Les 28

(28 januari)

Ik wil niets liever dan de dingen anders zien.

1. Vandaag geven we in wezen een concrete toepassing aan het idee van gisteren. In deze oefenperioden zul je een reeks uitgesproken verbintenissen aangaan. De vraag of je die in de toekomst zult naleven is nu niet onze zorg. Als je tenminste bereid bent ze nu aan te gaan, ben je op weg om ze na te komen. En we staan nog altijd pas aan het begin.

 

2. Je kunt je afvragen waarom het bijvoorbeeld belangrijk is om te zeggen: ‘Ik wil niets liever dan deze tafel anders zien.’ Op zichzelf is dit helemaal niet belangrijk. Maar wat staat op zichzelf? En wat betekent ‘op zichzelf’ eigenlijk? Je ziet een heleboel afzonderlijke dingen om je heen, wat in feite betekent dat je helemaal niet ziet. Of je ziet, óf je ziet niet. Wanneer je één ding anders bent gaan zien, zul je alles anders zien. Het licht dat je in één ervan ziet, is hetzelfde licht dat je in allemaal zult zien.

 

3. Als je zegt: ‘Ik wil niets liever dan deze tafel anders zien,’ dan verplicht jij jezelf ertoe je vooropgezette ideeën over de tafel terug te nemen en je denken te openen voor wat hij is en waartoe hij dient. Je definieert hem niet aan de hand van het verleden. Je vraagt wat hij is, in plaats van hem te vertellen wat hij is. Je bindt zijn betekenis niet aan je minieme ervaring met tafels, noch begrens je zijn bedoeling tot je onbeduidende persoonlijke gedachten.

 

4. Je bent niet bereid vraagtekens te zetten bij wat je al gedefinieerd hebt. En de bedoeling van deze oefeningen is juist vragen te stellen en de antwoorden te ontvangen. Door te zeggen: ‘Ik wil niets liever dan deze tafel anders zien,’ verbind je jezelf ertoe te zien. Het is geen verbintenis die iets anders uitsluit. Het is een verbintenis die evenzeer voor de tafel geldt als voor iets anders, niet meer en niet minder.

 

5. Je zou in feite alleen al aan de hand van die tafel visie kunnen verwerven, als je al je eigen ideeën erover terug zou nemen en er met een volkomen open denkgeest naar zou kijken. Hij heeft je iets te laten zien: iets moois en zuivers en oneindig waardevols, vol geluk en hoop. Verborgen onder al jouw ideeën ligt zijn werkelijke bedoeling, de bedoeling die hij deelt met heel het universum.

 

6. Door de tafel te gebruiken als onderwerp voor de toepassing van het idee van vandaag, vraag je dus in wezen om de bedoeling van het universum te zien. Je zult hetzelfde verzoek richten tot elk voorwerp dat je tijdens de oefenperioden gebruikt. En je gaat met elk van die voorwerpen de verbintenis aan om de bedoeling ervan zich aan jou te laten openbaren, in plaats van dat jij jouw oordeel erop legt.

 

7. We zullen vandaag zes oefenperioden van twee minuten houden, waarin het idee voor deze dag eerst uitgesproken en dan toegepast wordt op wat je maar om je heen ziet. Niet alleen moeten de voorwerpen willekeurig worden uitgekozen, maar ze moeten ook alle met dezelfde oprechtheid tegemoet worden getreden wanneer het idee van vandaag erop wordt toegepast; dit in een poging om te erkennen dat ze allemaal van gelijke waarde zijn in hun bijdrage tot jouw zien.

 

8. Zoals gewoonlijk dienen de toepassingen de naam te bevatten van het voorwerp waarop je oog toevallig valt, en moet je je blik erop laten rusten terwijl je zegt:

 

Ik wil niets liever dan deze/dit _________ anders zien.

 

Elke toepassing moet heel langzaam, en zo aandachtig mogelijk worden uitgevoerd. Er is geen haast bij.


Toelichting:

Het idee dat ik visie kan verwerven door met een volkomen open geest naar een tafel te kijken, of naar elk ander willekeurig voorwerp, is onthutsend. Het betekent dat ik al mijn hele leven omringd ben door mensen en dingen die me verlichting hadden kunnen brengen en dat ik daar niet op heb gereageerd. Als ik zonder enig oordeel naar het scherm van de computer kijk terwijl ik dit aan het typen ben, zou ik dus “iets moois en zuivers en oneindig waardevols, vol geluk en hoop” (5:2) kunnen zien.

 

Ik vind dat nog steeds moeilijk te geloven. Ik betwijfel niet dat het mogelijk is, ik geloof dat een verlicht persoon, zoals Jezus bijvoorbeeld, “het universum in een korrel zand” kan zien, maar ik kan niet geloven dat ik dat kan zien. Ik heb in mijn leven al naar zoveel tafels gekeken en niet een daarvan heeft ooit iets tegen me gezegd. Ik kijk nu naar mijn bureau en ik zie – een bureau.

 

Verborgen onder al jouw ideeën ligt zijn [hiermee wordt het object bedoeld] werkelijke bedoeling, de bedoeling die hij deelt met heel het universum (5:3).

 

Aha! Een hint over waar deze les heen wil: we hebben het over een gemeenschappelijk doel. Het gaat erom een doel te zien dat alles verbindt en één maakt. Ik denk dat een bureau dient om aan te schrijven, een tafel om van te eten, een vork om mijn eten aan te prikken en een computer om via internet berichten naar mensen te sturen. Ik zie een heleboel verschillende doelen. Elk ding heeft zijn eigen, afzonderlijke doel. Maar in feite dienen ze slechts één doel, evenals mijn lichaam, de lucht, de maan... alles wat ik kan zien.

 

Wat is dat doel? Dat is wat ik wil zien. En dat is het waard om te willen zien.

 

Er is niets om je heen dat geen deel van jou is. Kijk er vol liefde naar en zie er het licht van de Hemel in. Zo zul je gaan inzien wat jou allemaal gegeven is. In zachtmoedige vergeving zal de wereld sprankelen en stralen, en alles wat jij eens zondig achtte, krijgt nu een nieuwe interpretatie als deel van de Hemel. Hoe schitterend is het om zuiver, verlost en gelukkig door een wereld te gaan die zo deerlijk de verlossing nodig heeft die jouw onschuld haar verleent! Wat kun je waardevoller achten? Want hier ligt je verlossing en je vrijheid. En die moet compleet zijn, wil jij die herkennen (T23.In.6:1-8).


Oefeninstructies:

DOEL

De verbintenis aangaan om werkelijk te willen zien, om je vooroordelen over alles op te geven en je denkgeest te openen voor ware visie. Door de werkelijkheid van één ding te zien, zie je de werkelijkheid van alles.

 

OEFENING

Zes keer, gedurende twee minuten.

 

  • Herhaal het idee.
  • Pas het vervolgens willekeurig toe op alles wat je om je heen ziet, waarbij je elk voorwerp evenveel aandacht geeft. Laat je ogen lang genoeg op alles rusten om langzaam en bedachtzaam te zeggen: “Ik wil niets liever dan dit/deze ..... anders zien”.

 

Realiseer je dat je door dit te zeggen een belofte doet, de belofte om de bedoeling die jij aan dit object hebt toegekend op te geven en de bedoeling te zien die God er aan gegeven heeft: “de bedoeling die hij [dit object] deelt met heel het universum”. Door de werkelijkheid van dit ene object te zien kun je de bedoeling van alles zien en ware visie verwerven.

 

OPMERKING

Elke toepassing van dit idee (op een tafel, een stoel, een voet, enzovoort) betekent dat je een verbintenis aangaat. Probeer dus in deze geest te oefenen. Probeer bij elke herhaling te menen wat je zegt. Gebruik de woorden niet gedachteloos. Spreek ze met oprechtheid uit. Zeg ze aandachtig. Maak je geen zorgen over de vraag of je deze verbintenissen in de toekomst na zult leven, omdat dit je tegenhoudt om ze aan te gaan. En je kunt ze niet naleven als je ze niet eerst aangaat.