Les 105

(15 april)

Gods vrede en vreugde behoren me toe.

1. Gods vrede en vreugde behoren jou toe. Vandaag zullen we ze aanvaarden, wetend dat ze de onze zijn. En we zullen proberen te begrijpen dat deze gaven toenemen naarmate we ze ontvangen. Ze lijken niet op de gaven die de wereld geven kan, waarbij de gever verliest wanneer hij de gave schenkt, en de ontvanger rijker wordt door diens verlies. Dat zijn geen gaven, dat is met schuld bedreven handel. Een waarachtig gegeven gave berokkent geen verlies. Het is onmogelijk dat de een winnen kan omdat de ander verliest. Dat veronderstelt een beperking en een ontoereikendheid.

 

2. Geen enkele gave wordt zo gegeven. Zulke ‘gaven’ zijn slechts een inleg voor een hogere opbrengst, een lening met rente die tot de laatste cent moet worden betaald, een tijdelijk bruikleen, bedoeld als onderpand dat met meer moet worden terugbetaald dan degene ontving die de gave aannam. Deze vreemde verdraaiing van wat geven betekent is algemeen verbreid op alle niveaus van de wereld die jij ziet. Het ontneemt de gaven die jij geeft alle betekenis en laat jou met lege handen achter bij de gaven die jij aanvaardt.

 

3. Een belangrijk leerdoel dat deze cursus beoogt, is het omkeren van je zienswijze op geven, zodat jij ontvangen kunt. Want geven is een bron van angst geworden, en zo vermijd je bij voorkeur het enige middel waarmee jij ontvangen kunt. Aanvaard Gods vrede en vreugde, en je zult een andere manier leren om naar geven te kijken. Gods gaven zullen nooit afnemen wanneer ze worden weggegeven. Ze nemen daardoor alleen maar toe.

 

4. Zoals de vrede en de vreugde van de Hemel intenser worden wanneer jij ze als Gods gave aan jou aanvaardt, zo groeit ook de vreugde van jouw Schepper wanneer jij Zijn vreugde en vrede als de jouwe aanvaardt. Waarachtig geven is scheppen. Het breidt het grenzeloze uit tot het onbegrensde, eeuwigheid tot tijdloosheid, en liefde tot zichzelf. Het voegt nog toe aan alles wat al compleet is, niet in de eenvoudige zin van méér toevoegen, want dat houdt in dat het voordien minder was. Het voegt toe door dat wat overvloeien wil zijn doel te laten vervullen, namelijk om al wat het heeft weg te geven, en het zo voor altijd veilig te stellen voor zichzelf.

 

5. Aanvaard vandaag Gods vrede en vreugde als de jouwe. Laat Hem Zichzelf completeren zoals Hij compleetheid definieert. Je zult begrijpen dat wat Hem completeert, ook Zijn Zoon compleet moet maken. Hij kan niet geven door middel van verlies. Jij kunt dat evenmin. Ontvang vandaag Zijn gave van vreugde en vrede en Hij zal jou danken voor jouw gave aan Hem.

 

6. Vandaag zullen onze oefenperioden een beetje anders aanvangen. Begin vandaag met aan die broeders te denken aan wie je de vrede en vreugde hebt ontzegd waarop ze volgens de onpartijdige wetten van God recht hebben. Hierin heb jij ze jouzelf ontzegd. En hierheen moet jij terugkeren om je aanspraak op ze te doen gelden.

 

7. Denk een tijdje aan je ‘vijanden’ en zeg elk van hen zodra hij je in gedachten komt:

 

Mijn broeder, vrede en vreugde bied ik jou aan, opdat Gods vrede en vreugde de mijne mogen zijn.

 

Zo bereid je jezelf voor om Gods gaven aan jou te herkennen en je denkgeest te bevrijden van alles wat je welslagen vandaag in de weg zou kunnen staan. Nu ben je klaar om de gave van vrede en vreugde te aanvaarden die God jou gegeven heeft. Nu ben je klaar om de vreugde en de vrede te ervaren die jij jezelf hebt ontzegd. Nu kun je zeggen: ‘Gods vrede en vreugde behoren mij toe,’ want je hebt gegeven wat jij ontvangen wilt.

 

8. Jij moet vandaag wel slagen, als je je denkgeest volgens onze suggestie voorbereidt. Want je hebt alle belemmeringen voor vrede en vreugde laten opheffen, en wat van jou is, kan eindelijk tot jou komen. Zeg dus tegen jezelf: ‘Gods vrede en vreugde behoren mij toe’ en sluit je ogen een tijdje, en laat Zijn Stem je verzekeren dat de woorden die jij spreekt, waar zijn.

 

9. Breng telkens wanneer je dat vandaag kunt je vijf minuten zo met Hem door, maar denk niet dat minder geen waarde heeft wanneer je Hem niet meer kunt geven. Denk er tenminste elk uur aan de woorden te zeggen die Hem uitnodigen jou te geven wat Hij geven wil en wil dat jij ontvangt. Besluit vandaag niet te dwarsbomen wat Hij wil. En als een broeder jou ertoe schijnt te verleiden hem Gods gave te ontzeggen, zie het dan slechts als een nieuwe kans om jezelf toe te staan de gaven van God als de jouwe te ontvangen. Zegen dan dankbaar je broeder en zeg:

 

Mijn broeder, vrede en vreugde bied ik jou aan, opdat Gods vrede en vreugde de mijne mogen zijn.


Toelichting:

Deze les legt voegt nog iets toe aan de nadruk die gisteren op vreugde en vrede werd gelegd. Er wordt veel herhaald uit de vorige les, maar nu wordt daar de gedachte aan toegevoegd dat we deze geschenken ontvangen door ze te geven.

 

Een belangrijk leerdoel dat deze cursus beoogt, is het omkeren van je zienswijze op geven, zodat jij ontvangen kunt (3:1).

 

Dit idee, dat we ontvangen door te geven, loopt als een rode draad door de Cursus en krijgt veel nadruk. In deze les wordt het een belangrijk leerdoel genoemd.

 

Gisteren leerden we dat vrede en vreugde worden vermeerderd door ze te delen. Deze les zegt dat, wanneer ik de vrede en vreugde van God aanvaard, ook Gods vreugde toeneemt (4:1). Door vrede en vreugde als de mijne te aanvaarden, kan God “Zichzelf completeren zoals hij compleetheid definieert” (5:2). Hierdoor leer ik wat mijn eigen compleetheid inhoudt:

 

Je zult begrijpen dat wat Hem completeert, ook Zijn Zoon compleet moet maken (5:3).

 

Zelfs de Psalmist van het Oude Testament begreep dit, toen hij schreef: “Kan ik ooit vergelden de Heer alwat Hij voor mij heeft volvoerd? De beker des heils wil ik heffen, aanroepen de naam van de Heer” (Psalm 116:12-13).

 

Welk geschenk kan ik God geven om hem te bedanken voor Zijn zegen? Ik kan Hem het geschenk geven van de aanvaarding van Zijn verlossing en een beroep doen op Zijn liefde.

 

Ontvang vandaag Zijn gave van vreugde en vrede en Hij zal jou danken voor jouw gave aan Hem (5:6).

 

Ieder van ons heeft dit wel eens ervaren, op zijn minst in het klein. We kennen de vreugde van het geven. We weten dat, wanneer we liefde geven en deze wordt ontvangen, onze liefde groter wordt, niet kleiner. Gedeelde liefde is een grote vreugde. Liefde die ontvangen wordt is veel rijker dan liefde die niet erkend wordt. Zelfs de vreugde van een kind over een nieuw stukje speelgoed of een huisdier draagt bij aan onze eigen vreugde. Dit zijn weerspiegelingen van hoe Gods geven werkt. Deze manier van geven, het geven van iets dat toeneemt door het weg te geven, is scheppen: “Waarachtig geven is scheppen” (4:2).

 

De oefening van vandaag bereidt ons voor op het aanvaarden van vrede en vreugde. Deze voorbereiding bestaat uit het bewust geven van vrede en vreugde aan diegenen die we dit in het verleden hebben ontzegd: onze “vijanden”. De mensen die het in onze ogen niet verdienen om vredig en vreugdevol te zijn. We hebben ons niet gerealiseerd dat, door hun dit geschenk te misgunnen, we het onszelf in gelijke mate misgunden. Als wat we geven in onszelf toeneemt, dan ontzeggen we onszelf ook wat we anderen ontzeggen.

 

Om werkelijk te kunnen zeggen en ervaren: “Gods vrede en vreugde behoren mij toe”, zullen we ons hart moeten openen en vrede en vreugde met de wereld moeten delen. Dat begint bij de persoon voor wie we ons hart hebben gesloten: “Mijn broeder, vrede en vreugde bied ik jou aan” (7:2, 9:6). Als ik mijn hart open zodat er liefde uit kan stromen, zal ze ook binnenstromen. Als ik mijn hart open zodat er vrede, vreugde en liefde uit kan stromen naar degenen om me heen laat ik “dat wat overvloeien wil” zijn doel vervullen, “namelijk om al wat het heeft weg te geven, en het zo voor altijd veilig te stellen voor zichzelf” (4:5).

Wat is “dat wat overvloeien wil”?

Mijn Zelf, mijn ware Zijn.

Ik ben deze onuitputtelijke Gever!


Oefeninstructies:

DOEL

Aanvaarden van Gods geschenken van vrede en vreugde en begrijpen dat je door deze aanvaarding Zijn vrede en vreugde vermeerdert, in plaats van vermindert. Je leert dus een andere manier om naar geven te kijken (3:3).

 

OEFENING

De eerste vijf minuten van elk uur. Als dit niet mogelijk is, doe dan de alternatieve oefening (zie instructies bij les 93 en 94).

 

  • Denk aan de personen aan wie je Gods vrede en vreugde hebt ontzegd, en daarmee aan jezelf. Zeg tegen elk van hen: “Mijn broeder, vrede en vreugde bied ik jou aan, opdat Gods vrede en vreugde de mijne mogen zijn”. Door Gods gaven te schenken aan wie je deze geweigerd hebt, zul je voelen dat je het recht hebt om er als de jouwe aanspraak op te maken. Deze voorbereidende stap garandeert je succes bij de volgende.

  • Sluit je ogen en zeg: “Gods vrede en vreugde behoren mij toe”. Probeer deze gaven diep in je denkgeest te vinden. Laat jezelf de vreugde en vrede ervaren die je toebehoren. Laat Gods Stem je verzekeren dat Zijn vrede en vreugde werkelijk van jou zijn. Dit is weer een andere manier om contact te maken met het geluk dat God in jou heeft geplaatst.

  • Alternatief: Als je niet elk uur vijf minuten kunt oefenen, denk dan niet dat een kortere versie waardeloos is. Herhaal in elk geval eenmaal per uur: “Gods vrede en vreugde behoren mij toe”, terwijl je je realiseert dat je hiermee God uitnodigt om je het geluk te geven dat Hij voor jou wil.

 

ANTWOORD OP VERLEIDINGEN

Wanneer je in de verleiding komt om iemand Gods gaven te weigeren, wees deze persoon dan dankbaar, omdat hij of zij je een kans biedt Gods vrede en vreugde te ontvangen door deze weg te geven. Geef je dankbaarheid vorm in de volgende (stilzwijgende) zegen: “Mijn broeder, vrede en vreugde bied ik jou aan, opdat Gods vrede en vreugde de mijne mogen zijn”.