Les 159

(8 juni)

Ik geef de wonderen die ik ontvangen heb.

1. Niemand kan geven wat hij niet ontvangen heeft. Iets geven vereist eerst dat jij het in eigen bezit hebt. Hierin stemmen de wetten van de Hemel en de wereld overeen. Maar hier ook lopen ze uiteen. De wereld gelooft dat je iets moet vasthouden om het te bezitten. Verlossing onderwijst anders. Geven is de manier waarop jij inziet dat je ontvangen hebt. Het is het bewijs dat wat jij hebt van jou is.

 

2. Je begrijpt dat je genezen bent, wanneer je genezing geeft. Je aanvaardt dat vergeving in jouzelf volbracht is, wanneer jij vergeeft. Je herkent je broeder als jezelf en aldus zie je dat jij heel bent. Er is geen wonder dat jij niet kunt geven, want ze zijn jou allemaal gegeven. Ontvang ze nu door de schatkamer van je denkgeest te openen waarin ze liggen opgetast en door ze weg te geven.

 

3. De visie van Christus is een wonder. Ze komt van ver voorbij zichzelf, want ze weerspiegelt eeuwige liefde en de wedergeboorte van een liefde die nooit sterft, maar verborgen werd gehouden. De visie van Christus is een weergave van de Hemel, want ze ziet een wereld die zo op de Hemel lijkt dat wat God volmaakt geschapen heeft erin kan worden weerspiegeld. De troebele spiegel die de wereld jou voorhoudt, kan alleen maar verwrongen beelden in gebroken stukken laten zien. De werkelijke wereld is een weergave van de onschuld van de Hemel.

 

4. De visie van Christus is het wonder waarin alle wonderen ontstaan. Ze is hun bron en blijft bij elk wonder dat jij geeft, en blijft toch van jou. Het is de band die gever en ontvanger hier op aarde in uitbreiding verenigt, zoals ze in de Hemel één zijn. Christus ziet in niemand zonde. En in Zijn ogen zijn de zondelozen één. Hun heiligheid werd hun gegeven door Zijn Vader en door Hemzelf.

 

5. De visie van Christus is de brug tussen de twee werelden. En je kunt veilig op de kracht daarvan vertrouwen om jou van deze wereld naar een wereld te laten dragen die door vergeving geheiligd is. Dingen die hier heel stevig lijken, zijn daar slechts schaduwen: doorzichtig, vaag zichtbaar, soms vergeten, en nooit in staat het licht te verduisteren dat erachter schijnt. Waarneming heeft haar heiligheid hervonden, en de blinden kunnen zien.

 

6. Dit is de ene gave van de Heilige Geest: de schatkamer waarop jij in volmaakte zekerheid een beroep kunt doen voor alles wat kan bijdragen tot jouw geluk. Het is hier allemaal al neergelegd. Het kan allemaal ontvangen worden door wie er slechts om vraagt. Hier is de deur nooit op slot, en niemand wordt zijn geringste verzoek of zijn dringendste behoefte ontzegd. Er is geen ziekte die niet reeds is genezen, geen gebrek waaraan niet is voldaan, geen behoefte die niet is vervuld binnen deze gouden schatkamer van Christus.

 

7. Hier herinnert de wereld zich wat verloren is gegaan toen ze werd gemaakt. Want hier wordt ze hersteld, weer nieuw gemaakt, maar in een ander licht. Wat de haard van zonde had moeten zijn, wordt het centrum van verlossing en de bakermat van genade, waar zij die lijden een welkom en genezing vinden. Niemand zal worden weggestuurd van dit nieuwe thuis waar zijn verlossing wacht. Niemand is een vreemde voor hem. Niemand vraagt iets van hem behalve het geschenk dat zijn welkom door hem wordt aanvaard.

 

8. De visie van Christus is de heilige grond waarin de lelies van vergeving wortelen. Dit is hun thuis. Ze kunnen van hier naar de wereld worden teruggebracht, maar ze kunnen nooit groeien in haar schrale en ondiepe grond. Ze hebben het licht, de warmte en de weldadige zorgen nodig waarin de barmhartigheid van Christus voorziet. Ze hebben de liefde nodig waarmee Hij naar ze kijkt. En ze worden Zijn boodschappers, die geven zoals zij hebben ontvangen.

 

9. Neem uit Zijn schatkamer, opdat haar schatten mogen toenemen. Zijn lelies verlaten hun thuis niet wanneer ze naar de wereld mee terug worden genomen. Hun wortels blijven. Ze verlaten hun bron niet, maar dragen de weldadigheid ervan met zich mee en veranderen de wereld in een tuin zoals die vanwaar zij gekomen zijn en waarheen zij nog sterker geurend terugkeren. Nu zijn ze dubbel gezegend. De boodschappen die zij van Christus brachten, zijn bezorgd en aan ze teruggegeven. En zij geven die met blijdschap aan Hem terug.

 

10. Aanschouw de schat aan wonderen die voor jou klaarstaat om te geven. Ben jij deze gave niet waard, als God bepaald heeft dat die jou gegeven wordt? Oordeel niet over Gods Zoon, maar volg de weg die Hij heeft gebaand. Christus heeft de droom van een vergeven wereld gedroomd. Het is Zijn gave waardoor een zachte overgang kan worden gemaakt van dood naar leven, van hopeloosheid naar hoop. Laten wij een ogenblik met Hem dromen. Zijn droom doet ons ontwaken tot de waarheid. Zijn visie verschaft de middelen om terug te keren naar onze nooit verloren en eeuwigdurende heiligheid in God.


Toelichting:

Misschien valt je op dat de titel van deze les bijna hetzelfde is als die van gisteren. Er is inderdaad een overeenkomst in de ideeën van deze twee lessen, en zelfs in die van de twee lessen daarvóór. Die overeenkomst is de visie van Christus. Al deze lessen beschrijven het heilig ogenblik als een cruciaal onderdeel van onze spirituele beoefening, hoewel die term niet specifiek in elke les wordt gebruikt. Het algemene thema is onze niet aflatende spirituele beoefening, zodat we regelmatig een heilig ogenblik kunnen beleven, de momenten waarop we een vleugje van de eeuwigheid of de Hemel ervaren, een voorproefje van de kennis van de waarheid. Hoewel we deze ervaring niet mee terug kunnen nemen naar de wereld, kunnen we wel met anderen delen hoe het, vertaald in waarneming, is om die ervaring te hebben. Dit wordt “de visie van Christus” genoemd, die tot uitdrukking komt in vergeving.

 

In deze les wordt naar het heilig ogenblik verwezen in zinnen zoals “Laten wij een ogenblik met Hem dromen” (10:6) en: “Ontvang ze [de wonderen] nu door de schatkamer van je denkgeest te openen waarin ze liggen opgetast” (2:5). Het heilig ogenblik is de “schatkamer” waar we naartoe komen, de plaats waar we de geschenken van de visie van Christus ontvangen. We moeten ontvangen voor we kunnen geven. Maar we kunnen niet herkennen of ons volledig bewust worden van wat we ontvangen hebben, voordat we het hebben weggegeven.

 

Geven is de manier waarop jij inziet dat je ontvangen hebt. Het is het bewijs dat wat jij hebt van jou is (1:7-8).

 

De uitbreiding van de visie van Christus is een integraal onderdeel van het verlossingsplan van de Cursus. Het geeft ons zekerheid. Het lijkt op het principe van de AA, dat je nuchter blijft door iemand anders te helpen nuchter te blijven.

 

Je begrijpt dat je genezen bent, wanneer je genezing geeft. Je aanvaardt dat vergeving in jouzelf volbracht is, wanneer jij vergeeft (2:1-2).

 

We weten pas echt dat we vergeven zijn, als we de “lelies van vergeving”, die we in het heilig ogenblik ontvangen hebben, aan de wereld geven We ontvangen wonderen door ze te geven.

 

Vader, help me vandaag beseffen dat ik rijk ben. De schatkamer van mijn denkgeest is gevuld met wonderen. Ik kan naar die schatkamer komen en de wonderen in het heilig ogenblik ontvangen. U vertrouwt ze mij toe, zodat ik ze weg kan geven. Ik wil vandaag vaak de tijd nemen om U in deze schatkamer te ontmoeten en de schatten meenemen om ze aan de wereld aan te bieden. Dit is mijn doel in dit leven, dit is waarom ik hier ben.


Oefeninstructies:

DOEL

Openen van de schatkamer van Christus diep in je denkgeest; het verzamelen van de lelies van vergeving en deze aan je broeders schenken. Alleen door ze weg te geven zul je je realiseren dat je ze ontvangen hebt.

 

OEFENING

’s Morgens en ’s avonds, minimaal vijf minuten en in het ideale geval dertig minuten of meer.

 

Zoals in deze fase gebruikelijk is, worden ons geen uitgesproken instructies gegeven voor wat we tijdens onze beoefening moeten doen. De volgende visualisatie is dus een suggestie mijnerzijds, gebaseerd op de inhoud van de les:

 

  • Sluit je ogen en keer je naar binnen. Als je het stille centrum in je denkgeest nadert zie je een schitterend, glanzend bouwwerk, dat een helder licht uitstraalt. Dit is je innerlijke schatkamer. Terwijl je naar de massieve deur loopt vraag je je af of je wel in staat bent door die deur heen te gaan, maar deze les zegt: “Niemand zal worden weggestuurd van dit nieuwe thuis waar zijn verlossing wacht” (7:4). Als je bij de deur komt zwaait deze vanzelf open en als je binnengaat zie je de schatten die hier voor jou liggen opgeslagen. Je ziet geen goud en zilver, maar een gewijde tuin waarin de mooiste lelies staan die je ooit hebt gezien. Ze stralen letterlijk van heiligheid en in de lucht om hen heen hoor je het ijle gezang van hemelse koren. Je weet dat dit de lelies van vergeving zijn. Dit zijn wonderen. Je weet ook dat de grond waarin ze wortelen de visie van Christus is, “het wonder waarin alle wonderen ontstaan” (4:1).

 

  • Je bent hier om deze wonderen te verzamelen en mee terug te nemen naar de wereld. Loop dus de tuin in en begin de lelies te plukken. Houd je niet in, want hier zijn ze voor bedoeld, en als je er een plukt, zie je dat er twee voor in de plaats komen. Met je armen vol lelies ben je klaar om aan de dag te beginnen en deze wonderen aan iedereen te geven die je ontmoet.

 

  • Als je na deze oefenperiode dus weer de wereld ingaat, geef je in gedachten iedereen die je ontmoet een lelie. Daarmee erken je dat deze persoon de Christus is, schoongewassen van zijn verleden en klaar om herboren op te staan uit het graf van zijn zonden. Zeg daarom in stilte, terwijl je je lelie geeft: “Je bent vergeven. Dit is jouw Pasen”.

 

HERHALINGEN

Een of twee minuten op elk heel uur, of korter wanneer de omstandigheden dat niet toelaten.

 

Herhaal het idee en kies in gedachten een persoon. Stel je voor dat je deze persoon een lelie geeft, terwijl je zegt: “Je bent vergeven. Dit is jouw Pasen”. Vraag dan aan God aan wie je het komende uur een lelie moet geven en dank Hem voor de lelies die Hij in het afgelopen uur via jou aan je broeders heeft gegeven.