Les 209
(28 juli)
Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij.
Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.
1. (189) Ik voel de Liefde van God nu in mij.
De Liefde van God is wat mij schiep. De Liefde van God is alles wat ik ben. De Liefde van God heeft me tot Zijn Zoon verklaard. De Liefde van God in mij maakt me vrij.
Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.
Toelichting:
“De Liefde van God is wat mij schiep” (1:2). Scheppen en liefhebben zijn hetzelfde (T7.I.3:3). Liefde breidt zich van nature uit naar buiten en schept meer van Zichzelf, ze schept als Zichzelf. God schiep jou “door Zichzelf uit te breiden als jou” (T7.I.5:2).
Denk je dat jij het Zelf van God kunt beoordelen? God heeft het boven beoordeling geschapen, uit Zijn behoefte om Zijn Liefde uit te breiden (T15.V.11:1-2).
Ons Zelf werd geschapen uit de behoefte van Liefde om zichzelf uit te breiden. We zijn het natuurlijke resultaat van de uitbreiding van Liefde. Daarom zijn we die Liefde. Ik ben Liefde, dat is alles wat ik ben. Er is niets in mij dat geen Liefde is. Ik ben volmaakte Liefde. Wat in mij iets anders lijkt te zijn – angstig, gedeprimeerd, verveeld, lusteloos, boos of afgunstig – is slechts een illusie, een hersenspinsel. Het is niet echt. Het is niet wie ik ben. Ik ben alleen Liefde en daarom onderwijs ik alleen Liefde.
Ik ben de Zoon van de Liefde. “De Liefde van God heeft me tot Zijn Zoon verklaard” (1:4). Ik ben geschapen naar het beeld en de gelijkenis van Liefde. Ik kan niets anders zijn dan liefdevol en ik ben nooit iets anders geweest dan liefdevol. Als ik geloof dat ik iets anders ben, ben ik aan het dromen. Ik ben niet een lichaam, geobsedeerd door zelfbehoud. Ik ben vrij om vrijelijk lief te hebben.
God zal nooit ophouden Zijn Zoon lief te hebben, en Zijn Zoon zal nooit ophouden Hem lief te hebben (T10.V.10:6).
“De Liefde van God in mij maakt me vrij” (1:5). De verbondenheid met deze Liefde in mezelf bevrijdt me van mijn zelfopgelegde slavernij. De aanvaarding van deze Liefde als wie ik ben bevrijdt me van schuld. Het door me heen laten stromen van deze Liefde bevrijdt me van alle zorgen en vervult me met vreugde. Liefde is mijn bevrijder.
Vandaag aanvaard ik dat de Liefde van God in mij is. Ik wil haar aanwezigheid voelen. Ik wil blij zijn dat ik Liefde ben. Alle kleine dingen die me verontrusten, die me vertellen dat ik minder ben dan Liefde, of dat iedereen minder is dan Liefde, verdwijnen in het niets als ik mijn hart open voor Liefde.
Oefeninstructies:
OEFENING
Zorgvuldig herhalen van de laatste twintig lessen, zodat je in een versneld tempo de weg naar God kunt gaan. Met deze laatste herhaling wordt Deel I van het Werkboek afgesloten.
OEFENING
’s Morgens en ’s avonds minimaal vijftien minuten. Gedurende deze oefenperioden kun je een Open Mind meditatie doen. De uitgebreide instructies hiervoor vind je na de Inleiding herhaling VI.
- Begin met het herhalen van het centrale thema: “Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij”.
- Herhaal vervolgens het idee van de dag en eventueel de cursief gedrukte zinnen daaronder, die bedoeld zijn als hulp bij het oefenen (WdI.hVI.In.6:5).
- Sluit dan je ogen en laat alle mentale rommel en overtuigingen over jezelf en de wereld los. Breng en houd je denkgeest in stille gereedheid om de ervaring van God te ontvangen. Gebruik geen woorden. Wacht alleen maar stil en verwachtingsvol op die ervaring. Vertrouw op de Heilige Geest, in plaats van op woorden. Geef je oefentijd aan Hem en stel je open voor Zijn leiding, waardoor je meditatie misschien in een onverwachte richting wordt geleid.
- Wanneer een afleidende gedachte opkomt – wat ongetwijfeld regelmatig zal gebeuren – zeg dan onmiddellijk: “Deze gedachte wil ik niet. In plaats daarvan kies ik”..... (WdI.hVI.In.6:2) herhaal het idee van de dag : "Ik voel de Liefde van God nu in mij". Dit is waarschijnlijk de meest effectieve manier die het Werkboek aanreikt om afdwalende gedachten te verdrijven.
- Besluit je oefening door nogmaals te herhalen: “Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij”.
HERHALINGEN
Een of twee minuten op elk heel uur, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.
Herhaal het idee van de dag en het centrale thema. Maak je denkgeest dan voor een moment leeg en wacht in stilte op de vrede van God.
Herhaal ook tussendoor zo vaak mogelijk het idee van de dag en het centrale thema.
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Zodra je in onvrede dreigt te raken, bevestig dan onmiddellijk je vrijheid door te zeggen: “Deze gedachte wil ik niet. In plaats daarvan kies ik”..... herhaal het idee van de dag : "Ik voel de Liefde van God nu in mij".
OPMERKING
De voorafgaande achtenveertig lessen hebben ons getraind in een basis-oefenvorm, die bestaat uit een langere oefenperiode ’s morgens en ’s avonds en een herhaling op elk heel uur. Wat daarbij ontbrak waren de regelmatige herhalingen tussendoor, waaraan daarvóór zoveel belang werd gehecht. Nu worden deze frequente herhalingen weer aan de instructies toegevoegd, zodat we, ter voorbereiding op Deel II, beschikken over de complete viervoudige oefenstructuur: ‘s morgens en ’s avonds stille tijd, op elk heel uur een herhaling, frequente herhalingen tussendoor en antwoord op verleidingen.
In deze laatste herhaling worden tijdens de oefensessies geen woorden meer gebruikt. We herhalen het idee van de dag en het centrale thema en worden dan stil, zonder woorden en gedachten. Dit helpt ons om “in een hoger tempo en langs een korter pad te komen tot de vrede en sereniteit van God” (WdI.hVI.In.4:2). Het helpt ons ook om ons voor te bereiden op de vormloosheid van Deel II.
Het is mogelijk dat God tot ons komt in de gedaante van de Heilige Geest, die ons inspireert om op een speciale manier te oefenen. Hij kan ons ook, zoals de laatste lessen zeggen, een woord of een gedachte geven om ons te helpen, of alleen maar stilheid en een rustige, open denkgeest (WdII.361-365.1:3). Als Hij ons naar een bepaalde oefenvorm leidt is dat prima. Anders wachten we in stilte. In overeenstemming met dit vertrouwen in de Heilige Geest vraagt Jezus ons elke oefenperiode in Zijn Handen te leggen en deze volledige herhaling aan Hem te wijden.