Les 361

(27 december)

Dit heilig ogenblik wil ik U geven.

Neemt U het in handen.

Want U wil ik volgen, in de zekerheid dat Uw leiding mij vrede geeft.

1. En als ik een woord nodig heb om me te helpen, zal Hij het me geven. Als ik een gedachte nodig heb, geeft Hij me die ook. En als ik alleen maar stilheid nodig heb en een rustige, open denkgeest, dan zijn dat de gaven die ik van Hem ontvangen zal. Hij heeft de leiding, op mijn verzoek. En Hij zal me horen en antwoord geven, want Hij spreekt namens God, mijn Vader, en Zijn heilige Zoon.


Toelichting:

We zijn nu aangekomen bij de laatste lessen van het jaar. Vandaag en de komende vier dagen doen we dezelfde les, die ons enkele eenvoudige richtlijnen geeft over de manier waarop we de rest van ons leven dienen door te brengen. In de dagelijkse toelichtingen ga ik in op de Inleiding (“De laatste lessen”) en op het Nawoord.

 

De intentie van het Werkboek is ons te ondersteunen bij het ontwikkelen van een gewoonte, die in de titel van deze lessen wordt beschreven als elk heilig ogenblik aan de Heilige Geest geven, Hem vragen om het in Zijn handen te nemen, en ons voornemen om in alle opzichten Zijn leiding te volgen, wetend dat Hij ons altijd naar vrede leidt.

De komende vijf dagen kunnen we het beste de Inleiding en de les zelf lezen en daarna enige tijd in stilte doorbrengen. Tijdens deze meditatie proberen we een heilig ogenblik van communicatie met onze Vader en Zijn Stem te bereiken. We zoeken daarbij niet naar woorden:

 

Onze laatste lessen zullen zoveel mogelijk vrij van woorden blijven. We gebruiken ze alleen bij het begin van onze oefening, en alleen maar om ons eraan te herinneren dat we ernaar streven daaraan voorbij te gaan. Laten we ons tot Hem wenden die ons voorgaat op de weg en onze schreden zeker maakt (WdII.Ll.In.1:1-3).

 

We zoeken de communicatie met God. We openen ons voor de ervaring van vrede. We geven ons leven aan Hem, Hem vragend ons te leiden “en al onze gedachten erop [te] richten de functie van verlossing te dienen” (WdII.Ll.In.3:1). We zijn hier om ons God te herinneren door het vergeven van onze broeders, door het delen van Zijn werkelijkheid met iedereen. Gedurende deze oefening zijn we “zoveel mogelijk vrij van woorden”, maar:

 

... als ik een woord nodig heb om me te helpen, zal Hij het me geven. Als ik een gedachte nodig heb, geeft Hij me die ook (1:1-2).

 

Hij geeft wat ik nodig heb. Soms zullen dat woorden zijn, andere keren gedachten. En soms alleen maar stilheid en een rustige, open denkgeest (1:3). We presenteren ons aan Hem, en wachten op Hem om ons te geven wat we nodig hebben. We vertellen Hem niet wat we nodig hebben, dat laten we aan Hem over.

 

We kunnen elke dag op deze manier beginnen. En gedurende de dag kunnen we, zo vaak als mogelijk is, stoppen met wat we aan het doen zijn, de gesteldheid van onze denkgeest vernieuwen, en opnieuw besluiten om geen enkele beslissing alléén te nemen, zonder Hem. De Cursus is, zoals het Nawoord zegt, “een begin, niet een einde” (WdII.Nw.1:1). De lessen hebben ons getraind in een praktische beoefening die we voor de rest van ons leven dienen voort te zetten, totdat heel ons leven een heilig ogenblik is geworden.

 

Denk vandaag zo vaak mogelijk aan deze woorden en herhaal ze: “Dit heilig ogenblik wil ik U geven.” Hij zal je horen.


Oefeninstructies:

DOEL

Je beoefening en je leven in de handen van de Heilige Geest leggen, zodat Hij je Gids wordt voor je verdere reis door het leven. Je volgt Zijn weg en leidt je broeders lang diezelfde weg. De kern van deze weg is het uitbreiden van vergeving naar anderen en daardoor leren dat je zelf vergeven bent.

 

‘S MORGENS EN ‘S AVONDS

Herhaal de woorden van de les en realiseer je, terwijl je dit doet, dat je de waarheid niet hebt begrepen (WdII.Ll.In.6:1) en dat je geloof in een zondige wereld een vergissing was (WdII.Ll.In.1:5). Nu kom je met lege handen tot Gods eigen Leraar en vraagt Hem je te helpen Zijn lessen te leren (WdII.Ll.In.6:1).

 

Dit heilig ogenblik wil ik U geven.

Ik zet mijn oude overtuigingen opzij en geef deze oefenperiode aan U, zodat ze een heilig ogenblik mag worden.

 

Neemt U het in handen.

Ik zet mijn gedachten en woorden opzij en leg deze oefenperiode volledig in Uw handen.

 

Want U wil ik volgen, in de zekerheid dat Uw leiding mij vrede geeft.

Ik doe dit, opdat U mij langs Uw weg van liefde kunt leiden. En alleen op die weg zal ik vrede vinden.

 

Begeef je na het uitspreken van deze woorden in een Open Mind meditatie. Open je denkgeest voor de aanwezigheid van de Heilige Geest en handhaaf die openheid zonder het gebruik van woorden.

 

Het kan behulpzaam zijn je voor te stellen dat je denkgeest Zijn heilige tempel is. Misschien is hij gewoonlijk een “rommelkamer”, die je vult met allerlei gedachten, maar gedurende deze oefenperiode is het Zijn tempel, die alleen gevuld wordt met Zijn aanwezigheid. Hij heeft dit ogenblik in handen. Dat betekent dat je je gedachten en woorden bij de deur achterlaat. Als je dat vergeet en met volle handen de tempel binnenkomt, zeg dan: “Neemt U het in handen.” Houd voor de rest van je oefenperiode dit beeld in gedachten. Vertrouw erop dat Hij je hoort en naar deze heilige plaats zal komen.

 

Als Hij komt, geeft Hij je misschien een woord om te herhalen, of een gedachte om bij stil te staan. Of misschien hoor je Gods Stem zeggen: “Dit is Mijn Zoon, en al wat het Mijne is, is het zijne” (WdII.Ll.In.6:3). Of Hij schenkt je “een rustige, open denkgeest” (1:3). Hoe dan ook, Hij zal komen om je naar een leven te leiden waarin je Hem volgt op Zijn weg van vergeving.

 

UURLIJKSE HERINNERING

Een of twee minuten op het hele uur (of korter wanneer dat vanwege de omstandigheden niet mogelijk is). Doe een korte versie van de ochtend- en avondoefening. Herhaal het idee als een uitnodiging aan God en wacht dan in woordeloze stilte op Zijn komst.

 

HERHALINGEN

Herhaal het idee van de dag zo vaak mogelijk: “Herhaal het, en laat je denkgeest een kort moment in stilte en vrede verpozen” (WdI.hIII.In.10:5).

 

ANTWOORD OP VERLEIDINGEN

Herhaal het idee zodra je in onvrede raakt, als een manier om de Heilige Geest te vragen deze onvrede te verdrijven.