Les 180
(29 juni)
God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.
1. (169) Door genade leef ik. Door genade word ik vrij.
God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.
2. (170) Er schuilt geen wreedheid in God en evenmin in mij.
God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook.
Toelichting:
Alinea 12 van de Inleiding op deze herhaling:
Gisteren hebben we nog eens nagedacht over de betekenis van de oefeningen die ons geleerd worden en de frequente herhaling van de ideeën van de dag. De alinea van vandaag herinnert ons er aan dat woorden slechts hulpmiddelen zijn. Hun doel is “om de denkgeest, zo nodig, aan zijn doel te herinneren” (12:1). Het doel is om tijdens de heilige ogenblikken de verbinding met God te ervaren.
We stellen vertrouwen in de ervaring die uit oefening voortkomt, niet in de middelen die we hanteren (12:2).
Wat is het doel van de denkgeest? Ons herinneren Wie we zijn en dit delen met de wereld. De herhaling van woorden brengt ons terug naar de herinnering van een Zelf, dat altijd verenigd is met Zijn Vader en Zichzelf, Zijn natuurlijke uitbreiding. Het doel van onze oefeningen is het ervaren van die staat van de juist gerichte denkgeest, al is het maar voor even. Dan herinneren we ons dat we louter Liefde zijn, omdat dat alles is wat God is. En aangezien dat zo is, kan er geen wreedheid schuilen in God en evenmin in ons.
Alleen in de ervaring ligt overtuigingskracht (12:3). De woorden zelf: “God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook” of “Door genade leef ik”, kunnen ons niet overtuigen en ons geen zekerheid geven. Maar de ervaring hiervan kan dat niet alleen, maar zal dat ook. Het doel van de oefeningen is om voorbij de woorden naar de ervaring te gaan, naar hun betekenis, “die ver voorbij hun klank gelegen is” (12:4). Hoe dat gebeurt, kan niemand je vertellen. Maar ik kan je wel vertellen dat het gebeurt – alleen niet zonder oefening. Het zijn niet de oefeningen zelf die het laten gebeuren, maar ze bereiden de denkgeest voor op de ervaring. Ze openen de deur. Ze zuiveren de denkgeest met kristalheldere gedachten en maken deze klaar voor de ervaring die er altijd is, die altijd op ons wacht. En in die ervaring vinden we onze rust.
Oefeninstructies:
DOEL
Je voorbereiden op deel II van het Werkboek. Meer tijd en aandacht geven aan de praktische beoefening en het “versnellen van je voetstappen” op je reis naar God. Herkennen van de waarheid van het centrale idee: “God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook”. Maak van deze herhaling een geschenk aan Jezus, en een periode waarin je een nieuwe, maar tegelijkertijd oeroude ervaring met hem deelt.
HET GEBED
Gebruik het gebed in alinea 2 en 3 om de herhalingslessen aan God op te dragen. Je vraagt Hem hierin om je oefening te leiden en je terug te roepen wanneer je afdwaalt, zodat je sneller vooruitkomt op je weg naar Hem.
HET CENTRALE IDEE
Deze herhaling draait om het idee “God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook”. Het doel hiervan is om je op een punt te brengen waar je de waarheid van dit idee werkelijk kunt begrijpen en ervaren. Het doel van de ideeën die herhaald worden is dit centrale idee te ondersteunen, de diverse aspecten ervan te verduidelijken, en het “meer betekenis te geven, meer persoonlijk en waar te laten zijn” (WdI. hV.In.4:2).
Laat dit idee daarom elke dag van deze tiendaagse herhaling tot je doordringen. Begin en eindig de dag ermee; begin en eindig elke oefenperiode ermee en elk idee dat je herhaalt.
OEFENING
’s Morgens en ’s avonds, minimaal vijf minuten en in het ideale geval dertig minuten of meer.
Herhaal het centrale idee: “God is louter Liefde, en dus ben ik dat ook”, en de twee ideeën die herhaald worden. Herhaal aan het begin en het eind van elk idee het centrale idee. Gebruik de ideeën die je herhaalt om een aspect van het centrale idee te belichten, zodat dit meer betekenis voor je krijgt.
Begeef je dan in een stille meditatie. Houd je denkgeest vrij van woorden. Woorden zijn slechts wegwijzers, ze wijzen in de richting van de betekenis, maar nu zoeken we de directe ervaring van deze betekenis en daarbij staan woorden alleen maar in de weg. Wacht in deze woordeloze leegte “in stille afwachting” (WdI.94.4:1) op de ervaring waarover de woorden spreken, de ervaring van je ware Zelf. Je volledige aandacht is gericht op het laten rusten van je denkgeest “in stille verwachting” (WdI.157.4:3). Je denkgeest is rustig en in evenwicht.
Als je gedachten afdwalen, wat regelmatig zal gebeuren, herhaal dan het centrale idee om jezelf eraan te herinneren waar je op wacht – het bewustzijn van je ware Zelf – en keer terug tot je zwijgend wachten.
Besluit de oefening door het centrale idee nogmaals te herhalen.
HERHALINGEN
De oefeninstructies die in Les 153, alinea 15-18 worden gegeven, gelden ook voor deze herhalingen: ’s morgens en ’s avonds een lange oefenperiode en daar tussendoor op elk heel uur een of twee minuten, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.
Herhaal de twee ideeën, en begin en beëindig elk ervan met het centrale idee. Dank God voor zijn gaven in het afgelopen uur en vraag Zijn Leiding voor het komende uur. Besluit met het centrale idee.