Les 45

(14 februari)

God is de Denkgeest waarmee ik denk.

1. Het idee van vandaag bevat de sleutel tot wat jouw werkelijke gedachten zijn. Ze hebben niets gemeen met wat jij denkt te denken, net zoals niets wat jij denkt te zien ook maar iets met visie te maken heeft. Er is geen verband tussen wat werkelijk is en wat jij denkt dat werkelijk is. Niets wat jij denkt dat je werkelijke gedachten zijn, lijkt ook maar enigszins op jouw werkelijke gedachten. Niets wat jij denkt te zien, vertoont enige gelijkenis met wat visie jou zal tonen.

 

2. Jij denkt met de Denkgeest van God. Zodoende deel jij jouw gedachten met Hem, zoals Hij de Zijne deelt met jou. Het zijn dezelfde gedachten, omdat ze door dezelfde Denkgeest worden gedacht. Delen is eender of één maken. En de gedachten die jij denkt met de Denkgeest van God verlaten jouw denkgeest niet, want gedachten verlaten niet hun bron. Daarom zijn jouw gedachten in de Denkgeest van God, evenals jij. Ze zijn eveneens in jouw denkgeest, waar Hij is. Zoals jij deel van Zijn Denkgeest bent, zo zijn jouw gedachten deel van Zijn Denkgeest.

 

3. Waar zijn dan jouw werkelijke gedachten? Vandaag zullen we proberen ze te bereiken. We zullen ze in jouw denkgeest dienen te zoeken, want dat is waar ze zijn. Ze moeten daar nog altijd zijn, want ze kunnen hun bron niet hebben verlaten. Wat door de Denkgeest van God wordt gedacht, is eeuwig omdat het deel van de schepping is.

 

4. Onze drie oefenperioden voor vandaag, elk van vijf minuten, zullen dezelfde algemene vorm hebben die we bij de toepassing van het idee van gisteren hebben gebruikt. We zullen ernaar streven het onwerkelijke achter ons te laten en te zoeken naar het werkelijke. We zullen de wereld afwijzen ten gunste van de waarheid. We zullen ons niet door de gedachten van de wereld laten tegenhouden. We zullen ons niet door de overtuigingen van de wereld laten vertellen dat het onmogelijk is wat God van ons wil. We zullen in plaats daarvan proberen in te zien dat alleen wat God van ons wil mogelijk is.

 

5. We zullen ook proberen te begrijpen dat wij alleen datgene willen doen wat God van ons wil. En we zullen ook proberen ons eraan te herinneren dat we niet kunnen falen in de uitvoering van wat Hij van ons wil. Er is alle reden vertrouwen te hebben dat we vandaag zullen slagen. Het is de Wil van God.

 

6. Begin de oefeningen voor vandaag door het idee bij jezelf te herhalen, terwijl je daarbij je ogen sluit. Neem dan een vrij korte tijd om een paar toepasselijke gedachten van jezelf erbij te denken, terwijl je het idee in je aandacht vasthoudt. Nadat je zo’n vier of vijf gedachten van jezelf aan het idee hebt toegevoegd, herhaal je het nogmaals en zeg je rustig tegen jezelf:

 

Mijn werkelijke gedachten zijn in mijn denkgeest. Ik wil ze graag vinden.

 

Probeer dan aan alle onwerkelijke gedachten die de waarheid in jouw denkgeest bedekken voorbij te gaan en het eeuwige te bereiken.

 

7. Onder al de zinloze gedachten en dwaze ideeën waarmee jij je denkgeest hebt volgestouwd, gaan de gedachten schuil die jij in den beginne met God hebt gedacht. Ze huizen ook nu nog in je denkgeest, volkomen onveranderd. Ze zullen altijd in je denkgeest zijn, precies zoals ze dat altijd waren. Alles wat je sindsdien gedacht hebt zal veranderen, maar de Grondslag waarop het rust is volkomen onveranderlijk.

 

8. Op deze Grondslag nu zijn de oefeningen voor vandaag gericht. Hier is jouw denkgeest verenigd met de Denkgeest van God. Hier zijn jouw gedachten een met de Zijne. Voor dit soort oefening is maar één ding nodig: benader het zoals je een altaar benaderen zou dat in de Hemel aan God de Vader en God de Zoon is gewijd. Want zodanig is de plaats die jij probeert te bereiken. Je zult waarschijnlijk nog niet in staat zijn te beseffen hoe hoog jij tracht te reiken. Maar zelfs met het kleine beetje inzicht dat je al verworven hebt, zou je in staat moeten zijn jezelf voor te houden dat dit geen loos spel is, maar een oefening in heiligheid en een poging het Koninkrijk der Hemelen te bereiken.

 

9. Probeer in de korte oefenperioden vandaag te onthouden hoe belangrijk het voor jou is om de heiligheid te begrijpen van de denkgeest die denkt met God. Neem een minuut of twee, wanneer je vandaag het idee herhaalt, om de heiligheid van jouw denkgeest te waarderen. Neem afstand, al is het nog zo kort, van alle gedachten die Hem wiens gastheer jij bent, onwaardig zijn. En dank Hem voor de Gedachten die Hij met jou denkt.


Toelichting:

In zekere zin proberen de Werkboeklessen een extreme verwarring in ons te veroorzaken.

 

Jouw werkelijke gedachten hebben niets gemeen met wat jij denkt te denken, net zoals niets wat jij denkt te zien ook maar iets met visie te maken heeft (1:2).

 

Als mijn gedachten niet werkelijk zijn en wat ik zie evenmin, waar kan ik mij dan nog aan vasthouden? Aan bijna niets. Dit kan behoorlijk beangstigend zijn, alsof ik een personage in een griezelfilm ben, dat aangevallen wordt door iemand die hem gek probeert te maken, waardoor hij gaat geloven dat hij hallucineert en zich dingen inbeeldt die er niet zijn.

 

Hoewel de poging om ons mentale oriëntatievermogen te ontregelen op hetzelfde neerkomt, is de intentie van de Cursus precies het tegenovergestelde. Hij probeert ons juist gezond te maken, in plaats van krankzinnig. We zijn al krankzinnig. We hallucineren al en verbeelden ons al dingen die er niet zijn. De Cursus probeert ons obsessieve geloof in hun werkelijkheid te breken.

 

Onder de beschermende sluier van misleiding, die we over de werkelijkheid heen hebben gelegd, bevindt zich een volkomen gezonde denkgeest die volkomen gezonde gedachten denkt en alleen de waarheid ziet. Onze werkelijke gedachten zijn de gedachten die we denken met de Denkgeest van God en die we met Hem delen. Gedachten verlaten de denkgeest niet, dus ze moeten daar nog zijn. Onze gedachten zijn Gods gedachten en Gods gedachten zijn eeuwig. En aangezien deze gedachten in onze denkgeest zijn kunnen we ze vinden. We kunnen door het papperige slijk van onze zinloze gedachten heen dringen en een solide basis vinden. Ook al hebben we het contact met deze oorspronkelijke, eeuwige gedachten bijna helemaal verloren, God zal ze ons laten vinden. En daarom zijn we in staat ze te vinden.

 

Gisteren hebben we het licht in onszelf gezocht, vandaag zoeken we onze eigen werkelijke gedachten. Dat maakt het abstracte wat concreter: niet alleen het licht maar ook mijn eigen gedachten, iets dat deel van mij is, vertegenwoordigt mijn ware natuur.

 

Hoe zou een gedachte er uit zien die in volmaakte harmonie verkeert met de Denkgeest van God? Dat proberen we vandaag te ontdekken en te ervaren. En als we eerlijk zijn moeten we toegeven dat de gedachten waarvan we ons het meest bewust zijn, daar absoluut niet mee overeenstemmen. Onze gedachten zijn te zeer doorzeefd met angst, zorg en woede, te onzeker, te defensief en vooral te veranderlijk om gekwalificeerd te kunnen worden als gedachten die we delen met God. Een gedachte die we delen met God is volledig harmonieus, volkomen vredig, uiterst zeker, totaal welwillend en volmaakt stabiel. En we zoeken deze gedachten in onszelf.

 

We oefenen vandaag weer door in onszelf te keren, voorbij alle onwerkelijke gedachten te gaan die de waarheid in onze denkgeest bedekken, en naar de eeuwigheid in onszelf te reiken. Dit is een heilige oefening, die we serieus moeten nemen maar niet “zwaar”, want het is een vreugdevolle oefening. Binnenin onszelf is iets dat nooit verandert, dat altijd in vrede is, dat altijd straalt van liefde. En vandaag wil ik dat vinden! Vandaag wil ik die solide basis ervaren in de kern van mijn wezen. Vandaag wil ik mijn Zelf vinden.


Oefeninstructies:

DOEL

Het ervaren van je werkelijke gedachten, die je denkt met de Denkgeest van God.

 

OEFENING

Drie keer, gedurende vijf minuten.

 

  • Herhaal het idee God is de Denkgeest waarmee ik denk terwijl je je ogen sluit. Voeg vervolgens vier of vijf verwante gedachten toe (zie de richtlijnen hiervoor in Les 42 en 43).
  • Herhaal het idee nogmaals en voeg er aan toe: “Mijn werkelijke gedachten zijn in mijn denkgeest. Ik wil ze graag vinden”.
  • Gebruik dan dezelfde meditatievorm als in Les 41 en 44. Ook nu is het behulpzaam om daarbij aan de volgende drie aspecten te denken:

 

  1. Zak door de verduisterende laag van zinloze, onwerkelijke gedachten heen en reik naar de eeuwige, grenzeloze gedachten die je denkt met God.
  2. Als je gedachten afdwalen, roep ze dan terug door het idee te herhalen.
  3. Bewaar vooral de juiste mentale houding:

 

Vertrouwen: Laat je wereldse gedachten je niet wijsmaken dat het je niet gaat lukken. Je kunt niet falen, omdat God wil dat je slaagt.

Verlangen: Het bereiken van deze plaats is het ware verlangen van je hart.

Heiligheid: Benader het idee zoals je een altaar zou benaderen dat in de Hemel in volmaakte harmonie is gewijd aan God en Zijn Zoon. Houd jezelf voor “dat dit geen loos spel is, maar een oefening in heiligheid“ (8:7).

 

HERHALINGEN

Regelmatig, bij voorkeur gedurende een of twee minuten.

Herhaal het idee. Neem dan afstand van je gebruikelijke, onheilige gedachten en denk aan de heiligheid van je denkgeest. Realiseer je hoe heilig hij moet zijn, als hij denkt met de Denkgeest van God.