Les 309

(5 november)

Ik zal vandaag niet bang zijn om naarbinnen te kijken.

1. In mij is eeuwige onschuld, want het is Gods Wil dat die daar voor eeuwig en altijd is. Ik, Zijn Zoon, wiens wil even onbegrensd is als de Zijne, kan hierin geen verandering willen. Want mijn Vaders Wil verloochenen is de mijne verloochenen. Naarbinnen kijken is niets anders dan mijn wil vinden zoals God die geschapen heeft en zoals die is. Ik ben bang naarbinnen te kijken, omdat ik denk dat ik een andere wil gemaakt heb die niet waar is, en die ik tot werkelijkheid heb gemaakt. Toch heeft die geen gevolgen. In mij is de Heiligheid van God. 8In mij is de herinnering van Hem.

 

2. De stap die ik vandaag zet, Vader, is mijn onbetwistbare bevrijding van ijdele dromen over zonde. Uw altaar blijft sereen en onbezoedeld. Het is het heilige altaar voor mijn Zelf, en daar vind ik mijn ware Identiteit.


Toelichting:

Ik merk dat ik vaak wantrouwig tegenover mijn eigen motieven sta. Ik ben er in het verleden zo goed in geslaagd mijn gedachten en gevoelens voor mezelf te verbergen dat ik, zelfs wanneer mijn motieven aan de oppervlakte zuiver lijken te zijn, mezelf toch afvraag wat daaronder schuilgaat en aarzel om daarnaar te kijken.

 

Om een voorbeeld te geven: ik heb in het verleden afstand genomen van een goede vriendin omdat ik ervan overtuigd was dat zij mij op een afstand hield. Ik ontkende met klem dat mijn eigen angst de werkelijke reden was waarom ik haar van me af duwde. Ik hield vol dat ik een nauwer contact wilde, maar dat zij dat niet beantwoordde.

 

Wanneer we vertrouwd zijn met de misleidingen van het ego kan het moeilijk zijn onszelf te vertrouwen. Het lijkt alsof er altijd iets huichelachtigs gaande is in mijn denkgeest, dat ik verberg met ontkenning en dissociatie. Hoe zou ik dus niet bang kunnen zijn om naarbinnen te kijken? Als ik dat doe, wat voor lelijks en slechts zal ik dan ontdekken?

 

Ik ben bang naarbinnen te kijken, omdat ik denk dat ik een andere wil gemaakt heb die niet waar is, en die ik tot werkelijkheid heb gemaakt (1:5).

 

Als ik naar binnen kijk zie ik meestal eerst die lelijke, slechte dingen. Het goede nieuws is echter dat ze niet waar zijn. Ik ben er niet in geslaagd die andere wil tot werkelijkheid te maken. Het enige waarin ik ben geslaagd is in het maken van illusies. De lelijkheid is een rookgordijn, een masker, een muur die het ego heeft opgericht voor de eeuwige onschuld van mijn denkgeest. Als ik met de Heilige Geest naar deze gedachten kijk, zal ik zien dat ze niet zo verschrikkelijk zijn als ik vreesde. Hij zal ze voor mij omzetten in waarheid. Hij zal me helpen er een roep om liefde in te zien, de bevestiging van de liefde die eronder begraven ligt, de weerspiegeling van de onschuld die ik nooit verloren heb.

 

In de situatie die ik hierboven heb beschreven duwde ik mijn vriendin van me af omdat ik bang was haar liefde te verliezen. Ik was bang dat ze mij haar tijd en gezelschap niet waard vond en ik wilde haar niet de kans geven om te bewijzen dat dit klopte. Daarom trok ik mij terug voordat zij mij zou afwijzen. Ik wilde haar straffen voor haar (ingebeelde) verraad door me van haar terug te trekken. Maar ik vergiste me, zowel in mijzelf als in haar. Toen ik haar vertelde dat ik afstand wilde nemen werd ze woedend op me. Terwijl ze opstond om het restaurant te verlaten zei ze dat ze nooit meer iets met me te maken wilde hebben. En toen gebeurde er een wonder. Plotseling veranderde mijn waarneming van haar. Ik zag haar woede voor wat deze werkelijk was: een roep om liefde. Ze was boos op me omdat ik mijn liefde achterhield en dat verlies deed haar pijn. Ik zag haar woede niet meer als een aanval, maar als een roep om liefde. En toen ik naarbinnen keek zag ik de verwrongen motieven die met me op de loop waren gegaan. Ik zag mijn angst. Ik zag mijn kille afstandelijkheid. En onder dit alles ontdekte ik mijn liefde en onschuld, wachtend om de hare te ontmoeten.

 

We hoeven nooit bang te zijn om naarbinnen te kijken. Het enige wat zich daar bevindt is “mijn wil ..... zoals God die geschapen heeft en zoals die is” (1:4). Wat ik heb gemaakt, al die lelijke egogedachten, hebben geen enkele invloed. Er is geen reden om er bang voor te zijn, ze zijn betekenisloos. Ik kan er samen met de Heilige Geest naar kijken en erom lachen. Ik kan zeggen: Wat een onzin! Deze gedachten betekenen niets. Ze komen voort uit een angstige denkgeest, die lijdt om wat hij denkt te hebben gedaan, maar daaronder bevindt zich de heiligheid van God, de herinnering van God. Deze gezegende, vriendelijke en milde denkgeest, zo ruim en open en grootmoedig, zo allesomvattend – dat is mijn ware Identiteit. Dat is Wie ik ben.


Oefeninstructies:

DOEL

De Inleiding op Deel II van het Werkboek klinkt alsof we voor de rest van het jaar proberen het eind van onze spirituele reis te bereiken: “Dit jaar heeft ons tot de eeuwigheid gebracht” (10:8). Het Handboek voor leraren beschrijft in hoofdstuk 16 een bescheidener doel: het bereiken van een punt waarop we oefenen vanuit onze eigen motivatie en inspiratie en niet omdat een boek ons aanraadt dat te doen. Dat betekent dat onze beoefening verandert van een opdracht in een levenswijze. Ik denk dat het goed is deze beide doelen te combineren. We moeten streven naar de eeuwigheid, omdat we, door de lat hoog te leggen, verder komen dan wanneer we dat niet doen, zelfs als dat alleen maar betekent dat we het Werkboek niet meer nodig hebben.

Deel II, dat geen instructies voor de dagelijkse beoefening meer bevat, is een belangrijke stap in die richting. Wanneer je beoefening opbloeit in plaats van verdort, ben je dicht bij het doel van het Werkboek: het overbodig worden ervan.

 

Met andere woorden: we moeten ernaar streven los te komen van tijd en ruimte, zodat we dit doel kunnen bereiken.

 

LEZEN VAN DE LESSEN

De lessen van Deel II zijn anders dan die van Deel I. Na het idee van de dag volgen slechts twee alinea’s, beide in de eerste persoon (ik of wij), die het idee van de dag uitbreiden en toelichten. Hierdoor lijken de lessen van Deel II op de meeste herhalingen van Deel I, waar het idee van de dag wordt gevolgd door een “bijbehorende toelichting” (WdI.hI.In.2:3,3:3), die geschreven is in de eerste persoon en een uitbreiding is van het idee. In de Herhalingen zijn deze bijbehorende toelichtingen onderdeel van de oefening. We lezen ze enkele keren, denken erover na, herhalen ze bij onszelf en “proeven” elk woord. De bedoeling is ze ons eigen te maken, daarom zijn ze geformuleerd alsof het onze eigen woorden zijn. We verbinden ons er zodanig mee dat het meer oefenen dan lezen wordt.

Het is goed om de bijbehorende toelichtingen in Deel II op dezelfde manier te gebruiken. De Inleiding verwijst daar ook naar. Ze spreekt over lezen als een oefening (2:1), een inleiding tot “perioden van woordeloze, diepe ervaring die daarop zouden moeten volgen” (11:2). Als praktische oefening kunnen de twee alinea’s van elke les op de volgende manier worden gebruikt:

 

  • De toelichting op het idee:

Lees deze alinea langzaam een aantal keren en stel je voor dat dit werkelijk je eigen gedachten zijn. Benadruk eventueel de woorden “ik”, “mij” en “mijn”.

  • Het gebed:

 

OCHTEND- EN AVOND MEDITATIE

Deze langere oefenperioden zijn bedoeld als Open Mind meditatie, dus neem de tijd die je nodig hebt voor het gewenste resultaat. Begin met het herhalen van het idee van de dag, maar doe dit op een speciale manier: als een uitnodiging aan God om tot je te komen: “We zeggen de uitnodigende woorden die Zijn Stem ons ingeeft en dan wachten we op Zijn komst” (4:6). Nadat je deze woorden hebt herhaald, wacht je in verwachtingsvolle stilte. Wachten betekent gewoonlijk dat je lichamelijk stil zit of staat, in afwachting van de een of andere gebeurtenis. Hier gaat het echter ook om mentale stilte, in afwachting van een wonderbaarlijke gebeurtenis: het ervaren van God in je denkgeest. Wacht daar als het ware met ingehouden adem op. Wacht in het vertrouwen dat “de Godsherinnering schemert aan de wijde horizonten van onze denkgeest” (9:5). Je wacht dus bewegingloos, maar zeer alert. Je wachten moet vervuld zijn van de verwachting “dat onze Vader Zichzelf openbaart, zoals Hij heeft beloofd” (3:3). Met andere woorden: je wachten is gebaseerd op het vertrouwen dat God Zijn beloften na zal komen. Hij heeft je beloofd dat Hij komt als je daar om vraagt. Probeer zonder gebruik van woorden in deze meditatieve staat te blijven. Als je gedachten afdwalen herhaal dan het idee van de dag, om jezelf terug te brengen naar de staat van zwijgend wachten. “We zullen die gedachte gebruiken om onze denkgeest zo nodig te kalmeren” (3:1).

 

Wanneer je de Open Mind meditatie te moeilijk vindt of wanneer deze niet het gewenste resultaat oplevert, gebruik dan eventueel de Naam-van-God meditatie, zoals bijvoorbeeld Les 222 aangeeft: “Vader, we hebben geen andere woorden op onze lippen en in onze denkgeest dan Uw Naam, nu wij in stilte in Uw Tegenwoordigheid komen en vragen om even in vrede te mogen rusten bij U” (WdII.222.2:1). (Zie ook de oefeninstructies bij les 183184 en Naam van God meditatie.

 

UURLIJKSE HERINNERING

Een of twee minuten op het hele uur (of korter wanneer dat vanwege de omstandigheden niet mogelijk is). Doe een korte versie van de ochtendmeditatie: herhaal het idee als een uitnodiging aan God en wacht in woordeloze stilte op Zijn komst.

 

REGELMATIGE HERHALINGEN

Herhaal het idee van de dag zo vaak mogelijk: “Herhaal het, en laat je denkgeest een kort moment in stilte en vrede verpozen” (WdI.hIII.In.10:5).

 

ANTWOORD OP VERLEIDINGEN

Zodra je in de verleiding komt om je doel te vergeten:

Herhaal het idee om God aan te roepen teneinde deze verleiding te laten verdwijnen (2:9, 10:2).

Als je ergens door van streek raakt, stel dan vast welke behoefte achter dat gevoel zit en zeg: “Ik denk dat ik ..... nodig heb, maar ik heb niets nodig dan de waarheid.

 

LEZEN VAN DE “WAT IS DE WEDERKOMST”-TEKST

Lees vóór de ochtend- of avondoefening de “Wat is de Wederkomst”- tekst die aan de orde is. Lees dit niet oppervlakkig, “ze dienen langzaam gelezen en even overdacht te worden” (11:4).

 

OEFENSUGGESTIE

De volgende oefening kan behulpzaam zijn bij het toepassen van de les van vandaag:

 

  • Maak contact met het deel in je dat vindt dat je altijd min of meer gelijk hebt en in je recht staat, dat je altijd je best doet, en dat je problemen altijd veroorzaakt worden door uiterlijke omstandigheden, die teveel druk op je uitoefenen.

 

  • Ga dan naar een dieper niveau in je binnenste. Probeer in contact te komen met het gevoel van wantrouwen ten opzichte van je eigen wil: enerzijds verlang je ernaar om op een natuurlijke en consistente manier naar het hoogste en meest liefdevolle te reiken, maar in plaats daarvan doe je vaak het tegenovergestelde.

 

  • Probeer nu in contact te komen met je geloof dat deze grillige wil je onzuiver heeft gemaakt. Hij heeft je in je eigen ogen tot een kleinzielige, egocentrische, oppervlakkige en zelfdestructieve persoon gemaakt. Probeer contact te maken met die zelfafkeer in je binnenste.

 

  • Realiseer je dan dat dit de stem van het ego is, die je vertelt wie je bent, ook al heeft het daar geen flauw idee van. Realiseer je ook dat Gods Stem je het tegenovergestelde vertelt. Hij vertelt je dat je Zijn heilige Zoon bent, voor eens en voor altijd. Stel je vertrouwen in Zijn Stem en besef dat Hij weet wie jij bent, zelfs al weet je dat zelf niet. Laat Zijn visie van jou diep tot je doordringen. Laat je erdoor meevoeren naar die diepe plaats in je denkgeest waar Gods heiligheid verblijft en waar Zijn heiligheid de jouwe is.

 

  • Breng de rest van de tijd door in stille meditatie, in die plaats van heiligheid, waar je met liefde naar jezelf kunt kijken in plaats van met angst.

 

•••

 

SAMENVATTING

  • Lees de toelichting langzaam en alsof het je eigen woorden zijn.
  • Bid het gebed, eventueel meerdere keren.
  • ’s Morgens en ’s avonds: Herhaal het idee en mediteer daarna enige tijd.
  • Elk heel uur: Herhaal het idee en breng enkele momenten door in stilte.
  • Regelmatige herhalingen: Herhaal het idee gedurende de dag zo vaak mogelijk.
  • Antwoord op verleidingen: Herhaal het idee om je vrede te herstellen zodra deze verstoord raakt en/of je het doel uit het oog verliest.
  • Lees één keer per dag langzaam en aandachtig de “Wat is de Wederkomst”- tekst.

Wat is de Wederkomst  9:

Deel 9: WdII.9.5:1-4

 

1. De Wederkomst van Christus, die zo zeker is als God Zelf, is niets dan de correctie van vergissingen en de terugkeer van innerlijke gezondheid. Ze maakt deel uit van de toestand die terugbrengt wat nooit verloren was, en opnieuw bekrachtigt wat voor eeuwig en altijd waar is. Het is de uitnodiging aan Gods Woord om de plaats van illusies in te nemen, de bereidwilligheid om vergeving op alles te laten rusten, zonder uitzondering en zonder voorbehoud.

 

2. Het is dit alles-insluitende karakter van de Wederkomst van Christus dat haar in staat stelt de wereld te omvangen en jou geborgen te houden in haar zachte komst, die jou en al wat leeft omvat. De bevrijding die de Wederkomst brengt, kent geen eind, daar Gods schepping niet anders dan grenzeloos kan zijn. Vergeving verlicht de weg van de Wederkomst, omdat ze alles als één beschijnt. En zo wordt eenheid ten langen leste herkend.

 

3. De Wederkomst brengt de lessen die de Heilige Geest onderwijst tot een eind, en maakt zo plaats voor het Laatste Oordeel waarin al het leren eindigt in één laatste samenvatting die voorbij zichzelf zal reiken en zich uitstrekt tot God. De Wederkomst is het moment waarop alle denkgeesten in handen van Christus worden gelegd, om in naam van de ware schepping en de Wil van God aan de geest te worden teruggegeven.

 

4. De Wederkomst is de enige gebeurtenis in de tijd waarop de tijd zelf geen invloed heeft. Want ieder die ooit kwam om te sterven, of die nog komen zal, of nu aanwezig is, wordt gelijkelijk bevrijd van wat hij heeft gemaakt. In die gelijkheid wordt Christus hersteld als één Identiteit, waarin de Zonen van God erkennen dat zij allen één zijn. En God de Vader glimlacht naar Zijn Zoon, Zijn ene schepping en Zijn enige vreugd.

 

"Bid dat de Wederkomst spoedig mag zijn, maar laat het daar niet bij. Ze heeft jouw ogen en oren en handen en voeten nodig. Ze heeft jouw stem nodig. En bovenal behoeft ze jouw bereidwilligheid."

 

Laten we ons erin verheugen dat we Gods Wil kunnen doen, en ons verenigen in het heilig licht daarvan. Zie, de Zoon van God is één in ons, en door Hem kunnen we de Liefde van onze Vader bereiken.

 

 

Wat kunnen we doen met betrekking tot de Wederkomst?

 

  1. Bid erom. Vraag dat ze spoedig mag zijn, wens haar, hunker ernaar, wacht in rustig ongeduld op haar komst.
  2. Geef jezelf volledig aan haar. “Ze heeft jouw ogen en oren en handen en voeten nodig. Ze heeft jouw stem nodig. En bovenal behoeft ze jouw bereidwilligheid” (5:2-4).

 

Wij zijn het middel waardoor de Wederkomst kan plaatsvinden.

Laten we onze ogen geven om overal liefde te zien, in plaats van fouten te zoeken en schuld te zien. Laten we onze oren geven om alleen de Stem namens God te horen en elke roep om liefde om ons heen te beantwoorden. Laten we onze handen geven om de handen van degenen naast ons te nemen en hen naar huis te leiden. Laten we onze voeten geven om naar diegenen te gaan die in nood verkeren. Laten we onze stem geven om woorden van genezing te spreken, van vergeving en bevrijding. En vooral: laten we onze bereidwilligheid geven om ons aan te sluiten bij de grote kruistocht ter correctie van de dwaze vergissing van zonde en schuld, waar we die ook maar tegenkomen.

 

Met andere woorden: wij zijn degenen die Hem terugbrengen. In werkelijkheid is Hij nooit weggeweest, we brengen Hem alleen terug in ons bewustzijn. Het gaat om de terugkeer van de herinnering van onze Identiteit. Het werk dat we voor onszelf doen is de krachtigste manier om de Wederkomst uit te nodigen. De manier waarop we, door vergeving en ware waarneming, bevestigen dat we dezelfde identiteit hebben als onze broeders en Christus, is de manier waarop de Wederkomst plaatsvindt.

 

Ieder van ons heeft een belangrijke rol in dit proces. “Mijn rol is essentieel voor Gods verlossingsplan” (WdI.100.t). De kleine verandering in je denkgeest, wanneer je de Cursus elke dag beoefent, die schijnbaar onbeduidende verandering die je in staat stelt de automobilist die je snijdt in het verkeer te vergeven, of de vriend die liefdeloos handelt; elk vriendelijk gebaar, elk moment waarop je ervoor kiest een roep om liefde te zien in plaats van een aanval, draagt bij aan het ontwaken van deze Grote Denkgeest, de Enige die we in werkelijkheid zijn. Jij bent het niet die ontwaakt, het is de Christus. Hij is wat terugkeert, Hij keert terug in jou.

 

En wanneer jij jezelf laat genezen, zie je al degenen om je heen, of die in je denkgeest opkomen, of met wie je in aanraking komt, of wie geen contact met je schijnen te hebben, samen met jou genezen. Misschien zul je ze niet allemaal herkennen, noch beseffen hoe groot jouw geschenk aan heel de wereld is, wanneer jij genezing tot je laat komen. Maar jij wordt nooit alleen genezen. En talloos velen zullen het geschenk ontvangen dat jij ontvangt wanneer jij genezen wordt (WdI.137.10:1-4).

 

Elke keer dat je oefent, komt het bewustzijn daarvan op zijn minst een beetje dichterbij; menigmaal wordt duizend jaar of meer bespaard (WdI.97.3:2).

 

De Heilige Geest zal met vreugde vijf minuten van elk uur uit jouw handen aannemen en ze door deze gekwelde wereld dragen waar pijn en ellende lijken te regeren. Hij zal niet één denkgeest overslaan die ontvankelijk en bereid is om de genezende gaven die zij brengen te aanvaarden, en Hij zal ze overal neerleggen waar Hij weet dat ze welkom zijn. En ze zullen toenemen in genezende kracht, telkens wanneer iemand ze als zijn eigen gedachten aanvaardt en ze benut om te genezen. Zo zal elk geschenk aan Hem duizendvoudig en nog eens tienduizend maal meer vermenigvuldigd worden. En wanneer het aan jou teruggegeven wordt, zal het ‘t kleine geschenk dat jij gegeven hebt net zozeer in macht overtreffen als de schittering van de zon het zwakke schijnsel overstraalt dat een vuurvliegje voor een onbestendig ogenblik maakt om dan weer uit te doven. De gestage glans van dit licht houdt aan en leidt je uit de duisternis, en je zult de weg niet meer kunnen vergeten (WdI.97.5:1-6:3).

 

Dit is wat er vandaag gebeurt. Elke lichtflits treft elke denkgeest in de wereld en brengt deze een beetje dichter bij de waarheid. We zien het sneeuwbaleffect van verlichting. En de sneeuwbal is veel te groot geworden om nog genegeerd te worden. Victor Hugo zei: “Niets is zo machtig als een idee waarvoor de tijd gekomen is”. De tijd voor dit idee is gekomen. Het is hier en wij maken er deel van uit.