Les 89
(30 maart)
Dit zijn onze herhalingsideeën voor vandaag:
1. (77) Ik heb recht op wonderen.
Ik heb recht op wonderen omdat ik onder geen andere wetten sta dan die van God. Zijn wetten bevrijden me van alle grieven en stellen daar wonderen voor in de plaats. En ik wil de wonderen aanvaarden in plaats van de grieven, die niets dan een illusie zijn waarachter de wonderen schuilgaan. Nu wil ik slechts aanvaarden wat mij krachtens de wetten van God toekomt, zodat ik dat kan benutten voor de functie die Hij mij gegeven heeft.
2. Je zou de volgende suggesties kunnen gebruiken voor de specifieke toepassing van dit idee:
Hierachter schuilt een wonder waar ik recht op heb.
Laat ik geen grieven hebben tegen jou, [naam], maar je in plaats daarvan het wonder schenken dat jou toebehoort.
In het ware licht gezien biedt dit mij een wonder aan.
3. (78) Laat wonderen alle grieven vervangen.
Met dit idee verenig ik mijn wil met die van de Heilige Geest en zie ik ze als een. Met dit idee aanvaard ik mijn bevrijding uit de hel. Met dit idee druk ik mijn bereidwilligheid uit om, in overeenstemming met Gods plan voor mijn verlossing, al mijn illusies door de waarheid te laten vervangen. Ik bedenk geen uitzonderingen en geen surrogaten. Ik wil heel de Hemel en niets dan de Hemel, zoals God dat voor mij wil.
4. Bruikbare specifieke toepassingsvormen van dit idee kunnen zijn:
Ik wil deze grief niet buiten mijn verlossing houden.
Laat onze grieven door wonderen worden vervangen, [naam].
Hierachter gaat het wonder schuil dat al mijn grieven vervangt.
Toelichting:
Ik heb recht op wonderen omdat ik onder geen andere wetten sta dan die van God (1:2).
De wetten van God zijn de wetten van liefde en uitbreiding, van delen en geven. God schenkt wonderen overeenkomstig Zijn wetten.
De wetten van de grieven vertellen mij dat ik geen recht heb op wonderen. Als ik een grief koester ten opzichte van een broeder vertelt mijn denkgeest me dat ik geen wonderen verdien. De mentale aanval, die besloten ligt in het koesteren van een grief, geeft me het gevoel dat ik geen wonder waard ben. Elke grief verbergt een wonder, en door de grief los te laten kan het wonder plaatsvinden.
Er is een reden waarom God mij wonderen geeft: Hij geeft ze “zodat ik dat kan benutten voor de functie die Hij mij gegeven heeft” (1:5). Via mij kan Hij Zich uitbreiden en via mij kan Hij liefhebben.
De Cursus benadrukt het feit dat ik alleen gelukkig kan zijn wanneer ik mijn ware functie als uitbreiding van God vervul. Mijn doel is ontvangen zodat ik kan geven, liefde aanvaarden zodat ik deze kan delen met anderen. Zoals een gloeilamp elektriciteit ontvangt om licht te geven, zo ontvang ik de wonderen van God om ze uit te breiden naar anderen.
Vandaag “verenig ik mijn wil met die van de Heilige Geest” (3:2) en verkondig ik: “Laat wonderen alle grieven vervangen” (3:1). Ik wil dat al mijn illusies vervangen worden door de waarheid. Ik wil dat mijn grieven voorgoed uit mijn denkgeest worden verbannen en vervangen worden door wonderen.
Tijdens het oefenen van deze les haal ik mij iedereen voor de geest die ik ken en zeg in gedachten tegen hen: “Laat onze grieven door wonderen worden vervangen, [naam]” (4:3).
Vandaag wil ik een wonder aanbieden aan iedereen die ik ontmoet. Ik wil een kanaal voor wonderen zijn en ze niet blokkeren met grieven. Als iets bij me opkomt wat een reden lijkt te zijn voor het ontwikkelen van een grief, zeg ik tegen mezelf: “Hierachter schuilt een wonder waar ik recht op heb” (2:2) en “In het ware licht gezien biedt dit mij een wonder aan” (2:4). Alles is bruikbaar voor het schenken van een wonder, niets is nutteloos in deze leerschool voor wonderen.
Oefeninstructies:
OEFENING
Twee keer (één keer per idee), gedurende vijftien minuten.
- Aanbevolen wordt om de eerste helft van de dag te oefenen met het eerste idee, en de tweede helft van de dag met het tweede.
- Lees gedurende drie tot vier minuten rustig het idee en de toelichting daarop. Herhaal dit eventueel en denk erover na.
- Sluit je ogen en besteed de rest van de oefenperiode aan het luisteren naar de boodschap die de Heilige Geest voor je heeft.
Denk daarbij aan het volgende:
- Luister “rustig maar aandachtig”: luister in stilte en met al je aandacht.
- Bewaar een houding van vertrouwen (deze boodschap behoort mij toe), verlangen (ik wil deze boodschap ontvangen) en vastbeslotenheid (ik zal deze boodschap ontvangen).
- Tien minuten alleen maar luisteren biedt de denkgeest alle kans om af te dwalen. Wanneer dat gebeurt herhaal dan de eerste fase. Als je maar heel even wordt afgeleid, realiseer je dan dat de afleidende gedachten geen macht hebben en vervang ze door je vastbeslotenheid om te slagen. Wees vastberaden: “Houd aan je voornemen vast” (4:1), “Weiger op een zijspoor te worden gebracht” (5:2).
Het kan behulpzaam zijn om aan het begin concreet om de boodschap te vragen en dat tussendoor te herhalen, bijvoorbeeld: “Wat is Uw boodschap voor mij vandaag?” Je kunt deze vraag ook gebruiken als hulpmiddel om afdwalende gedachten terug te roepen.
HERHALINGEN
Herhaal het idee zo vaak mogelijk. Gebruik het eventueel als een manier om je vastbeslotenheid om te slagen te versterken.
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Wanneer je vrede verstoord dreigt te raken herhaal het idee dan in een vorm die past bij de situatie (zie alinea 6).
- Je kunt een van de drie zinnen aan het eind van elke les gebruiken en toepassen op de situatie die je vrede verstoort. Bijna elke zin bevat het woord “dit” of “deze” of “naam”. Deze woorden kun je vervangen door de bewuste situatie of persoon.
- Je kunt ook een eigen formulering gebruiken, in de vorm van verwante gedachten. Ontspan je en laat een zin opkomen waarmee je de essentie van het idee kunt toepassen op de actuele situatie of persoon.