Les 94
(4 april)
Ik ben zoals God mij geschapen heeft.
1. Vandaag gaan we voort met het ene idee dat volledige verlossing brengt, de ene verklaring die elke vorm van verleiding ontkracht, de ene gedachte die het ego tot zwijgen brengt en volledig ongedaan maakt. Jij bent zoals God jou geschapen heeft. De geluiden van deze wereld verstommen, de beelden van deze wereld verdwijnen en alle gedachten die deze wereld ooit heeft bevat, worden door dit ene idee voorgoed weggevaagd. Hier is de verlossing volbracht. Hier is wijsheid hervonden.
2. Het ware licht is kracht, en kracht is zondeloosheid. Als je zo blijft als God jou geschapen heeft, moet je wel sterk zijn en moet het licht wel in jou zijn. Hij die je zondeloosheid zeker stelde, moet ook jouw waarborg zijn voor kracht en licht. Jij bent zoals God jou geschapen heeft. De duisternis kan niet de heerlijkheid van Gods Zoon verbergen. Jij staat in het licht, sterk in de zondeloosheid waarin je werd geschapen en waarin je zult blijven tot in alle eeuwigheid.
3. Vandaag zullen we opnieuw de eerste vijf minuten van elk uur dat je wakker bent, besteden aan een poging de waarheid in jou te voelen. Begin deze perioden van onderzoek met de volgende woorden:
Ik ben zoals God mij geschapen heeft.
Ik ben Zijn Zoon in alle eeuwigheid.
Probeer nu de Zoon van God in jou te bereiken. Dit is het Zelf dat nooit gezondigd heeft, noch ooit een beeld heeft gemaakt ter vervanging van de werkelijkheid. Dit is het Zelf dat Zijn thuis in God nooit verlaten heeft om ongewis in de wereld te leven. Dit is het Zelf dat geen angst kent, noch Zich een voorstelling maken kan van verlies, lijden of dood.
4. Om dit doel te bereiken wordt van jou niets anders verlangd dan dat je alle afgoden en zelfbeelden opzijzet, voorbijgaat aan de lijst eigenschappen, de goede zowel als de slechte, die jij jezelf toegeschreven hebt, en in stille afwachting op de waarheid wacht. God Zelf heeft beloofd dat die geopenbaard zal worden aan ieder die erom vraagt. Jij vraagt er nu om. Jij kunt niet falen, omdat Hij niet falen kan.
5. Als je niet aan het vereiste kunt voldoen elke eerste vijf minuten van het uur te oefenen, roep jezelf dan tenminste elk uur in herinnering:
Ik ben zoals God mij geschapen heeft.
Ik ben Zijn Zoon in alle eeuwigheid.
Zeg vandaag regelmatig tegen jezelf dat jij bent zoals God jou geschapen heeft. En vergeet niet om op iedereen die jou lijkt te irriteren, met deze woorden te reageren:
Jij bent zoals God jou geschapen heeft.
Jij bent Zijn Zoon in alle eeuwigheid.
Doe er vandaag alles aan de oefeningen elk uur te doen. Elk daarvan zal een reuzenschrede op weg naar je verlossing zijn, en een mijlpaal in het aanleren van het denksysteem dat in deze cursus wordt uiteengezet.
Toelichting:
Deze les gaat verder in op het idee dat gisteren werd geïntroduceerd:
Verlossing vraagt slechts het aanvaarden van één gedachte: jij bent zoals God jou heeft geschapen, niet wat jij van jezelf hebt gemaakt (WdI.93.7:1).
De Cursus legt veel nadruk op dit idee. Het is het enige idee dat het hoofdthema vormt van meerdere lessen. Het is de leidende gedachte in deze les en in de lessen 110 en 162; het wordt besproken in het Tekstboek (T31.VIII.5:2); het is een subthema in de lessen 132 en 139, en Herhaling VI laat het ons twintig dagen lang dagelijks herhalen:
Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij.
Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij (WdI.201-220).
Het is duidelijk dat Jezus wil dat we dit idee begrijpen – en goed begrijpen. In de eerste alinea van deze les kun je lezen waarom het zo’n belangrijk idee is in het leerplan van de Cursus: het is “het ene idee dat volledige verlossing brengt” (1:1).
Ons enige probleem schuilt in het geloof dat wij, ook al heeft God ons heel en compleet geschapen, dit op de een of andere manier hebben verpest. We hebben het verloren, verknoeid, vernietigd, bedorven. De uitspraak “Ik ben zoals God mij geschapen heeft” verklaart echter dat niets hiervan waar is. God heeft ons heel en compleet geschapen en we zijn nog steeds heel en compleet, nog steeds heilig, nog steeds zondeloos en onschuldig.
Denken dat we kunnen veranderen en vernietigen wat God geschapen heeft is het toppunt van arrogantie. Dan beweren we namelijk dat onze macht groter is dan die van God, dat we ongedaan kunnen maken wat Hij geschapen heeft. Als God ons volledig liefdevol en beminnenswaardig geschapen heeft dan zijn we dat nog steeds, wat we ook denken, wat we ook menen gedaan te hebben. We zijn niet wat we van onszelf hebben gemaakt, we zijn nog altijd Gods schepping.
Als je zo blijft als God jou geschapen heeft, moet je wel sterk zijn en moet het licht wel in jou zijn (2:2).
Jij staat in het licht, sterk in de zondeloosheid waarin je werd geschapen en waarin je zult blijven tot in alle eeuwigheid (2:6).
Dat is de waarheid over onszelf en de Cursus doet er alles aan om het geloof dat dit tegenspreekt en de waarheid ontkent ongedaan te maken.
Vandaag wordt opnieuw van ons gevraagd de eerste vijf minuten van elk uur te besteden aan een poging de waarheid in onszelf te voelen en de Zoon van God in onszelf te bereiken (3:1-5). Deze manier van oefenen, vijf minuten per uur, werd gisteren geïntroduceerd en wordt in de volgende zestien lessen voortgezet. Het is dus het beste om daar aan wennen. Het is waarschijnlijk de meest intense en uitgebreide beoefening die het Werkboek vraagt. Na les 110 gaat het aantal oefenperioden terug naar een ochtend- en avond oefening met kortere herhalingen per uur. Bijna al deze achttien lessen, van 93 tot en met 110, gaan over het bereiken van de Christus in onszelf, het ware Zelf, zoals God ons geschapen heeft.
Wanneer we ons realiseren hoe belangrijk dit is, zullen we bereid zijn een oprechte poging te doen om onze dagen zo in te delen dat we elk uur kunnen oefenen. De les van gisteren zei dat we misschien niet bereid of in staat zijn om dit te doen, maar in elk geval moeten proberen om één minuutje per uur te besteden aan het herhalen van het idee. Het Werkboek zou geen achttien lessen wijden aan hetzelfde thema en dezelfde formule als we dit bij de eerste les al door zouden hebben. Het vergt oefening om in contact te komen met ons ware Zelf en daar zijn de lessen voor bedoeld. Het Tekstboek refereert aan de voordelen van het oefenen “in het mechanisme van het heilig ogenblik” (T15.II.5:4), ook al kunnen we de waarheid in jou nog niet voelen (3:1). Elke keer dat we oefenen komt de realiteit van het heilig ogenblik dichterbij, bevestigen we onze bereidheid om de genade te ontvangen die God ons wil geven en doorbreken we onze weerstand, het enige wat ons bewustzijn van het ware Zelf in de weg staat. De laatste woorden van deze les benadrukken het belang van deze oefeningen:
Doe er vandaag alles aan de oefeningen elk uur te doen. Elk daarvan zal een reuzenschrede op weg naar je verlossing zijn, en een mijlpaal in het aanleren van het denksysteem dat in deze cursus wordt uiteengezet (5:8-9).
Sluit je dus bij mij aan in een serieuze poging om deze lessen te doen zoals wordt aanbevolen. Denk aan de aansporingen in de Inleiding op het Werkboek:
Maar pas het doen van de oefeningen maakt het doel van de cursus mogelijk (WdI.In.1:2).
Jou wordt slechts gevraagd de ideeën toe te passen zoals je opgedragen wordt. Er wordt je helemaal niet gevraagd ze te beoordelen. Er wordt je alleen gevraagd ze te gebruiken. Juist het gebruik ervan zal ze betekenis voor je laten krijgen en je tonen dat ze waar zijn (WdI.In.8:3-6).
Maar sta jezelf niet toe uitzonderingen te maken in de toepassing van de ideeën die het werkboek bevat, en – wat je reacties op de ideeën ook mogen zijn – gebruik ze. Meer wordt er niet gevraagd (WdI.In.9:4-5).
Oefeninstructies:
DOEL
Voelen van de waarheid in jou en je ware Zelf ervaren.
OEFENING
De eerste vijf minuten van elk uur.
- Zeg: “Ik ben zoals God mij geschapen heeft. Ik ben Zijn Zoon in alle eeuwigheid”.
- Besteed de overige minuten weer aan een korte meditatie. Zet eerst alle zelfbeelden opzij: “de lijst eigenschappen, de goede zowel als de slechte, die jij jezelf toegeschreven hebt” (4:1) en wacht “in stille afwachting” tot je ware Zelf aan je geopenbaard zal worden. Wacht vol vertrouwen, wetend dat God deze openbaring aan je heeft beloofd. Wachten betekent: je denkgeest stil laten zijn, leeg van alle gebruikelijke gedachten, maar gevuld met de verwachting dat zal dagen Wie je werkelijk bent. Als je gedachten afdwalen, herhaal dan het idee om je denkgeest terug te brengen naar zijn verwachtingsvolle wachten.
Dit is het eerste voorbeeld van wat ik de “Open Mind Meditatie” noem, de voorkeursmeditatievorm van het Werkboek. Bij deze methode zet je bewust je gebruikelijke gedachten en overtuigingen opzij en laat je je denkgeest stil worden, terwijl je wacht op het dagen van de waarheid.
(Zie de Inleiding op Herhaling V, alinea 12 en Les 189, alinea 7).
- Alternatief: Als je niet elk uur vijf minuten kunt oefenen, herhaal dan in elk geval elk uur het idee: “Ik ben zoals God mij geschapen heeft. Ik ben Zijn Zoon in alle eeuwigheid”.
- Deze alternatieve oefening geldt voor alle lessen die aanbevelen de eerste vijf minuten van elk uur te oefenen.
HERHALINGEN
Herhaal het idee zo vaak mogelijk, in de originele of uitgebreide vorm.
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Zodra iemand je lijkt te irriteren: zeg dan in stilte tegen hem of haar: “Jij bent zoals God jou geschapen heeft. Jij bent Zijn Zoon in alle eeuwigheid” (5:6-7).
OPMERKING
Je wordt aangespoord om er alles aan te doen de oefeningen elk uur te doen (5:8). “Elk daarvan zal een reuzenschrede op weg naar je verlossing zijn” (5:9). Als je dit tot je door laat dringen zul je meer gemotiveerd zijn om zo vaak mogelijk te oefenen. Hier wordt opnieuw de “reuzenstap” genoemd (de eerste keren waren in de lessen 61 en 66). Deze keer is het toepasselijk omdat “Ik ben zoals God mij geschapen heeft” de voornaamste les van het Werkboek is. Dit wordt herhaald in de lessen 110, 162, en in alle lessen van Herhaling VI.