Les 5
(5 januari)
Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk.
1. Dit idee kan, evenals het voorgaande, gebruikt worden bij elke persoon, situatie of gebeurtenis waarvan jij denkt dat die jou pijn bezorgt. Pas het uitdrukkelijk toe op alles waarvan jij gelooft dat het de oorzaak van je onvrede is, en gebruik daarbij de omschrijving van het gevoel in een bewoording die je juist lijkt. De onvrede kan zich voordoen als angst, bezorgdheid, depressiviteit, verontrusting, kwaadheid, haat, jaloezie en nog talloze andere vormen, die je allemaal als verschillend zult waarnemen. Dit is niet waar. Maar tot je geleerd hebt dat de vorm er niet toe doet, is elke vorm geschikt als onderwerp van de oefeningen van de dag. Hetzelfde idee op elke vorm afzonderlijk toepassen is de eerste stap naar de uiteindelijke erkenning dat ze allemaal hetzelfde zijn.
2. Wanneer je het idee van vandaag gebruikt bij een specifieke vermeende oorzaak van enigerlei vorm van onvrede, hanteer dan zowel de naam van de vorm waarin je die onvrede ziet, als de oorzaak die je daaraan toeschrijft. Bijvoorbeeld:
Ik voel me niet kwaad op _________ om de reden die ik denk.
Ik voel me niet bang voor _________ om de reden die ik denk.
3. Maar nogmaals, dit moet niet in de plaats komen van oefenperioden waarin je eerst je denkgeest onderzoekt op ‘oorzaken’ van onvrede waarin je gelooft, en vormen van onvrede die, naar jij meent, daaruit voortvloeien.
4. Je zult het bij deze oefeningen, meer nog dan bij de vorige, misschien moeilijk vinden om willekeurig te zijn en te vermijden dat je sommige onderwerpen zwaarder laat wegen dan andere. Het kan helpen de oefeningen te laten voorafgaan door de volgende stelling:
Er zijn geen kleine vormen van onvrede.
Ze verstoren mijn innerlijke vrede allemaal evenzeer.
5. Onderzoek dan je denkgeest op alles wat jou verstoort, ongeacht de mate waarin jij denkt dat het dit doet.
6. Misschien merk je ook dat je minder bereid bent het idee van vandaag toe te passen op sommige vermeende bronnen van onvrede dan op andere. Als dit gebeurt, denk dan eerst hieraan:
Ik kan niet aan deze vorm van onvrede vasthouden en alle andere loslaten.
Voor het doel van deze oefeningen beschouw ik ze daarom allemaal als gelijk.
7. Onderzoek dan, niet langer dan ongeveer een minuut, je denkgeest en probeer een aantal verschillende vormen te achterhalen van dingen die jouw vrede verstoren, ongeacht het relatieve belang dat jij misschien aan ze hecht. Pas het idee van vandaag op elk ervan toe, waarbij je zowel de naam noemt van de bron van de onvrede, zoals jij die ziet, als van het gevoel, zoals jij dat ervaart. Andere voorbeelden zijn:
Ik voel me niet bezorgd over _________ om de reden die ik denk.
Ik voel me niet neerslachtig over _________ om de reden die ik denk.
Drie of vier keer in de loop van de dag is genoeg.
Toelichting:
Deze les bevat een van de nuttigste hulpmiddelen om je denken los te wrikken uit een diep ingesleten spoor. “Dit idee kan, evenals het voorgaande, gebruikt worden bij elke persoon, situatie of gebeurtenis waarvan jij denkt dat die jou pijn bezorgt” (1:1).
Probeer je dit vandaag te herinneren wanneer je, om welke reden ook, onvrede voelt. Die trage automobilist vóór je op de weg; de persoon die je kleineert; wanneer de baan die je hoopte te krijgen aan je neus voorbij gaat; als iemand een spoor modder achterlaat op je pas gedweilde vloer of je favoriete souvenir breekt: “Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk.”
De les benoemt niet wat het dan wél is waarover je onvrede voelt. Dat komt later. Op dit moment probeert de Cursus alleen maar je geloof te ondermijnen dat je denkt te weten wat de oorzaak van je onvrede is. Ook wordt niet van je gevraagd om géén onvrede te voelen! “Angst, bezorgdheid, depressiviteit, verontrusting, kwaadheid, haat, jaloezie...” (1:3). De les vraagt je niet om deze gevoelens te negeren, maar alleen om in te zien dat ze niet veroorzaakt worden om de redenen die jij denkt. Natuurlijk is het uiteindelijke doel ze allemaal los te laten. Maar om dat te kunnen moeten we breken met het geloof dat ze verschillend zijn en verschillende oorzaken hebben. Uiteindelijk hebben ze allemaal dezelfde reden: ze worden veroorzaakt door betekenissen die we projecteren op de wereld die we zien.
Als je er op terugkijkt zijn deze eerste vijf lessen behoorlijk pittig. Les 1 ging over loslaten van wat we zien, les 2 over loslaten van onze mening over betekenis, les 3 over loslaten van wat we denken te begrijpen, les 4 over loslaten van onze gedachten. En deze les leidt ons naar het loslaten van ons totale denksysteem, de basisoorzaak van alle onvrede.
Oefeninstructies:
DOEL
Leren dat uiterlijke situaties, personen of gebeurtenissen niet de oorzaak zijn van je onvrede en dat je negatieve emoties niet van elkaar verschillen.
OEFENING
Drie of vier keer gedurende ongeveer een minuut.
- Begin met te zeggen: “Er zijn geen kleine vormen van onvrede. Ze verstoren mijn innerlijke vrede allemaal evenzeer”. Op deze manier corrigeer je je neiging om sommige verstoringen als onbelangrijk en niet hinderlijk te beschouwen.
- Onderzoek je denkgeest op gedachten over personen, situaties en gebeurtenissen waar je moeite mee hebt, ook al is dit maar een beetje.
- Pas het idee van vandaag dan toe op elk daarvan, door te zeggen: “Ik voel me niet [kwaad, bang, bezorgd, neerslachtig, enzovoort] om de reden die ik denk”.
- Als je de neiging hebt om te blijven hangen in bepaalde situaties omdat dit gerechtvaardigd lijkt te zijn, zeg dan: “Ik kan niet aan deze vorm van onvrede vasthouden en alle andere loslaten. Voor het doel van deze oefeningen beschouw ik ze daarom allemaal als gelijk”.
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Ter aanvulling op de oefeningen kun je gedurende de dag dit idee gebruiken om je innerlijke vrede te herstellen wanneer deze verstoord raakt.