Les 27

(27 januari)

Ik wil niets liever dan zien.

1. Het idee van vandaag drukt meer uit dan louter vastberadenheid. Het geeft visie de voorrang boven je andere wensen. Misschien aarzel je om het idee te gebruiken, vanwege het feit dat je er niet zeker van bent dat je het werkelijk meent. Dat is niet van belang. Het doel van de oefeningen van vandaag is om het moment waarop het idee volkomen waar zal zijn een beetje dichterbij te brengen.

 

2. De verleiding is misschien groot te geloven dat er een of ander offer van je wordt gevraagd wanneer jij zegt dat je niets liever wilt dan zien. Als je je onbehaaglijk gaat voelen over het gebrek aan voorbehoud daarin, voeg dan toe:

 

Visie kost niemand iets.

 

Als de angst voor verlies je parten blijft spelen, voeg dan vervolgens toe:

 

Ze kan alleen maar een zegen zijn.

 

3. Het idee voor vandaag moet vaak worden herhaald om maximaal profijt te bieden. Het behoort op z’n minst elk half uur te worden gedaan, en zo mogelijk vaker. Wellicht kun je het elke vijftien of twintig minuten proberen. Het valt aan te raden dat je bij het ontwaken, of kort daarna, bepaalt om de hoeveel tijd je het idee herhaalt en probeert je daar de hele dag aan te houden. Het zal niet moeilijk zijn dit te doen, zelfs wanneer je aan een gesprek deelneemt of op dat moment een andere bezigheid hebt. Je kunt altijd wel één kort zinnetje in jezelf herhalen zonder daarbij iets te verstoren.

 

4. De echte vraag is: hoe vaak zul je eraan denken? Hoe graag wil je dat het idee van vandaag waar is? Geef op een van deze vragen antwoord en je hebt ook de andere beantwoord. Waarschijnlijk zul je een aantal toepassingen overslaan en misschien zelfs behoorlijk wat. Laat dit jou niet van de wijs brengen, maar probeer je vanaf dat moment weer aan je tijdschema te houden. Als je ook maar één keer vandaag het gevoel hebt dat je volkomen oprecht was toen je het idee van deze dag herhaalde, kun je ervan op aan dat je jezelf vele jaren inspanning hebt bespaard.


Toelichting:

Deze les herinnert ons aan les 20: “Ik ben vastbesloten te zien”, waarnaar subtiel wordt verwezen in de eerste zin: “Het idee van vandaag drukt meer uit dan louter vastberadenheid.” Het zet het verlangen om te zien op de eerste plaats, “boven je andere wensen” (1:2). Er is niets wat ik liever wil dan zien. Als we dit echt menen zullen we steeds opnieuw het pad kiezen dat naar visie leidt, hoe verleidelijk een ander, minder belangrijk, doel ook is.

 

De les erkent dat dit waarschijnlijk nog niet helemaal waar is voor ons. Als we werkelijk niets liever zouden willen dan zien, dan zóúden we zien en deze les niet meer nodig hebben! Oefenen met een les als deze is dus niet hypocriet; het is een oefening die specifiek is bedoeld om degenen, die het idee nog niet helemaal hebben geaccepteerd, dichter bij de dag te brengen waarop dit wel het geval zal zijn.

 

De woorden “boven je andere wensen” zouden ons kunnen verleiden om te denken dat we iets op moeten offeren. Visie tot elke prijs! Daarom wordt ons voorgesteld om, wanneer we het moeilijk vinden ons zonder voorbehoud over te geven aan visie, de volgende gedachte toe te voegen: “Visie kost niemand iets” (2:3) en als dat niet genoeg is: “ze kan alleen maar een zegen zijn” (2:5). Zet ze allemaal achter elkaar: “Ik wil niets liever dan zien en visie kost niemand iets. Ze kan alleen maar een zegen zijn”.

 

Dit verwijst naar een idee dat vaak wordt genoemd in de Cursus: dit pad gelooft niet in opoffering. Het vraagt ons alleen illusies op te offeren – en dat is in werkelijkheid alleen een illusie van opoffering. Want: “Niets werkelijks kan bedreigd worden” (TIn.2:2).

 

Deze les leidt ons naar een doelbewuste, onvoorwaardelijke vastberadenheid om ware visie te verwerven. Daarvoor moeten we bereid zijn om visie te verkiezen boven alles wat ermee lijkt te wedijveren. Het kan soms lijken dat ons gevraagd wordt om dingen op te geven en misschien moeten we ze ook daadwerkelijk opgeven, maar als we dat doen zullen we beseffen dat we niets hebben opgegeven wat we werkelijk wilden. Het proces is volkomen veilig en brengt geen enkele vorm van werkelijk verlies met zich mee.

 

De praktische beoefening schakelt in deze les plotseling naar een hogere versnelling: Herhaal het idee “op z’n minst elk half uur ..... en zo mogelijk vaker. Wellicht kun je het elke vijftien of twintig minuten proberen” (3:2-3). Er wordt dus een specifieke structuur met een tijdschema aanbevolen. Het enige wat we op deze tijdstippen hoeven te doen is het in onszelf herhalen van deze ene zin: “Ik wil niets liever dan zien”. Er wordt dus niet veel van ons gevraagd en er is geen enkele reden waarom we het niet zouden kunnen doen. Als we het willen en bereid zijn kan het zelfs midden in een gesprek.

 

De echte vraag is: hoe vaak zul je eraan denken? Hoe graag wil je dat het idee van vandaag waar is? Geef op een van deze vragen antwoord en je hebt ook de andere beantwoord (4:1-3).

 

Hoe vaak we eraan denken geeft aan hoezeer we werkelijk niets liever willen dan zien. Dit is een zeer verhelderende dag!

 

Lees zorgvuldig hoe we om moeten gaan met het feit dat we waarschijnlijk vaak zullen vergeten het idee te herhalen en niet eens in de buurt komen van het ideaal om dit elke vijftien minuten te doen. Dit zegt veel over de manier waarop het Werkboek met de beoefening omgaat. In principe zegt het: Maak je niet druk over je “mislukkingen”, blijf gewoon het spoor volgen. Het enige wat nodig is om “jezelf vele jaren inspanning te besparen” is deze dag slechts één keer het idee met volkomen oprechtheid uit te spreken (4:6).

Om dat ene moment te bereiken zijn veel herhalingen nodig. Doe gewoon je best maar laat dat het beste zijn wat je kunt doen.


Oefeninstructies:

DOEL

Dichterbij brengen van de dag waarop je niets liever wilt dan zien, oftewel visie hebben.

 

OEFENING

Op z’n minst elk half uur (drie of vier keer per uur wordt aanbevolen).

 

Herhaal eenvoudig het idee "Ik wil niets liever dan zien". Dit kan (in jezelf) zelfs midden in een gesprek. Maak je geen zorgen als je niet helemaal beseft wat je zegt. Herhaal het, om de dag dichterbij te brengen waarop je het wel beseft. Wanneer het herhalen de angst oproept om iets op te moeten geven, voeg er dan aan toe: “Visie kost niemand iets”. En als de angst blijft zeg dan: “Ze kan alleen maar een zegen zijn”.

 

OPMERKING

Dit is een uitermate belangrijke les en de tweede die veelvuldig herhaald moet worden (de eerste was les 20). De les is volkomen serieus wat dit betreft. Aan het begin van de dag stel je vast op welke tijdstippen je wilt oefenen (bijvoorbeeld elke twintig minuten, elke dertig minuten, enzovoort). Als je dat tot nu toe niet hebt gedaan, is het goed om daar nu mee te beginnen. Voor de rest van de dag is het de bedoeling dat je je best doet om je aan deze zelfgekozen tijdstippen te houden. De Cursus weet dat dit je waarschijnlijk niet helemaal zal lukken. Als je dus een oefenmoment mist, word dan niet boos op jezelf. Het kan je het gevoel geven dat je faalt en dat is in feite precies wat het ego wil. Ga gewoon door met oefenen alsof er niets is gebeurd. Het is belangrijk om niet stil te blijven staan bij mislukkingen in het verleden, maar de oefeningen in het heden en de toekomst te doen. De voordelen hiervan kunnen enorm zijn. Eén enkele serieuze herhaling kan je jaren schelen in je spirituele ontwikkeling.