Les 16

(16 januari)

Ik heb geen neutrale gedachten.

1. Het idee van vandaag is een eerste stap in het ontmantelen van de overtuiging dat je gedachten geen gevolgen hebben. Alles wat jij ziet is het resultaat van je gedachten. Er bestaat geen uitzondering op dit feit. Gedachten zijn niet groot of klein, sterk of zwak. Ze zijn alleen waar of onwaar. Welke waar zijn scheppen hun eigen evenbeeld. Welke onwaar zijn maken het hunne.

 

2. Geen enkel begrip is zozeer met zichzelf in tegenspraak als ‘loze gedachten’. Wat aanleiding geeft tot de waarneming van een gehele wereld kan bepaald niet loos worden genoemd. Elke gedachte die jij hebt draagt bij tot waarheid of illusie; ze breidt ofwel de waarheid uit, of vermenigvuldigt de illusie. Je kunt niets inderdaad vermenigvuldigen, maar je zult het zodoende niet uitbreiden.

 

3. Naast je erkenning dat gedachten nooit loos zijn, is het voor verlossing ook nodig dat je erkent dat iedere gedachte die je hebt je hetzij vrede hetzij oorlog, hetzij liefde hetzij angst bezorgt. Een neutraal resultaat is onmogelijk, omdat een neutrale gedachte onmogelijk is. De verleiding om angstgedachten af te doen als onbelangrijk, onbenullig en niet de moeite waard om je druk over te maken, is zo groot dat het van wezenlijk belang is dat je inziet dat ze allemaal even destructief, maar ook even onwerkelijk zijn.  We zullen dit idee in vele vormen oefenen voordat je het werkelijk begrijpt.

 

4. Onderzoek bij de toepassing van het idee van vandaag ongeveer een minuut lang je denkgeest, met gesloten ogen, en probeer bewust geen enkele ‘kleine’ gedachte over te slaan, die zich misschien aan het onderzoek onttrekken wil. Dit is behoorlijk moeilijk, tot je eraan gewend raakt. Je zult merken dat het je nog steeds zwaar valt geen kunstmatig onderscheid aan te brengen. Elke gedachte die bij je opkomt is, ongeacht de kwaliteiten die je eraan toeschrijft, geschikt om het idee van vandaag op toe te passen.

 

5. Herhaal tijdens de oefenperioden eerst het idee voor jezelf, en houd elke gedachte die zich in je denkgeest aandient even vast, terwijl je bij jezelf zegt:

 

Deze gedachte over ________ is geen neutrale gedachte.

Die gedachte over _________ is geen neutrale gedachte.

 

Gebruik als gewoonlijk het idee van vandaag telkens wanneer je je bewust bent van een bepaalde gedachte die onbehagen wekt. Hiertoe wordt de volgende vorm voorgesteld:

 

Deze gedachte over _________ is geen neutrale gedachte, want ik heb geen neutrale gedachten.

 

6. Als je merkt dat het je betrekkelijk moeiteloos afgaat, worden vier tot vijf oefenperioden aanbevolen. Als je spanning voelt, is drie keer genoeg. Ook moet de lengte van de oefenperiode worden bekort als er een gevoel van onbehagen optreedt.


Toelichting:

Het idee van vandaag kan beangstigend lijken, maar de bedoeling ervan is dat we ons gaan realiseren hoe groot de macht van ons denken is. In feite is het dus een bemoedigend idee; het is alleen bedreigend als we ervoor kiezen het als zodanig te zien.

 

Alles wat jij ziet is het resultaat van je gedachten. Er bestaat geen uitzondering op dit feit (1:2-3).

 

Zoals veel van de ideeën die de Cursus ons aanbiedt, is ook dit idee in het begin moeilijk te geloven, omdat we ervan overtuigd zijn dat onze gedachten niets te maken hebben met de dingen die we zien. Voor het geval dat we dit idee daarom over willen slaan voegt de les er aan toe dat er geen uitzonderingen zijn. Ware gedachten scheppen ware dingen, onware gedachten maken onware dingen oftewel illusies. Er is dus niets om bang voor te zijn, omdat alleen ware gedachten werkelijk scheppen.

 

Er zijn echter geen “loze” gedachten:

 

Wat aanleiding geeft tot de waarneming van een gehele wereld kan bepaald niet loos worden genoemd. Elke gedachte die jij hebt draagt bij tot waarheid of illusie; ze breidt ofwel de waarheid uit, of vermenigvuldigt de illusie (2:2-3).

 

Een cursus in wonderen is een cursus in het trainen van de denkgeest. Zijn streven is ons bewust te maken van onze gedachten en hun gevolg. Hij wenst dat we gaan beseffen welke keuzes we maken met betrekking tot de gedachten die onze denkgeest in beslag nemen en wat de gevolgen daarvan zijn voor de wereld om ons heen.

 

Ons wordt gevraagd te erkennen dat geen enkele gedachte loos of neutraal is. Elke gedachte drukt ofwel liefde ofwel angst uit, iets anders is er niet.

 

Als ik kijk naar de manier waarop ik met mijn eigen gedachten omga, zie ik dat dit klopt: Ik heb inderdaad de neiging om bepaalde gedachten als onbelangrijk of niet de moeite waard opzij te schuiven. Maar elke gedachte is de moeite waard.

 

Alle angstgedachten zijn even destructief, maar ook even onwerkelijk. We hoeven ons er dus niet schuldig over te voelen. Sommige Cursusstudenten sluiten zich snel aan bij het “onwerkelijke” deel, maar zijn zeer traag in het erkennen van het “destructieve” deel. De Cursus handhaaft altijd de balans. Dat iets onwerkelijk of illusoir is wil niet zeggen dat het onbelangrijk is en genegeerd kan worden!

 

Het Tekstboek zegt: “Uitstel speelt geen rol in de eeuwigheid, maar is tragisch in de tijd” (T5.VI.1:3). De Cursus pleit niet voor onverschilligheid ten opzichte van de wereld omdat deze een illusie is. Opmerkingen zoals “AIDS? Dat is een illusie!” of: “Welke verhongerende kinderen? Dat is geen werkelijkheid”, zijn niet representatief voor de ware geest van de Cursus, hoewel je ze in sommige kringen wel zult horen. Als we AIDS en hongersnood waarnemen moeten de gedachten die dit manifesteren in onze denkgeest aanwezig zijn, individueel of collectief. Daarom zijn we verantwoordelijk voor het genezen van deze gedachten.

 

Deze les wijst er dus op dat geen enkele gedachte onbeduidend of neutraal is. Bij het oefenen zul je gedachten tegenkomen die je gemakkelijk kunt zien als “niet neutraal”, maar ook gedachten waarbij dat een stuk moeilijker is. Als iemand je auto steelt zullen je gedachten daarover niet neutraal zijn! Maar als je overweegt wat je zult eten als ontbijt is het moeilijker om te geloven dat “deze gedachte over bruin of wit brood geen neutrale gedachte” is en ofwel liefde, ofwel angst uitdrukt. Maar of je het nu gelooft of niet: het is zo. Daarom zegt deze les: breng geen kunstmatig onderscheid aan (4:3).

 

De denkgeest is als een gloeilamp: hij is aan of uit, iets anders is er niet. De denkgeest drukt ofwel liefde uit ofwel angst. Iets anders is er niet. Het is nooit beide tegelijk en het is nooit “niets”.


Oefeninstructies:

DOEL

Een eerste stap om te leren dat elke gedachte gevolgen heeft en ofwel angst en strijd produceert, ofwel liefde en vrede.

 

OEFENING

Vier of vijf keer (drie, als je gespannen raakt), gedurende een minuut (korter als je je ongemakkelijk voelt).

 

  • Sluit je ogen en herhaal het idee.
  • Onderzoek je denkgeest op actuele gedachten. Probeer geen onderscheid te maken en vooral geen “onbelangrijke” gedachten over het hoofd te zien. Houd elke gedachte even vast en zeg: “Deze gedachte over ..... is geen neutrale gedachte”.

 

OPMERKING

Als je je vandaag bewust wordt van een gedachte die je van streek maakt, pas het idee dan toe in deze vorm: “Deze gedachte over ..... is geen neutrale gedachte, want ik heb geen neutrale gedachten”. De bedoeling is dat je gaat beseffen dat je jezelf angstig maakt door op een bepaalde manier te denken.