Les 72
(13 maart)
Grieven koesteren is een aanval op Gods verlossingsplan.
1. Hoewel we hebben vastgesteld dat het verlossingsplan van het ego het tegendeel is van dat van God, hebben we nog niet benadrukt dat het een actieve aanval is op Zijn plan en een doelbewuste poging dat te vernietigen. Bij die aanval worden God de eigenschappen toegedicht die feitelijk eigen zijn aan het ego, terwijl het ego de eigenschappen van God schijnt aan te nemen.
2. De fundamentele wens van het ego is Gods plaats in te nemen. In feite is het ego de fysieke belichaming van die wens. Want het is die wens die de denkgeest met een lichaam schijnt te omgeven, hem afgescheiden en geïsoleerd houdt en niet in staat de denkgeest van anderen te bereiken, tenzij via het lichaam dat werd gemaakt om hem gevangen te houden. De beperking van communicatie kan niet het beste middel ter uitbreiding van communicatie zijn. Toch wil het ego jou doen geloven dat dit wel zo is.
3. Ook al is de poging om de beperkingen te handhaven die een lichaam tracht op te leggen hier overduidelijk, het is misschien niet zo duidelijk waarom grieven koesteren een aanval is op Gods verlossingsplan. Maar laten we eens het soort zaken onder de loep nemen waarom jij geneigd bent grieven te koesteren. Zijn ze niet altijd verbonden met iets wat een lichaam doet? Iemand zegt iets wat jou niet aanstaat. Hij doet iets wat jou ergert. Hij ‘verraadt’ zijn vijandige gedachten door zijn gedrag.
4. Je houdt je hier niet bezig met wat die persoon is. Integendeel, jij bent uitsluitend geïnteresseerd in wat hij doet in een lichaam. Je doet meer dan alleen niet helpen hem van de beperkingen van het lichaam te bevrijden. Je probeert hem actief daaraan te binden door hem daarmee te verwarren, en ze beide over één kam te scheren. Hiermee wordt God aangevallen, want als Zijn Zoon alleen een lichaam is, moet Hij dat ook zijn. Een schepper die volkomen van zijn schepping verschilt is ondenkbaar.
5. Als God een lichaam is, wat houdt Zijn verlossingsplan dan in? Wat anders zou het kunnen zijn dan de dood? Door te proberen Zichzelf te presenteren als de Auteur van het leven en niet van de dood, is Hij een leugenaar en een bedrieger vol valse beloften, die illusies in plaats van waarheid aanbiedt. De klaarblijkelijke realiteit van het lichaam maakt dit beeld van God heel overtuigend. In feite zou het, als het lichaam werkelijk was, inderdaad moeilijk zijn aan deze conclusie te ontkomen. En iedere grief die jij hebt, houdt vol dat het lichaam werkelijk is. Het gaat volledig voorbij aan wat jouw broeder is. Het versterkt jouw geloof dat hij een lichaam is, en veroordeelt hem daarvoor. En het houdt staande dat zijn verlossing niets dan de dood kan zijn, waarbij het deze aanval op God projecteert en Hem hiervoor verantwoordelijk houdt.
6. Naar deze zorgvuldig bereide arena, waar razende dieren op prooi jagen en genade geen toegang heeft, komt het ego om jou te redden. God heeft jou een lichaam gemaakt. Heel goed. Laten we dit aanvaarden en er blij om zijn. Laat je, als lichaam, niet beroven van wat het lichaam jou te bieden heeft. Neem het weinige wat je krijgen kunt. God gaf jou niets. Het lichaam is je enige verlosser. Het is Gods dood en jouw verlossing.
7. Dit is het universele geloof van de wereld die jij ziet. Sommigen haten het lichaam en proberen het te kwetsen en te vernederen. Anderen hebben het lichaam lief en proberen het te verheerlijken en op te hemelen. Maar zolang het lichaam in het centrum van jouw zelfbeeld staat, ben jij bezig Gods verlossingsplan aan te vallen en koester je grieven jegens Hem en Zijn schepping, zodat je de Stem van de waarheid niet kunt horen en Die als Vriend verwelkomen. Zijn plaats wordt ingenomen door jouw uitverkoren verlosser. Die is jouw vriend; Hij is jouw vijand.
8. We zullen vandaag proberen deze zinloze aanvallen op de verlossing te staken. We zullen in plaats daarvan proberen haar te verwelkomen. Jouw op-z’n-kop-waarneming is voor je innerlijke vrede rampzalig geweest. Jij hebt jezelf in een lichaam, en de waarheid buiten je gezien, afgesloten voor je bewustzijn door de beperkingen van het lichaam. Nu gaan we proberen dit anders te zien.
9. Het licht van de waarheid is in ons, waar God het heeft geplaatst. Het is het lichaam dat buiten ons is, en niet onze zorg. Zonder lichaam zijn betekent in onze natuurlijke staat zijn. Het licht van de waarheid in ons herkennen betekent onszelf herkennen zoals wij zijn. Ons Zelf als los van het lichaam zien betekent een einde maken aan de aanval op Gods verlossingsplan, en het in plaats daarvan aanvaarden. En overal waar Zijn plan wordt aanvaard, is het al volbracht.
10. Ons doel tijdens de langere oefenperioden vandaag is ons ervan bewust te worden dat Gods verlossingsplan al in ons is volbracht. Om dit doel te bereiken, moeten we aanval vervangen door aanvaarding. We kunnen niet begrijpen wat Gods plan met ons is, zolang we het aanvallen. We vallen dus aan wat we niet herkennen. Nu gaan we proberen ons oordeel opzij te zetten en te vragen wat Gods plan met ons is:
Wat is verlossing, Vader? Ik weet het niet.
Zeg het mij, opdat ik het begrijp.
Dan zullen we in stilte op Zijn antwoord wachten. We hebben Gods verlossingsplan aangevallen zonder te wachten om te horen wat het is. We hebben onze grieven zo luid uitgeschreeuwd dat we niet naar Zijn Stem hebben geluisterd. We hebben onze grieven gebruikt om onze ogen te sluiten en onze oren dicht te stoppen.
11. Nu willen we zien en horen en leren. ‘Wat is verlossing, Vader?’ Vraag en jou zal antwoord gegeven worden. Zoek en je zult vinden. We vragen het ego niet langer wat verlossing is en waar we die kunnen vinden. Wij vragen het de waarheid. Wees er dan zeker van dat het antwoord waar zal zijn, gezien Wie jij het vraagt.
12. Herhaal je vraag en je verzoek, telkens wanneer jij je vertrouwen voelt tanen en je hoop op succes voelt flakkeren en doven, en onthoud dat jij de vraag stelt aan de oneindige Schepper van oneindigheid, die jou naar Zijn gelijkenis heeft geschapen:
Wat is verlossing, Vader? Ik weet het niet.
Zeg het mij, opdat ik het begrijp.
Hij zal antwoorden. Wees vastbesloten te horen.
13. Een of wellicht twee kortere oefenperioden per uur volstaan voor vandaag, omdat ze iets langer zullen zijn dan gewoonlijk. Deze oefeningen dienen te beginnen met:
Grieven koesteren is een aanval op Gods verlossingsplan. Laat ik het in plaats daarvan aanvaarden. Wat is verlossing, Vader?
Blijf dan ongeveer een minuut in stilte, liefst met je ogen gesloten, en luister en wacht op Zijn antwoord.
Toelichting:
Dit is een lange, pittige les. De reikwijdte van de ideeën die worden gepresenteerd vormt zelfs voor een ervaren Cursusstudent een hele uitdaging. Het is onmogelijk om in deze toelichting gedetailleerd in te gaan op alle ideeën, daarom richt ik mij op één daarvan.
Het algemene thema is dat het koesteren van grieven altijd op de een of andere manier verband houdt met het lichaam. Grieven verwarren een persoon met zijn lichaam, ze zijn gebaseerd op de aanname dat we een lichaam zijn en dat onze lichamen door God geschapen zijn. Aangezien lichamen sterven liegt God wanneer Hij ons eeuwig leven belooft. De dood is de ultieme straf voor onze zonden en die straf wordt ons door God gegeven.
En hier komt het ego in beeld in de rol van “redder”. Het zegt: Oké, je bent een lichaam, “neem het weinige wat je krijgen kunt” (6:6). We zien verlossing dus als een lichamelijk iets.
Sommigen haten het lichaam en proberen het te kwetsen en te vernederen. Anderen hebben het lichaam lief en proberen het te verheerlijken en op te hemelen. Maar zolang het lichaam in het centrum van jouw zelfbeeld staat, ben jij bezig Gods verlossingsplan aan te vallen (7:2-4).
Waarom? Omdat Gods verlossingsplan niets te maken heeft met het lichaam, maar met de denkgeest: datgene wat we in werkelijkheid zijn.
Een van de dingen die deze les daarom duidelijk wil maken is dat we geen lichaam zijn:
Het is het lichaam dat buiten ons is, en niet onze zorg. Zonder lichaam zijn betekent in onze natuurlijke staat zijn (9:2-3).
Dit druist in tegen onze gebruikelijke waarneming. De bijna universele opvatting over de mens is dat we ons in ons lichaam bevinden. De opmerking dat het lichaam buiten ons is lijkt dus nergens op te slaan. Maar in feite is het niet zo’n volslagen absurd idee. Er is een manier om te begrijpen waarom we onszelf waarnemen in een lichaam, terwijl dit in feite ergens anders is.
De meesten van ons hebben waarschijnlijk wel eens gehoord van virtual reality (VR), een kunstmatige wereld die je kunt ervaren via de computer. Een VR-helm zorgt ervoor dat je ogen en oren waarnemen wat geprojecteerd wordt op het scherm van de helm en afgespeeld wordt door de luidsprekers daarvan. Op die manier kun je jezelf ergens anders zien zitten of staan, terwijl je bewustzijn zich nog steeds in jezelf bevindt. Je lijkt dan gescheiden te zijn van je lichaam.
Omdat onze denkgeest uitsluitend informatie ontvangt via de zintuigen van het lichaam, denken we dat we ons in dat lichaam bevinden. Maar in werkelijkheid zijn we “ergens anders”. Wat we zien is in feite niets anders dan “virtual reality”. Het lichaam is buiten ons – buiten ons ware Zelf – en dat is onze natuurlijk staat van zijn. De Cursus wil ons helpen onszelf op deze manier te zien (9:5).
De oefenperioden zijn gericht op de vraag: “Wat is verlossing, Vader? Ik weet het niet” (10:6-7). De bedoeling hiervan is ons ertoe te brengen onze bestaande ideeën over “verlossing” – die alle gericht zijn op het lichaam, of we dit nu verheerlijken of verguizen – los te laten, zodat er iets anders voor in de plaats kan komen. Verlossing ligt in de acceptatie van wat we zijn, en dat is niet een lichaam. Deze les zegt dat het antwoord ons gegeven zal worden als we luisteren. Als we vragen zal er antwoord komen:
Wat is verlossing, Vader? Vraag en jou zal antwoord gegeven worden (11:2-3).
Hij zal antwoorden. Wees vastbesloten te horen (12:5-6).
Wat betekent het dat het koesteren van grieven een aanval is op Gods verlossingsplan?
Onze grieven ten opzichte van anderen houden verband met de opvatting dat het lichaam de werkelijke bron van geluk is en God gevreesd moet worden, omdat Hij van ons eist dat geluk op te offeren. Grieven zijn altijd verbonden met iets wat het lichaam van een ander jou aandoet (3:3-4:2). Grieven houden dus verband met een zienswijze waarin jij een lichaam bent en je geluk afhangt van de manier waarop anderen je behandelen.
Deze zienswijze houdt in dat God eveneens een lichaam is (4:5) en als zodanig gericht is op de juiste behandeling door een ander lichaam – door jou. Hij eist van je dat je Hem dient en gehoorzaamt en je eigen behoeften opoffert. Maar hij eist vooral dat je je lichamelijke genoegens opgeeft, omdat het lichaam van nature zondig is. En uiteindelijk eist Hij dat je je schuld aan Hem inlost door alles op te geven en te sterven (5:2).
Vanuit deze zienswijze is de impuls om hard van God weg te rennen en troost te zoeken in wat het lichaam te bieden heeft, volkomen verklaarbaar.
Dat is de reden waarom het koesteren van grieven Gods verlossingsplan aanvalt: het brengt ons ertoe om ervan weg te lopen.
Oefeninstructies:
DOEL
Ophouden met het aanvallen van Gods verlossingsplan door het ten onrechte te zien als iets wat het niet is. In plaats daarvan het verwelkomen zoals het is en je realiseren dat het al verwezenlijkt is in jou.
OEFENING
Een keer, tien tot vijftien minuten.
Dit is weer een oefening om te proberen Gods Stem te horen. Deze keer vraag je God wat Zijn verlossingsplan is, om jouw veronderstellingen daardoor te laten vervangen. Je grieven schilderen God af als een afgescheiden lichaam, dat onrecht is aangedaan door het slechte gedrag van anderen, waaronder jijzelf. Vanuit deze zienswijze dien je al je pleziertjes op te offeren en de prijs te betalen voor je wandaden, om je weer om je met Hem te kunnen verzoenen. Deze zienswijze met betrekking tot Zijn verlossingsplan is de reden waarom je daar niets van wilt weten.
Zet gedurende de oefenperioden alle veronderstellingen over Gods verlossingsplan opzij en vraag Hem wat het inhoudt. Vraag: “Wat is verlossing, Vader? Ik weet het niet [probeer dit te menen]. Zeg het mij, opdat ik het begrijp”. De houding waarmee je naar het antwoord luistert is zeer belangrijk. Vertrouw er op dat Hij zal antwoorden. “Wees vastbesloten te horen” (12:6). Als je voelt dat je vertrouwen afneemt herhaal dan de vraag “en onthoud dat jij de vraag stelt aan de oneindige Schepper van oneindigheid, die jou naar Zijn gelijkenis heeft geschapen” (12:1). Het kan ook helpen om de zinnen enigszins anders te formuleren, bijvoorbeeld: “Wat is Uw verlossingsplan? Ik laat al mijn veronderstellingen daarover los. Ik wil het echt graag begrijpen”. Luister naar de kleinste aanwijzingen en vertrouw wat je hoort. Schrijf het achteraf eventueel op.
HERHALINGEN
Een of twee keer per uur, gedurende ongeveer een minuut.
Zeg: “Grieven koesteren is een aanval op Gods verlossingsplan. Laat ik het in plaats daarvan aanvaarden. Wat is verlossing, Vader?” Wacht dan in stilte en luister naar Zijn antwoord, bij voorkeur met gesloten ogen. Gods verlossingsplan werkt eenvoudig door Zijn leiding te volgen.