Les 23
(23 januari)
Ik kan ontsnappen aan de wereld die ik zie door aanvalgedachten op te geven.
1. Het idee voor vandaag bevat de enige uitweg uit de angst die ooit zal werken. Niets anders zal baten, al het andere is zonder betekenis. Maar deze manier kan niet falen. Elke gedachte die je hebt, bouwt een gedeelte van de wereld die jij ziet. We moeten dus met jouw gedachten aan het werk, wil jouw waarneming van de wereld veranderen.
2. Als de oorzaak van de wereld die jij ziet aanvalgedachten zijn, moet je leren dat je juist deze gedachten niet wilt. Het heeft geen zin te jammeren over de wereld. Het heeft geen zin te proberen de wereld te veranderen. Ze is niet te veranderen, omdat ze slechts een gevolg is. Maar het heeft zeker zin je gedachten over de wereld te veranderen. Hiermee verander jij de oorzaak. Het gevolg zal dan vanzelf veranderen.
3. De wereld die jij ziet is een wraakzuchtige wereld, en alles daarin is een symbool van wraak. Elk van je waarnemingen van de ‘uiterlijke werkelijkheid’ is een weergave in beelden van je eigen aanvalgedachten. Men kan zich met recht afvragen of dit wel zien kan worden genoemd. Is fantasie niet een beter woord voor een dergelijk proces, en hallucinatie niet een toepasselijker term voor het resultaat?
4. Je ziet de wereld die jij gemaakt hebt, maar je ziet jezelf niet als de maker van het beeld. Je kunt niet van de wereld worden verlost, maar je kunt wel aan haar oorzaak ontsnappen. Dit is de betekenis van verlossing, want waar blijft de wereld die jij ziet als haar oorzaak is verdwenen? Visie heeft voor alles wat jij nu meent te zien al een vervanging gereed. Lieflijkheid kan jouw beelden verlichten en ze zo transformeren dat je ze zult liefhebben, ook al werden ze gemaakt uit haat. Want je zult ze niet alleen maken.
5. Het idee voor vandaag introduceert de gedachte dat je niet gevangen zit in de wereld die jij ziet, omdat de oorzaak ervan kan worden veranderd. Deze verandering vereist eerst dat de oorzaak herkend en daarna losgelaten wordt, zodat die kan worden vervangen. Bij de eerste twee stappen in dit proces is jouw medewerking vereist. Bij de laatste niet. Jouw beelden zijn al vervangen. Door de eerste twee stappen te zetten zul je zien dat dit zo is.
6. Naast het gebruik van het idee van deze dag telkens wanneer de behoefte zich voordoet, zijn er vandaag nog vijf oefenperioden voor de toepassing ervan nodig. Herhaal het idee, terwijl je om je heen kijkt, eerst langzaam voor jezelf, sluit dan je ogen en besteed er ongeveer een minuut aan om in je denkgeest te zoeken naar zoveel aanvalgedachten als maar in je opkomen. Zeg bij elke die zich in je denkgeest aandient:
Ik kan ontsnappen aan de wereld die ik zie door aanvalgedachten over _________ op te geven.
Houd, terwijl je dit zegt, elke aanvalgedachte even in je aandacht vast, en zet die gedachte dan van je af en ga verder met de volgende.
7. Zorg er bij de oefenperioden voor dat je daarin zowel je gedachten waarin je aanvalt als de gedachten waarin je wordt aangevallen betrekt. Hun gevolgen zijn precies hetzelfde, omdat ze zelf precies hetzelfde zijn. Dit zie je nu nog niet in en jou wordt op dit moment slechts gevraagd ze in de oefenperioden van vandaag als gelijk te behandelen. We verkeren nog pas in het stadium waarin wordt vastgesteld wat de oorzaak is van de wereld die jij ziet. Wanneer je uiteindelijk gaat inzien dat gedachten van aanvallen en van aangevallen worden niet van elkaar verschillen, zul je gereed zijn om de oorzaak los te laten.
Toelichting:
Het idee van vandaag is een verklaring die de boodschap van Een cursus in wonderen voor ons samenvat. We kunnen niet aan de wereld ontsnappen door controle over haar uit te oefenen, haar te manipuleren, of te proberen omstandigheden te veranderen of te verbeteren. We ontsnappen aan de wereld door onze aanvalgedachten op te geven.
De wereld die ik zie is het gevolg van aanvalgedachten in mijn denkgeest, en daarom kan ik eraan ontsnappen door mijn denkgeest te veranderen. Dit is “de enige uitweg uit de angst die ooit zal werken. Niets anders zal baten, al het andere is zonder betekenis” (1:1-2). “We moeten dus met jouw gedachten aan het werk” (1:5).
Het Tekstboek zegt het als volgt:
Je moet je denken veranderen, niet je gedrag, en dat is een kwestie van bereidwilligheid. Je hebt geen leiding nodig, behalve op het niveau van je denkgeest. Correctie hoort alleen thuis op het niveau waar verandering mogelijk is. Verandering heeft geen enkele betekenis op het niveau van de symptomen, waar ze niet werkzaam kan zijn (T2.VI.3:4-7).
De wereld is het niveau van symptomen, de denkgeest het niveau van oorzakelijkheid. Voor de meeste mensen is het bijzonder moeilijk om te accepteren wat de Cursus hierover zegt: “Het heeft geen zin te proberen de wereld te veranderen” (2:3). Hoe vaak ik het ook lees, ik zie mezelf toch steeds weer proberen dingen buiten mezelf, in de wereld om me heen, te veranderen, in de veronderstelling dat zo’n verandering alles beter zal maken. Maar het enige wat ik hiermee bereik is dat sommige symptomen worden verzacht, zoals een hoesttabletje de hoest vermindert als ik verkouden ben. Het geneest niets. Zoals Marianne Williamson zegt: Het is hetzelfde als de problemen op de Titanic proberen op te lossen door de dekstoelen anders neer te zetten. Het enige wat werkt is het veranderen van mijn gedachten over de wereld, want mijn aanvalgedachten zijn de oorzaak van de wereld die ik zie. “Je ziet de wereld die jij gemaakt hebt, maar je ziet jezelf niet als de maker van het beeld” (4:1). We kennen de kracht van onze denkgeest niet. We verzetten ons als we aangewezen worden als de maker van de beelden. We willen dat het de schuld van iemand anders is, zelfs van God.
Visie heeft voor alles wat jij nu meent te zien al een vervanging gereed. Lieflijkheid kan jouw beelden verlichten en ze zo transformeren dat je ze zult liefhebben, ook al werden ze gemaakt uit haat. Want je zult ze niet alleen maken (4:4-6).
Alles wat we gemaakt hebben vanuit haat, aanval en woede kan worden getransformeerd als we ons verbinden met de Heilige Geest en Hem toestaan zijn licht erover te laten schijnen. Elke speciale relatie, of deze nu uit haat of liefde bestaat, kan een bron van zegen worden voor de wereld. Elke wraakactie kan worden veranderd in verlossing. Dat is wat wonderen doen.
De heiligste van alle plekken op aarde is waar een oeroude haat een huidige liefde is geworden (T26.IX.6:1).
We zitten niet gevangen in de wereld die we zien, “omdat de oorzaak ervan kan worden veranderd” (5:1). Deze les geeft een schitterende korte samenvatting van dit proces, dat wordt samengevat in een enkele zin: “Deze verandering vereist eerst dat de oorzaak herkend en daarna losgelaten wordt, zodat die kan worden vervangen” (5:2).
1. Deze verandering vereist eerst dat de oorzaak herkend wordt...
We moeten de denkgeest herkennen als de oorzaak. We moeten ons ervan bewust worden dat we in onze denkgeest, door onze eigen gedachten, onafgebroken het ego “maken”. We moeten ons ervan bewust worden dat we verantwoordelijk zijn voor wat we zien.
2. ... en daarna losgelaten...
Als we de denkgeest eenmaal herkend hebben als de oorzaak, moeten we ervoor kiezen onze gedachten over de wereld te veranderen. We moeten ons realiseren dat de gedachten die we denken niet de gedachten zijn die we willen denken omdat, zoals de les van gisteren zei, dit niet de wereld is die we willen zien. Er wordt hier niets gezegd over het vormen van nieuwe gedachten, het gaat in eerste instantie om het loslaten van de oude. Het enige wat nodig is, is de bereidheid om te veranderen, de erkenning dat “ik dit niet meer wil”.
3. ... zodat die kan worden vervangen.
De derde stap is de vervanging van aanvalgedachten door heilige gedachten, gedachten van liefde en vrede. Het volgende is bijzonder belangrijk: “Bij de eerste twee stappen in dit proces is jouw medewerking vereist. Bij de laatste niet” (5:3-4). Het vervangen is niet onze taak! We stellen de oorzaak vast, ontdekken de gedachten van het ego in onze denkgeest en laten deze los, maar de vervanging door de Gedachten van God is niet onze taak. Dat gebeurt gewoon.
Wanneer er iets gebeurt dat je vrede verstoort is dit het enige waar je aan hoeft te denken:
1. De oorzaak hiervan ligt niet buiten mij, maar in mijn eigen gedachten.
2. Ik wil deze gedachten niet hebben.
Stap 3 volgt vanzelf. Als je de eerste twee stappen hebt gezet zul je zien dat je valse beelden al vervangen zijn. De ware gedachten, waarover al eerder is gesproken, zijn al in je denkgeest aanwezig, maar ze worden gemaskeerd door valse gedachten. Verwijder de valse, en de ware worden gezien.
Bij de beoefening is nog een ander idee de moeite waard om vermeld te worden:
Zorg er bij de oefenperioden voor dat je daarin zowel de gedachten waarin je aanvalt als de gedachten waarin je wordt aangevallen betrekt. Hun gevolgen zijn precies hetzelfde, omdat ze zelf precies hetzelfde zijn (7:1-2).
Een aanvalgedachte is niet alleen de gedachte dat ik iemand anders aanval, het is ook de gedachte dat ik word aangevallen. Als alles wat ik zie een weerspiegeling is van wat ik denk, dan is het idee dat ik van buitenaf wordt aangevallen in werkelijkheid mijn eigen gedachte die naar me terug stuitert. Ook alle vormen van angst zijn aanvalgedachten; onrust wanneer een politieauto mij passeert op de snelweg is een aanvalgedachte; zorg over concurrentie op mijn werk of rivaliteit in een relatie is een aanvalgedachte; juichen als de tegenpartij verliest is een aanvalgedachte.
We hebben heel wat op te geven. Maar het resultaat is het waard.
Oefeninstructies:
DOEL
Leren “dat je niet gevangen zit in de wereld die jij ziet, omdat de oorzaak ervan kan worden veranderd” (5:1).
OEFENING
Vijf keer, gedurende een volle minuut.
- Herhaal het idee langzaam, terwijl je om je heen kijkt.
- Sluit je ogen en zoek in je denkgeest naar gedachten over aanvallen en aangevallen worden. Houd elke gedachte even vast terwijl je zegt: “Ik kan ontsnappen aan de wereld die ik zie door aanvalgedachten over ..... op te geven”.
OPMERKING
Het is belangrijk om zowel gedachten over zelf aanvallen als over aangevallen worden in de oefening op te nemen. Dit zijn alleen maar twee verschillende vormen van dezelfde gedachte. Als je goed kijkt zul je zien dat elke aanvalgedachte beide aspecten bevat. Als je boos bent op iemand komt dat doordat je iets denkt zoals: “Hij heeft me pijn gedaan (wat hetzelfde is als dat hij je heeft aangevallen) en daarom ben ik boos op hem”. Als je denkt dat iemand je aanvalt voel je boosheid, ergernis of frustratie ten opzichte van die persoon – waarmee je hem of haar aanvalt. Het is allemaal hetzelfde, het is allemaal aanval. Dit inzicht kan je motiveren om het allemaal los te laten.
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Als je vandaag merkt dat je aanvalgedachten koestert, herhaal het idee dan om deze gedachten te verdrijven. Je kunt het toespitsen op de betreffende situatie of persoon: “Ik kan ontsnappen aan de wereld die ik zie door mijn aanvalgedachten over..... op te geven”.