Les 124
(4 mei)
Laat me mij herinneren dat ik één ben met God.
1. Vandaag zullen wij opnieuw dank betuigen voor onze Identiteit in God. Ons thuis is veilig, bescherming is gewaarborgd bij al wat we doen, macht en kracht staan ons ter beschikking in al wat we ondernemen. We kunnen falen in niets. Al wat we aanraken, gaat stralen met een licht dat zegent en geneest. Eén met God en met het universum gaan we vol blijdschap onze weg, met de gedachte dat God Zelf ons overal vergezelt.
2. Hoe heilig is onze denkgeest! En alles wat we zien weerspiegelt de heiligheid binnen de denkgeest die één is met God en met zichzelf. Hoe makkelijk verdwijnen vergissingen en maakt de dood voor eeuwigdurend leven plaats. Onze lichtende voetsporen wijzen de weg naar de waarheid, want God is onze Metgezel terwijl we een tijdje onze weg door de wereld gaan. En zij die ons zullen volgen, zullen de weg herkennen doordat het licht dat wij dragen achterblijft, en toch bij ons blijft terwijl we verdergaan.
3. Wat wij ontvangen is onze eeuwige gave aan hen die na ons komen en aan hen die ons zijn voorgegaan of een tijd bij ons bleven. En God, die ons liefheeft met dezelfde liefde waarin wij werden geschapen, glimlacht ons toe en schenkt ons het geluk dat wij gaven.
4. Vandaag zullen we niet twijfelen aan Zijn Liefde voor ons, noch Zijn bescherming en Zijn zorg in twijfel trekken. Tussen ons vertrouwen en ons gewaarzijn van Zijn Aanwezigheid kunnen geen zinloze bezorgdheden komen. Wij zijn vandaag één met Hem in herkenning en herinnering. Wij voelen Hem in ons hart. Onze denkgeest bevat Zijn Gedachten, onze ogen aanschouwen Zijn liefelijkheid in alles wat we zien. Vandaag zien wij alleen het liefdevolle en het beminnelijke.
5. We zien het in verschijningsvormen van pijn, en pijn wijkt voor vrede. We zien het in de radelozen, in de treurenden en bedroefden, de eenzamen en bevreesden, die de rust en vrede van denkgeest hervinden waarin ze werden geschapen. En we zien het eveneens in de stervenden en de doden, en brengen hen weer tot leven. Dit alles zien we, want wij zagen het eerst in onszelf.
6. Geen enkel wonder kan ooit worden ontzegd aan hen die weten dat ze één zijn met God. Geen enkele gedachte van hen ontbeert de kracht om elke vorm van lijden in wie ook te genezen, in vroeger tijden en toekomstige tijden, even makkelijk als in degenen die nu naast hen gaan. Hun gedachten zijn tijdloos en staan even los van afstand als van tijd.
7. Wij verenigen ons in dit gewaarzijn wanneer we zeggen dat we één zijn met God. Want met deze woorden zeggen we eveneens dat we verlost en genezen zijn, en dat wij dus ook kunnen verlossen en genezen. Wij hebben aanvaard en nu willen we geven. Want wij willen de gaven behouden die onze Vader geschonken heeft. Vandaag willen wij onszelf als één met Hem ervaren, zodat de wereld onze erkenning van de werkelijkheid delen kan. In onze ervaring wordt de wereld bevrijd. Wanneer wij onze afscheiding van onze Vader ontkennen, wordt deze genezen, tegelijkertijd met onszelf.
8. Vrede zij met jou vandaag. Stel je vrede veilig door je te oefenen in het bewustzijn dat jij één bent met je Schepper, zoals Hij één is met jou. Wijd vandaag een keer, wanneer jou dat het beste lijkt, een half uur aan de gedachte dat je één bent met God. Dit is onze eerste poging tot een langduriger oefenperiode, waarvoor we geen regels of speciale tekst geven om je meditatie te leiden. We vertrouwen erop dat Gods Stem zal spreken zoals Hij dat vandaag geschikt acht, in de zekerheid dat Hij niet zal falen. Blijf dit half uur bij Hem. Hij doet de rest.
9. Als je gelooft dat er niets gebeurt, zul jij er niet minder baat bij hebben. Je bent er misschien niet klaar voor om de winst vandaag in ontvangst te nemen. Toch zal die ergens eenmaal tot jou komen, en jij zult haar beslist herkennen wanneer ze met zekerheid in je denkgeest daagt. Dit halfuur zal met goud zijn omlijst, en alle minuten zullen als diamanten zijn gezet rond de spiegel die deze oefening jou presenteert. En je zult er het gelaat van Christus in zien, als weerspiegeling van het jouwe.
10. Misschien vandaag, misschien morgen, zul jij je eigen gedaanteverandering* zien in de spiegel die dit heilig halfuur jou voorhouden zal om jezelf gade te slaan. Wanneer je er klaar voor bent, zul jij die daar vinden, binnen je denkgeest, erop wachtend te worden gevonden. Dan zul jij je de gedachte herinneren waaraan je dit halfuur hebt gegeven, in het dankbare besef dat geen tijd ooit beter werd besteed.
11. Misschien vandaag, misschien morgen, zul jij in deze spiegel kijken en begrijpen dat het zondeloze licht dat jij ziet jou toebehoort en de liefelijkheid waar je naar kijkt de jouwe is. Beschouw dit halfuur als jouw geschenk aan God, in de zekerheid dat wat Hij teruggeeft een gevoel van liefde zal zijn dat je niet begrijpen kunt, een vreugde te intens voor jou om te bevatten, een aanblik te heilig om door de ogen van het lichaam te worden gezien. En toch kun je er zeker van zijn dat op een dag, misschien vandaag, misschien morgen, jij zult begrijpen en bevatten en zien.
12. Voeg nog meer juwelen toe aan de gouden lijst om de spiegel die jou vandaag wordt voorgehouden, door elk uur voor jezelf te herhalen:
Laat me mij herinneren dat ik één ben met God, één met al mijn broeders en mijn Zelf, in eeuwigdurende heiligheid en vrede.
* * *
* Hier wordt hetzelfde woord gebruikt als waarmee in Mt.17:2 de gedaanteverandering, of transfiguratie, van Jezus wordt aangeduid.
Toelichting:
Deze les gaat uit van een zeer verheven zienswijze, afkomstig van een verhoogd bewustzijn. In het eerste deel lijkt ze er van uit te gaan dat we al verlicht zijn. En vanuit het perspectief van dit hogere bewustzijn zijn we dat natuurlijk ook. “Verlichting is slechts een herkenning, en allerminst een verandering” (WdI.188.1:4). Als verlichting geen verandering is, is ze de herkenning van wat altijd is zoals het is. Deze les bevestigt dus alleen de waarheid over ons, die we voor onszelf verborgen hebben gehouden.
Bidden, God danken voor de waarheid over ons zoals Hij ons ziet, kan een zeer heilzame oefening zijn. Probeer eens een alinea van deze les (of de hele les) in een dankgebed te veranderen, waarbij je hetgeen je leest formuleert in termen van dankzegging.
Je zou de tweede alinea bijvoorbeeld als volgt kunnen formuleren:
“Dank U voor de heiligheid van mijn denkgeest. Dank U dat alles wat ik zie de heiligheid weerspiegelt van mijn denkgeest, die één is met U en met mijzelf. Dank U voor het voorrecht om voetsporen achter te laten, die hen die mij volgen de weg naar de waarheid wijzen. Dank U dat U mijn Metgezel bent tijdens mijn weg door de wereld.”
Dit is onze roeping, daarom zijn we hier. Misschien herinneren we ons het grootste deel van de tijd onze goddelijke Identiteit niet. Dat is een reden te meer om daar een dag aan te wijden. We kunnen deze les zien als de beschrijving van een gevorderde leraar van God. Overal waar hij gaat blijft licht achter om de weg te verlichten voor anderen. Hij leeft in het constante bewustzijn van Gods aanwezigheid. Hij ervaart God in zichzelf. Gods gedachten vullen zijn denkgeest en hij neemt alleen het liefdevolle en beminnelijke waar. Deze leraar van God geneest mensen in verleden, heden en toekomst, waar ze zich ook bevinden.
Breng een dag in dat bewustzijn door. Wees de Christus. Schuif alle obstakels die je denkgeest hiertegen opwerpt opzij. Oefen je bewustzijn van je eenheid met God.
In het laatste deel van de les wordt duidelijk dat de auteur van de Cursus niet in een droomwereld leeft. Hij weet heel goed dat we een half uur stil kunnen zitten en denken dat er niets gebeurt. Hij weet dat waar hij het over heeft, voor de meesten van ons zo ver verwijderd is van onze bewuste waarneming, dat we een half uur lang kunnen proberen om er iets van te herkennen, maar er geen enkel glimpje van opvangen. Dat maakt hem niet uit, omdat hij, vanaf de plaats waar hij is en hoe hij ziet, volkomen zeker weet dat hij de waarheid spreekt. En hij zegt dat wij ons er ook niet druk om moeten maken:
Je bent er misschien niet klaar voor om de winst vandaag in ontvangst te nemen. Toch zal die ergens eenmaal tot jou komen, en jij zult haar beslist herkennen wanneer ze met zekerheid in je denkgeest daagt (9:2-3).
Zelfs als we helemaal niets ervaren zegt hij “dat geen tijd ooit beter werd besteed” (10:3). De oefening van vandaag, waarin we een half uur besteden aan het herinneren van onze eenheid met God, is ongebruikelijk in het Werkboek. De komende dagen keren we ook weer terug naar de oefenperioden van twee keer vijftien minuten of drie keer tien minuten. Maar wat opvallender is, is het ontbreken van regels of speciale tekst om onze meditatie te leiden (8:4). Het lijkt alsof we vandaag aan ons lot worden overgelaten.
Omdat we de oefeningen al een hele tijd doen, kennen we een aantal “technieken” die we kunnen gebruiken. We kunnen die bewust toepassen of wachten wat zich aandient. In feite worden we dus niet aan ons lot overgelaten, we worden achtergelaten in de handen van de Stem namens God, onze innerlijke Gids. Vraag dus hoe je dit half uur het beste door kunt brengen en luister naar het antwoord.
Blijf dit half uur bij Hem. Hij doet de rest (8:6-7).
Je kunt er zeker van zijn dat op een dag, misschien vandaag, misschien morgen, jij zult begrijpen en bevatten en zien (11:3).
Oefeninstructies:
DOEL
Oefenen en ervaren van het idee dat je één bent met God, en daarmee je vrede veilig stellen en de wereld bevrijden.
OEFENING
Eén periode van een half uur, op een tijdstip dat je daarvoor het meest geschikt vindt.
Deze dag is een keerpunt in het Werkboek: je eerste oefenperiode van een half uur en tevens de eerste lange oefenperiode waarvoor je geen instructies ontvangt maar op je eigen manier oefent. Het is de bedoeling dat je de oefenperiode eenvoudig wijdt aan het idee van vandaag, waarbij je probeert de eenheid met God te ervaren en daarin te verblijven, en je door Zijn Stem te laten leiden. Jezus vertrouwt er blijkbaar op dat je tot nu toe genoeg van de lessen hebt geleerd om deze stille tijd productief te gebruiken, zonder je te verliezen in dagdromen. Je kunt daarvoor putten uit de training die je tot nu toe hebt gehad en je openstellen voor de ingevingen van de Heilige Geest.
HERHALINGEN
Elk uur.
Zeg: “Laat me mij herinneren dat ik één ben met God, één met al mijn broeders en mijn Zelf, in eeuwigdurende heiligheid en vrede”.
Elke keer wanneer je dit doet voeg je een diamant toe aan de lijst rond de spiegel waarin je je ware Zelf ziet. Ik stel voor dat je deze tekst van buiten leert, of noteert op een kaart. Ook verdient het aanbeveling om te proberen de eenheid te voelen, terwijl je de zinnen herhaalt: eerst de eenheid met God, dan die met je broeders en tenslotte die met je ware Zelf.
OPMERKING
De alinea’s 9 tot en met 11 moedigen ons aan om serieus te oefenen en te beseffen hoe belangrijk dit is. Ze leren ons dit half uur te zien als een spiegel met een gouden lijst, bezet met dertig diamanten, één voor elke minuut. Gedurende dit half uur kijken we in deze spiegel om ons gezicht te zien veranderen in het heilig gelaat van Christus, ons ware Zelf dat één is met God. In deze spiegel zullen we onszelf herkennen als Degene die we werkelijk zijn. Maar zelfs als er in dit half uur niets lijkt te gebeuren, kunnen we erop vertrouwen dat we dit “misschien vandaag, misschien morgen” (10:1;11:1,3) zullen ervaren als resultaat van dit half uur.