Les 128
(8 mei)
De wereld die ik zie bevat niets wat ik verlang.
1. De wereld die jij ziet heeft jou niets te bieden wat je nodig hebt, niets wat jij op enigerlei wijze kunt gebruiken, en helemaal niets wat dient om jou vreugde te verschaffen. Geloof deze gedachte en het bespaart je jaren van ellende, ontelbare teleurstellingen en hoopvolle verwachtingen die tot de bittere as van wanhoop vergaan. Er is niemand die deze gedachte niet als waar dient te aanvaarden, wil hij de wereld achter zich laten en zich verheffen boven haar nauwe blikveld en kleingeestige hebbelijkheden.
2. Elk ding waaraan jij hier waarde hecht, is alleen maar een keten die jou aan de wereld bindt, en het zal geen ander doel dienen dan dat. Want alles moet het doel dienen dat jij eraan gegeven hebt, totdat jij er een ander doel in ziet. Het enige doel dat deze wereld bevat dat jouw denkgeest waardig is, is dat jij eraan voorbijgaat, om geen moment langer nog enige hoop waar te nemen waar er geen is. Laat je niet langer misleiden. De wereld die jij ziet bevat niets wat je verlangt.
3. Ontsnap vandaag aan de ketenen die jij je denkgeest oplegt wanneer je hier verlossing ziet. Want waar jij waarde aan hecht maak je tot deel van hoe jij jezelf waarneemt. Alle dingen die jij zoekt om je waarde in je eigen ogen groter te maken, beperken jou verder, verbergen je waarde voor je en voegen nog een grendel toe aan de deur die tot waar bewustzijn van jouw Zelf leidt.
4. Laat niets wat te maken heeft met lichaamsgedachten je voortgang naar verlossing vertragen, en laat de verleiding te geloven dat de wereld iets bevat wat jij verlangt, je niet tegenhouden. Niets valt hier te koesteren. Niets hier is één ogenblik van uitstel of pijn, één ogenblik van onzekerheid of twijfel waard. Het waardeloze heeft niets te bieden. En het waardevaste kan niet gevonden worden in waardeloosheid.
5. Vandaag oefenen we in het loslaten van elke gedachte aan waarden die wij aan de wereld hebben gegeven. We vrijwaren haar van de bedoelingen die wij aan haar verschillende aspecten, haar fasen en haar dromen hebben verleend. We houden haar zonder doel in onze denkgeest vast, en maken haar los van alles wat we verlangen dat ze was. Zo heffen we de ketenen op die de deur naar onze bevrijding van de wereld gesloten houden en gaan voorbij aan alle nietige waarden en beperkte doelen.
6. Pauzeer en wees een tijdje stil, en zie hoe ver je boven de wereld uitstijgt, wanneer jij je denkgeest van ketenen ontlast en hem het niveau laat zoeken waar hij zich thuis voelt. Hij zal dankbaar zijn even vrij te zijn. Hij weet waar hij thuishoort. Maak slechts zijn vleugels vrij en hij zal vol zelfvertrouwen en in vreugde vliegen, om zich te verenigen met zijn heilig doel. Laat hem rusten in zijn Schepper, om daar in gezondheid, in vrijheid en in liefde te worden hersteld.
7. Geef hem vandaag drie keer tien minuten rust. En wanneer je jouw ogen daarna weer opendoet, zul jij niets van wat je ziet evenveel waarde toekennen als toen je er voordien naar keek. Je hele kijk op de wereld zal een klein beetje verschuiven, telkens wanneer jij je denkgeest aan zijn ketenen ontsnappen laat. De wereld is niet waar hij thuishoort. En jij hoort thuis waar hij wil zijn en waar hij gaat rusten wanneer jij hem van de wereld bevrijdt. Je Gids is betrouwbaar. Stel je denkgeest voor Hem open. Wees stil en rust.
8. Bescherm ook je denkgeest de hele dag door. En wanneer je denkt dat jij enige waarde ziet in een aspect of een beeld van de wereld, weiger dan je denkgeest deze keten op te leggen, maar vertel jezelf met rustige zekerheid:
Dit zal mij niet verleiden om mezelf te vertragen.
De wereld die ik zie bevat niets wat ik verlang.
Toelichting:
Het idee van deze les komt overeen met de eerste drie van de Vier Nobele Waarheden van Boeddha: dat het bestaan lijden is, dat lijden voortkomt uit het najagen van onze eigen verlangens ten koste van anderen en dat we verlost kunnen worden van dit lijden door deze verlangens op te geven.
Geloof deze gedachte en het bespaart je jaren van ellende (1:2).
Deze les vraagt ons onze gehechtheid aan de dingen van deze wereld los te laten en een eind te maken aan het lijden door een eind te maken aan het begeren van wat de wereld te bieden heeft. Het kan een hardvochtige les lijken, maar in feite is ze buitengewoon wijs: als je niets verlangt, kun je niet teleurgesteld worden.
Elk ding waaraan jij hier waarde hecht, is alleen maar een keten die jou aan de wereld bindt, en het zal geen ander doel dienen dan dat. Want alles moet het doel dienen dat jij eraan gegeven hebt, totdat jij er een ander doel in ziet (2:1-2).
Wanneer we de dingen in de wereld een doel toekennen, dat meestal te maken heeft met de een of andere vorm van beloning of zelfverheerlijking, ketenen we onszelf aan deze wereld. En aangezien alles in de wereld tijdelijk is, leidt dit onvermijdelijk tot grote pijn. Het enige wat we ermee bereiken is dat we onze definitieve genezing tegenhouden. Voor de Heilige Geest is het enige doel van deze wereld de genezing van Gods Zoon (T24.VI.4:1). Niets in deze wereld is het waard om naar te streven.
Het enige doel dat deze wereld bevat dat jouw denkgeest waardig is, is dat jij eraan voorbijgaat, om geen moment langer nog enige hoop waar te nemen waar er geen is (2:3).
Dit komt overeen met de volgende verklaring in het Tekstboek:
De Heilige Geest interpreteert het doel van de tijd als het overbodig maken van de behoefte aan tijd (T13.IV.7:3).
De Heilige Geest geeft de tijd, de wereld en alles in de wereld het doel van verlossing en de genezing van onze denkgeest. Voor Hem heeft niets hier een ander doel. Daarom bevat deze wereld niets wat we verlangen. Alles is “koren voor de molen”, zoals de titel van een boek van Ram Dass luidt. Alles wordt een middel om het doel te bereiken: ons ontwaken tot leven, onze terugkeer naar God. Niets in de wereld heeft op zichzelf een doel. Wanneer deze les adviseert: “Laat niets wat te maken heeft met lichaamsgedachten je voortgang naar verlossing vertragen” (4:1), zegt ze hetzelfde, alleen in andere woorden. “Lichaamsgedachten” hebben betrekking op onze onjuiste identificatie met het lichaam. Ze zijn afkomstig van het idee: “Ik ben een lichaam, en om mezelf voldoening te schenken en te beschermen moet ik mijn lichaam de hoogste prioriteit geven”. Ons verlangen naar lichamelijk genot, lichamelijk gemak, lichamelijke bescherming, lichamelijke schoonheid en een lang leven hoort bij “lichaamsgedachten”. Dit prioriteit geven vertraagt onze voortgang.
Deze les vraagt ons te oefenen “in het loslaten van elke gedachte aan waarden die wij aan de wereld hebben gegeven” (5:1) en haar [de wereld] los te maken “van alles wat we verlangen dat ze was” (5:3). Dat is een hele opgave, nietwaar? Als we eerlijk zijn moeten we toegeven dat we de meeste tijd doorbrengen met wensen dat iets of iemand anders zou zijn dan ze zijn en met proberen die verandering tot stand te brengen. Het doel van deze les is onze denkgeest gedurende een paar minuten rust te gunnen door niet met die wensen en veranderingen bezig te zijn:
Pauzeer en wees een tijdje stil, en zie hoe ver je boven de wereld uitstijgt, wanneer jij je denkgeest van ketenen ontlast en hem het niveau laat zoeken waar hij zich thuis voelt (6:1).
Je denkgeest “weet waar hij thuishoort” zegt deze les (6:3). Als we hem bevrijden van de ketenen van onze verlangens zal hij “vol zelfvertrouwen en in vreugde vliegen, om zich te verenigen met zijn heilig doel” (6:4). Elke keer dat we dit slechts tien minuten oefenen zal onze hele kijk op de wereld een klein beetje verschuiven (7:3). Laten we onze denkgeest dus losmaken van zijn onafgebroken begeren en ons ontspannen wanneer zijn instinct, dat de weg naar huis kent, het overneemt en ons brengt waar we werkelijk thuishoren.
Oefeninstructies:
DOEL
Opgeven van de waarde die je hebt toegekend aan de dingen van de wereld, zodat je denkgeest vrij is om te ervaren wat werkelijk waardevol is: je thuiszijn in God.
OEFENING
Drie keer tien minuten.
In deze oefening bevrijden we onze denkgeest van alle ketenen, zodat hij terug kan keren naar zijn thuis in God.
In de eerste fase laten we alle waarden los die we de wereld hebben toegekend. We trekken alle bedoelingen terug die we aan de dingen van de wereld hebben gegeven voor het bevredigen van onze “persoonlijke belangen” (WdI.25.3:1). Dit wordt vergeleken met het wegnemen van de ketenen van onze denkgeest, zodat hij vrij is om zijn vleugels te spreiden en naar zijn thuis in God te vliegen. De tweede fase bestaat uit het ervaren hiervan, een proces van kalmeren en openen van onze denkgeest, zodat hij naar zijn rustplaats in God kan worden gebracht. Tijdens dit proces zullen we onze afdwalende gedachten, die bijna altijd te maken hebben met dingen die we in de wereld waarderen, regelmatig opzij moeten zetten. Om onze denkgeest daarvan terug te roepen kunnen we het idee van de dag herhalen.
ANTWOORD OP VERLEIDINGEN
Zodra je vandaag merkt dat je waarde toekent aan iets in de wereld, realiseer je dan dat je hiermee een keten oplegt aan je denkgeest. Bescherm je denkgeest daartegen door rustig te zeggen: “Dit [benoem datgene waar je waarde aan geeft] zal mij niet verleiden om mezelf te vertragen. De wereld die ik zie bevat niets wat ik verlang”. Je zult merken dat er geen gebrek is aan onderwerpen om dit te oefenen! Het verdient daarom aanbeveling om deze zinnen van buiten te leren.
OPMERKING
Elke oefenperiode zal je perspectief een beetje verschuiven en de waarde die je de wereld hebt toegekend beetje bij beetje verminderen.