Les 86
(27 maart)
Deze ideeën worden vandaag herhaald:
1. (71) Alleen Gods verlossingsplan zal werken.
Het is zinloos voor mij om in het wilde weg naar verlossing te zoeken. Ik heb haar in veel mensen en veel dingen gezien, maar wanneer ik mijn hand ernaar uitstrekte, was ze daar niet. Ik heb me vergist in waar ze is. Ik heb me vergist in wat ze is. Ik zal geen vruchteloze zoektocht meer ondernemen. Alleen Gods verlossingsplan zal werken. En ik verheug me, omdat Zijn plan nooit mislukken kan.
2. Hieronder volgen enkele suggesties om dit idee in een concreet geval toe te passen:
Gods verlossingsplan zal mij verlossen van hoe ik dit waarneem.
Dit vormt geen uitzondering in Gods plan voor mijn verlossing.
Laat ik dit alleen maar zien in het licht van Gods verlossingsplan.
3. (72) Grieven koesteren is een aanval op Gods verlossingsplan.
Grieven koesteren is een poging te bewijzen dat Gods verlossingsplan niet werkt. Toch werkt alleen Zijn plan. Door grieven te koesteren weer ik dus mijn enige hoop op verlossing uit mijn bewustzijn. Ik wil niet langer op deze waanzinnige manier verijdelen wat in mijn hoogste belang is.Ik wil Gods verlossingsplan aanvaarden en gelukkig zijn.
4. Concrete toepassingen van dit idee kunnen de volgende vorm krijgen:
Ik maak een keuze tussen verkeerde waarneming en verlossing, terwijl ik hiernaar kijk.
Als ik hierin reden tot grieven zie, zie ik niet de reden voor mijn verlossing.
Dit vraagt om verlossing, niet om een aanval.
Toelichting:
Het is interessant om te zien hoe deze les het koesteren van grieven en het zoeken naar verlossing afwisselt. Het idee dat hierachter zit is het volgende:
Als het ego me af wil houden van het vinden van Gods verlossing in mijn eigen Zelf, leidt het me af met de een of andere grief over iets buiten mezelf. Door de oorzaak van mijn onvrede buiten mezelf te zien, zoek ik de oplossing uiteraard ook buiten mezelf. Maar het probleem ligt nooit buiten mezelf.
Degenen die jij als schuldig ziet worden de getuigen van schuld in jou, en daar zul jij die zien, want daar is hij tot hij ongedaan wordt gemaakt. Schuld is steeds aanwezig in je denkgeest, die zichzelf veroordeeld heeft. Projecteer hem niet, want zolang je dat doet, kan hij niet ongedaan worden gemaakt (T13.IX.6:6-8).
Wat we buiten onszelf zien, het mikpunt van onze grieven, is slechts de projectie van onze zelfveroordeling. We kunnen het wel een andere naam geven om de schuldige (onszelf) te beschermen, maar het blijft onze zonde die we zien in de buitenwereld. Daarom houdt het zien van grieven buiten onszelf ons af van het vinden van verlossing in onszelf.
Zoals deze herhaling zegt hebben we op veel verschillende plaatsen en in veel verschillende dingen naar verlossing gezocht, maar haar niet gevonden (1:3). We kunnen haar niet buiten onszelf vinden omdat ze daar niet is. Er is geen hoop op verlossing in de wereld – en dat is goed nieuws, omdat het betekent dat we niet meer hoeven af te wachten of iemand buiten onszelf de door ons gewenste rol op zich neemt, tijdig onze behoeften vervult of doet wat hij volgens ons moet doen. We kunnen de verwachting loslaten dat iemand anders ons moet redden en ons wenden tot het enige waarop we absoluut kunnen vertrouwen: ons ware Zelf. We kunnen iedereen bevrijden van de eisen die we aan hen stelden en zeggen: Jij bent niet verantwoordelijk voor mijn geluk en ongeluk. Ik besef dat dit mijn eigen taak is, niet de jouwe.
Ik weet nog hoe vreemd, maar ook hoe gelukkig ik mij voelde toen ik enkele jaren geleden tegen mijn vriendin Lynne zei: “Ik heb me gerealiseerd dat ik je niet nodig heb”. Ik was bang dat ze beledigd zou zijn: wat onromantisch om tegen je liefdespartner te zeggen: “Ik heb je niet nodig.” Maar zij was toen al veel wijzer dan ik en reageerde opgetogen. Ze begreep precies wat ik bedoelde, namelijk dat ik niet langer van haar verwachtte dat ze me gelukkig moest maken. Ik zadelde haar niet langer op met de ondraaglijke last van mijn behoefte aan geluk. Het idee dat onze partner verantwoordelijk is voor ons geluk is precies datgene wat speciale relaties tot een hel maakt. Want als ik niet gelukkig ben heb ik een grief en een grief verbergt de verlossing die in mijn hart aanwezig is. En de laatste zin van deze les zegt:
Dit vraagt om verlossing, niet om een aanval (4:4).
In plaats van naar de gebeurtenissen in ons leven te kijken en te denken: “dit is een klus voor het ego! Laten we aanvallen! Laten we een grief ontwikkelen en koesteren!” kunnen we beter zeggen: “dit is een klus voor God! Laten we vergeven! Laten we met liefde reageren op deze roep om liefde”.
Welke macht zal ik aanroepen als iemand iets nodig heeft: God of het ego?
We hebben de keuze tussen “verkeerde waarneming en verlossing” (4:2). Het enige alternatief voor verlossing is iets onwerkelijks, een illusie, een misvatting. De enige manier waarop ik kan voorkomen dat ik gelukkig ben is door mijn broeder verkeerd waar te nemen. Als ik hem zie zoals hij werkelijk is zal ik altijd verlossing vinden.
Door grieven te koesteren weer ik dus mijn enige hoop op verlossing uit mijn bewustzijn (3:4).
Wat dom om dat te doen! “Ik wil Gods verlossingsplan aanvaarden en gelukkig zijn” (3:6).
Oefeninstructies:
OEFENING
Twee keer (één keer per idee), gedurende vijftien minuten.
- Aanbevolen wordt om de eerste helft van de dag te oefenen met het eerste idee, en de tweede helft van de dag met het tweede.
- Lees gedurende drie tot vier minuten rustig het idee en de toelichting daarop. Herhaal dit eventueel en denk erover na.
- Sluit je ogen en besteed de rest van de oefenperiode aan het luisteren naar de boodschap die de Heilige Geest voor je heeft.
Denk daarbij aan het volgende:
- Luister “rustig maar aandachtig”: luister in stilte en met al je aandacht.
- Bewaar een houding van vertrouwen (deze boodschap behoort mij toe), verlangen (ik wil deze boodschap ontvangen) en vastbeslotenheid (ik zal deze boodschap ontvangen).
- Tien minuten alleen maar luisteren biedt de denkgeest alle kans om af te dwalen. Wanneer dat gebeurt herhaal dan de eerste fase. Als je maar heel even wordt afgeleid, realiseer je dan dat de afleidende gedachten geen macht hebben en vervang ze door je vastbeslotenheid om te slagen. Wees vastberaden: “Houd aan je voornemen vast” (4:1), “Weiger op een zijspoor te worden gebracht” (5:2).
Het kan behulpzaam zijn om aan het begin concreet om de boodschap te vragen en dat tussendoor te herhalen, bijvoorbeeld: “Wat is Uw boodschap voor mij vandaag?” Je kunt deze vraag ook gebruiken als hulpmiddel om afdwalende gedachten terug te roepen.
HERHALINGEN
Herhaal het idee zo vaak mogelijk. Gebruik het eventueel als een manier om je vastbeslotenheid om te slagen te versterken.
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Wanneer je vrede verstoord dreigt te raken herhaal het idee dan in een vorm die past bij de situatie (zie alinea 6).
- Je kunt een van de drie zinnen aan het eind van elke les gebruiken en toepassen op de situatie die je vrede verstoort. Bijna elke zin bevat het woord “dit” of “deze” of “naam”. Deze woorden kun je vervangen door de bewuste situatie of persoon.
- Je kunt ook een eigen formulering gebruiken, in de vorm van verwante gedachten. Ontspan je en laat een zin opkomen waarmee je de essentie van het idee kunt toepassen op de actuele situatie of persoon.