Les 104

(14 april)

Ik zoek slechts wat mij in waarheid toebehoort.

1. Het idee van vandaag vervolgt met de gedachte dat vreugde en vrede niet slechts ijdele dromen zijn. Ze zijn jouw recht op grond van wat jij bent. Ze komen tot jou van God, die niet kan nalaten jou te geven wat Hij wil. Toch moet er een plaats worden bereid om Zijn gaven te ontvangen. Ze worden niet blij verwelkomd door een denkgeest die als plaatsvervanging voor waar de Zijne thuishoren die gaven ontvangen heeft die hij zelf heeft gemaakt.

 

2. Vandaag halen we alle zinloze en zelfgemaakte gaven weg die we legden op het heilig altaar waar Gods gaven horen. Van Hem zijn de gaven die in waarheid de onze zijn. Van Hem zijn de gaven die wij erfden voor er sprake was van tijd, en die nog steeds de onze zullen zijn wanneer tijd tot eeuwigheid is vergaan. Van Hem zijn de gaven die nu in ons zijn, want ze zijn tijdloos. En we hoeven niet te wachten om erover te beschikken. Vandaag al behoren ze ons toe.

 

3. Daarom verkiezen we nu hierover te beschikken in de wetenschap dat we, door die te kiezen in plaats van wat wij hebben gemaakt, slechts onze wil verenigen met wat God wil, in het inzicht dat hetzelfde één is. Onze langere oefenperioden vandaag – de vijf minuten per uur die jij voor je verlossing aan de waarheid geeft – moeten hiermee beginnen:

 

Ik zoek slechts wat mij in waarheid toebehoort, en vreugde en vrede zijn mijn erfgoed.

 

Leg dan de conflicten van de wereld terzijde, die andere gaven en andere doelen bieden, gemaakt van illusies, daarvan getuigend, en slechts nagestreefd in een wereld van dromen.

 

4. Dit alles leggen we terzijde en we zoeken in plaats daarvan wat waarlijk het onze is, terwijl we vragen te herkennen wat God ons gegeven heeft. Wij maken in onze denkgeest een heilige plaats vrij voor Zijn altaar, waar Zijn gaven van vrede en vreugde welkom zijn, en waar we naartoe komen om te vinden wat ons door Hem gegeven is. We komen vandaag met vertrouwen, ervan bewust dat Hij ons geeft wat ons in waarheid toebehoort. En wij wensen niets anders, want in waarheid behoort ons niets anders toe.

 

5. Zo maken wij vandaag de weg voor Hem vrij door eenvoudig te erkennen dat Zijn Wil reeds is geschied en dat vreugde en vrede ons als Zijn eeuwige gaven toebehoren. We zullen onszelf niet toestaan ze uit het oog te verliezen tussen de perioden dat we ze komen zoeken op de plaats waar Hij ze heeft gelegd. Deze geheugensteun zullen we zo vaak we kunnen ons te binnen brengen:

 

Ik zoek slechts wat mij in waarheid toebehoort.

Gods gaven van vreugde en vrede zijn al wat ik wil.


Toelichting:

Vandaag zet ik alle complexiteit opzij en richt mij op twee zeer eenvoudige thema’s: vreugde en vrede. Vandaag houd ik mij niet bezig met diepzinnige metafysische waarheden, noch met de onzichtbare werkelijkheid van mijn Zelf. Vandaag zoek ik alleen de vrede en vreugde die mij toebehoren om wat ik ben. Ik vergeet de urgentie van mijn zelfbedachte doelen, het belang dat ik heb toegekend aan alles wat ik meen te moeten doen. Ik negeer de door de mens gemaakte normen, volgens welke ik mezelf vaak beoordeel of laat beoordelen. Vandaag concentreer ik mij op het enige wat echt belangrijk is: vreugde en vrede.

 

Wat zou waardevoller kunnen zijn dan deze twee? Als ik in een paleis zou wonen, schatrijk zou zijn, en een relatie zou hebben met de meest perfecte persoon ter wereld, maar geen vreugde en vrede zou kennen, zou ik nog steeds arm zijn. Als ik daarentegen in een hutje op de hei zou wonen, en vreugde en vrede zou bezitten, zou ik schatrijk zijn. En dit ligt binnen mijn bereik, ik heb er recht op om wat ik ben. Vreugde is mijn goddelijk recht. Vrede is mijn goddelijk recht. Ze zijn binnen het bereik van iedereen, ongeacht afkomst, opleiding, inkomen, enzovoort.

 

Als ik vandaag pauzeer om te oefenen wil ik mij dit herinneren. Ik stel mezelf dankbaar open voor God, die mij deze geschenken gegeven heeft. Ik eer Hem door ervan te genieten. Ik eer Hem door vreugdevol en vredig te zijn gedurende deze vijf minuten, en zal het ook daar tussendoor niet vergeten.

 

Ik herinner mij een workshop van enkele jaren geleden, waarin we een diep zelfonderzoek deden om de leugens, die we onszelf hadden verteld, op het spoor te komen; alle negatieve, afkeurende gedachten waarmee we onszelf naar beneden hadden gehaald. Daarna gingen we op zoek naar de meest fundamentele leugen die we onszelf hadden verteld. Vervolgens werd ons gevraagd deze leugen om te keren en in een positieve uitspraak te veranderen. En tenslotte verlieten we onze kamers en stelden ons opnieuw aan elkaar voor, waarbij we de “eeuwige waarheid” over onszelf bevestigden.

 

Ik zal nooit die ene vrouw vergeten. Haar naam weet ik niet meer, daarom zal ik haar Carol noemen. Ze liep naar me toe, keek me recht in de ogen en schonk me een stralende glimlach. “Hallo”, zei ze, “Ik ben Carol en mijn vreugde geneest”. En weet je wat? Het gebeurde. Op datzelfde moment. Er klikte iets in mijn denkgeest en ik voelde mij geheeld.

 

Ik ben haar nooit vergeten, haar en haar vreugde. Ze had de waarheid over zichzelf ontdekt. Vreugde geneest! Als ik vreugdevol ben geneest dat de mensen om me heen. Heb je dat zelf nooit gemerkt bij mensen die vreugdevol zijn, echt vreugdevol? Hun vreugde geneest jou. Wat kan er waardevoller zijn dan een dergelijke vreugde?

 

Vrede geneest eveneens. Eén vredige persoon in een kamer vol opgewonden mensen kan iedereen kalmeren. Ik kies ervoor om vandaag die ene persoon te zijn, omdat ik daar recht op heb. In elke oefenperiode kom ik tot rust en maak “in [mijn] denkgeest een heilige plaats vrij voor Zijn altaar” (4:2). Ik maak die plek vrij om de eeuwige geschenken te kunnen ontvangen die God mij geven wil: vreugde en vrede. “In waarheid behoort ons niets anders toe” (4:4). Niet één van de andere dingen die ik meen te willen hebben behoort mij toe zoals vreugde en vrede mij toebehoren. Dit zijn eigendommen die de wereld zegenen, in plaats van haar te beroven. Niemand verliest iets door mijn bezit van vreugde en vrede, iedereen wint erbij. Ik bezit deze geschenken al! “Ik zoek slechts wat mij in waarheid toebehoort”.

Dank U, God, dank U!


Oefeninstructies:

DOEL

Een plek inruimen in je denkgeest waar Gods geschenken van vreugde en vrede welkom zijn en ervaren kunnen worden.

 

OEFENING

De eerste vijf minuten van elk uur. Als dit niet mogelijk is, doe dan de alternatieve oefening (zie instructies bij les 93 en 94).

 

  • Begin met te zeggen: “Ik zoek slechts wat mij in waarheid toebehoort, en vreugde en vrede zijn mijn erfgoed”.

  • Begeef je vervolgens weer in een meditatie die bedoeld is om de vreugde te ervaren die God in het centrum van je wezen heeft geplaatst. Deze les spreekt over het bereiken van het heilig altaar in jezelf, de diepe plek in je denkgeest die je fundamentele toewijding bevat. Het kan helpen om dit altaar te visualiseren. Je hebt dit altaar overladen met de betekenisloze geschenken van de wereld en daarmee Gods gaven verduisterd. Probeer in je meditatie het altaar vrij te maken van deze wereldse geschenken. “Wij maken in onze denkgeest een heilige plaats vrij voor Zijn altaar” (4:2). Zoek de gaven van vrede en vreugde, die God voor jou op dit altaar heeft gelegd. Ze zijn er al, ook al zie je ze nog niet. Vraag om ze te herkennen. Bewaar, terwijl je ze zoekt, vooral een houding van vertrouwen, wetend dat Gods gaven je erfgoed zijn, dat ze jou toebehoren, dat ze altijd al van jou zijn geweest en dat je er nu aanspraak op maakt.

 

HERHALINGEN

Herhaal zo vaak mogelijk: “Ik zoek slechts wat mij in waarheid toebehoort. Gods gaven van vreugde en vrede zijn al wat ik wil”. Een frequente herhaling hiervan behoedt je, tussen de vaste oefenperioden door, voor het verliezen van je zicht op Gods gaven.