weg naar Hem uiteindelijk zult vinden. Het kan niet anders of ze wordt gehouden. Ze garandeert dat er een eind komt aan de tijd, en dat alle gedachten die in de tijd zijn ontstaan eveneens een eind zullen nemen. Gods Woord is elke denkgeest gegeven die denkt dat hij afzonderlijke gedachten heeft, en zal deze conflictgedachten vervangen door de Vredesgedachte.

 

2. De Vredesgedachte werd Gods Zoon meteen gegeven zodra zijn denkgeest aan oorlog had gedacht. Voordien was er geen behoefte aan zo’n Gedachte, want vrede werd zonder tegendeel gegeven en wás gewoon. Maar wanneer de denkgeest gespleten is, is er behoefte aan genezing. Dus werd de Gedachte die het vermogen heeft de gespletenheid te genezen deel van elk fragment van de denkgeest, die nog altijd één was, maar zijn eenheid niet herkende. Nu kende hij zichzelf niet en dacht hij dat zijn eigen Identiteit verloren was.

 

"Verlossing is ongedaan maken in die zin dat ze niets doet, en nalaat de wereld van dromen en boosaardigheid te steunen. Zo laat zij illusies los. Door die geen steun te geven laat zij ze enkel kalm tot stof vergaan."

 

En wat zij verborgen hielden wordt nu geopenbaard: een altaar voor Gods heilige Naam waarop Zijn Woord geschreven staat, met de geschenken van jouw vergeving daarvoor neergelegd en de Godsherinnering niet ver daarachter.

 

4. Laten we dagelijks deze heilige plaats bezoeken om er samen een tijdje te vertoeven. Hier delen wij onze laatste droom. Het is een droom waarin geen verdriet schuilt, want hij doet ons heel de heerlijkheid vermoeden die ons door God gegeven werd. Het gras duwt zich door de bodem heen, de bomen botten nu en er zijn vogels in hun takken komen wonen. De aarde wordt in nieuw perspectief herboren. De nacht is voorbij en we zijn samengekomen in het licht.

 

5. Van hieruit schenken we verlossing aan de wereld, want hier werd verlossing ontvangen. Ons jubellied is de roep tot heel de wereld dat vrijheid is weergekeerd, dat de tijd bijna teneinde is, en dat Gods Zoon slechts een ogenblik hoeft te wachten tot hij zich zijn Vader weer herinnert, dromen voorbij zijn, de eeuwigheid de wereld weggeschenen heeft, en niets dan de Hemel nu bestaat.

 

 

Deelnemen aan de verlossing bestaat niet uit het toevoegen van een nieuwe activiteit, maar het loslaten van ons aloude drama van dromen en boosaardigheid. Verlost worden betekent stoppen met het steunen van onze illusies, met het toevoegen van brandstof aan het vuur van onze woede, aanval en schuld, dat onze denkgeest eeuwenlang heeft verwoest. Verlossing is niet doen maar ongedaan maken. Het is onze weerstand tegen liefde loslaten, zowel Gods liefde voor ons als onze liefde voor Hem en onze broeders. Verlossing betekent ophouden met het bedenken van excuses voor onze liefdeloosheid en van redenen waarom we geen liefde waardig zijn.

 

Het ego heeft niet de macht jou af te leiden tenzij jij het de macht daartoe geeft (T8.I.2:1).

 

De enige macht die het ego heeft is de macht die wij eraan geven en het gebruikt onze eigen macht tegen ons. Alle ego-illusies worden gevoed door onze investeringen erin. Als we die macht terugtrekken en stoppen met het investeren in de illusies van het ego, zullen ze “kalm tot stof vergaan” (3:3). Hoe wordt het ego ongedaan gemaakt? Door onze keuze het niet langer te steunen.

 

Het geheim van de verlossing is slechts dit: dat jij dit jezelf aandoet (T27.VIII.10:1).